Dirk Tieleman fileert en ontluistert ‘operatie kelk’

woensdag 16 november 2011 00:57
Spread the love

De opzet, kommer en kwel van “operatie kelk”

Het boek Operatie Kelk, hoe het pedofilieschandaal in de Belgische kerk losbarste, Dirk Tieleman, Van Halewijck, 2011 is op 29/10/2011 verschenen en lag op de boekenbeurs ter ondertekening, naast het tafeltje met het boek van Peter De Waele. Hieronder een korte impressie.

Het is merkwaardig dat weken na de publicatie van het opmerkelijke boek van Dirk Tieleman nog geen enkele commentaar of bespreking is verschenen in de media. Het is alsof niet alleen de omerta van toepassing is op wat de samenleving, journalistiek, hoofdrolspelers vooralsnog niet willen horen maar ook de schaamte omwille van wat aangetoond en ontsluierd wordt in het boek. Alsof nu ook de (onderzoeks)journalist van “operatie kelk” moet verzwegen worden.

De ontluistering van de hoofdrolspelers in “operatie kelk” bij de inbeslagnames wordt door Tieleman blad na blad, interview na interview, als in een triller uit de doeken gedaan. Ook al wordt niet ingegaan op het 2de trauma dat de slachtoffers door de inbeslagname ondergingen, de ontmaskering van de dubieuze en onwettelijke opzet van “operatie kelk” in z’n geheel en al z’n delen zoals in het boek duidelijk wordt, biedt hen al heel wat soelaas.

De lezing van het boek is essentieel voor de meningsvorming over “operatie kelk” en de vonnissen die nog in voorbereiding zijn, ondermeer op 29 november 2011 om 14h, voor de 3de keer door de Kamer van Inbeschuldigingstelling (KIB) te Brussel.

12 Uittreksels uit het boek met telkens een korte bedenking

Hier volgen enkele uittreksels uit een sterk staaltje onderzoeksjournalistiek waarmee Dirk Tieleman al z’n jongere collega’s het nakijken geeft. Het is een excellent document dat voor het eerst de natte dweilen die over het operatie kelk hangen uitwringt en met een vas et viens naar Devillé, Van Steenbrugge, Godelieve Halsberghe en Adriaenssens, soms tot 3 maal toe en een uitstapje naar Audenaert, Torfs, Berkvens en Mettepenningen. Het verschaft verregaande klaarheid over opzet, werkwijze, gevolgen en misleidingen van operatie kelk. De vraag van Adriaenssens, “Door wie is onderzoeksrechter De Troy misleid”, op VTM 27/08/2010 na de 1ste KIB van 16/08/2010 (zie http://www.youtube.com/watch?v=5gT4Rp8BRTI) kan omgedraaid, “Wie werden en worden misleid door De Waele, Audenaert, Bulthe, De Troy, Halsberghe, Devillé en Van Steenbrugge”. Dirk Tieleman licht niet alleen het tipje maar vrijwel de gehele sluier op.

De methode Tieleman

De gebruikte methode van Tieleman is nauwgezet en voorbeeldig. Hij laat elke spilfiguur het zijne/hare zeggen, en laat ook een wederwoord formuleren op het reeds gezegde. Het terug aan de orde brengen van reeds door het gerecht gevonniste zaken en de weerstand tegen het onderzoek van het onderzoek moet men er bijnemen, maar elk interview legt ongekende elementen bloot die toelaten de opzet en doel van “operatie kelk” beter te begrijpen en de stukjes van puzzel voor het eerst in goede orde samen te leggen.

