De waanzin slaat toe in Turkije
Turkije -

De waanzin slaat toe in Turkije

maandag 24 juni 2013 14:12
Spread the love

Vicepremier Bülent Arinc bekleedt een belangrijke positie binnen de Turkse politiek. Na premier Erdogan en president Gül is hij de derde man van de regerende Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP). Die positie brengt belangrijke taken met zich mee. Namens de regering sprak hij vorige maand met de in de VS woonachtige, doch in Turkije zeer invloedrijke Fethullah Gülen. Ging onder andere over de ‘inzichtelijke verschillen’ tussen deze imam en Erdogan.

Twee weken geleden kreeg Arinc wederom een belangrijke opdracht. Tijdens Erdogans reis naar Noord-Afrika mocht hij de door het Gezipark-protest en politiegeweld verhitte gemoederen trachten te kalmeren. Daarbij erkende Arinc dat het politiegeweld excessief was geweest.

Volgens de krant Taraf overwoog Arinc onlangs zijn ontslag in te dienen. Dat hij daar vanaf zag kwam volgens Taraf omdat president Gül hem aan boord hield. Arinc haastte zich vervolgens om alles te ontkennen. Maar waar rook is, is vuur en hij kon een geruchtenmolen in politiek Ankara niet voorkomen.

Erdogan zou er ontstemd over zijn geweest dat Arinc het politiegeweld excessief noemde. Verklaarbaar, want daarmee werd tegen zijn zin gesuggereerd dat de dalende beurzen en de devaluatie van de Turkse lira, niet zo zeer het gevolg waren van het protest, maar veel eerder van de reactie daarop door de regering.

Samenzweringstheorieën

De woorden van Arinc waren tegenstrijdig met Erdogans claim dat hem noch de politie iets te verwijten valt. Hij houdt vol dat achter het Gezipark-protest een samenzwering tegen de Turkse economie schuilgaat. Met een veronderstelde rol daarbij van de VS, de EU en Israël, komt dat neer op een wereldsamenzwering tegen Turkije.

Dat Claudia Roth van de Duitse Groenen naar Istanbul kwam om haar solidariteit te betuigen met de milieuactivisten in het Gezipark, werd door de regeringsgezinde media geïnterpreteerd als bewijs van een internationale samenzwering. Veel verder kwam het niet. Het blijft vooral bij wilde beweringen die de logica tarten. Waarom zouden de VS, de EU en Israël de Turkse economie willen beschadigen? Valt aan een economisch welvarend Turkije niet meer te verdienen dan aan een arm Turkije?

Bij Erdogan is het vergeefs zoeken naar logica. Bij zijn aanhang eveneens. Daar hecht men veel geloof aan de beweringen van Yigit Bulut, een financieel analist die op de televisie uitlegt dat buitenlandse inlichtingendiensten Erdogan via telekinese willen vermoorden. Geen spat bewijs voor uiteraard. De door nationalistisch-religieuze emoties en persoonsverheerlijking gedreven supporters van Erdogan twijfelen echter geen seconde.  

En zo passeren alle bekende samenzweringsverhalen de revue. Dat de vrijmetselarij evenmin ontbreekt heb ik recentelijk zelf ervaren. Sommige fanatici menen dat ik een vrijmetselaar ben, die door de staat Israël wordt betaald om Erdogan in diskrediet te brengen.

Er is heel wat onzin nodig om het feit te omzeilen dat de internationale kritiek op Turkije niet onder de verantwoordelijkheid valt van de Turkse protestbeweging, maar het resultaat is van mensenrechtenschendingen, Erdogans autocratische instelling en zijn haat ten aanzien van veel Turken.

Dat laatste neemt angstaanjagende vormen aan. Wie alcohol drinkt, minder dan drie (vijf zelfs nu al) kinderen op aarde wenst te zetten, er socialistische opvattingen dan wel een liberale westerse levensstijl op nahoudt, kan rekenen op de minachting van de premier. In zijn toespraken draait hij er niet omheen dat tegenstanders van zijn beleid zich geen Turk mogen noemen. Met andere woorden, Erdogan is heel hard bezig de Turkse samenleving nog verder te polariseren dan deze nu al is.

Er zijn berichten over gewapende AKP-aanhangers die zich voorbereiden op aanvallen tegen demonstranten. Sterker, dergelijke milities kwamen al in actie voor het Gezipark-protest. In Ankara zochten met messen bewapende AKP-aanhangers de confrontatie met activisten die protesteerden tegen het kusverbod (!) op perrons in de metro van de Turkse hoofdstad.

Dit soort berichten doen vrezen voor een terugkeer van de situatie eind jaren zeventig, toen het politieke geweld de straat beheerste en Turkije zich in een staat van burgeroorlog bevond. De staatsgreep van 1980 was daar het directe gevolg van.

Het Hubris-syndroom

Erdogan gedraagt zich steeds merkwaardiger – en dan heb ik het niet over zijn vreemde kledingkeuze tijdens partijbijeenkomsten. Terwijl zijn gezicht en lichaamshouding een snelle veroudering verraden, verrast hij zo nu en dan met plotselinge vlagen van energie. Hij wordt ook slordig. Tijdens een toespraak verleden week voor een miljoen AKP-aanhangers in Istanbul vergiste hij zich in het aantal maanden dat Turkije nog scheidt van de lokale verkiezingen volgend jaar. Simpele vergissing die andere politici simpelweg toegegeven hadden. Erdogan niet. Nadat iemand in het publiek hem corrigeerde bleef hij zijn gelijk hardnekkig volhouden.

Volgens de Britse neuropsycholoog Ian Robertson lijdt de premier aan de onvermijdelijke gevolgen van meer dan tien jaar macht. Robertson vergelijkt de chemische gevolgen daarvan op de hersenen met het effect van cocaïne. Dat kan positieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld meer daadkracht. Daar staan negatieve karakterveranderingen tegenover, zoals toegenomen egocentrisme en verminderde zelfkritiek. Een politiek leider die te lang teveel macht heeft zal geagiteerd op kritiek en protest gaan reageren, tegenstrijdige uitlatingen doen en een verminderd beoordelingsvermogen hebben.

Robertson benadrukt dat niemand na tien jaar immuun is tegen de negatieve gevolgen van veel macht. Om die reden stellen veel landen tien jaar als maximale regeringstermijn voor een premier of president. Overigens kennen de statuten van Erdogans AKP een limiet van drie achtereenvolgende premierschappen.

Erdogan toont volgens Robertson symptomen van wat de voormalige Britse minister van Buitenlandse Zaken David Owen het Hubris-syndroom noemde (hubris, of hybris, is Grieks voor extreme trots, of arrogantie). Symptomen als narcisme, het gelijkstellen van het nationale en het persoonlijke belang, alsmede de neiging om minder verantwoordelijkheid af te willen leggen tegenover wereldse politiek dan ten aanzien van God of de geschiedenis. Daarnaast noemde Owen een verminderde greep op de werkelijkheid als symptoom van het Hubris-syndroom. 

Het enige dat je tegen Robertsons diagnose in kunt brengen is dat Erdogan niet alleen de laatste jaren, maar al veel langer aan dergelijke symptomen lijdt. Dat ze zich de laatste tijd meer afgetekend manifesteren is daarentegen een onmiskenbaar feit.       

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, uitgeverij EPO, Antwerpen)

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!