Boekrecensie -

‘Liefde’ als remedie tegen angst en cynisme

Een gestileerde boom met een breed en vooral krachtig wortelveld en een rood bladerdak. Dat is de ongewone cover van dit boek. Wie de auteur niet kent van vorig werk zou daaruit kunnen afleiden dat ‘Liefde in tijden van angst’ een zweverig, esoterisch verhaal is. Bleri Lleshi tapt met dit boek inderdaad uit een heel ander vaatje dan in het uitstekende ‘De neoliberale strafstaat’ waarmee hij enkele jaren geleden bij EPO debuteerde, maar hij blijft ook nu weer een bruggenbouwer.

vrijdag 26 februari 2016 14:23
Spread the love

‘Wie louter vanuit beleid of theorie naar de realiteit kijkt, mist vaak bepaalde signalen en evoluties in de praktijk. Daarom ben ik ervan overtuigd dat er nood is aan bruggenbouwers, mensen die theoretische bijdragen leveren maar die tegelijk ook in de praktijk staan.’ (p. 47) dat schrijft hij in ‘De neoliberale strafstaat’.

Hybride profiel

Door zijn hybride profiel is hij bij uitstek geschikt om die rol van bruggenbouwer te vervullen. De Brusselaar van Albanese origine Bleri Lleshi is politiek filosoof, mensenrechtenactivist en jongerenwerker. Een veeltalige Brusselse Albanees of een Albanese Brusselaar. Kies maar. Lleshi behoort tot die alsmaar groter wordend groep van mondige, transnationale burger die onze grote steden aan het bevolken zijn waar in snel tempo een hybridiseringsproces plaatsvindt dat tot een superdiverse samenleving leidt.

Deze in-between mensen of ‘tussenfiguren’ zijn doorgaans boeiende mensen: ze hangen ergens tussen, ze zijn niet af, maar steeds wordend, veranderend dus. Meestal zijn het lastigaards, want zij passen in geen enkel schema. Zij horen ergens bij en toch weer niet helemaal. Daarom beschouwen zuiveren in de leer hen als nestbevuilers. Tussenfiguren zijn uitgesproken vervelend, zeker in krampachtige tijden van onzekerheid waarin het begrip ‘identiteit’ een haast fundamentalistische invulling krijgt. Het is deze niet evidente combinatie die de figuur van Bleri Lleshi -en nu ook weer dit boek – zo bijzonder maakt.

Hybride constructie

Ook de constructie van ‘Liefde in tijden van angst’ is hybride. Het is een biografisch getint essay met nu en dan verwijzingen naar zijn Albanese achtergrond, waarin zijn reflecties over liefde geïllustreerd worden met korte praktijkcases als jeugdwerker en aangevuld met verwijzingen naar onderzoek en naar citaten uit literatuur. In een eenvoudige en heldere taal focust hij zowel op het microniveau via korte persoonlijke getuigenissen als op het macroniveau door verwijzingen naar kwantitatief materiaal.

Het boekje is zeer helder van opbouw en bestaat uit drie delen. In een eerste hoofdstuk ‘Angst’ focust de auteur op wat hij de angstsamenleving noemt en daarvoor bespreekt hij allerlei vormen van angst om niet mee te tellen, maar ook gevoelens van onveiligheid en onzekerheid die hij in deze samenleving aantreft. I

n het tweede deel ‘Liefde’ gaat Lleshi in op wat hij de wortels van het fenomeen ‘liefde’ noemt en waar hij ‘aanwezigheid, erkenning, verschil, luisteren, respect en bewustwording’ toe rekent. Bleri Lleshi omschrijft ‘liefde’ zeer algemeen als ‘dat wat ons laat groeien en ontplooien als mens’.

In het laatste en relatief omvangrijkste deel ‘Liefdessamenleving’ bespreekt hij een aantal eigenschappen die liefde kracht geven. Het is zijn overtuiging dat eigenschappen van liefde zoals engagement, vertrouwen, verantwoordelijkheid en solidariteit angst helpen overwinnen en liefde versterken.

