US Social Forum 2010

 

Nieuws, Wereld, Samenleving, Sociaal Forum van de Verenigde Staten -

‘In the belly of the beast’

Een live verslag van op het Sociaal Forum van de Verenigde Staten. Het succes van dit forum is iets waar wij, Belgen en Europeanen, met onze mislukte en half mislukte sociale fora, enkel met de grootste bewondering kunnen naar opkijken.

maandag 28 juni 2010 15:28
Spread the love

Detroit, 25 juni 2010: op deze derde dag van het sociaal forum worden de mensen moe. In de grote hall van het Cobo Center, een reusachtig groot congressencomplex aan Detroit River, downtown Detroit, liggen meer mensen dan gisteren en eergisteren te slapen. De tafels liggen bezaaid met duizenden flyers. De gekste en vreemdste figuren lopen rond met spandoeken. In het programmaboek wordt gezocht naar welke volgende workshop men zou kunnen gaan. Kortom, de typische scènes van elk sociaal forum.

En toch. Dit is lang geen gewoon sociaal forum. Wat hier gebeurt, is wellicht de meest geslaagde formule van het hele forumproces sinds zijn ontstaan in Porto Alegre tien jaar geleden. Waarom?

Een spookstad

Ten eerste wegens de plek. In Detroit wordt niet gesproken over ‘de crisis’. Hier leeft men al twintig jaar met de crisis. Men zoekt – wanhopig – naar oplossingen, maar niet daar waar wij, Europeanen, zouden zoeken.

Detroit, twintig jaar geleden een stad van 2 miljoen inwoners, heeft er nu nog 800.000, voor 85 procent zwarten. De stad is omringd door zware en vervuilende industrie. Een paar fabrieken zijn dicht, maar de meeste draaien nog, soms op halve kracht: elektriciteitscentrales, raffinaderijen (voor het teerzand uit Canada), autofabrieken, staalbedrijven, afvalverwerking … de mensen die er werken komen vaak uit andere regio’s, niet enkel wegens de hoge scholingsgraad die nodig is, maar ook wegens de sterke vervuiling (o.m. lood en arseen) die veel kanker veroorzaakt. Mensen die hier één of twee jaar komen werken en dan weer vertrekken zullen nooit in de statistieken van beroepsziekten terechtkomen. De buurtbewoners, en dat is eigenlijk heel Detroit, vragen al jaren om onderzoek naar de gezondheidsaspecten van de industrie, maar voorlopig wordt daar geen gevolg aan gegeven. Net zoals in de jaren ’50 in Europa, wordt de giftige rook pas ’s nachts uitgestoten en wordt het chemisch vervuilde water pas ’s nachts geloosd. Vissen zijn er niet te vinden in de rivieren.

In Detroit zie je geen ‘foreclosures’, in beslag genomen huizen. Wel honderden, duizenden verlaten, dichtgetimmerde en vervallen woningen. De mensen zijn weg. Op de duur worden die huizen afgebroken, net zoals verlaten bedrijfs- en kantoorgebouwen. Gevolg: de vuile troep wordt niet weggehaald, de grond is vervuild met zware metalen of met asbest, de stad wordt een soort gruyèrekaas met ‘terrains vagues’, open plekken langs desolate straten. Veel ruimte wordt ingenomen door geparkeerde auto’s, stilaan begint er een stadslandbouw op gang te komen. Mensen gaan hun eigen groenten en fruit kweken, supermarkten zijn er sowieso niet in de stad. Overigens zijn er bijzonder weinig winkels. Ik heb hopeloos gezocht naar een telefoonshop en naar een apotheek.

Detroit is ook de stad van General Motors. De zeven glazen torengebouwen staan aan de riverfront luxueus te blinken. Ik dacht aan Rudi Kennis toen ik uit nieuwsgierigheid de ruimte binnenwandelde en vaststelde dat er beneden een grote publieke cafetaria was. In de eigenlijke kantoren kom je uiteraard niet binnen. De werknemers en de grote bazen wonen niet in Detroit, zij rijden van hun parkeerplaats rechtstreeks de snelweg op naar de puike voorsteden van Detroit.

