Opinie -

Noam Chomsky: “We moeten oorlog met Iran stoppen voordat het te laat is”

zaterdag 25 mei 2019 12:26
Spread the love

Onder leiding van John Bolton wendt de regering Trump catastrofes aan om de dominantie van de VS te beschermen. Ervan uitgaande dat de rationaliteit zegeviert en dat Bolton en consorten kunnen worden ingeperkt, zullen de VS doorgaan met het succesvolle programma van het vernietigen van de Iraanse economie en het straffen van de bevolking.

De dreiging van een Amerikaanse aanval op Iran is maar al te reëel. Onder leiding van John Bolton spint de regering Trump verhalen over Iraanse misdaden. Het is gemakkelijk om voorwendsels te verzinnen voor agressie. De geschiedenis biedt vele voorbeelden.

De aanval op Iran is één element van het internationale programma om te pronken met de overweldigende macht van de VS om een ​​einde te maken aan “succesvolle ongehoorzaamheid” ten opzichte van de baas van de wereld: de belangrijkste reden voor het 60 jaar durende Amerikaanse afknijpen van Cuba.

De redenering zou elke maffiabaas gemakkelijk begrijpen. Succesvolle ongehoorzaamheid kan anderen inspireren om dezelfde koers te volgen. Het ‘virus’ kan besmetting verspreiden, zoals Kissinger zei toen hij bezig was Salvador Allende in Chili ten val te brengen. De noodzaak om dergelijke virussen te vernietigen en slachtoffers tegen besmetting in te enten – vaak door brute dictaturen op te leggen – is een leidend beginsel in de wereld.

Iran heeft zich schuldig gemaakt aan het misdrijf van succesvolle ongehoorzaamheid sedert de opstand van 1979 die de tiran afzette die de VS had geïnstalleerd met de coup van 1953 die, geholpen door de Britten, het parlementaire systeem vernietigde en de gehoorzaamheid herstelde. Die prestatie werd verwelkomd door de liberale opinie. Zoals de New York Times in 1954 verduidelijkte, met dank aan de daaruit volgende overeenkomst tussen Iran en buitenlandse oliebedrijven: “Onderontwikkelde landen met rijke bronnen leren nu een aanschouwelijke les over de omvangrijke kosten die betaald moeten worden door een aantal van hen dat zich te buiten gaat aan fanatiek nationalisme.” Het artikel gaat verder met te stellen: “Het is misschien te veel om te hopen dat Irans ervaring de opkomst van Mossadeghs in andere landen zal voorkomen, maar die ervaring kan op zijn minst de positie versterken van meer redelijke en vooruitziende leiders.”

Sindsdien is er weinig veranderd. Om nog een recenter voorbeeld te nemen, Hugo Chávez veranderde van gedoogde stoute jongen in een gevaarlijke crimineel toen hij de OPEC aanmoedigde om de olieprijzen te verhogen ten voordele van het mondiale zuiden, de verkeerde mensen. Kort daarna werd zijn regering omvergeworpen door een militaire staatsgreep, verwelkomd door de leidende stem van de liberale journalistiek. De redacteuren van de Times juichten dat “de Venezolaanse democratie niet langer wordt bedreigd door een aspirant dictator”, de “verderfelijke demagoog” Hugo Chávez, “nadat het leger tussenbeide kwam en de macht overhandigde aan een gerespecteerde leider van een onderneming, Pedro Carmona” – die snel de Nationale Vergadering ontbond, de grondwet schorste en het hooggerechtshof naar huis stuurde, maar ongelukkigerwijs binnen een paar dagen omvergeworpen werd door een volksopstand, waardoor Washington gedwongen werd zijn toevlucht te nemen tot andere middelen om het virus te doden.

Het streven naar dominantie

Nadat de Iraanse “succesvolle ongehoorzaamheid” was beëindigd en de “helderogige” sjah veilig aan de macht was gekomen, werd Iran een pijler van de Amerikaanse controle over het Midden-Oosten, samen met Saoedi-Arabië en na 1967 Israël, dat nauwe banden had met het Iran van de sjah, hoewel niet formeel. Israël had ook gedeelde belangen met Saoedi-Arabië, een relatie die steeds openlijker wordt aangezien de regering Trump toezicht houdt op een alliantie van reactionaire staten in het Midden-Oosten als basis voor de Amerikaanse macht in de regio.