Erich Fromm

Met ‘Liefde in tijden van angst’ snijdt Lleshi een zeer gevoelig thema aan. Hij merkt in zijn derde deel zelf op dat er behoorlijk wat cynisme bestaat over liefde. Ook vanuit een bepaalde linkerzijde. ‘Er zijn veel betere thema’s waar je je mee bezig kan houden’ en ‘Verdoe je tijd toch niet’ zijn voorbeelden van cynische reacties die hij kreeg naar aanleiding van het schrijven dat dit boek. Daar wil Lleshi tegen ingaan: ‘Een van de bedoelingen van dit essay is om dat cynisme te bestrijden.’ (p. 129)

Inderdaad, Lleshi begeeft zich met dit ambitieuze onderwerp op het glibberige terrein dat zich ergens situeert tussen politicologie en psychoanalyse. Het is dan ook niet toevallig dat hij in zijn boek verwijst naar het werk van de psychiaters Dirk De Wachter (‘Liefde’) en Paul Verhaeghen (‘Liefde in tijden van eenzaamheid’) en naar bell hooks, de schrijversnaam van de Amerikaanse feministe en sociaal activiste Gloria Jane Watkins.

De belangrijkste inspiratiebron voor Lleshi blijkt echter de Duitse- Amerikaanse psycholoog, sociaal psycholoog en filosoof Erich Fromm te zijn, die in het midden van vorige eeuw in zijn werk op zoek ging naar schadelijke tendensen die het mensen verhinderde om geestelijk gezond en gelukkig te zijn. De gezonde samenleving, psychopathologie van democratie en kapitalisme is daarvan nog altijd een inspirerend voorbeeld.

Ik ben blij dat Lleshi deze belangrijke figuur nog eens uit de kast heeft gehaald. Hij citeert op verscheidene plaatsen in zijn essay uit Liefhebben, een kunst, een kunde, een boek van Fromm dat meer dan vijftig jaar geleden verscheen. Zijn werk blijft ook vandaag nog zeer actueel. Ik citeer zelf uit zijn werk: ‘Om te kunnen liefhebben, moet de mens vooreerst zich bewust worden van zijn eigen hoge menselijke waardigheid.

De technisch-economische machinerie moet in zijn dienst worden gesteld, in plaats van omgekeerd. De mens moet de kans krijgen deel te hebben aan wezenlijk menselijke ervaringen, menselijk leven, aan eerlijke, productieve arbeid, in plaats van, zoals nu – in het beste geval – slechts deel te hebben aan winstbejag en hebzucht.’

Liefde in vele vormen

Een zoektocht naar de relatie tussen persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke omgeving. Dat is het wat Llesi in 2016 in het spoor van Fromm doet, maar zijn pleidooi voor liefde komt minder genuanceerd over. ‘Liefde’ blijft te zeer een koepelbegrip voor hem waaronder heel veel verwante, maar toch te onderscheiden begrippen schuil gaan.

De caritas van Moeder Teresa heeft zeker met een vorm van liefde te maken maar staat ver af van het solidariteitsbegrip dat van een breed maatschappelijk engagement getuigt. Niet alleen Fromm, maar ook de oude Grieken maakten al onderscheid tussen drie vormen van liefde: eros, agapè en philia. Eros staat voor de bezieling, – van waaruit waarschijnlijk ook engagement voortkomt -, agapè eerder voor broederlijkheid, voor de eigen bereidheid om te beminnen en philia slaat dan op de genegenheid van mensen voor elkaar.

De Nederlandse politicoloog Remko van Broekhoven schrijft in ‘Staat van Tederheid’, aansluitend bij Erich Fromm, dat liefde als philia kan worden gezien als in daden gegoten genegenheid en gehechtheid. Het gaat om een vorm van liefde die naar vriendschap neigt omdat er reciprociteit of wederkerigheid in het spel is.

