Koning geneert N-VA
Bart de wever, N-VA, Koning Albert, Transferts, Vijandsbeeld -

Koning geneert N-VA

woensdag 2 januari 2013 13:40
Spread the love

De jongste kerstboodschap is voor sommigen onverwacht scherp. Voor anderen ontoelaatbaar geëngageerd. Voor nog anderen is ze misleidend controversieel.
Wat kan je van een staatshoofd verwachten en waarom reageert de N-VA zo scherp?

Zowel voor wie het eens is met Bart De Wever als voor zijn “tegenstanders” is de inhoudelijke reactie van De Wever met de veelvuldige reacties van zijn al te vaak egocentrisch-radicale achterban, politiek interessant. De Wever reageert rechtstreeks tegen de vorst die politiek nochtans enkel via de eerste minister (lees: de verfoeide Parti Socialiste) aanspreekbaar is in het parlementair halfrond.

We kunnen bezwaarlijk aannemen dat een kerstboodschap van de vorst iets anders voor ogen kan hebben dan de toekomst én de eenheid van het land. Je kan dit in tijden van voorspoed en consensus allicht vooral doen door te wijzen op de sterke punten van de verschillende componenten. In tijden van sociaal-economische onzekerheid en van politiek groeiende tegenstellingen is het moedig en vooral zinvol om ook te wijzen op eventuele zwakke punten en indien mogelijk de uitdagingen te gaan definiëren.

De hevige reactie van Bart De Wever geeft vooral aan dat de boodschap van de vorst ongelegen komt. Hij verwacht dat de vorst zich strikt beperkt tot pluriforme benaderingen van de “eenheid van het land” waardoor de tegenstelling met zijn programma bevestigd wordt. Daardoor kan de N-VA zich vrij blijven concentreren op de kracht van de eigen Vlaamse gemeenschap en de nefaste rol van de gemeenschap over de taalgrens ongegeneerd als zondebok voor de eigen gemiste groeikansen blijven gebruiken.

Dat de vorst dit jaar kritische bedenkingen aanboort die doelgroepgericht kunnen geïnterpreteerd worden, komt storend over bij de Vlaamse nationalisten. De kerstboodschap van de koning gaat ervan uit dat de Vlaamse gemeenschap niet gebaat is bij een communautair vijandsbeeld dat discussie over de noodzakelijke sociaal-economische keuzes kan verdoezelen of op de lange termijn schuiven. Zo ook stelt de vorst trouwens onomwonden dat de Franstalige gemeenschap niet gebaat is bij een gesloten en overwegend ééntalig georiënteerd beleid en moet groeien in samenhang met haar omgeving. De reactie aan Vlaamse kant was wellicht voorspelbaar hard. Misschien moeten we ons wel eerder zorgen maken over het gebrek aan polemiek aan Franstalige kant. Tenzij het besef over actief multiculturalisme daar intussen wel groeit.

Een vergelijking in de kerstboodschap met toestanden in de vooroorlogse jaren dertig toen zowel aan Vlaamse als aan Franstalige kant totalitaire stromingen een voedzame voedingsbodem vonden in de afwijzing van het bestaande systeem, wordt in Vlaanderen ruim in vraag gesteld. Bij de eerdere electorale dreiging van het Vlaams Belang en het cordon sanitaire had koning Boudewijn nooit dergelijke taal in de mond genomen. Al was het engagement tegen de groeiende onverdraagzaamheid en racisme wel uitgesproken.

Vandaag kunnen we enkel vaststellen dat Bart De Wever zich als overtuigd democraat opstelt, maar evenzeer het cordon sanitaire afwijst als een strategie die een hypotheek legt op de onmiddellijke groeikansen van de Vlaamse Beweging. Zonder de ranzige kantjes, mogen VB-mandatarissen het conservatief Vlaams ideeëngoed van N-VA versterken.

Er volgt ook geen terechtwijzing van TAK-leden die rechtstreeks verwijzen naar de rol van Leopold III en de kerstboodschap van de huidige Albert II, maar evenzeer de algemene verwijzing naar de historische fouten in de jaren dertig (het eigen koningshuis incluis allicht) door Albert II als “volstrekt schandalig” benoemen.

Feit is dat de federale overheid vandaag omwille van de sterkte van N-VA aan Vlaamse kant en vooral omwille van diens eerder principiële afwijzing van verantwoordelijkheid binnen een federale regering, aangewezen is op een tripartite met de traditionele partijen. Dit bemoeilijkt uiteraard een sociaal-economische profilering van de Regering Di Rupo. Zeker in tijden waarin ze er wil in slagen om de overheidsschuld na de financiële crisis opnieuw af te bouwen en waarbij de financiering en zelfs de keuze van economische relancemaatregelen niet evident is, bewandelt Di Rupo I een pragmatische weg die internationaal gewaardeerd wordt.

Misschien is het wel een historische vergissing van de N-VA dat ze zich vandaag principieel op haar communautair programma vastpint en haar conservatief sociaal-economisch potentieel niet aanboort om op het federale niveau mee orde op zaken te stellen en de huidige federale bevoegdheden (waaronder de sociale zekerheid) voor te bereiden voor de toekomst.  Tenzij ze ervan uitgaat dat dit federale niveau om één of andere reden sowieso ten dode is opgeschreven omwille van een onomkeerbaar fenomeen. In dat geval heb je als politieke belangrijke formatie de verdomde plicht om de boedelscheiding voor te bereiden door in de politieke arena en in de respectievelijke beleidsorganen constructief bij te dragen aan het optimaal functioneren ervan. Een goed alternatief staat enkel op een goede analyse van het bestaande. Als je electoraal garen wil spinnen uit financiële “transferten” tussen de landsdelen, heb je er alle belang bij duiding te geven bij eventuele onverklaarbare verschillen:
Zijn die te wijten aan objectief vaststelbare verschillen bij het doelpubliek die dus beleidsmatig aanvaardbaar zijn?
Worden ze veroorzaakt door wettelijke bepalingen of verkeerde stimuli die onvolkomen zijn of die dienen geactualiseerd? Of vloeien ze voort uit punctuele politieke beslissingen waarvoor de huidige regering verantwoordelijk dient gesteld?
Is de opsplitsing of een gediversifieerd beleid daarbij de betere oplossing voor de burger? Er is zoiets als een ijzeren wet die aangeeft dat het electoraal efficiënter is om een vijandsbeeld te cultiveren dan een maatschappelijke toekomst te ontwikkelen en daarvoor een achterban warm te maken.

Daarentegen is de huidige electoraal rendabele strategie van N-VA er één waarbij ze zich als een cynische massa in het federaal halfrond beweegt en wacht tot er een zieke appel van de boom valt of de ondeskundig gesnoeide boom zelf verdort. In dat geval moet je ook niet klagen over de vaststelling dat alles beter kan en dat de appelboom intussen zijn eigen geaardheid volgt in de stroom der seizoenen.

take down
the paywall
steun ons nu!