Waarom bombardeert Turkije de Koerden?

Kamran Matin
donderdag 13 augustus 2015 11:16
President Tayyip Erdo?an.

De samenhang van binnenlandse, regionale en internationale ontwikkelingen zijn de reden voor AKP's aanvallen op ISIS én de PKK, het hoofddoelwit van de Turkse regeringspartij. De bombardementen moeten niet gezien worden als een politieke ommezwaai, wel als een nieuwe strategie voor eenzelfde politieke doelstelling, namelijk: « nationale verankering en regionale hegemonie ».

Hét
project van de ‘Rechtvaardigheid en Ontwikkelings Partij’ (AKP) dat
door de Koerdische revolutie in Turkije en Syrië gedwarsboomd werd
en in een structurele impasse terecht kwam.

Dit is
waarom en hoe.

AKP en
de Neo-Ottomaanse restoratie

De AKP
kwam in 2002 aan de macht. Het verdrong de door de crisis gevelde
Kemalisten met een platform voor sociaal conservatisme, het gevecht
tegen overheidscorruptie en de keuze voor economisch neoliberalisme.
De partij slaagde er op korte tijd in om militaire inmenging in de
politiek te beteugelen en, nog belangrijker, duurzame economische
groei te creëren. Dat leidde op haar beurt tot grotere parlementaire
meerderheden in de daaropvolgende verkiezingen.

Aangemoedigd
door haar verkiezingsoverwinningen ontwikkelde de AKP een ambitieuze
strategie om paal en perk te stellen aan het traditionele regionale
isolement van Turkije en aan haar te grote afhankelijkheid van de
Verenigde Staten. De regering nam zich voor om van Turkije een
regionale hoofdrolspeler en een wereldmacht te maken. Een project dat
nogal groots omschreven wordt als ‘neo-Ottomanisme’ en dat haar
wortels heeft in de AKP’s eigenaardige mix van Islamitisch
transnationalisme en Turks nationalisme.

Neo-Ottomanisme
berust op Turkijes centrale ligging op het Afrikaans-Euraziatische
vasteland, de strategie van ‘zachte macht’ (of ‘soft power’ *)van
de AKP’s ‘gematigde Islam’ en de geo-strategische inzet in de regio
van het overvloedig, over-accumelerend, Turks kapitaal.



President Tayyip Erdo?an.

Aanvankelijk
probeerde de AKP Turkije te vestigen als de transit route voor
aardgas van Rusland, Centraal-Azië en Iran naar Europa. Daarom was
er een oplossing nodig voor het aanhoudend conflict met de PKK in de
zuidoostelijke provincies van het land waar de voorgestelde transit
routes moesten passeren.

Het
oplossen van de Koerdische kwestie zou ook Koerdische stemmen kunnen
opleveren, die de AKP nodig heeft in haar politieke strijd tegen de
Kemalistische oppositie en (later) de Gülenbeweging. Deze laatste is
een Sufi-gerichte stroming binnen de Islam die dominant was binnen de
politie en het gerecht tijdens de eerste jaren van het AKP bewind.
AKP ging de beweging uiteindelijk beschouwen als een “parallele
staat”, een bedreiging voor haar monopolie op de macht, en als
een gevaar voor haar binnenlandse politieke verankering.

Tijdens
dezelfde periode herzag de PKK haar separatistisch programma en begon
ze een ‘niet-staat-gebonden’ oplossing te verdedigen voor de
Koerdische kwestie aan de hand van een voorstel voor ‘democratisch
confederalisme’; een model waarin gender-gelijkheid en eco-bewust
socialisme centraal staan en waar de identitaire dominantie van de
natie-staat plaats maakt voor een sociaal contract tussen gelijke en
wederzijds erkende culturele gemeenschappen binnen de staat.

Deze
ontwikkelingen maakten de weg vrij voor vredesgesprekken tussen de
AKP-regering en de PKK; die in 2013 resulteerden in wapenstilstand.

Tijdens
dezelfde periode ging de AKP ook een ‘strategisch partnerschap’ aan
met Masoud Barzani en zijn ‘Partîya Demokrata Kurdistanê’ (PDK), de
politieke partij die in toenemende mate Irak’s Koerdistan domineerde.