1. Het vreemd gevoel en de ingeving van Godelieve Halsberghe

Godelieve Halsberghe: “We gingen toen naar de kathedraal, daalden af in de crypte en liepen rond de graven. De kardinaal deed heel eigenaardig. Hij heeft toen ook iets gezegd over een geheime plek in de crypte van de kathedraal waar dos­siers worden bewaard, maar ik ben vergeten wat hij precies zei. Wat ik wel nog weet, is dat ik een heel vreemd gevoel kreeg, een vermoeden dat daar wel eens pedofiliedossiers verborgen zouden kunnen zijn. Een ingeving was het. Ik heb dat dan later gemeld aan hoofdinspecteur Peter De Waele van de pedofiliecel van de Brusselse gerechtelijke politie. Naar men mij achteraf heeft ge­zegd, waren de huiszoekingen van 24 juni 2010 in de kathedraal en op het aartsbisdom gebaseerd op mijn vermoedens over de aanwezigheid van geheime documenten in de crypte.”(p. 70-71)

Dirk Tieleman: “Dit is paranoia. Dit zijn waanideeën. Ik bezie de taaie vrouw met deernis. Ze is ontgoocheld. Ze is boos.” (p. 71)

Bedenking: Godelieve Haslberghe heeft nooit de intentie gehad dat haar verklaring over de crypte aanleiding zou zijn voor de inbeslagnames op 24/06/2010. Ook niet de overdracht van haar dossiers die zij op 9/06/2010 verklaarde te willen doen. In het PV van 21/06/2010 staat dat ze op 18/06/2010 hierop terugkwam en ook de 2 op 09/06/2010 bijkomend overhandigde dossiers terugwilde, omdat zij de privacy van  de slachtoffers wilde respecteren. Zij verklaart ook dat de politieofficier aan wie zij op 9 en 18 juni de crypteverklaring aflegde Peter Dewaele was.

2. De misleiding van de 1ste saisine waaraan het essentiële PV ontbreekt

Glenn Audenaert:Aan de telefoon zei De Waele me dat er twee sets lijvige dossiers waren. Ik heb hem gezegd dat hij per dossier een proces-verbaal moest opstellen, gericht aan de procureur des Konings, met een verslag, waarin hij uitlegde hoe die dossiers bij ons waren beland. Dat gebeurde onder artikel 29 van het strafwetboek, dat iedere ambtenaar en in het bijzonder ieder agent en officier van de ge­rechtelijke politie verplicht, indien hij drager is van elementen van misdrijven, dat onverwijld te melden aan de procureur. … In het gerechtelijk arrondissement Brussel is Bruno Bulthé de procureur des Konings. Hij heeft onmiddellijk op basis van de do­cumenten onderzoeksrechter Wim De Troy gevorderd, met een “saisine” die gaat over aanranding van de eerbaarheid en misbruik van minderjarigen en ook schuldig verzuim.” (p.106)

Bedenking: De twee sets lijvige dossiers waren 2 die Godelieve Halsberghe al op 9 juni 2010 had gebracht en deze die Rik Devillé op 16 juni 2010 naar Brussel had gebracht. In het boek wordt uitvoerig over de ‘gewetensbezwaren’ van Rik Devillé bericht. De 1ste saisine van 21 juni 2010 heeft volgens Audenaert de dossiers Devillé als basis, maar in de vonnissen van de KIB van 9/09 en 22/12/2010 zijn het enkel de PV’s van 9 en 21 juni 2010 met de verklaringen van Halsberghe die aan de 1ste saisine werden gehecht, en niet het PV van de overdracht van de dossiers door Devillé van 16/06/2010. Glenn Audenaert verwart ook de 1ste en 2de saisine, want de saisine schuldig verzuim is pas op 25 juni 2010 geschreven, dus een dag na de huiszoekingen, hetgeen trouwens gans het onderzoek naar schuldig verzuim op de helling zet. Het PV met de overdracht dossiers van Rik Devillé van 16 juni 2010 wordt wel aan de 2de saisine van 25/O6 gehecht, alsof men dan pas beseft dat men er een hutsekluts van gemaakt heeft en geen enkel rechtsfrond had voor de inbeslagnames van 24/06.