De straatnamen in de buurt deden me denken aan de autogeschiedenis van de afgelopen decennia: Cadillac, Chrysler, Buick, Chevrolet … Cadillac is trouwens de naam van de Fransman die de stad aan de ‘rivierengte’ (‘le détroit’) heeft gesticht.

Dat is wat Detroit is geworden. Bijna een spookstad, met ontzettend veel armoede, met ontzaglijk veel politie, 50 procent werkloosheid, een bevolking die elk vertrouwen in staat, partijen en politici is verloren. Hun sociale bewegingen zijn het enige wat rest. Aan wetgeving of aan belastingen denken ze niet meer. De armoede en de vervuiling die hier zijn te zien, zijn erger dan die van de derde wereld, niet in intensiteit, maar wegens de hopeloosheid. Hier is de postindustriële neoliberale tijd begonnen. Privé-eigendom en kapitaalbezit zijn allesbepalend. Openbare diensten zijn er niet. Ondanks de aanwezigheid van een van de grootste zoetwaterreserves ter wereld – het Grote Merengebied –  zijn duizenden mensen afgesneden van de waterleiding. De elektriciteitsmaatschappij sluit de stroom af van zodra de afstand tussen twee huizen te groot wordt. Praten met mensen, luisteren naar hun verhalen, in dit superrijke land dat oorlog voert en de rest van de wereld de les wil spellen, het vervult je met plaatsvervangende schaamte en doet je huilen, hard huilen.

Bruggenbouwers

Dat het sociaal forum proces hier zo anders is, heeft echter niet enkel te maken met de specifieke situatie van Detroit. Het is ook een gevolg van een bewust besluit van de ‘funders’, de stichters en financiers van het eerste forum in Atlanta, twee jaar geleden.

Het sociaal forum, zo werd in Porto Alegre tien jaar geleden besloten, is een ‘open ruimte’ voor debat en netwerkvorming. Mooi, zeiden ze in de Verenigde Staten, maar een ‘open space’ is geen ‘level playing field’. Een ruimte openen betekent meteen dat je ze voor sommigen afsluit en dat diegenen die er in zitten niet noodzakelijk de meest representatieve bewegingen zijn. Er werd daarom besloten om met een proces van kennismaking en toenadering te beginnen, om uit te zoeken wie er zeker niet mocht ontbreken in het proces, om zo ‘insluitend’ mogelijk te zijn. Dat is een proces dat enkele jaren in beslag heeft genomen maar heeft geleid tot een resultaat waar wij, Belgen en Europeanen, met onze mislukte en half mislukte sociale fora, enkel met de grootste bewondering kunnen naar opkijken.

Het succes van dit forum is daarom een gevolg van een gelukkige combinatie van een doelbewust beleid en van de samenstelling van de bevolking van deze stad en van dit land.

Verscheidenheid, de grootste verwezenlijking van het proces van het wereld sociaal forum, is hier een vanzelfsprekend iets. Vrouwen, zwarten, latino’s en inheemsen hebben volwaardige plaatsen. In de openingsmars liepen de inheemsen vooraan. Het hele forum is tweetalig – Engels en Spaans – andere talen zijn op aanvraag verkrijgbaar. Er zijn ontzettend veel jonge mensen, alles op basis van vrijwilligheid en gulle schenkingen. Dit is het eerste echte grassroots forum waar ik kan aan deelnemen. Dit forum is het gevolg van een proces dat aan de basis is gegroeid en heeft geleid tot een schitterende organisatie.

Wat zo verschillend is op de workshops en de vergaderingen hier, is dat men duidelijk anders omgaat met machtsverhoudingen. In België en Europa zit iedereen angstvallig de ander te bespieden, elk woord te interpreteren om te zien wat er eigenlijk kon zijn gezegd en niet is verwoord, tellen woorden niet in functie van hun intrinsieke waarde, maar van de macht van diegene die ze uitspreekt. Hier wordt met respect geluisterd naar iedereen en worden soms al te absurde ideeën vriendelijk in overweging genomen om na een collectieve bespreking en besluit democratisch te worden afgevoerd. Niemand wordt gekwetst, niemand wordt vernederd. Hier kunnen wij Belgen en Europeanen, een lesje komen leren.