Dit
partnerschap gaf Turkije een quasi-monopolie over de
Iraaks-Koerdische markt, in het bijzonder in de bouwsector wat
betreft vastgoed en infrastructuur-uitbreiding in de olie-industrie.
Turkije werd verder ook de exclusieve transit route voor de uitvoer
van Koerdisch-Iraakse olie. Deze olie-export werd in toenemende mate
een levenslijn voor de PDK’s Koerdische Regionale overheid (KRG)
gezien het onopgeloste conflict tussen de KRG en Bagdad over de
federale begroting.

Bovendien
deelde Barzani ook AKP’s doelstelling om de PKK onder controle te
houden. Het libertarisch-socialistisch project van de PKK vormde
immers een bedreiging voor zijn meer tribale autoritaire politiek.

De
Arabische Lente: de kans die een bedreiging werd

Dan kwam
de Arabische Lente.

De AKP
geloofde dat ze met haar ‘Islamitisch getint neoliberalisme’, haar
rusteloos Turks kapitaal en anti-Israëlische houding, gebruik kon
maken van de politieke tsunami in de regio om haar project van
regionale hegemonie versneld door te drukken.

Maar de
aanvankelijke successen van de AKP’s mede-islamisten waren van korte
duur. Morsi werd afgezet in Egypte, de islamisten verloren de macht
in Tunesië en Libië verzeilde in een burgeroorlog.

Wat Syrië
betreft gooide de AKP het volledig over een andere boeg en ruilde ze
haar ‘geen-problemen-met-de-buren-beleid’ om voor de strategische
keuze Bashar Assad en zijn regime omver te werpen.

Zo werd
Turkije de belangrijkste leverancier van financiële en militaire
steun voor de Syrische soennitische, gewapende oppositie, inclusief
ISIS en buitenlandse jihadisten, hetgeen Turkije internationaal
verwijten opleverde en het land in toenemende mate internationaal
isoleerde.

Maar het
conflict duurde voort en zo werd Turkije geconfronteerd met een meer
onmiddellijk en potentieel gevaarlijke uitdaging: de groeiende macht
van de Syrische Koerden die een nauwe ideologische band hebben met de
PKK. De Syrische Koerden, die geleid worden door de Democratische
Unie Partij (PYD), richtte drie autonome kantons op en twee
zelfverdedigings-strijdkrachten, bekend als de YPG en de YPJ. Beiden
bleken algauw de meest effectieve grondtroepen tegen ISIS in Syrië.

De opkomst
van de Syrische Koerden verminderde Turkije’s invloed in Syrië,
verzwakte de positie van de AKP ten opzichte van de PKK en vormde een
bedreiging voor de invloed van Barzani’s PDK in zowel Syrië als
Irak, waar pro-PKK krachten eveneens een belangrijke rol spelen in de
strijd tegen ISIS.

Zo
verschoof het Turkse beleid naar indamming van de Syrische Koerden,
door een keuze voor ‘actieve neutraliteit’ ten aanzien van ISIS. Dit
beleid bereikte haar hoogtepunt tijdens ISIS’s beleg van Kobane,
waarbij Turkije voorkwam dat de nodige versterking de stad kon
bereiken terwijl AKP’s leider, Recep Tayyip Erdo?an, vrolijk
verklaarde dat Kobane zou vallen.

HDP:
AKP’s genadeschot

Te midden
van al deze onrust verloor de AKP haar parlementaire meerderheid, bij
de verkiezingen van 7 juni 2015. Zo kwam haar project voor
grondwettelijke verankering abrupt tot stilstand en kon de invoer van
een nieuw presidentieel systeem, dat de uitvoerende macht van de
president aanzienlijk zou versterken, niet worden doorgeduwd.

De
electorale nederlaag van de AKP was grotendeels te wijten aan het
onverwachte succes van de

Koerdische
geleide, maar nationaal gevormde, ‘Democratische Volks Partij’ (HDP).

HDP bood
een pluralistisch en inclusief verkiezingsprogramma aan waarbij de
Koerdische eisen voor culturele en politieke rechten deel uit maakten
van een breder programma voor radicale democratie en emancipatie van
vrouwen en gemarginaliseerde groepen in de samenleving. Dit gaf HDP
een landelijke aantrekkingskracht bij linkse en links-liberale
kiezers waardoor de partij ook ver buiten de Koerdische kerngebieden
een aanzienlijk aantal stemmen behaalde.

