Ontheemden ontvangen voedselhulp van het WFP in het kamp van Bossangoa, waar meer dan 30.000 mensen sinds september hun toevlucht zochten op de vlucht voor het geweld van de milities (foto: WFP - Djaounsede Pardon).
Nieuws, Afrika, Politiek, Honger, Zuid-Afrika, Hongersnood, Voedselzekerheid, UNICEF, Amnesty International, Jacob Zuma, Centraal-Afrikaanse Republiek, HRW, Navi Pillay, Humanitaire crisis, François Hollande, Analyse, Humanitaire hulpverlening, Gewapende rebellen, Bangui, François Bozizé, Séléka, Wereldvoedselprogramma (WFP), Michel Djotodia, Nicolas Tiangaye, Mission internationale de soutien en Centrafrique, MISCA, Emergency Food Security Assessment (EFSA), Bossangoa -

1,1 miljoen mensen met hongersnood bedreigd door chaos in Centraal-Afrikaanse Republiek

Uit een recente studie in opdracht van het Wereldvoedselprogramma (WFP) en humanitaire organisaties blijkt dat 1,1 miljoen mensen in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) honger lijdt of door hongersnood wordt bedreigd. Een situatie die nog fors kan verslechteren omdat oogsten volgend jaar veel magerder zullen uitvallen als gevolg van maanden van geweld en totale chaos.

vrijdag 15 november 2013 18:20
Spread the love

Al maanden volgen de dramatische berichten elkaar op uit de Centraal-Afrikaanse Republiek. Momenteel zowat een van de meest vergeten conflictgebieden ter wereld. Zeker sinds in september het geweld tussen allerlei milities en lokale zelfverdedigingsgroepen weer fors is opgeflakkerd met nieuwe vluchtelingenstromen tot gevolg.

Uit een recente beoordeling van de voedselzekerheid in grote delen van het land, uitgevoerd door de Verenigde Naties, samen met op het terrein actieve niet-gouvernementele organisaties en de overgangsregering van de CAR, blijkt dat 1,1 miljoen mensen – ongeveer 30 procent van de totale bevolking van 4,6 miljoen die buiten de hoofdstad Bangui leeft – niet meer in staat is om in hun dagelijkse voedselbehoeften te voldoen.

Humanitaire catastrofe

Met andere woorden ze hebben dringend voedselhulp nodig om te overleven. Een van de ergste humanitaire catastrofes van dit ogenblik, maar de wereld ligt er duidelijk niet wakker van.

Hulpoproepen van de gespecialiseerde VN-agentschappen tot de internationale donorgemeenschap leveren niet de verhoopte financiële middelen op. Andere gewapende conflicten, die met meer media-aandacht gaan lopen, krijgen vaak de voorkeur.

En dat is nog maar het begin. Want voor 2014 ziet de situatie er nog veel slechter uit. Door de aanhoudende oorlogssituatie en anarchie hebben vele boeren hun akkers moeten verlaten en zich in de jungle moeten terugtrekken. Dorpen werden in brand gestoken, voedselvoorraden geplunderd, de weinige infrastructuur die nog restte, vernield. De oogsten zullen volgend jaar dus nog veel slechter uitvallen dan nu al het geval is, waarschuwt het WFP.

Ten minste de helft van de 395.000 nieuwe ontheemden sinds september heeft momenteel geen toegang tot voldoende voedzaam voedsel. Als zij niet dringend externe voedselhulp krijgen, zullen de meest kwetsbare en de al sterk ondervoede mensen – vooral kinderen onder de vijf jaar en zwangere vrouwen – van honger en ontbering omkomen.

Plunderingen en represailles

Sinds het meest recente conflict om de macht begon, in december 2012, hebben veel boeren hun boerderijen onder dwang moeten verlaten. Velden die vroeger werden ingezaaid met traditionele voedselgewassen liggen nu braak. De meerderheid van de huishoudens die door de VN-organisaties werden ondervraagd, meldde het slachtoffer te zijn geworden van diefstal van vee of voedselvoorraden.

