Het gedroomde land
Nieuws, Recensie, Argentinië, Boekrecensie -

‘Het gedroomde land’ of het enigma dat Argentinië heet

Twee Nederlandse journalisten trekken bijna een jaar lang door het onmetelijke Argentinië en schrijven hun ervaringen neer in een omvangrijk boek. De analyse die ze in ‘Het gedroomde land. Reis naar het hart van Argentinië’ maken is pertinent, maar het resultaat is toch geen onverdeeld succes.

donderdag 11 april 2013 16:17
Spread the love

Vera Keur en Theo van Stegeren zijn twee publicisten met een mooie staat van dienst in media en journalistiek. Ze vatten het plan op om Argentinië van naderbij te onderzoeken en reizen af richting Buenos Aires. Wat hen precies motiveert of welke bijzondere band ze met hun onderwerp hebben, is niet helemaal duidelijk, maar goed.

Tijdens verschillende reizen doorkruisen ze het land in alle mogelijke richtingen. Ze praten met mensen van allerlei slag en blijven ook telkens lang genoeg ter plaatse om voorbij de evidenties te kijken, waardoor ze ontsnappen aan het ‘parachutesyndroom’ van de moderne reporters (snel binnen, snel buiten). Hun bevindingen schrijven ze in reportageachtige stukken neer in de veeleer ongewone wij-vorm.

Het resulteert in een meanderende schrijfstijl, waarmee ze in omtrekkende bewegingen hun onderwerp besluipen en trachten schaakmat te zetten. Telkens graven ze zich in een specifieke materie in en trachten dichter bij de kern te komen, waarbij ze voor de leek ook de nodige historische achtergrond meegeven. En in het geval van een paradoxaal land als Argentinië, waar onder het rumoerige oppervlak heel wat schuilgaat, is er natuurlijk stof genoeg om over te vertellen.

Uit het dal

In het magnetische en oogverblindende Buenos Aires botsen ze al snel op structurele chaos en chronisch twistende inwoners. Via de Ruta Nacional 40, die grofweg langs de Andes loopt, maken ze kennis met de wijnbouw en stellen ze vast dat de gletsjers zijn gaan smelten door mijnexploitatie en ertsenwinning. Via de polosport, een erfenis van de Britten, onderzoeken ze de conservatieve, zeg maar gerust reactionaire tendens van veel gegoede Argentijnen.

Ze onderzoeken het diepgewortelde Argentijnse antisemitisme en de onprettige banden van Juan Perón met een waslijst voortvluchtige nazi’s, fascisten en oorlogsmisdadigers (onder wie ook Belgen). Op psychologiserende wijze beschrijven ze de opkomst en ondergang van Juan en Evita Perón, en de blijvende fascinatie van de Argentijnse bevolking voor het koningspaar. Ze laten zien hoe het strategische huwelijk van leger en Rooms-Katholieke Kerk (die droomde van het samenvallen van kerk en staat) kon uitmonden in de gruweldaden en folterpraktijken van de militaire dictatuur.

Ze verwonderen zich over de devotie voor de volkse heilige Difunta Correa. In de noordwestelijke provincie Tucumán ontmoeten ze een man die zijn levenswerk heeft gemaakt van het trachten te ontmaskeren van Carlos Pedro Blaquier, een van de grootste industriëlen van het land. Die bakte ten tijde van de dictatuur zoete broodjes met de militairen, maar lijkt in het ‘democratische’ tijdperk door zijn lange armen aldoor aan vervolging te ontsnappen.

In de noordoostelijke provincie Misiones (genoemd naar het missiewerk van de Jezuïeten) constateren ze dat de Guaraní-indianen hun voorvaderlijke gronden verliezen door boskap en landconfiscatie. Ze vertellen het verhaal van Argentiniës financiële perikelen op het einde van de twintigste eeuw en hoe Nestor Kirchner het land uit het dal haalde. Dat deed hij door de schuld te herschikken, en ook via een ‘peronistisch’ beleid gericht op binnenlandse productie in plaats van export.

Kroonprinses

Ze analyseren het fenomeen van Kirchners mediagenieke vrouw Cristina die zijn beleid voortzet, maar blijft worstelen met de torenhoge inflatie, waarvan ze de cijfers dan maar controleert (lees: manipuleert). Ze hebben een ontmoeting met María Kodama, de weduwe van Argentiniës beroemdste schrijver Jorge Luis Borges. Na diens dood werd ze door het culturele establishment jarenlang met de nek aangekeken.

Hun conclusie is hard. Argentinië, ooit een van de welvarendste landen ter wereld, is een chronische underachiever. Het is een verzameling belangengroepen die elkaar voortdurend in de haren zitten, zonder nationale identiteit of gedeeld project. De instellingen zijn zwak, iedereen graait en niemand vertrouwt de politici. Maar tegelijk blijft dit land in zijn toekomst geloven en is samen met de generatie-Kirchner vernieuwde hoop gerezen dat het ooit nog goed komt.

In een postscriptum onderzoeken ze de antecedenten van Jorge Zorreguieta, de vader van de Nederlandse kroonprinses Máxima. Overtuigend tonen ze aan dat die als minister in de regering-Videla een niet te onderschatten rol speelde in de Vuile Oorlog, hoewel zo goed als voltallig Nederland besloten heeft om de andere kant op te kijken.

Nederland gidsland

Levert dat nu een goed boek op? Ja en neen. De auteurs dragen het hart op de juiste plaats. Ze stellen pertinente vragen en maken duidelijk waar ze voor staan. Minder fraai is dat ze voortdurend de nood voelen om hun morele verontwaardiging over bepaalde fenomenen kenbaar te maken en vervolgens met het vingertje gaan zwaaien. Nederland gidsland, of Holland als het morele kompas in een verwarrende wereld? Het is een aanfluiting van de intelligentie van de lezer, die zelf wel zijn eigen conclusies trekt.

En dan een methodologische opmerking. Het is niet helemaal duidelijk in hoeverre de auteurs het Spaans machtig zijn. Over Van Stegeren wordt letterlijk gesteld dat hij het niet spreekt. En het handvol Spaanse zinnetjes of frasen die in het boek voorkomen, is niet vrij van foutjes. De vraag rijst hoe je op een deugdelijke manier kunt schrijven over een land waarvan je de taal niet of gebrekkig beheerst – een land waar zelfs in de grote steden de kennis van het Engels of andere talen op zijn best bescheiden is?

Misschien wel de grootste afknapper omtrent Het gedroomde land is het taalgebruik. Het literaire gehalte is zo goed als nihil. Toegegeven, de auteurs hebben niet de ambitie om literatuur te maken. Maar ze brengen wel een klepper van haast vierhonderd bladzijden uit bij het prestigieuze De Bezige Bij, en dan mag je toch wat meer verwachten. Het ontbreken van een persoonlijke invalshoek, voorbij makkelijk gemoraliseer, breekt het boek op de lange duur zuur op.

Het predicaat ‘reisliteratuur’, in de beste traditie van Cees Nooteboom, Lieve Joris en Jan Brokken, is hier helemaal niet op zijn plaats; veeleer is er sprake van een ‘reisreportage’. Als inleiding op een complexe en fascinerende natie kan Het gedroomde land van nut zijn. Maar gezien zijn opzet laat het zich aanzien dat het werk binnen de kortste keren door de actualiteit zal worden ingehaald.

‘Het gedroomde land’ is verkrijgbaar in onze shop.

take down
the paywall
steun ons nu!