Een andere
factor was de Turkse naschok van de Arabische Lente, met name de
massaprotesten van de ‘Gezi beweging’ in 2013. Deze verenigden de
verschillende democratische krachten tegen het groeiende
autoritarisme en het agressieve neoliberalisme van de AKP.
Buitensporig politiegeweld gaf de Turkse demonstranten bovendien een
voorproef van wat de Koerden sinds decennia doorstaan, hetgeen de weg
vrijmaakte voor een beter begrip en voor samenwerking tussen delen
van de Turkse seculiere en linkse oppositie én de Koerden. Dat gaf
de verkiezingscampagne van de HDP een stevige impuls.




Bij de
verkiezingen won HDP meer dan 13% van de stemmen, ondanks aanhoudende
provocatie, intimidatie en ondermijning door de overheid.

Bloed
voor stemmen

Op
hetzelfde ogenblik bereikte de Syrische Koerden belangrijke
overwinningen op ISIS. Het keerpunt was de bevrijding van de
grensstad Tal Abyaz. Door haar inname werd ISIS defacto beroofd van
haar belangrijkste logistieke route met Turkije. De Koerden waren nu
klaar om verder door te stoten naar het westen, om zo het derde
geïsoleerde Koerdische kanton ‘Afrin’, nabij Aleppo, met de kantons
‘Kobane’ en ‘Jezira’ in het noordoosten te verbinden.

Dit zou
een geografisch aaneengesloten gebied creëren, en een Koerdische
semi-staat vormen, die zich uitstrekt van de grens in het noordoosten
met Iraaks Koerdistan, Turkije en Iran, waar de PKK haar bases heeft,
tot de Middellandse Zee in het noordwesten van Syrië. Dat zou op
haar beurt de ambities van Turkije in Syrië, en in de regio meer in
het algemeen, ernstig in gevaar brengen.

Het zou
Iraaks Koerdistan uit de geopolitieke sfeer van Turijke kunnen duwen
door de alternatieve route voor olie-export die zo mogelijk wordt
(met name via de Middelandse zee) én het zou de belangrijkste
partner van de AKP, Barzani’s PDK, strategisch verzwakken.

Bovendien
versterkte de nucleaire deal tussen Iran en het Westen het regionale
isolement van Turkije en leek het land zo in de regio verder aan
belang in te boeten.

Het is
tegen deze complexe achtergrond van samenhangende binnenlandse,
regionale en internationale ontwikkelingen dat de AKP besloot om ISIS
en de PKK (het hoofddoelwit) aan te vallen. En wel omwille van vier
redenen.

  1. In de
    eerste plaats wil het de vermoedelijk vervroegde verkiezingen in
    november resoluut winnen door Turkse ultranationalistische kiezers
    aan te trekken en een sterk anti-Koerdisch imago te projecteren.

  2. Het
    hoopt de groei van de Koerdische macht in Syrië tegen te houden en
    te controleren door formeel deel te nemen aan de VS-geleide
    anti-ISIS coalitie, gezien AKP’s gok op ISIS om dat te
    verwezenlijken niet erg succesvol bleek.
  3. Door
    deel te nemen aan de Syrische gevechten hoopt Turkije haar relaties
    met de VS te verbeteren, die in ruil voor toegang tot Turkse
    luchtbasissen naar verluidt aan de wens van Turkije voor de creatie
    van een ‘veilige zone’ aan de Turks-Syrische grens tegemoet zal
    komen (nvdr. hetgeen intussen bevestigd is). Turkije hoopt dat de
    zone een hinderpaal zal vormen voor de verdere opmars van de Koerden
    richting Middellandse Zee.
  4. Tenslotte
    dienen de bombardementen tegen de PKK in Iraaks Koerdistan ook om
    AKP’s belangrijkste bondgenoot Massoud Barzani te ondersteunen die
    momenteel op zoek is naar een derde ongrondwettelijke termijn als
    president van de regio. De Turkse bombardementen in Iraaks
    Koerdistan zijn met andere woorden bedoeld om zijn positie te
    versterken. Ze moeten de bevolking en de belangrijkste politieke
    partijen ervan te overtuigen dat hij gezien zijn relaties met AKP,
    onder deze omstandigheden, de beste persoon is voor de job.

Wat nu
?

AKP’s
anti-Koerdische, anti-linkse en macho-chauvinistische propaganda
maakt het onwaarschijnlijk dat ze de verloren conservatieve
Koerdische stemmen terug naar de partij kunnen trekken. Hun
ontgoocheling wat betreft AKP over het Kobane incident wordt
bovendien verder versterkt door de huidige bombardementen op Iraaks
Koerdistan.