3. Audenaert neemt de leiding om de “zielenood” van Deville en Halsberghe te lenigen

Glenn Audenaert: “... ik kreeg telefoon …dat hoofdinspecteur Peter De Waele van de cel pedofilie meldde dat zowel priester Devillé als mevrouw Halsberghe een aantal dos­siers had gebracht, met de melding dat daar mogelijk misdrijven in zaten. Ik heb onmiddellijk gezegd dat ik in die zaak de leiding zou overnemen en ik heb mij in verbinding gesteld met Peter De Waele. Hij wist mij te zeggen dat hij … gecontacteerd was, eerst door priester Devillé en daarna door mevrouw Halsberghe. Zij vroegen hem of ze met hun zogenaam­de “zielennood” naar hier konden komen. Op zo’n verzoek zijn we als politiedienst natuurlijk te allen tijde verplicht in te gaan.’ (p.105)

Bedenking: Op een ogenblik dat Rik Devillé afspraken gemaakt had met Peter Adriaenssens geeft Devillé aan de politie en het parket in Brussel het ‘materiaal’ dat tot de inbeslagnames zal leiden en tot de liquidatie van de Commissie Adriaenssens. De afspraak met Adriaenssens betrof de overdracht van z’n dossiers door de Commissie Adriaenssens, de reconstructie van het bezoek aan Danneels van 2000 met de 20 slachtoffers dat was vastgelegd op 27/07/22010 en het vrijmaken van 3 personen voor opvolging van al zijn dossiers.
 
4. “Operatie Kelk” had de inbeslagname van de 475 Adriaenssensdossiers tot doel

Dirk Tieleman:Glenn Audenaert laat er geen twijfel over bestaan dat de aanleiding tot de huiszoeking niet een verwarde verklaring van Halsberghe is, maar wel degelijk de 494 (sic) dossiers van Rik Devillé, de 33 van Halsberghe, en ook de 475 van Adriaenssens.” (p. 108)

Bedenking: In de argumentatie tot geldig verklaring van de inbeslagnames bij aartsbisdom en Danneels door het kantoor Van Steenbrugge voor de KIB van 24/10/2010 werd gesteld dat De Troy terecht tot inbeslagnames op het aartsbisdom en Danneels kon overgaan op basis van de verklaring van Halsberghe over de crypte omdat hij niets gevonden had in de crypte. Volgens Van Steenbrugge was er dus geen sprake van voorafgaande planning van alle inbeslagnames. Uit de verklaring van De Troy, opgenomen in de besluiten van het aartsbisdom bleek evenwel al dat alle inbeslagnames gelijktijdig gepland waren en uitgevoerd. In het boek van Tieleman verklaart Audenaert dat zij voor de inbeslagname op 24/06/2010 Google Earth hebben geraadpleegd en met een helikopter luchtfoto’s hebben gemaakt van het aartsbisdom om de huiszoeking voor te bereiden. Het is verwonderlijk dat Van Steenbrugge, die toch toegang tot het gehele strafdossier gehad heeft, hieruit niet de essentiële informatie heeft geput of meegedeeld aan de slachtoffers dat het een gecoördineerde actie van het parket in Brussel betrof dat in aanzet de inbeslagname van de 475 slachtofferdossiers viseerde.

5. Het ‘verraad’ van Devillé, de échte breuk tussen Devillé en Adriaenssens

Peter Adriaenssens:” … Er was wel een ontmoeting gepland met een groep van een twintigtal mensen die ooit door de kardi­naal waren ontvangen, maar dat is niet gebeurd omdat een paar dagen voor de afspraak de huiszoekingen plaatshadden. Daar kwam bij dat hij mij kort tevoren een mail had gestuurd met de melding dat hij al zijn dossiers had overhandigd aan Peter De Waele van de pedofiliecel van de Brusselse gerechtelijke po­litie. Hij had dat gedaan één week voor de inbeslagname van al onze dossiers. Niemand in de commissie heeft ooit gedacht dat het ene een gevolg was van het andere, maar misschien waren wij toch wel erg naïef. … In elk geval was de overdracht van de 494 (sic) dossiers van Devillé aan justitie een week voordien de echte breuk tussen ons (Rik Deville en Adriaenssens, nvdr). Ik begreep dat niet. Ik ben er zeker van dat hij niet aan alle slachtoffers de toestemming had gevraagd. Ik vond dat niet correct.’ (p. 91)