De controle over het strategisch belangrijke Midden-Oosten, met zijn enorme en gemakkelijk toegankelijke oliereserves, stond centraal in het beleid toen de VS na de Tweede Wereldoorlog de positie van wereldleider kreeg. De redenen zijn niet duister. Het ministerie van Buitenlandse Zaken erkende dat Saoedi-Arabië “een kolossale bron van strategische macht” en “een van de grootste materiële trofeeën in de wereldgeschiedenis” is. Eisenhower beschreef het als het meest “strategisch belangrijke deel van de wereld”. Dat de controle van olie uit het Midden-Oosten “substantiële controle over de wereld” en “kritieke invloed” over industriële rivalen oplevert is begrepen door invloedrijke staatslieden, van de adviseur van Roosevelt A.A. Berle tot Zbigniew Brzezinski.

Deze principes blijven van kracht geheel onafhankelijk van de toegang van de VS tot de rijkdommen van de regio, welke in feite niet van primair belang zijn geweest. Gedurende een groot deel van deze periode was de VS een belangrijke producent van fossiele brandstoffen, zoals het ook heden nog is. Maar de principes blijven hetzelfde en worden versterkt door andere factoren, waaronder de onverzadigbare vraag van de oliedictaturen naar militair materieel en de instemming van Saoedi-Arabië om de dollar als mondiale munteenheid te ondersteunen, wat de VS grote voordelen biedt.

Midden-Oosten correspondent Tom Stevenson overdrijft niet wanneer hij schrijft: “De overgeërfde VS-heerschappij over de Golf heeft het een mate van macht gegeven ten opzichte van rivalen en bondgenoten die waarschijnlijk ongeëvenaard is in de geschiedenis van het imperium … Het is moeilijk om de rol van de Golf te overschatten in de wijze waarop de wereld momenteel wordt bestuurd.” Het is dan ook begrijpelijk waarom succesvolle ongehoorzaamheid in de regio niet kan worden getolereerd.

Na de omverwerping van hun Iraanse zetbaas, gingen de VS over tot rechtstreekse steun voor de invasie van Iran door Saddam, waarbij ze stilzwijgend zijn gebruik van chemische wapens vergoelijkten en uiteindelijk rechtstreeks tussenbeide kwamen door de Iraakse scheepvaart in de Golf te beschermen tegen Iraanse onderschepping om de onderwerping van Iran te waarborgen. De omvang van Reagans toewijding aan zijn vriend Saddam werd op duidelijke wijze geïllustreerd toen Iraakse raketten de USS Stark troffen, waarbij 37 bemanningsleden omkwamen, wat als reactie daarop een tik op de vingers uitlokte. Alleen Israël heeft met zoiets kunnen wegkomen (USS Liberty, 1967).

Toen de oorlog eindigde, onder president George H.W. Bush, nodigden het Pentagon en het departement van energie, Iraakse ingenieurs uit naar de VS te komen voor geavanceerde training in wapenproductie, een existentiële bedreiging voor Iran. Sindsdien zijn strenge sancties en cyberaanvallen – een daad van agressie volgens de Pentagondoctrine – toegepast om de onverlaten te straffen.

Bedreiging van de wereldorde

Amerikaanse politieke leiders in het hele spectrum waarschuwen dat alle opties open liggen bij het aanvallen van Iran – “containing it”, in de heersende nieuwspraak. Het is niet relevant dat “de dreiging met, of het gebruik van geweld” expliciet wordt verboden in het VN-handvest, de basis van het moderne internationale recht.

Iran wordt regelmatig afgeschilderd als de grootste bedreiging voor de wereldvrede – in de VS dus. De globale opinie wijkt daarvan af door de VS als de grootste bedreiging voor de wereldvrede te zien, maar de Amerikaanse bevolking wordt beschermd tegen dit onwelgevallige nieuws door de Vrije Pers.