Het is ook
onwaarschijnlijk dat het bloedige manoeuvre van AKP de Turkse
nationalistische stemmers los zal weken bij hun traditionele
partijen. Dus tenzij AKP’s regering van lopende zaken HDP als
partij verbiedt, hetgeen volgens HDP co-president Selahattin Demirta?
AKP’s bedoeling is, lijken vervroegde verkiezingen geen recept voor
de beoogde resultaten. Daar komt nu al bij dat een verbod van HDP
reeds wordt tegengewerkt door de belangrijkste oppositie partij, de
‘Republikeinse Volkspartij’ (CHP).

Bovendien
zou het door de VS geëiste onderscheid tussen de PKK en de
Syrisch-Koerdische troepen (die steun krijgen van de luchtmacht van
de coaltie in hun strijd tegen ISIS) en de voorgestelde ‘veilige
zone’, de Syrische koerden net kunnen helpen in hun poging het
geïsoleerde kanton Afrin nabij Aleppo te bereiken. Deze mogelijkheid
wordt versterkt door de terughoudendheid van de VS en Turkije om
grondtroepen in te zetten in Syrië; evenals door de goede
betrekkingen die de Syrische koerden intussen hebben uitgebouwd met
verschillende Arabische oppositie-groepen zoals Burkan al-Furat.

Verder
leert de ervaring van de laatste 30 jaar dat de PKK niet militair kan
worden geëlimineerd. Geen enkele staat heeft ooit directe controle
kunnen uitoefenen over het Kandil-gebergte waar de PKK sinds ongeveer
20 jaar gebaseerd is.

Tot slot
kan gesteld worden dat de Koerden hun strijd tegen ISIS niet zullen
opgeven, aangezien ISIS voor hen een existentiële bedreiging vormt.
Maar de meeste gewone Koerden, zo niet alle Koerdische politieke
partijen, zullen de Amerikaanse steun aan de bombardementen van
Turkije op de PKK interpreteren als het zoveelste Amerikaans verraad.

Dus al bij
al brengt de actieve oorlog tegen de PKK en de passieve oorlog tegen
de Syrische Koerden hoge risico’s met zich mee die makkelijk een
averechts effect kunnen hebben. Hetgeen het einde van AKP’s politieke
macht in het binnenland zou beteken, terwijl het de mogelijkheid van
Turkije om in Syrië invloed uit te oefenen zou ondergraven.

Zoals
Clausewitz reeds bemerkte: ‘In oorlog is alles heel eenvoudig, maar
de meest eenvoudige dingen zijn erg ingewikkeld.’

Dit
artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op 4 augustus 2015

https://www.opendemocracy.net/arab-awakening/kamran-matin/why-is-turkey-bombing-kurds

Over de
auteur 

Kamran
Matin
geeft les aan het departement Internationale Relaties bij
Sussex Universiteit (VK). Hij is ondermeer de auteur van ‘Recasting
Iranian Modernity: International Relations and Social Change’
(Routledge, 2013) en ‘Kobani: What’s In A Name?’

Over de
vertaler

Linus
Vanhellemont
werkt als stadsgeograaf aan de Vrije Universiteit
Brussel en doctoreert op stadssociologie bij Milano-Bicocca.
Momenteel is hij aan het werk in Turkije waar hij verbonden is aan de
?stanbul ?ehir Üniversitesi.

* De Amerikaanse politicoloog Joseph Nye rekent in zijn ‘The Paradox of
American Power’ militaire en economische macht tot hard power. Soft
power noemt hij een indirecte manier om invloed te doen gelden: « Een
land kan ook de gewenste uitkomsten in de wereldpolitiek krijgen,
omdat andere landen zijn voorbeeld willen volgen, respect hebben voor
zijn waarden of ernaar streven hetzelfde niveau van welvaart en
openheid te bereiken. In dit opzicht is het net zo belangrijk om in
de wereld de agenda te bepalen en anderen aan te trekken dan het is
om anderen tot ander gedrag te dwingen door middel van militaire of
economische wapens. Dit aspect van macht – anderen zover krijgen te
doen wat jij wilt dat ze doen – noem ik soft power. Het co-opteert
anderen in plaats van dat het hen dwingt »



Content

take down
the paywall
steun ons nu!