De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

12 maart 2015 – Universiteit voor het Algemeen Belang – Salon met Veerle Fraeters: Hadewijch over “de minne”

zondag 15 maart 2015 23:30
Spread the love

Veerle Fraeters, hoofddocente aan de Universiteit Antwerpen neemt ons mee naar
boeiende vervlogen tijden en bijzondere figuren die nog steeds weten te
inspireren.

De Brabantse mystica Hadewijch (ca. 1240) liet een
veelzijdig en literair hoogstaand oeuvre na. Zij is de eerste auteur uit de
Nederlandse letterkunde van wie het werk werd gebundeld in één band, een
privilege dat in de Middeleeuwen enkel voor grote denkers was weggelegd.
Hadewijch schreef haar Liederen, Brieven en Visioenen in het kader van haar rol
als magistra, geestelijke leidster van een kring van zielsverwanten die naar
spirituele volmaaktheid streefden. Haar teksten staan in de traditie van de
liefdesmystiek. Ze handelen over de “hoge minne”: de aantrekkingskracht die van
nature werkzaam is tussen de menselijke ziel en God. Minne is de motor van een
veredelingsproces waarbij de ziel geleidelijk vergoddelijkt en louter liefde
wordt. In de lezing wordt de historische context geëvoceerd waarin Hadewijch
leefde en schreef. Daarna maken we aan de hand van tekstfragmenten kennis met
haar visie op de mystieke liefde.
 
Veerle
Fraeters is als hoofddocent verbonden aan het
Ruusbroecgenootschap van de Universiteit Antwerpen. Haar onderzoek situeert
zich op het domein van de Middelnederlandse alchemistische  en mystieke
tekstoverlevering. Op dit moment werkt ze met Frank Willaert (Universiteit
Antwerpen) aan een nieuwe editie met vertaling en commentaar van Hadewijch’s
Verzameld Werk (Historische Uitgeverij, Groningen). Het eerste deel, Liederen,
verscheen in 2009. Daarnaast bereidt ze samen met Patricia Dailey (Columbia
University New York) een Engelstalige Companion to Hadewijch voor (Brill
Publishers).

Noortje leidt in o.a. met “laten we onze verbeelding
volgen..”

Veerle licht de volgorde toe: eerst Hadewijch als
historische figuur, wat is het concept van “de minne”, pauze, we gaan wat
teksten bekijken.

Aan de dageraad van de Nederlandse letterkunde staat een
vrouw in de 13de eeuw. Latijn werd toen gebruikt door de clerus om
te schrijven over “God”. Degenen die niet tot de clerus behoorden gebruikten
ook Latijn maar dan om over andere onderwerpen te schrijven. Hadewijch was de
eerste grote schrijfster. Zij schreef teksten als levende “heilige”. Als
historische figuur is er weinig over haar geweten.

Ze wordtbeschouwd
als een voorloper van Jan van Ruusbroec. Vaak wordt er naar haar verwezen als Hadewijch
van Antwerpen
, hoewel dit eigenlijk een latere toevoeging is. De teksten
die van haar zijn overgeleverd, visioenen, liederen en brieven, werden in een
Brabantse variant van het Middelnederlands (Diets) geschreven. Naar alle
waarschijnlijkheid was zij een begijn, maar aangezien er geen getuigenissen
over haar leven zijn bewaard, is vrijwel niets met zekerheid over haar bekend.
Haar oeuvre, waaronder Strofische gedichten en Brieven, is
omstreeks 1240 tot stand gekomen. Ze leefde waarschijnlijk in Antwerpen, dat
toen tot het Hertogdom Brabant behoorde, en was vermoedelijk afkomstig uit een
gegoede familie.

Het beeld dat van Hadewijch beklijft is vooral dat van een
persoon die in denken en handelen enorm zelfbewust was en in totale
onafhankelijkheid haar eigen keuzes maakte.

In de Lijst der volmaakten noemt zij een begijn die
door een inquisiteur vermoord werd. Dit is minstens een duidelijk statement: in
de strijd voor emancipatie die de begijnen in de vroege 13de  eeuw voerden stond zij aan de kant van de
begijnen, tegen de katholieke inquisitie.

Een iets oudere tijdgenote is Hildegard von Bingen die ook
haar visioenen ofte contact met “God” neerschreef. De spirituele vervolmaking
van de geest. Edoch was het toen een patriarchale tijd en dienden de
geschriften steeds “gehomologeerd” te worden door een mannelijke geestelijke. Ook
Marguerite Porete (geboren in 1250 en hoogst waarschijnlijk een begijn) deed
aan spiritueel en creatief schrijven maar werd op de brandstapel gezet in 1310
door de inquisitie… In die tijd leefden niet alle begijnen in begijnhoven, maar
trokken ze vaak ook rond, zoals Hadewijch.