Dat de Iraanse regering een bedreiging vormt voor de eigen bevolking, wordt niet betwijfeld en evenmin het feit dat Iran, net als alle anderen, zijn invloed wil uitbreiden. De kwestie is eerder de vermeende bedreiging van Iran voor de wereldorde in het algemeen.

Wat is dan die dreiging? Een verstandig antwoord is gegeven door de Amerikaanse inlichtingendienst, die het Congres in 2010 heeft geadviseerd (niets is sindsdien wezenlijk veranderd) dat de Iraanse militaire doctrine strikt “defensief is … ontworpen om een ​​invasie te vertragen en een diplomatieke oplossing voor vijandelijkheden te forceren”, en dat “Irans nucleaire programma en zijn bereidheid om de mogelijkheid open te houden om kernwapens te ontwikkelen, een centraal onderdeel is van zijn strategie van afschrikking”. (Amerikaanse inlichtingendiensten erkenden in 2007 en 2012 dat Iran momenteel geen kernwapenprogramma heeft.) Voor degenen die ongehinderd tekeer willen gaan in de regio is een afschrikmiddel een onaanvaardbare bedreiging, erger zelfs dan “succesvolle ongehoorzaamheid.”

Er zijn natuurlijk manieren om de vermeende dreiging van Iraanse nucleaire wapens te beëindigen. Eén begin was het ‘Joint Comprehensive Plan of Action’, de gezamenlijke overeenkomst over kernwapens, goedgekeurd door de Veiligheidsraad en ingetrokken door de regering Trump, in het volle besef dat Iran zijn beloften is nagekomen.

Haviken beweren dat de overeenkomst niet ver genoeg ging, maar er zijn eenvoudige manieren om verder te gaan. De meest voor de hand liggende is om te bewegen in de richting van een kernwapenvrije zone (NWFZ) in het Midden-Oosten, zoals sterk bepleit door de Arabische staten, door Iran en door G-77 (de voormalige niet-gebonden landen), met algemene steun elders. Er is een belangrijk obstakel. Het voorstel wordt regelmatig afgewezen door de VS op de NPT-beoordelingsconferenties, het meest recent door Obama in 2015. De reden is, zoals iedereen weet, dat het plan de VS zou verplichten formeel te erkennen dat Israël kernwapens heeft en zelfs inspecties toe te staan. Nogmaals, Onaanvaardbaar.

We mogen niet vergeten dat de VS (samen met Groot-Brittannië) een unieke verantwoordelijkheid hebben om een ​​kernwapenvrije zone (NWFZ) in het Midden-Oosten op te zetten. Bij een poging om een juridische dekking te bieden voor de inval in Irak, beweerden de twee agressors dat Saddam nucleaire wapens aan het ontwikkelen was in strijd met Resolutie 687 van de Veiligheidsraad uit 1991, na de Golfoorlog, die Saddam verplichtte om dergelijke programma’s te beëindigen (zoals hij in feite deed). Er wordt weinig aandacht besteed aan artikel 14, waarin wordt opgeroepen tot “stappen in de richting van het doel om in het Midden-Oosten een zone te vestigen die vrij is van massavernietigingswapens.”

Het is ook vermeldenswaard dat toen Iran werd geregeerd door de Shah, er weinig bezorgdheid was over Iraanse intenties om nucleaire wapens te ontwikkelen. Deze werden duidelijk verklaard door de Sjah, die buitenlandse journalisten informeerde dat Iran “zonder twijfel en eerder dan men zou denken” kernwapens zou ontwikkelen. De vader van het nucleaire-energieprogramma van Iran en voormalig hoofd van de ‘Atomic Energy Organisation of Iran’ was ervan overtuigd dat het het plan van de leiding “was om een ​​atoombom te bouwen.” De CIA meldde dat “er geen twijfel over bestaat” dat Iran kernwapens zou ontwikkelen als de buurlanden dat deden (zoals Israël natuurlijk wel heeft gedaan).

