A Month by the Sea
Nieuws, Politiek, Cultuur, Recensie, Israël, Gaza, Apartheid, Zionisme, Westelijke Jordaanoever, Operatie Gegoten Lood, Boekrecensie, Bezette Gebieden, Gaza 2012, A month by the sea, Dervia murphy -

‘A Month by the Sea’ in Gaza, geen gewoon reisverhaaltje

De Gazastrook, embryo van een Palestijnse staat in wording volgens de enen, broedplaats van terrorisme en fundamentalisme volgens de anderen, speelbal van de strategische agenda’s van zowat iedereen. Een mens zou haast vergeten dat er ook nog mensen wonen, met andere dan (geo)politieke beslommeringen. Auteur Dervla Murphy was getuige van de existentiële pijn van de plaatselijke bevolking.

dinsdag 27 augustus 2013 10:00
Spread the love

De Ierse Dervla Murphy mag dan weinig bekend zijn in het Nederlandse taalgebied, ze is een van de groten van de reisliteratuur. Ze maakte naam met Full Tilt, het relaas van haar fietsreis over land van Ierland naar India. Te voet, met de fiets, of per muilezel reisde ze de wereld af, alleen of in het gezelschap van haar dochter. Daarbij deed ze zowel klassieke (Cuba, Kenia) als minder voor de hand liggende (Laos, Rwanda, Siberië) bestemmingen aan en toonde ze zich een invoelend maar kritisch observator. Ze is intussen de tachtig voorbij, maar geeft voorlopig niet af.

A Month by the Sea is het verslag van Murphy’s verblijf in Gaza, het onooglijke stukje land aan de oostelijke oever van de Middellandse Zee. Ze bevond zich in het Balata-vluchtelingenkamp op de Westelijke Jordaanoever toen in december 2008 de Israëlische militaire operatie ‘Gegoten Lood’ tegen de Gazastrook van start ging.

Met eigen ogen wilde ze de massale vernietigingen door het Israëlische leger zien, maar het duurde anderhalf jaar voor ze een inreisvisum kreeg. In de zomer van 2011 kwam ze vanuit Egypte de Gazastrook binnen en verbleef ze een maand bij lokale families.

Patriarchen

De titel is in ironie gedrenkt. Hij roept beelden op van een aangename strandvakantie met emmertjes, schopjes en schepijs. De ondertitel luidt Encounters in Gaza (ontmoetingen in Gaza). Die dekt beter de lading, want Murphy’s boek is de neerslag van een reeks gesprekken met uiteenlopende figuren, mannen en vrouwen, liberals en fundamentalisten, Hamasaanhangers en Fatahvoorstanders, rijk en arm. Via de uitgebreide reeks portretten die ze neerzet, verleent ze een stem aan een volk dat in de meeste persberichten een abstracte grijze massa blijft.

Nuancering, nuancering, nuancering, dat is zowat Murphy’s motto. In tegenstelling tot wat de hasbara (de staatspropaganda die wereldwijd het merk ‘Israël’ aan de man brengt) wil doen geloven, ontdekt ze al snel dat de bevolking van Gaza in de eerste plaats op vrede uit is.

Murphy laat zich niet bijzonder met geopolitiek of het grote ideologische gebaar in, veeleer wil ze de concrete gevolgen van Israëls Gazapolitiek laten zien. Die beoogt met allerhande importbeperkingen en administratieve pesterijen de plaatselijke bevolking van de bewoonde wereld af te sluiten, allemaal in naam van het ‘bestrijden van terrorisme’.

Dat het hier om een vorm van collectieve bestraffing gaat, waarbij de hele bevolking opdraait voor het gedrag van een minderheid, is zonneklaar. Het resultaat is een samenleving die door het toenemende materiële en geestelijke isolement op springen staat.

Jonge mannen zonder enig perspectief zien alleen in het martelaarschap nog een uitweg, patriarchen bestieren hun gezin als despoten en het menselijke potentieel blijft onbenut. Tegelijk spreekt Murphy haar bewondering voor de samoud uit, de mengeling van moed, koppigheid en trots waarmee de Palestijnen er ondanks alles toch mee doorgaan.

Zelfchantage

Onderweg breekt ze een lans voor het binationalisme, dat wil zeggen één staat voor Joden en Palestijnen. De tweestatenoplossing, het belangrijkste denkspoor in het zogenaamde ‘vredesproces’ en de oplossing die sinds de Oslo-akkoorden door opeenvolgende Amerikaanse presidenten naar voren geschoven wordt, is dode letter gebleken.

Eén al dan niet federale staat met gelijke rechten voor de twee bevolkingen is een boude maar levensvatbare oplossing die door verlichte geesten aan beide zijden wordt verdedigd, zij het vooralsnog niet door een meerderheid.

Vast staat dat de huidige Israëlische politiek tot mislukken gedoemd is. De economische blokkade van de Gazastrook leidt tot een versterking van de radicaalste (lees: salafistische) elementen binnen de Palestijnse samenleving en zet juist aan tot het terrorisme dat ze geacht wordt tegen te gaan.

Murphy heeft geen goed woord over voor de Westerse hypocrisie ter zake. Voortdurend schermt ‘de internationale gemeenschap’ (codewoord voor ‘de VS en zijn bondgenoten’) met begrippen als ‘democratische legitimiteit’, maar tegelijk weigert ze Hamas te erkennen, nochtans de democratisch verkozen vertegenwoordiging van de Palestijnen in Gaza.

Een en ander is volgens haar mede te wijten aan Westerse ‘zelfchantage’, een verre uitloper van de Tweede Wereldoorlog. Uit schuldgevoel voor hun aandeel in (of nalatigheid bij) de Jodenvervolging geven de Westerse landen steevast carte blanche aan de staat Israël, als belichaming van het Joodse verlangen naar een eigen territorium.

Als diezelfde staat vervolgens de mensenrechten van zijn Palestijnse bevolking met de voeten treedt, dan knijpen ze een oogje dicht. Hoe dit alles te verzoenen valt met Israëls zelfbeeld als ‘de enige (echte) democratie in het Midden-Oosten’ is onduidelijk.

Koeienstal

Maar er zijn ook tendensen in de Palestijnse samenleving die Murphy met lede ogen aanziet, zoals de perfide cocktail van religieus fanatisme en nationalisme. Ze heeft het moeilijk met de ondergeschikte positie van de meeste vrouwen en gaat ook keer op keer in discussie met haar vrouwelijke gesprekspartners die zich zonder morren achter hidjab of jilbab verschuilen, een relatief nieuwe maar steeds dwingender trend in de regio.

Dat haar boek niet veel structuur heeft, wordt gecompenseerd door haar scherpe doorzicht en haar vermogen om in een paar woorden een situatie of personage neer te zetten – het waarmerk van de echte reisschrijver. Zo beschrijft ze een handvol mannen in een strandcafé: ‘Vijf mannen zaten te staren naar een patrouillerend militair schip, terwijl ze er werkloos bijzaten, een aanblik die moeilijk te beschrijven is maar zo herkenbaar’ (p. 32). Van de vertrekhal aan de grensovergang in Rafah zegt ze dat die ‘er eerder uitziet als een veestal van een collectieve boerderij in de Sovjet-Unie’ (p. 224). Je ziet het meteen voor je.

Achteraan vindt de lezer een register, verklarende woordenlijst, tijdlijn van het Midden-Oostenconflict en bibliografie. Het boek kan op die manier ook dienen als snelcursus in de materie.

Dit boek is hier te koop in onze shop.

take down
the paywall
steun ons nu!