In 2014 engageerden de grootste palmolieleveranciers zich voor een beleid tegen verdere ontbossing. Greenpeace benaderde recent elf producenten, waaronder Cargill, Olam en Wilmar, om te zien hoeveel vooruitgang ze sindsdien geboekt hebben. Dat bleek tegen te vallen. Zij konden niet bewijzen dat hun toeleveringsketen sindsdien vrij zou zijn van ontbossing en konden ook niet aangeven wanneer dat wel het geval zal zijn in de toekomst.

De uitkomsten van het onderzoek laten volgens Greenpeace zien dat er geen echte plannen zijn om de problemen op te lossen. “In plaats van hun beloften serieus te nemen, hanteren deze bedrijven een ‘wat niet weet, wat niet deert-beleid’, dat suggereert dat alles onder controle is terwijl de bossen in Indonesië in rook opgaan”, zegt Bagus Kusuma van Greenpeace in Zuidoost-Azië.

Merken die palmolie van deze toeleveranciers gebruiken, hebben aangegeven dat ze hun keten voor 2020 ‘schoon’ willen hebben. Slechts twee van de leveranciers die Greenpeace benaderde, werken naar deze deadline toe, Cargill en IOI Group. De meeste toeleveranciers hebben nog geen deadline vastgelegd.

“Dit is een wake-up call voor bedrijven zoals PepsiCo, Unilever en Procter & Gamble, die hun consumenten hebben beloofd te breken met toeleveranciers die bossen verwoesten”, zegt Kusuma.

“Consumentenmerken kunnen er niet op vertrouwen dat handelaars in palmolie hen schone palmolie leveren. In plaats daarvan zullen ze toeleveranciers moeten dwingen tot schonere praktijken.”

Sinds 1990 is in Indonesië 31 miljoen hectare bos verloren gegaan, een oppervlakte die bijna even groot is als Duitsland. Dat gebeurde grotendeels voor de aanplanting van palmbomen.