De kerkelijke overheid bekeek hen met argusogen en zou hen
meermaals veroordelen wegens ketterij. Met name de ketterij van de Vrije Geest
(ook Broeders en zusters van de Vrije Geest) leefde toen erg. Margareta Porete
was daarvan een uitgesproken vertegenwoordigster. Margareta Porete was een
‘geletterde’ vrouw, in die tijd een zeldzaamheid. Ze schreef ook in de
volkstaal, het Oudfrans. Ze lijkt vertrouwd te zijn met het denken en de taal
van de hoofse liefde.

De essentie van haar werk stelt dat mensen zo’n graad van
volmaaktheid kunnen bereiken, dat ze één worden met God. Dit is enerzijds een
typisch mystiek thema en anderzijds ook de kern van het denken van de Vrije
Geest. Margareta Porete gaat daarop verder en schrijft dat wanneer mensen dit
niveau bereiken, ze dan afstand doen van de deugden. (Dit is één van de zaken
die haar bijzonder kwalijk werden genomen.) Het belang van de Rede is dan
voorbij. Die behoort tot de Kleine Heilige Kerk (de kerk van de clerus, regels
en rede) en niet tot de Grote Heilige Kerk (de kerk van de liefde), waarin de
ziel bevrijd en vernietigd is.

De heilige Christina
de Wonderbare of Christina
Mirabilis (ca. 1150-1224) was ook een zieneres toendertijd. Meer info op
bv Wikipedia.

Het is de tijd van de kruistochten door de Tempeliers om
Jerusalem te bevrijden.

Allen hebben het regelmatig over ecstase, één zijn met God,
buiten de geest zijn. De volmaakte zielen worden gered bij het einde der
tijden. De bedoeling is je ziel goddelijk te maken en die worden dan gered.
Deze volmaakte zielen waren meestal te vinden in Brabant (Antwerpen). Robert Le
Bougre, een Dominicaanse inquisiteur van de 13de eeuw heeft vele
vrouwen op de brandstapel laten zetten!

Christus is de zon. De opkomst van de Begijnhoven voor
vrouwen die een religieus leven leiden maar geen non zijn. Hadewijch was een
spirituele meesteres, een leidster. Vrij zijn betekent voor Hadewijch vrij te
zijn voor alles wat we willen. Vrij van wat niet God is ofte Liefde. Het is
allemaal het werk van de minne. Dit woord komt 987 keer voor haar teksten
“Poems in stanzas”. Ps in het Engels wordt minne vertaald als “Lady Love”.

De ziel is “anima” in het Latijn = het meisje is zichzelf.
De ziel beweegt het lichaam.  Er zijn 3
vormen:

–         
Anima vegetativa = groeien, voortplanten

–         
Anima animalis = bewegen, fysiek en emotioneel
(de instincten)

–         
Anima rationalis = ratio = denken, redeneren –
intellectus = onmiddellijk kennen = intuïtie

Met onze geest kunnen we bewegen in de tijd;

De grond van de ziel (intellectus) is een Imago Dei.

De ziel heeft een telos = een doel. Het gelijke streeft naar
het gelijke = amor, liefde, minne.

Alles heeft z’n innerlijke streefrichting, bv een vlam naar
boven, een steen valt op aarde. De ziel streeft naar God. De aarde trekt de
steen aan = magnetisme.

Veerle tovert nu een tekening uit 1493 op het reflectiedoek:
“Geocentric universe” – Hartmann Schedel – Liber chronicarum mundi

http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Geocentric_universe_-_Hartmann_Schedel_-_Liber_chronicarum_mundi_-_1493.png

Hier zien we dat de aarde het centrum is met daar rond alle
planeten en sterrentekens, een vuurhemel met een Christus helemaal bovenaan.
Het leven op aarde wordt gezien als toevend in een verbanningsoord = ellende
(oud Nederlands)

De “ghebrueken” = de gebruiken: we voelen God in ons
aanwezig = ons leven = levenskunst om spiritueel volmaakt te worden. God is
mens geworden uit liefde voor de mens.

Het Hooglied is liefdesmystiek. De ziel/anima is vrouwelijk
en Christus is mannelijk. Hoofse mystiek ofte Mystique courtoise –
ridder-minnaar (mannelijk) en Dame minnen (vrouwelijk) => je krijgt een
vrouwelijke Christus…

Tot slot leest Veerle wat strofen voor die we mee kunnen volgen op de kopietjes. Ze wijst op de opbouw ervan en eindigt met mooi gezang.

Enorm boeiend weerom en wordt vervolgd…

Voor de komende lezingen, voordrachten, salons bij de
Universiteit voor het Algemeen Belang refereer ik naar de webstek = http://www.universiteitalgemeenbelang.be/nl/agenda

take down
the paywall
steun ons nu!