Andere boerenfamilies hebben hun vee en zaden verkocht aan rondtrekkende rebellengroepen om te kunnen overleven of uit angst voor nog meer plunderingen en represailles. Niet zelden werden dorpelingen de voorbije maanden in koelen bloede vermoord omdat ze weigerden hun schaarse bezittingen af te geven aan de zwaar bewapende bendes die door bijna niemand nog worden gecontroleerd.

Veel van de oorlogswapens waarover de diverse rebellengroepen beschikken, zouden via allerlei omwegen uit geplunderde Libische depots komen. In de afgelopen maanden is het geweld weer opgelaaid in het noorden van de CAR in de streek rond Bossangoa. Op 7 september werden twee medewerkers van de Franse NGO Agence d’aide à la coopération technique et au développement (ACTED) net buiten Bossangoa gedood. Hun moordenaars waren naar verluidt Séléka-strijders.

Ex-Séléka-rebellen zaaien terreur

Op 13 september kondigde overgangspresident Michel Djotodia aan dat de Séléka-coalitie wordt ontbonden en dat vanaf nu nog alleen de ‘officiële strijdkrachten’ verantwoordelijk zullen zijn voor het handhaven van orde en veiligheid in de republiek.

Hij gaf geen details over hoe deze ‘strijdkrachten’ de duizenden nog bewapende en over het hele land rondzwervende Séléka-strijders zullen neutraliseren of integreren in het nieuwe leger. De gevolgen zijn ronduit dramatisch voor de burgerbevolking, zo blijkt nu.

“De Séléka-rebellen, een coalitie van drie vroegere rebellengroepen, die in maart 2013 de macht in Bangui hebben overgenomen, hebben zich schuldig gemaakt aan de dood van vele ongewapende burgers”, luidt het in het rapport dat mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) op 18 september publiceerde. “Séléka-rebellen zijn ook op grote schaal betrokken bij de moedwillige vernieling van een groot aantal huizen en dorpen in diverse streken van de CAR.”

“De Séléka-leiders beloofden bij hun machtsovername op 24 maart een nieuw begin voor de inwoners van de CAR, maar in plaats daarvan hebben hun rebellenmilities grootschalige en systematische aanvallen uitgevoerd op burgers, dorpen geplunderd en onschuldigen vermoord”, zei Daniel Bekele, directeur Afrika bij HRW. “Séléka heeft bij die aanvallen zelfs kindsoldaten ingezet, waarvan sommigen nauwelijks 13 jaar oud waren, om gruwelijke slachtingen uit te voeren.”

Honderdduizenden ontheemden

De resultaten van de nieuwe VN-studie bevestigen de gegevens die eerder werden verzameld op het terrein. Het vermogen van mensen om hun gezin te voeden, is in een context van toegenomen geweld dramatisch afgenomen, vooral in het westen en het noorden van het land.

“Onmiddellijke maatregelen moeten worden genomen om het geweld te stoppen zodat ?honderdduizenden ontheemden (IDP’s in het jargon van de VN) de kans krijgen om terug te keren naar hun huizen en boerderijen”, verklaarde Housainou Taal, de vertegenwoordiger van het Wereldvoedselprogramma in de CAR.

“We roepen de verschillende gewapende groepen op om de rechten van burgers te respecteren en de toegang van humanitaire hulpverleners tot de meest getroffen bevolkingsgroepen te garanderen”, voegde hij eraan toe.

De regio’s die begin november 2013 het meest te lijden hadden onder de gevechten en de anarchie in het land zijn Ouham, Ouham-Pendé en Nana Gribizi in het noorden, en Vakaga en Bamingui-Bangoran in het noordwesten. De toestand van toenemende voedselonzekerheid is echter over het hele grondgebied verspreid.

Amnesty International en UNICEF hebben ondertussen harde bewijzen verzameld dat op 26 oktober bij het bloedbad in het stadje Bouar ten minste 18 kinderen werden vermoord door ex-Séléka-rebellen. Ook werden 485 woningen bewust in brand gestoken als vorm van terreur tegen de burgerbevolking.

Het conflict neemt de laatste maanden ook een gevaarlijke wending doordat steeds meer etnische en religieuze minderheden worden geviseerd die voorheen zonder problemen samenleefden in de CAR.