Armoede en mensenrechten

Nog een verschil met Europa. De eerste dag, voor het eigenlijke begin van het forum, was hier een ‘Poor people’s summit’: een bijeenkomst van verenigingen van armen. Alweer een vergadering om te huilen en met bewondering op te kijken naar de sterke mannen en vrouwen die hun rechten komen opeisen, geen flauwe kul over ‘multidimensionale’ armoede, wel een vraag naar rechtvaardigheid, naar een inkomen, naar werk en een waardig loon. Deze mensen hoeven niet ‘sociaal begeleid’ te worden, maar vragen een bondgenootschap met vakbonden en academici om hen te helpen met hun eis voor sociale verandering. Een schreeuw tegen ‘the illusion of inclusion’, een schreeuw voor economische en sociale rechten. ‘It’s about class, stupid’ en daar moeten we zelf iets aan doen. Want wat in dit land gebeurt, is een armoede die mensen laat dood gaan, bij gebrek aan ziekteverzekering. Mensen verliezen hun job en hun huis, mensen verliezen hun menselijkheid.

Another World is possible, another United States is necessary, another Detroit is happening …

Het gebeurt niet zo vaak dat je de indruk hebt dat slogans ook echt iets betekenen. Hier wel. Sociale fora zijn altijd een microkosmos, je leeft enkele dagen in een wereld van gelijkgezinden, je luistert naar en praat met mensen waar je het al dan niet mee eens bent, je denkt na over wat mogelijk kan zijn of worden.

Een publiek van vijftienduizend mensen is erg weinig in vergelijking met de totale bevolking van de VS. Het belang van dit forum moet dus zeker niet worden overschat. Maar het belang van dit proces, van dit groeiend zelfvertrouwen van mensen die zelf hun wereld in handen nemen, van het groeiend vertrouwen tussen bewegingen en van de beter wordende samenwerking, kan ook niet worden onderschat. Het sociaal forum van Detroit is een broeinest van nieuwe initiatieven.

Vandaar dat dit forum zo belangrijk is en een les kan zijn voor de organisatoren en deelnemers aan de fora in Europa en wereldwijd. De enige fora die een beetje op dit hier gelijken zijn die van de Amerika’s, waarvan in augustus in Paraguay een derde editie volgt. Maar in Brussel, Istanbul en Porto Alegre kan er erg veel worden verbeterd.

En nee, ook hier zijn niet alle problemen opgelost. Er zijn nog heel wat contradicties en spanningen, maar de indruk bij iedereen is wel dat hier op zijn minst wordt geprobeerd om er iets positiefs van te maken. Dat schept een geweldig enthousiasme, dat motiveert je weer voor een jaar verder werken.

Een sociaal forum is een leerproces, een oefening in luisteren en praten en democratisch beslissen. Het is geen gebeurtenis maar een proces dat jaren en jaren in beslag kan nemen. In Europa zijn er sommigen die niet deelnemen omdat de fora ‘van klein links’ zijn. Anderen werken niet mee omdat ze ‘niet links genoeg’ zijn. Op die manier wordt elk proces in de kiem gedood. Verscheidenheid respecteren, je identiteit bewaren, luisteren naar anderen en zien waar men kan samenwerken, nadenken over concrete alternatieven, waarom toch is dit in Europa zo moeilijk?

Op 1 juli begint in Istanbul het Europees sociaal forum. Wat zal het worden? Een klaagzang tegen de Europese Unie, tegen het neoliberalisme, tegen de vakbonden, tegen de sociaal-democratie? Of een zoektocht naar wat concreet kan veranderen, naar wat we zelf kunnen ondernemen? Een proces om de basis te versterken of om de basis te demotiveren en machteloos te maken?

We hebben het zelf in handen. Wij doen het en wij beslissen wat het wordt. En wat wij doen heeft een invloed op anderen.

Vanuit de rotte ‘belly of the beast’, dit forum doet iets met mensen. Dit is, zoals het moet, een veranderingsproces.

take down
the paywall
steun ons nu!