Bedenking: Juist omwille van het vertrouwen dat de kerkelijke maar onafhankelijk werkende Commissie Adriaenssens hen inboezemde hebben 475 slachtoffers van seksueel misbruik zich gemeld, iets wat voordien door geen enkele instantie of gerecht was bereikt. Op dat ogenblik komt een samenspel op gang tussen Rik Devillé, Peter Dewaele en het parket van Brussel dat tot de inbeslagname van de Adriaenssens-dossiers leidt. Tegen deze achtergrond is het alsof de gemaakte afspraken tussen Devillé en Adriaenssens een afleidingsmanoeuvre zijn om geen argwaan te wekken.

6. Overdracht dossiers: “Er moet eindelijk recht geschieden voor de slachtoffers”

Rik Devillé:Ik vroeg om een afspraak. Ik wou hem (Peter Dewaele, nvdr) de twintig dossiers doorgeven die ik met de slachtoffers had afgetoetst. Dat waren de twintig van Danneels… De Waele nodigde me uit op zijn kantoor … Hij vroeg me wel om alle dossiers die ik had mee te brengen. Toen ik hem zei dat ik pakken dossiers had, stelde hij voor mij te komen halen en ook terug te brengen. Toen ik daar aankwam, was er gelukkig geen pers. Ik had dat niet graag want hoe zou dat weeral niet worden geïnterpreteerd? … Het compromis was dat de dossiers niet letterlijk in beslag wer­den genomen, maar gekopieerd, wat op hetzelfde neerkwam. Na twee dagen zou ik ze terugkrijgen. Ik heb daarmee ingestemd. Ik had daar geen bezwaar tegen. Mijn punt was dat de verhalen van de slachtoffers niet aan de openbaarheid mochten worden prijs­gegeven en vielen onder het beroepsgeheim van de onderzoekers en de magistraten. Ik vond het met andere woorden goed dat ze in handen kwamen van het gerecht en ik vind dat nog steeds. Er moet eindelijk recht geschieden voor de slachtoffers.‘ (pp 94-95-96)
 
Bedenking: De laatste zin komt ook letterlijk terug in de mail die Rik Devillé schreef naar de leden van de Werkgroep Mensenrechten in de kerk de dag van de overdracht van dossiers op 16/06/2010. Misschien was het een doorn in de ogen van Rik Devillé dat de Commissie Adriaenssens niet alleen (ook) het vertrouwen van honderden slachtoffers genoot maar ook tot confrontatie met de daders overging. Zoals Adriaenssens in het boek van Tieleman verklaart bekenden de daders in de grote meerderheid van de gevallen, iets dat in een juridische omgeving nooit het geval is. Het stopzetten van deze daderconfrontatie is uiteindelijk een vrijbrief geworden voor honderden daders die door de inbeslagname van de Adriaenssens-dossiers ongemoeid gelaten worden. Het is zelfs onmogelijk om terug in te pikken waar de draad is verbroken doordat elk spoor door de inbeslagname vernietigd is en het gerecht zelf niets kan doen bij verjaarde dossiers. Hoe anders in Nederland waar 1000 daders door de kerkelijke en onafhankelijk werkende commissie Deetman, zijn geïdentificeerd, Commissie Deetman die toegang gekregen  heeft tot alle relevante dossiers van het openbaar ministerie (zie bijlage onderaan).