Hoewel een grote meerderheid van de bevolking christen is, zijn vele ex-Séléka-rebellen van de zelfbenoemde overgangspresident Djotodia, die in maart president François Bozizé van de macht verdreven, moslims. Het conflict voorstellen als een strijd tussen christenen en moslims is echter een zware vertekening van de complexe realiteit. Bozizé zou vanuit zijn ballingschap in Parijs nog veel invloed uitoefenen op zijn aanhangers in het land.

Regering in Bangui is controle kwijt

Zelfs overgangspremier Nicolas Tiangaye, een vroegere mensenrechtenmedewerker, die een regering leidt van voornamelijk technocraten die het land moet voorbereiden op nieuwe verkiezingen, heeft onlangs moeten toegeven dat zijn regering de controle kwijt is over een groot deel van het grondgebied.

De straffeloosheid, de chaos, het aanhoudende geweld van diverse milities en de grootschalige schendingen van de mensenrechten hebben de CAR in een ‘failed state‘ herschapen.

Ook Navi Pillay, de VN-mensenrechtencommissaris, sprak onlangs op een persconferentie in Genève haar grote bezorgdheid uit over de toestand in de CAR. “Een humanitaire ramp dreigt als de internationale gemeenschap niet dringend ingrijpt”, zei ze. De VN is via de Afrikaanse Unie met een beperkte vredesmissie in de CAR aanwezig (Mission internationale de soutien en Centrafrique, MISCA), maar ook die ligt onder vuur.

De Franse president François Hollande heeft er bij zijn recente staatsbezoek aan Zuid-Afrika bij president Jacob Zuma op aangedrongen om de Zuid-Afrikaanse deelname aan MISCA nog uit te breiden. Zuma heeft daar wel oren naar, maar krijgt veel kritiek voor zijn beleid ten aanzien van de CAR vanuit het regerende ANC.

Eerder dit jaar zijn 13 Zuid-Afrikaanse blauwhelmen omgekomen bij gevechten in de CAR. Bij de publieke opinie leeft de overtuiging dat Zuid-Afrika niets te zoeken heeft in dat conflict.

Magere oogsten verwacht in 2014

Het WFP toont zich uitermate bezorgd, want het volgende magere seizoen, wanneer de voorraden van de laatste oogst zijn uitgeput, begint normaal in mei, maar zou in 2014 al in januari aanbreken. Twee derde van de ondervraagde boerenfamilies heeft aangegeven dat hun oogsten magerder zullen zijn dan vorig jaar.

Het WFP-onderzoek benadrukt dat er momenteel gewoon niet genoeg voedsel in voorraad is om aan de behoeften van de bevolking tussen januari en februari 2014 te kunnen voldoen.

Door de onveiligheid en de vernieling van de weinige wegeninfrastructuur in het binnenland is het logistieke probleem om de voedselhulp ter plaatse te krijgen alleen maar erger geworden. Volgens een rapport van Emergency Food Security Assessment (EFSA), in opdracht van WFP, is luchttransport momenteel aangewezen, wat de kostprijs van een humanitaire operatie fors duurder maakt.

Koopkracht zwaar aangetast

Naast de directe gevolgen voor de voedselvoorziening heeft de verstoring van de markt voor katoen, door het gebrek aan arbeidskrachten, en een forse daling van de pinda-oogst – de belangrijkste inkomstenbronnen voor gezinnen op het platteland – de koopkracht van de bevolking zwaar aangetast.

Daardoor is niet alleen het risico van een algemene voedselcrisis verergerd, maar ook de toegang tot gezondheidszorg bijna helemaal weggevallen. UNICEF, het kinderfonds van de VN, waarschuwde begin november voor de gevolgen voor de kindersterfte op langere termijn.

Het WFP heeft al voedselhulp verstrekt aan ongeveer 250.000 mensen in de CAR sinds januari van dit jaar. Om de komende maanden de meest kwetsbare groepen te kunnen bereiken, heeft het WFP op korte termijn 20 miljoen dollar extra nodig.
 

take down
the paywall
steun ons nu!