Han Soete
Nieuws, Europa, Economie, Griekenland, Portugal, Spanje, Pensioen, Eurocrisis, Besparingsplannen, Lonen, Protestbeweging, Analyse -

Eurocrisis

"Besparen, besparen, want de overheden leven op te grote voet." Nu de eurocrisis Spanje bereikt, is die uitleg niet langer vol te houden. Spanje had tot vlak voor de crisis uitbrak een zeer zuinige overheid. En terwijl de koning op olifanten jaagt, kreunt zijn volk. We verzamelden enkele cijfers. Lees en huiver.

maandag 13 augustus 2012 13:10
Spread the love

“Het spijt me heel hard. Het was een vergissing en het zal niet meer gebeuren.” De Spaanse koning boog in april diep het hoofd toen hij onder vuur lag voor zijn luxueuze olifantenjachtpartij in Botswana. Om een olifant te mogen neerschieten tijdens een weekje safari in dat land in zuidelijk Afrika betaal je algauw 25.000 dollar. De twee waterbuffels die hij eveneens tijdens die safari neerknalde, kosten 3.750 dollar per exemplaar.

Maar WWF-erevoorzitter en wapenfreak Juan Carlos (die eerder ook al per ongeluk zijn eigen broer doodschoot) heeft er dus spijt van. Op luxueuze safari gaan terwijl je eigen bevolking kreunt onder de gevolgen van de economische crisis, doe je niet.

De crisis in Spanje wordt trouwens een ideologische kluif voor de economen en politici die blijven beweren dat de Europese problemen te wijten zijn aan te gulzige overheden. De Spaanse overheid was voor het uitbreken van de crisis in 2008 een toonbeeld van soberheid. In 2007 had Spanje een begrotingsoverschot (u leest het goed: overschot!) van 1,9 procent.

De schuldgraad bedroeg toen 36,1 procent. Ter vergelijking: Duitsland zat toen met een overschot van 0,3 procent en een schuld van 64,9 procent. Het Verenigd Koninkrijk had in 2007 (na 25 jaar neoliberalisme) een tekort van 2,7 procent en torste toen een overheidsschuld van 44,5 procent van het BBP. Twee jaar later bedroeg het tekort 11,1 procent en was de schuld aangedikt tot 53,3 procent. De werkloosheid was meer dan verdubbeld.

Wat was er gebeurd?

Een reusachtige stroom leningen van – vooral – Duitse banken aan Spaanse gezinnen had een enorme luchtbel in de huizenmarkt gecreëerd. Volgens de Bank for International Settlements pompten Duitse banken 155 miljard euro in die luchtbel.

Tussen 1985 en 2007 verdrievoudigden de huizenprijzen. In 2008 spatte die luchtbel – in het zog van de financiële crisis – uit elkaar. De bouwsector viel stil, de werkloosheid schoot omhoog. Bijna 24 procent van de Spanjaarden zit zonder werk. Naar schatting 3,5 miljoen woningen staan leeg te verkommeren terwijl 30.000 Spanjaarden op straat moeten leven.

‘Extreem hard’

De crisis heeft naast die schrijnende toestand op de woningmarkt nog andere desastreuze sociale gevolgen. Uit een rapport van Caritas blijkt dat 11 miljoen Spanjaarden onder de armoedegrens leven (22 procent van de bevolking). Alleen in Roemenië en Letland zijn er procentueel meer armen. De autonome regio Extremadura in het zuidwesten van Spanje doet haar naam (extreem hard) alle eer aan en is de armste streek van Spanje: 38,2 procent van de inwoners leeft er in armoede.

Het reëel besteedbare inkomen per Spanjaard daalde tussen 2007 en 2010 met 9 procent. In 9,1 procent van de huishoudens zijn alle volwassenen werkloos. 580.000 Spanjaarden leven in een gezin waar er geen enkele euro binnenkomt, noch via een loon, noch via een vervangingsinkomen.

De Spaanse krant Cinco Dias berekende dat 2,2 miljoen werklozen geen enkele uitkering of steun genieten. Dat komt doordat de uitkeringen beperkt zijn in de tijd. Als je zes jaar onafgebroken gewerkt hebt voor je werkloos werd, heb je recht op het maximum van twee jaar uitkering. Als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen, hebben sommige werklozen na die periode nog gedurende maximum zes maanden recht op een kleine subsidie van 426 euro. Aan de hoge lonen ligt de crisis niet. Veel lonen zijn zo laag dat 940.000 Spanjaarden een baan hebben, maar toch niet boven de armoedegrens klauteren.

Economische zelfmoord

Het recept dat Spanje krijgt voorgeschreven, leidt onvermijdelijk tot economische zelfmoord, schreef de Amerikaanse Nobelprijswinnaar voor economie Paul Krugman al in het voorjaar van 2012. “Het medicijn dat Berlijn en Frankfurt voorschrijven is – goed geraden – meer besparingen. Dat is, ronduit gezegd, krankzinnig. Europa heeft al enkele jaren ervaring met strenge besparingsprogramma’s, en de resultaten zijn precies wat geschiedenisstudenten u vertelden wat zou gebeuren: zulke programma’s duwen depressieve economieën nog dieper in een depressie”, aldus Krugman.

Om het begrotingstekort in 2012 met 3,2 procent (van 8,5 tot 5,3 procent) terug te dringen zoals Europa eist, moet Spanje één van de grootste besparingsoperaties in een geïndustrialiseerd land ooit doorvoeren.