7. Criminal Crime Unit en de de verklaring van Halsberghe: zo dun als water

Peter Adriaenssens: “Ik wist absoluut niet op welke grond de inbeslagname ge­beurde. Ik heb er wel naar gevraagd tijdens mijn verhoor, maar ik mocht het niet weten. Ik veronderstelde dan maar dat er iemand klacht tegen me had ingediend omdat ik dubbel spel speelde of een geheim akkoord had met de kardinaal en dat daarom de slachtoffers moesten worden beschermd tegen mijn commissie. In dat licht kon ik begrijpen dat de Criminal Crime Unit al mijn e-mails over al die jaren heeft afgetapt om te zien of ik contacten had, maar als ik dan achteraf uit de media moet horen dat de in­beslagnames zijn gebeurd op basis van de getuigenissen van me­vrouw Halsberghe, ja, dan snap ik het niet. Als dat de enige basis is, dan is dat zo dun als water.” (p. 100)

Bedenking: Niet alleen alle archieven van jaren werk voor kinderen bij het Vertrouwenscentrum in Leuven werden in beslaggenomen, ook de e-mail van Peter Adriaenssens werd door de Criminal Crime Unit over langere periode onderzocht, een bangelijke vaststelling. Ook al is Halsberghe voor de saisines van Bulthé, de KIB en het Hof Van Cassatie de sleutel, daar is dus allemaal niets van aan. Het is Audenaert, directeur van de gerechtelijke politie in Brussel die na de overdracht door Devillé van al z’n dossiers de “leiding van het onderzoek” heeft overgenomen en deze, volgens zijn eigen zeggen, als basis gebruikt heeft om de tot de inbeslagnames in de Sint Romboutskathedraal, het aartsbisdom, Danneels en in Leuven over te gaan. Zaak is dat vooralsnog deze werkwijze niet in de gerechtelijke dossiers en de saisines terug te vinden is. Daarvoor moest de mist gespoten van het crypteverhaal en moesten ook de inbeslagnames bij het aartsbisdom en Danneels opgezet om het echte doel, de inbeslagnames van de 475 Adriaenssens-dossiers af te dekken. Hiermee is de sluier rond “operatie kelk” weggenomen en vallen alle stukjes van de puzzel ineen. Rik Deville kan dan ook terecht en met fierheid zijn verhaal doen aan Dirk Tieleman.

8. Rik Devillé: “Het zijn mijn dossiers die aan de basis liggen van de huiszoekingen

Rik Devillé:  ‘Het waren ook mijn dossiers die de zaak aan het rollen hebben gebracht, en niet de prietpraat van Halsberghe over de geheime documenten in de crypte van Sint-Rombouts. Halsberghe is oud en herinnert zich niet meer zo goed wat ze allemaal heeft meege­maakt. Ze is ook heel erg gefrustreerd. Haar verhalen zijn vaak heel onsamenhangend. Over de geheime dossiers in de crypte van de Sint-Romboutskathedraal dist ze steeds weer nieuwe versies op. Wellicht daarom heeft de politie het verhaal geklas­seerd onder verdachte handelingen en niet onder zedenzaken. Aanvankelijk werd onderzoeksrechter De Troy enkel gevorderd voor een huiszoeking in het Rijksarchief, waar ze haar dossiers had ondergebracht. Pas later heeft hij beslist ook huiszoekingen te doen in Mechelen en Leuven. Het zijn mijn dossiers die aan de basis liggen van die huiszoekingen.(p. 95)

Dirk Tieleman: “Rik Devillé heeft een bocht gemaakt van 180°. Na achttien jaar strijd voor een menselijker lot van de slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk, staat hij nu aan de andere kant. Hij heeft zich verzoend met justitie. Hij is nu de objectieve bondgenoot van het parket.” (p. 127)

Bedenking 1: Door de overdracht van de Devillé-dossiers was het lot van de 475 slachtoffers bezegeld. Hun vertrouwelijke melding aan een psychiater, voorzitter van de commissie Adriaenssens werd geschonden. Het gerecht zou z’n werk doen, en alleen het gerecht. Het parket van Brussel dat zich beroept op de grootste know-how en expertise van opvang, begeleiding en hulp van slachtoffers van seksueel misbruik, nam het aanbod van Devillé in dank aan, en bezorgde met de inbeslagname een nooit geziene uppercut aan de 475 slachtoffers, zonder compassie, zonder contact met hen op te nemen, zonder een perspectief op opvolging, zelfs zonder één juridische actie, een uitzondering niet te na gesproken. Na de schande van het seksueel misbruik, de schande van de beroving van slachtoffers van hun eerste spreken over het misbruik.

