Foto: Daphne van den Blink
Nieuws, Economie, Samenleving, Politiek, België, Economische crisis, Antwerpen, Financiële sector, Dexia, Watmet, Bankwezen, Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken-debat, Dossier bankencrisis -

“Controle op banken is eigenlijk om te lachen”: debat over de toekomst van de financiële sector

Op maandagavond 3 december vond het 'Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken'-debat plaats in Antwerpen, het eerste in een reeks van vier debatten over de spanning tussen het publiek en het privé belang. Dit eerste debat in de reeks richt zich op onze grootbanken. Nu de door hen veroorzaakte crisis over heel Europa voelbaar is, dringt zich terecht de vraag op: is geld niet te belangrijk om aan bankiers over te laten?

dinsdag 4 december 2012 16:14
Spread the love

Het eerste ‘Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken’-debat werd gemodereerd door Dirk Barrez en gevoerd door Pia Desmet (federaal secretaris van vakbond ABVV-BBTK), Koen Schoors (econoom, UGent & Itinera) en Bernhard Ardaen (ex-werknemer Dexia en auteur van het boek ‘Tijdbom Dexia. De inside story’).

Dirk Barrez opent het debat met een inleiding over de strijd tussen publiek en privébelang in de financiële sector, de reden voor een debat.

“De reeks bezuinigingen die nodig zijn door de economische en sociale crisis worden overal in Europa gevoeld door de hele samenleving, behalve door de grootbankiers die de pijn hebben veroorzaakt. Is geld dan niet te belangrijk om aan bankiers over te laten?”. Met andere woorden, zouden de systeembanken publiek of privé bezit moeten zijn?

Zeepbel

Pia Desmet: “Het is wel duidelijk dat er meer aan de hand was en is in de huidige crisis, maar de zeepbel moest springen in de financiële wereld, in dit geval bij Lehman Brothers. In feite hebben de financiële structuren als geheel gefaald”.

Koen Schoors: “Dit is niet de eerste financiële crisis, maar we schijnen de geschiedenis steeds te vergeten. We bevinden ons eigenlijk in een soort catch-22 (een situatie waarvoor de enige oplossing onmogelijk wordt gemaakt door een omstandigheid inherent aan het probleem, nvdr), een oplossing van alleen maar bezuinigingen is dom, maar niks doen ook. Een land moet in tijden dat het goed gaat overschotten boeken, en een verstandig anti-cyclisch fiscaal beleid voeren”.

Barrez ziet een bankenlandschap waarin de overheidsbanken en coöperatieve banken verkwanseld zijn aan de privébanken, en vraagt zich af hoe normaal het is dat die private systeembanken gered moeten blijven worden door de overheid?

Desmet vindt dat er inderdaad een nieuw bankenlandschap moet komen, dat meer gediversifieerd is en waarin wat er gebeurt in de financiële sector meer zichtbaar wordt voor klanten.
Een staatsbank zou de garantie van kwaliteitsvolle tewerkstelling moeten bieden; het voordeel van dat soort bank is dat het beslissingscentrum in eigen handen is.

Ziek Dexia

De puinhoop van Dexia wordt aangehaald; hadden dan echt zo weinig mensen voor 2008 door dat de bank ziek was? Bernhard Ardaen: “Ikzelf was in verhoogde staat van paraatheid in 2006, en besefte vanaf eind 2007 dat er echt iets fout zat bij Dexia”.

“De mensen die nadachten over het geheel zagen inderdaad dat er een probleem was, maar er is ook een grote laag die daar niet mee bezig was en er wellicht ook niet in geïnteresseerd was. En daarbij, als het probleem ontkend wordt van hogerhand, kun je als kleine garnaal niet veel doen”, zegt Ardaen.

En hebben de ondernemingsraden – waarin ook werknemersvertegenwoordigers zitten – dan niet aan de bel getrokken?, vraagt Barrez zich af. Desmet geeft aan dat in de banksector aparte reglementering geldt, waarbij bepaalde zaken buiten de balans gehouden kunnen worden en de ondernemingsraden daar dus geen zicht op hebben. “En er zijn wel zeker militanten die aan de bel getrokken hebben, maar zij zijn niet gehoord”.

Schoors: “De controle op het bankwezen is om te lachen, toezichthouders hebben totaal geen overzicht. Aan het hoofd van de Bankcommissie staan bovendien politiek benoemde mensen, de supervisors van de banken zijn dus afhankelijk van de politiek”.

Dexia slaagde in juni 2011, luttele maanden voor de definitieve ineenstorting, nog ‘wonderbaarlijk’ voor een stresstest van Europa. Maar zo een stresstest is echter allerminst een betrouwbare indicatie, zegt Schoors. “Een stresstest bestaat om mensen gerust te stellen, en is gebaseerd op berekeningen van de banken zelf. Die gaan natuurlijk niet toegeven dat het slecht gaat, het is gewoon een cover up-operatie”.

Liikanen-rapport

“Er is betere regulering nodig, met name vanuit de Europese Unie. In oktober bracht de Europese Commissie het Liikanen-rapport uit, waarin hervorming van de bankensector onder de loep werd genomen. Daar stond onder andere in dat er een ‘vrije schuld’ voor banken zou moeten bestaan; een schuld die geconverteerd wordt in kapitaal bij het failliet van een bank, zodat deze niet op rekening van de belastingbetaler komt als de staat de bank wil redden”, aldus Schoors.

“Als daarnaast de bonussen voor topmannen binnen een bank in schuld worden omgezet, hebben zij minder belang bij het failliet gaan van de bank. We moeten de Europese Commissie zoveel mogelijk steunen zodat een richtlijn naar aanleiding van het Liikanen-rapport zo streng mogelijk wordt”.

Desmet zegt dat zij altijd wat schrik van richtlijnen heeft, omdat deze door de lidstaten op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. “Dat verschil bestaat vooral tussen de eurolanden en de landen die de euro niet hanteren”.

Zombie

Had de Belgische overheid wellicht geen geld in Dexia moeten steken? Schoors denkt van niet, een bank moet niet koste wat het kost gered worden. Hij noemt de beslissing van 2008 verkeerd, toen had de overheid Dexia failliet moeten laten gaan; nu is er geen andere keus meer dan de koers die ze nu vaart. “Dexia is een zombie”.

Desmet stelt een classificatie voor van de hoeveelheid investeringen van een bank in reële bancaire diensten, een classificatie die transparant is voor iedereen. Schoors is het daarmee eens, en onderstreept dat het een illusie is te denken dat de overheid alles wel op zal lossen. De consument dient ook zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen en moet niet al te veel beschermd worden, vindt hij.

Ardaen beaamt dit maar zegt dat er niet altijd uitgegaan kan worden van de verantwoordelijkheid van de consument. “Het is niet te vermijden dat mensen voor de bank met de hoogste rente zullen kiezen”.

Coöperatieve banken

Is er dan misschien een toekomst weggelegd voor coöperatieve banken? Ardaen is een voorstander van dergelijke banken. Desmet ziet er een plaats voor in het bankenlandschap, maar denkt dat de reglementering het starten van een coöperatieve bank moeilijk maakt.

Schoors ziet vooral een hinderpaal voor nieuwe coöperatieve banken in het gebrek aan technische kennis van de massa bestaande regels. Hij pleit daarom voor een paar grote regels die de competitie beperken, in tegenstelling tot een eindeloze stroom kleinere regeltjes die alleen voor bureaucratisering zorgen. “Maar de banken zijn nog niet zo ver”.

take down
the paywall
steun ons nu!