Begin juli maakte de Spaanse regering de besparingen bekend. Tegen 2014 wil de regering-Rajoy 65 miljard euro wegsnoeien. De BTW gaat met drie procent omhoog. Dat betekent dus dat de koopkracht in één klap met drie procent daalt. De hypotheekaftrek wordt geschrapt wat het voor veel mensen nog meer onmogelijk zal maken om een huis te kopen of hun huidige huis te behouden.

De ambtenaren verliezen hun eindejaarspremie. De meer dan 5 miljoen werklozen zien hun uitkering dalen. Meer dan 50 procent van de jongeren is werkloos. Volgens premier Mariano Rajoy is de daling van de uitkeringen nodig om “de werklozen aan te sporen een job te zoeken”.

Dat laatste is een verbijsterende uitspraak, want steeds vaker trekken Spaanse jongeren naar Marokko om daar te werken voor 350 euro per maand onder het motto ‘beter dat, dan niets’.

In april werden zelfs voor het eerst vier Spaanse jongeren opgepakt door de Algerijnse kustwacht. Zij probeerden met een bootje illegaal het land binnen te komen in de hoop aan de slag te kunnen in één van de Spaanse bedrijven die de voorbije jaren naar Algerije trokken.

De Europese leiders kiezen voor economische zelfmoord omdat ze de constructiefout in de Europese Unie en de eurozone niet willen zien. De Duitse economie die sinds 2005 keihard inzette op loonmatiging (één op de zes werknemers in Duitsland verdient slechts 4 tot 6 euro per uur), kan volgens de Amerikaanse econoom Nourial Roubini een euro aan die 1,3 dollar waard is. Om competitief te zijn, hebben de veel zwakkere economieën van het zuiden een euro nodig die één dollar waard is.

Het Duitse loonbeleid (en de strakke besparingsdwang) wurgt de Europese economie. Het Duitse economische beleid en vooral dan de dalende lonen van het jongste decennium hebben de Europese crisis veroorzaakt. Dat was een van de markante vaststellingen uit het recentste jaarrapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de globale werkgelegenheidstrends. Dat de veel te gulzige overheden het probleem zijn, is in het geval van Spanje onmogelijk vol te houden. Dat werd hierboven aangetoond. Toch gaat de Europese Unie verder op dat glibberige ideologische pad.
 

Bewoners Spanje, Portugal en Griekenland ondergaan besparingswoede niet lijdzaam

In Spanje, Portugal en Griekenland krijgt de bevolking het ene strenge besparingsplan na het andere over zich heen, maar de bewoners van die landen ondergaan dat niet lijdzaam. In Spanje betoogden eind juli nog 1 miljoen mensen tegen de nieuwe reeks besparingen van 65 miljard euro die toen net waren aangekondigd.

Mijnwerkers die hun werk dreigen te verliezen als de Spaanse regering de steun aan de mijnsector stopzet, organiseerden een mars in Madrid. Ze deden 18 dagen over de meer dan 400 kilometer. De indignado’s, verontwaardigde (vooral) jongeren die geen enkele toekomst hebben, bezetten pleinen en organiseerden grote volksvergaderingen.

Ook in Griekenland en Portugal wordt gestaakt en betoogd. De werknemers van callcenter Ergazomenoi in Athene staken al maanden. “Ik heb altijd fulltime gewerkt en verdiende dankzij mijn anciënniteit bijna 900 euro per maand. De directie stelt ons voor om nog maar één dag per week te werken. Met de 150 euro die ik daarvoor zal krijgen, kan ik nauwelijks mijn familie onderhouden, laat staan de rekeningen betalen”, vertelt Irene aan onze reporter die we naar Athene stuurden.

“Het is de eerste keer in mijn leven dat ik staak. Ik had nooit verwacht dat ik het drie maanden ging volhouden. Ik ben trots op mezelf en krijg ook steun bij mijn familie en vrienden. Ik merk dat de staking ons meer zelfvertrouwen geeft. We zijn verenigd en dat geeft ons kracht en hoop. Het gaat over onze toekomst en de toekomst van onze kinderen”, zegt Liza, alleenstaande moeder van twee kinderen.

Kostas werd na een loopbaan in de marketing twee jaar geleden aan de deur gezet. Hij vond niet opnieuw werk en ging terug bij zijn oude moeder wonen. Samen overleven ze nu van haar magere pensioentje. Maar Kostas bleef niet bij de pakken zitten.

Hij stampte een mobiele volkskeuken uit de grond. “Ik ben de keuken gestart in september 2011. Aanleiding was een voorval dat ik meemaakte op straat. Ik was aan het wandelen en zag twee kinderen vechten om eten uit een container. Ik was geshockeerd dat dit in de 21ste eeuw kan gebeuren in mijn land. Ik ben direct naar huis gegaan en heb een paar boterhammen gesmeerd voor die kinderen”, vertelt Kostas.

In de volkskeuken wordt elke dag een maaltijd klaargemaakt met de overschotten van marktkramers. Dat protest tegen de uitzichtloze Europese besparingswoede blijft wel grotendeels onder de radar. De één miljoen betogers in Spanje eind juli waren maar een paar regeltjes aandacht waard in de kranten.

take down
the paywall
steun ons nu!