Bedenking 2. En gans de samenleving, de politiek, het gerecht, de media, de advocatuur, de hulpverlening, de liga van de rechten van de mens, de privacycommissie sloten de ogen en lieten deze 475, en al de anderen die nog van plan waren te spreken in de steek. De omerta was opnieuw ingesteld, de paranoia van een allesvernietigend onderzoek zou de kerk als enige zondebok aanduiden en ontmaskeren. Eindelijk zou recht geschieden, door opnieuw onrecht te doen aan de slachtoffers. Enkel het parket-generaal van Brussel had het lot en de gevoelens van de slachtoffers voor ogen en kwam in actie. Zij bekwamen voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling de nietigverklaring van de inbeslagname van de slachtofferdossiers (zie ook infra). Dat is het enige soelaas dat deze slachtoffers tot nog toe gehad hebben.  Het hing opnieuw van elk van de 475 af of er juridisch gevolg zou komen. Ook al waren 150 van de 475 Adriaenssens-dossiers daar in aanzet toe bereid (cfr verklaring Adriaenssens in het boek van Tieleman) toch zijn er maar 10 die deze stappen gezet hebben. Dat is de echte ramp van de inbeslagname, geen gerechtelijk gevolg maar vooral ook een vrijbrief voor honderden daders.

9. Toegang tot het volledige dossier “operatie kelk”  voor Van Steenbrugge-Mussche

Van Steenbrugge en Mussche: … Daardoor kregen we het recht om in naam van de slachtoffers hun dossiers in te kijken, die na de huiszoekin­gen opgestapeld lagen in de politietoren in Sint-Joost-ten-Node. Onderzoeksrechter De Troy gaf ons de toestemming en we heb­ben vier mensen aan het werk gezet die fulltime uit de dossiers hebben zitten dicteren in een mp3-recorder. We zijn vooral geïn­teresseerd in de dossiers die bij de huiszoekingen in het aartsbis­dom in Mechelen in beslag zijn genomen … We zijn er toen van uitgegaan dat de dossiers die bij de commissie-Adriaenssens in Leuven in beslag waren ge­nomen dubbel liepen met die van Devillé en dat we ze bij hem thuis konden recupereren.’ (p. 113)

Bedenking: Dat het vooral de dossiers aartsbisdom en Danneels waren die de aandacht van Vansteenbrugge en co droegen is te begrijpen. Voor de dossiers van de Commissie Adriaenssens gaat Van Steenbrugge er zogezegd van uit dat die de zelfde personen betreft als de 300 dossiers Devillé. Die van Devillé zelf waren gewoon op te pikken, alsof, al deze 300 akkoord waren dat een advocaat deze, zonder hun goedkeuring mochten inkijken. Of was het feit dat deze dossiers al door Devillé waren overgedragen voldoende om ze ook bloot te geven aan een advocaat.

10. De kaakslag aan de slachtoffers wordt een kaakslag voor de rechtstaat

Van Steenbrugge en Mussche: “In die strijd zijn het hoofd van de Brusselse federale politie Glenn Audenaert, procureur Bruno Bulthé, onderzoeksrechter Wim De Troy, de mannen op het ter­rein onze bondgenoten. Het parket-generaal is dat zeker niet. Ik heb nooit een parket-generaal zo partijdig en ongegeneerd gewe­ten. Het heeft geplooid voor het instituut Kerk.’ ‘Op de afloop hebben we geen zicht. … Op 22 december 2010 zijn de huiszoekingen in cassatie opnieuw rechtsgeldig verklaard, behalve die bij de commissie-Adriaenssens. Nadien, op 5 april 2011, is ook weer die beslissing tenietgedaan. Het blijft knokken, maar maak je niet ongerust. We zullen blijven schieten op alles wat beweegt en wat niet correct is …We zullen in alle mogelijke programma’s op radio en tv en in de kranten blijven uitleggen waar het op staat en dat deze gang van zaken een kaakslag is voor de rechtsstaat.’” (p. 115-116)

