“Favela is geen probleem, maar oplossing”
Boekrecensie -

“Favela is geen probleem, maar oplossing”

Volgens de Engelse auteur Justin McGuirk zijn de Latijns-Amerikaanse sloppenwijken een begin van stedelijkheid. Bewoners bouwen er hun eigen huizen en creëren er hun eigen voorzieningen. De volgende stap is om deze clandestiene nederzettingen te verbinden met de officiële stad. In het interessante boek Radical Cities beschrijft de spitsvondige auteur hoe dat kan met behulp van kabelbanen, architecturale interventies en zelforganisaties in Zuid-Amerika en Mexico.

maandag 9 november 2015 16:33
Spread the love



De kabelbaan verbindt de comuna Santo Domingo met de benedenstad van Medellín, Colombia’s tweede grootste stad.

De afgelopen honderd jaar kenden Midden- en Zuid-Amerika een enorme bevolkingsgroei en migratie van het platteland naar de steden. Overheden en projectontwikkelaars bouwden huizen bij, maar konden de bevolkingstoename niet aan. Hierdoor ontstond de favela.

De favela is de stad

Veel migranten namen het heft in eigen handen en zij bouwden aan de rand van de steden eigen nederzettingen. Ze bouwden eigen huizen, creëerden werkgelegenheid en sloten hun wijk indien mogelijk aan op het netwerk van stromend water en elektriciteit.

Deze favela’s, villas miserias, barrios of comunas werden in de vorige eeuw als ongewenst beschouwd. McGuirk breekt daarmee door te stellen dat de favela eigenlijk gewoon de stad is:

In Latijns-Amerika leeft ongeveer één derde van alle stadsbewoners in informele omstandigheden (…) Anders gezegd: moderne kolonisten en favelados bouwen meer vierkante kilometers dan regeringen, ontwikkelaars, architecten en anderen samen (…) Dus, wanneer gaan we inzien dat favela’s geen afwijking van de norm zijn, maar de eerste vorm van stedelijke ontwikkeling? Wanneer gaan we zeggen dat favela’s geen stadsprobleem zijn, maar een oplossing? Wanneer zullen we accepteren dat de favela de stad is?” (1)

Kabelbaan en universiteit in de sloppenwijk

In Rio de Janeiro werden deze wijken met de formele stad verbonden door middel van kabelbanen. Hoe revolutionair dit project ook was, toch zijn er enkele pijnpunten, volgens de auteur: de bewoners werden weinig tot niet betrokken in dit project, enkele favela’s dreigen hun eigen karakter te verliezen door de komst van de middenklasse en de kabelbaan zou een toeristische attractie aan het worden zijn waarbij de favela als een openluchtmuseum worden gezien.

In de Colombiaanse stad Medellín ervaart de auteur dat het ook anders kan: de burgemeester trok zelf de comuna’s in en sprak met de bewoners om te weten wat zij nodig hadden om hun levensomstandigheden te verbeteren. En zo kwamen er meerdere kabelbanen, parken, bibliotheken, scholen, speelterreinen en sporthallen in deze informele wijken.

Om ook mensen uit de planmatige stad naar de comuna te trekken, werd er een landmark in de stad gezet: een iconische bibliotheek, die op een rotspunt lijkt, is vanuit de benedenstad te zien. De kers op de taart moet nog komen: de stad Medellín wil graag een universiteit in één van de volkswijken bouwen om de lokale kinderen en jongeren meer toekomstkansen te kunnen bieden en mensen uit de benedenstad naar de comuna te brengen.

Een gekraakte wolkenkrabber in Caracas

De schrijver staat in zijn mening over favela’s niet alleen. Gewaagder is zijn mening over de Torre David in Caracas. Dit was tot deze zomer de hoogste sloppenwijk ter wereld: een leegstaande wolkenkrabber in het centrum van de Venezolaanse hoofdstad werd jarenlang gekraakt door mensen uit de barrios. Over achtentwintig verdiepingen verspreid woonden ongeveer 3000 mensen die hier niet alleen hun eigen appartementen hadden gemaakt, maar ook een eigen organisatie hadden gecreëerd met bestuur, veiligheidsdienst, taxidienst per motor, winkels en onderhoudsteam. Dit kon bestaan onder het regime van Hugo Chávez omdat deze het kraken en koloniseren aanmoedigde, zolang er niet genoeg huizen voor iedereen beschikbaar waren.

McGuirk stelt hierover het volgende: “De bewoners van de Torre hebben iets bereikt dat bijna onmogelijk is in de moderne stad: zij hebben voorwaarden gecreëerd om met elkaar samen te leven. Dat is een kans die gewone burgers nooit krijgen (…) Om op deze manier je eigen leven te bepalen is positief exotisch.” (2)

Latijns-Amerika is referentie voor oplossingen

Dit stedenbouwkundig en architecturaal boek gaat niet enkel over sloppenwijken. De reizende schrijver bespreekt ook sociale woonprojecten en een indiaanse grassroots-beweging die niet alleen woningen, maar ook banen creëert. Vanuit Europees standpunt (de auteur is Brits) zijn alle projecten die hij bespreekt radicaal, zo niet revolutionair.

Zo laat deze eigenzinnige Brit ons zien dat Latijns-Amerikanen en hun overheden zelf nieuwe oplossingen bedenken voor de problemen die tussen Noord-Mexico en Vuurland voorkomen. Sergio Fajardo, voormalig burgemeester van Medellín, vertelt het in het boek als volgt: “Ik heb het gevoel dat we in Latijns-Amerika bezig zijn om de wereld anders te bekijken. We komen aan met nieuwe oplossingen – wij zijn een referentie voor oplossingen nu. Zo denk ik dat we een uitdrukking kunnen zijn van het nieuwe Latijns-Amerika.” (3)

Kritisch voor Venezuela

Ondanks de positieve noot van het boek, is de schrijver zich bewust van de grote problemen in een aantal Latijns-Amerikaanse landen. Zo stelt hij dat Medellín in de jaren ’90 één van de gevaarlijkste steden ter wereld was en, hoewel hij dweept met het zelfbestuur van de gekraakte wolkenkrabber, is hij zeer kritisch over de verwezenlijkingen van de socialistische regering in Venezuela en beticht hij deze van propaganda en populisme.

Hoewel de inleiding en de hoofdstukken over sociale woonwijken een harde noot zijn om te kraken voor de leek, lezen de andere hoofdstukken zeer vlot. Daarmee is dit werk niet enkel interessant voor stedenbouwkundigen, architecten, activisten en politici, maar ook mensen die geïnteresseerd zijn in de Latijns-Amerikaanse actualiteit.

Een boek vol projecten en ideeën

Verder kan de auteur het niet nalaten om zijn scherpe mening telkens te geven. Dit stoort echter niet omdat hij niet consequent één ideologie aanhangt. Hij kan zowel voordelen inzien van anarchie als van neoliberalisme.

Kortom: een deels makkelijk leesbaar boek vol ideeën en projecten die in de lage landen nog niet algemeen bekend zijn en voorzien zijn van de auteur en de geïnterviewden door de nodige kritiek.

Radical Cities Ciudades Radicales Cidades Radicalis, Justin McGuirk, uitgeverij Verso, Londen (VK) en Brooklyn (VS), ISBN 978-1-78168-868-7, geschreven in het Engels en verschenen in 2015 als paperback.

Bronvermelding:

1: pagina 107 van dit boek

2: pagina’s 205 en 206 van dit boek

3: pagina 257 van dit boek

Deze recensie verscheen eerder op de website noticias.nl.

 

take down
the paywall
steun ons nu!