Dit was tijdens de periode dat Dick Cheney, Donald Rumsfeld, Henry Kissinger en andere hoge functionarissen druk uitoefenden op universiteiten in de VS (mijn eigen, MIT, inbegrepen) om de nucleaire programma’s van Iran te faciliteren. Toen hem later werd gevraagd waarom hij dergelijke programma’s onder de Sjah ondersteunde, maar sindsdien zich daar krachtig tegen verzet, antwoordde Kissinger eerlijk dat Iran toen een bondgenoot was. Simpel genoeg.

De neoliberale formule

Ervan uitgaande dat rationaliteit de overhand heeft en dat Bolton en co. kunnen worden ingeperkt, zullen de VS doorgaan met het succesvolle programma van het vernietigen van de Iraanse economie en het straffen van de bevolking. Europa is te geïntimideerd om te reageren en anderen missen de kracht om op te komen tegen de Baas. Hetzelfde beleid wordt gevoerd in Venezuela, en wordt al vele jaren tegen Cuba ingezet, sinds de regering Kennedy erkende dat zijn campagne om “de verschrikkingen van de aarde” op Cuba te laten neerkomen (in de woorden van historicus Arthur Schlesinger) de wereld dichtbij vernietiging bracht tijdens de raketcrisis.

Het is een vergissing om een ​​groots geopolitiek denken te zoeken achter de optredens van Trump. Deze worden gemakkelijk uitgelegd als de acties van een narcistische megalomaan wiens doctrine het is om persoonlijke macht te behouden en die de politieke slimheid heeft om zijn achterban tevreden te stellen, in de eerste plaats de macht van het bedrijfsleven en de private rijkdom, maar ook de kiezersbasis. Dit laatste wordt op peil gehouden door schenkingen aan religieus rechts, dramatische uitspraken over de bescherming van Amerikanen tegen hordes verkrachters en moordenaars en andere demonen en de pretentie om op te komen ​​voor de hardwerkende mensen die door het feitelijke beleid van de regering feitelijk bij elke draai schuurt.

Tot nu toe werkt het goed. De neoliberale formule floreert: spectaculaire winsten voor de primaire achterban samen met algemene stagnatie en onzekerheid voor de meerderheid, iets verbeterd door het aanhoudend trage herstel van de Grote Recessie van 2008. Kortom, Trump doet het prima. Hij wordt geholpen door de obsessie van de Democraten met Russiagate en hun bagatellisering van zijn belangrijkste misdaden, de verreweg belangrijkste, het beleid om voorop te gaan in de race naar een milieuramp. Nog een Trumptermijn kan, letterlijk, een doodsklok zijn voor het georganiseerde menselijke leven.

Uit een nieuwe peiling blijkt dat Trumps waardering onder zijn waarschijnlijke kiezers de 50% is gepasseerd, hoger dan die van Obama in dit stadium van zijn presidentschap. Een slim beleid voor Trump zou zijn om zijn vuist te blijven schudden naar de wereld, liberalen met slappe knieën zoals “Sleepy Joe” en “gekke Bernie” beschuldigen dat ze zich zouden onderwerpen aan de verschrikkelijke vijanden, die in toom worden gehouden door het straattuig met de MAGA pet. Dat standpunt wordt gesteund ​​door de liberale media, die reflexmatig de beschuldigingen herhalen dat de ‘schurkenstaat’ Iran een ‘normale staat’ moet worden zoals de VS (Pompeo’s mantra), zelfs terwijl hij schuchter waarschuwt dat oorlog misschien niet de beste manier is om dat doel te bereiken.

Er zijn natuurlijk andere paden die gegaan kunnen worden. En, dat is cruciaal, er mag geen vertraging optreden bij het opbouwen van een krachtige oppositie tegen de dreiging van alweer een agressieve misdaad, met waarschijnlijk catastrofale uitkomsten.

 

Noam Chomsky is professor en hoogleraar Linguïstiek (emeritus) aan het Massachusetts Institute of Technology, en de auteur van tientallen boeken over het buitenlands beleid van de VS. Zijn meest recente boek is Who Rules the World?

Vertaling (www.vertaalslag.blog) van een artikel van Noam Chomsky d.d. 21 mei 2019 op inthesetimes.com.

Vertaald door Wissen

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!