Bedenking: Best niet te vergeten dat op 24 juni 2010 ’s avonds een PV werd opgemaakt met een klacht tegen de commissie Adriaenssens én tegen de inbeslagname van m’n dossier door De Troy, klacht die langs het parket-generaal van Antwerpen naar dat van Brussel is doorgegeven en die mede aanleiding gegeven heeft tot het onderzoek van het onderzoek dat bij Van Steenbrugge zoveel kwaad bloed zet. “Ik vroeg me af of we nog in een rechtsstaat leefden of bij de Zoeloes waren beland” (p. 112) zo fulmineert Van Steenbrugge alsof de Zoeloes in Zuid-Afrika niet in een rechtsstaat leven. Het parket-generaal van Brussel heeft, in tegenstelling tot waar Van Steenbrugge zich over opjaagt, een voorbeeldige rol gespeeld in de erkenning van de rechten van het slachtoffer. Hun vordering dat de inbeslagnames onwettig waren werd door 2 anders samengestelde KIB’s gevolgd, ook al hebben Van Steenbrugge en Mussche alles in het werk gesteld om de geldigheid van de inbeslagnames van de slachtofferdossiers te bepleiten. Het is trouwens het parket-generaal van Brussel dat de opvolging van de slachtofferbejeging kreeg toegewezen in de werkverdeling tussen de verschillend parketten-generaal. Dat hebben zij niet alleen theoretisch maar ook ter dege ter harte genomen in het onderzoek naar “operatie kelk”. Het is aan de KIB op 29 november om dit, vanuit het slachtofferoogpunt, te bezegelen door de nietigverklaring van de gehele operatie kelk. In het boek van Dirk Tieleman worden hiervoor de essentiële argumenten in alle helderheid aangedragen. Hopelijk komt dit boek nog tijdig onder ogen van wie recht moeten spreken over “operatie kelk”.

11. De onverdraaglijke inkijk van Van Steenbrugge/Mussche in alle slachtofferdossiers

Rik Devillé: “Onze samenwerking (met Van Steenbrugge en Mussche, nvdr) is zeer intens. Toen Mussche in de politietoren in Sint-Joost-ten-Node de dossiers aan het inkijken was, belde ze mij met de vraag of ik nog kopieën had van mijn dos­siers. Ze waren druk bezig met het inkijken en kopiëren van de dossiers van Adriaenssens en van het aartsbisdom, die belangrijk waren voor hun class action en hadden tijd te kort. Ze vroeg of ze mijn dossiers hier thuis kon inkijken. En tussen de lijnen door zei ze dat ze verrast was over de ordentelijke manier waarop ik mijn dossiers had opgevolgd. Dat was de eerste keer in mijn leven dat ik dat hoorde. Eindelijk eens een positief geluid.” (p.129)

Bedenking: Het is met veel pijn en woede dat ik kennis neem van deze communicatie vanuit de politietoren tussen Mussche en Devillé waarin bevestigd wordt dat zij Adriaenssens-dossiers hebben doorgenomen. Hierbij is het voor Devillé duidelijk dat deze inkijk gebeurde om na te gaan wie eventueel nog in aanmerking kwam voor de class action. Het is niet uitgesloten dat hiertoe slachtoffers gecontacteerd zijn. Het is ook een ijselijke gedachte dat, ook al zijn de 475 Adriaenssensdossiers juridisch nietig verklaart, er een kopie of neerslag van bestaat bij de advocatengroep Van Steenbrugge/Mussche. Welke procedure kan ingesteld om deze gegevens te recupereren en te vernietigen?