Philia is egalitair, het veronderstelt een directe gelijkwaardige band tussen individuen. Het is zeer verschillend van altruïsme en zelfs van solidariteit of naastenliefde, waarin de gever niet altijd een horizontale relatie heeft met de ontvanger en waarin best sprake kan zijn van een asymmetrische machtsverhouding. 

‘Verbondenheid’ en Hart boven Hard

In een pleidooi voor liefde zouden dergelijke nuanceringen zeker op hun plaats zijn en verder moeten worden uitgediept, maar ze krijgen in het relatief korte essay dat ‘Liefde in tijden van angst’ is te weinig ruimte waardoor het geheel soms wel op een pamflettair niveau blijft hangen.

‘Verbondenheid’ als centraal begrip in plaats van liefde, zoals dat ook wordt vooropgesteld door Wouter Hillaert van Hart boven Hard – zie Sampol van februari 2016 -klinkt mij beter en minder ambitieus in de oren. ‘Verbondenheid’ richt zich minder naar een economisch maatschappijmodel, dan wel naar een model waarin zachte waarden belangrijk worden en het mens-zijn weer centraal staat. 

Wouter Hillaert: ‘Een slogan van ons luidt: “Waar winst het wint van waarde, is verlies het resultaat”. We nemen daarmee afstand van de kijk op de mens die centrumlinks de laatste jaren sterk is gaan verdedigen. Voor de emotionele kant van het mens-zijn heeft Links te weinig feeling. Vroeger had de arbeidersbeweging dat cultuur-emancipatorisch ideaal wel. Met de Derde Weg ging dat verloren.’ Ik vermoed dat het denken van Lleshi zeer nauw aansluit bij die ‘verbondenheid’ van Hart boven Hard.

Hillaert en Lleshi verwijzen trouwens wel vaker met instemming naar elkaar. In het laatste deel van zijn essay schrijft Lleshi trouwens zeer interessante zaken over spiritualiteit en verbondenheid. ‘Voor mij is spiritualiteit een manier van leven. Een levenswijze waarin we geloven dat we met elkaar verbonden zijn en met hogere krachten waarop we geen vat hebben.’ (p. 149)

De activist en de filosoof

Ik had verwacht dat in dit boek meer de twijfel van de zoeker zou doorwegen, maar de activist heeft het toch van de filosoof in hem gewonnen. Ik vermoed dat Lleshi zich daarvan bewust is, want helemaal op het laatst benadrukt hij nog gauw dat zijn essay geen doe-het-zelfboek met concrete stappen is van hoe we een ‘liefdessamenleving’ in elkaar kunnen steken.

‘Liefde en samenleven zijn complexere zaken dan een IKEA-kast. Uiteindelijk is liefde een persoonlijke ervaring, een zoektocht die elk van ons op haar/zijn manier en voor zichzelf kan (onder)vinden. En zoals de Ierse filosofe Iris Murdoch terecht opmerkt: We can only learn to love by loving.’ (p. 163). Inderdaad, via goede literatuur kom je vaak meer te weten over dat gecompliceerd wezen dat de mens is.

Meer vragen stellen dan antwoorden geven, zoals de Gentse filosofe Alicja Gescinska dat deed in haar tweegesprek met Bleri Lleshi De Standaard van 20 februari. Dat had ik ook een beetje van dit boek verwacht. Maar ja: Gescinska schreef dan ook een roman over liefde – Een soort van liefde – en Lleshi is de auteur van een bevlogen essay over liefde en angst dat in de eerste plaats een duidelijke boodschap wil overbrengen naar een ruim publiek. Dat op zich heeft in deze sombere tijden van neoliberalisme natuurlijk ook zijn verdienste.

Bleri Lleshi, Liefde in tijden van angst, EPO, Berchem, 2016, 171 blz. ISBN 9789462670624, prijs: 15 euro

take down
the paywall
steun ons nu!