12. Adriaenssens: “De overgrote massa van de slachtoffers heeft geen stem op dit ogenblik”.
 
Peter Adriaenssens: “Ik weet dat advocaat Van Steenbrugge in naam van zijn cli­ënten tegen hooggeplaatste geestelijken een globale vordering wil instellen wegens schuldig verzuim. Hij wil justitie een handje toesteken en zoekt gericht naar bewijsstukken om die stelling te staven. Hij heeft daarvoor gebruik gemaakt van zijn inzagerecht als pleiter van de slachtoffers. Hij heeft op de griffie met vier, vijf medewerkers dossiers doorzocht op zoek naar relevante informatie voor de verdediging. Ik vind dat prima, zolang hij dat doet op vraag van de slachtoffers. Ik heb het er moeilijk mee dat hij in zijn publieke verklaringen altijd spreekt over dé slachtoffers en niet duidelijk maakt dat hij maar vijf of hooguit tien procent vertegen­woordigt, zo’n 35 a 70 man, dat is geen 475. De overgrote massa van de slachtoffers heeft geen stem op dit ogenblik. Van Steenbrugge heeft in dossiers gesnuffeld van mensen die geen cliënt zijn bij hem. Dat is ethisch niet verantwoord. Het is onbegrijpelijk dat dit mag.” (pp. 132-133)

Bedenking: Voor België kan men uitgaan van een 1.000-tal meldingen van slachtoffers die aanwezig zijn in een 1.350-tal dossiers. In Nederland met 16 miljoen inwoners zijn er momenteel 2.250 meldingen, hetgeen een vergelijkbaar aantal is. Aan niet alle meldingen beantwoordt een klacht en niet alle klachten zullen leiden tot financiële compensaties.

De overgrote meerderheid van de slachtoffers heeft geen stem op dit ogenblik, zo stelt Adriaenssens. Die is hen op 24 juni 2010 ontnomen. De Waele, Audenaert, Bulthé en De Troy worden als bondgenoten beschouwd door Devillé, Van Steenbrugge en Mussche ook al zijn zij rechtstreeks of onrechtstreeks verantwoordelijk voor het monddood maken van de 475 slachtoffers en het stoppen van de daderconfrontatie en sanctionering alsmede voor de schending van de 475 slachttofferdossiers toen ze nog niet vernietigd waren.

Zien wat de 3de KIB te Brussel op 29 november 2011 om 14h zal vonnissen over de ongelijke bejegening van de burgerlijke partijen waarbij de ene wel (Van Steenbrugge en Mussche) en de andere niet het strafdossier heeft mogen inkijken.
 
Jan Hertogen, 1 van de 475

Bijlage: Duizend daders van seksueel misbruik bij commissie Deetman in Nederland

Overgenomen van www.kerknet.be – De commissie-Deetman, die het seksueel misbruik binnen de katholieke Kerk in Nederland onderzoekt, heeft een lijst van duizend mogelijke daders van seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke Kerk. Dat maakte voorzitter Wim Deetman bekend. De lijst werd samengesteld op basis van de tweeduizend meldingen die bij de commissie zijn binnengekomen. In het programma ‘Kruispunt TV’ roept Deetman daders van seksueel misbruik op zich te melden. De geestelijken krijgen volgens hem zo de kans om in het reine te komen met hun verleden. Als ze dat niet binnen anderhalve maand doen, gaat de commissie ze alsnog zelf benaderen.

Bisdommen, ordes en congregaties in Nederland stelden alle archieven, ook de geheime, open voor de onderzoekers van de commissie-Deetman. Daarnaast kreeg de commissie ook toegang tot de archieven van het Openbaar Ministerie, omdat ook de manier waarop het OM met meldingen van seksueel misbruik omging onderdeel is van het onderzoek. Voorzitter Wim Deetman constateert op basis van het onderzoek dat slachtoffers niet altijd zwegen, maar dat ze vaak hun hoofd hebben gestoten en niet alleen bij de Kerk. “Ze zijn tegen een muur opgelopen en daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Daar heb ik nu geen waardeoordeel over, maar dat moeten we wel onderkennen.” Eind 2011 wordt een alomvattend eindrapport van de commissie gepubliceerd. (Zie www.onderzoekrk.nl)

take down
the paywall
steun ons nu!