Hoe Reyers Laat Mandela herdacht
Zuid-Afrika, VRT, De Morgen, Nelson Mandela, Tweede Wereldoorlog, Verzetstrijder, African National Congress (ANC), Bevrijdingsstrijd, Reyers Laat -

Hoe Reyers Laat Mandela herdacht

zondag 12 januari 2014 22:00
Spread the love

Vreemde manier. “Schandalig”, zeggen mijn kinderen. Een Vlaming in het buitenland schrok van “de verrechtsing van de VRT”. Reyers Laat nodigde me uit om Mandela te herdenken op 10 December 2013. Met schrikwekkende oude oorlogsbeelden als illustratie en hengelen naar emotie en sensatie. Een maand later begint de rook rond de wrakken in mijn hoofd op te trekken. Een verslag met achtergrond en vragen.

21/22 Mei 1983. “Ik zit het hele weekend aan het televisiescherm gekluisterd, de kinderen denken dat ik ontzet ben door die verschrikkelijke beelden, ze is weer eens té emotioneel, hun moeder. ‘Kom mee, mama, dat is niet goed voor je,’ zegt mijn wijze tienerdochter. Maar ik kan er niet van loskomen, er woedt een storm van binnen. Waar zijn we mee bezig? Wat betekent dit?”

23 mei 1983. “Mijn sprakeloze verbijstering gedurende twee dagen staren naar het televisiescherm is omgeslagen in grimmige vastberadenheid. Misschien hebben we ons deze keer vergist, hadden we voorzichtiger moeten zijn; ik weet nog niet wat te denken, heb nog met niemand gesproken. Maar de vergelding van de Zuid-Afrikaanse luchtmacht die ochtend is van een ander kaliber. Bommen gooien op burgers in een buurland die er helemaal niets mee te maken hadden, dat is écht terreur. Het is een luchtaanval in blinde woede door een overmachtige, immorele staat die zich zelfs nooit zou afvragen of hij niet voorzichtiger had moeten zijn. Er moet een einde komen aan deze waanzin, koste wat het kost.”

Dit stond in een artikel van het weekblad Humo van 10 december 2013.[1] Het vervolg kwam in het volgende nummer:[2]

De autobom die op 20 mei 1983 in de Kerkstraat in Pretoria een enorm bloedbad heeft aangericht woelt diep in mijn leven. Ik heb de bom afgeleverd, en word sindsdien met een afzichtelijke vrouw in de spiegel geconfronteerd.

Johannesburg 1985/86, in eenzame opsluiting bij de Veiligheidspolitie van de apartheid op het John Vorsterplein. “De beelden van het slagveld in de Kerkstraat hebben me nooit losgelaten; daar alleen in mijn cel worden ze een obsessie. Ze hebben gemerkt dat ik het er moeilijk mee heb, en dus geven ze gezichten aan ‘mijn’ slachtoffers. Mijn onderzoeksofficier, Nick Deetlefs, probeert uit wat hij kan bereiken door me vriendelijk te benaderen. Met een smartelijk gezicht…

De Humo van 10 december hadden Lieven Van Gils en de medewerkers van het Canvas programma Reyers Laat die ochtend gelezen. Dit is het eerste deel van een korte bewerkte versie in twee delen van wat ik sinds 2001 duizelig, met grote moeite op papier heb gezet en uiteindelijk beschikbaar gemaakt voor publicatie, omdat ik vind dat over deze zaken gepraat moet worden.[3]

Had ik gelijk? Een vriend uit die tijd zei na Reyers Laat gezien te hebben: neen, je had er nooit over moeten praten of schrijven. Dat is ook wat mijn kameraden doen evenals veruit de meeste oud-verzetsstrijders overal, ook die van 1940-‘44 hier. Het is te pijnlijk voor henzelf en zoals ik schrijf: “Moet ik zelf nog over deze zaken praten nu ze voorbij zijn? Die lelijke vrouw in de spiegel zou voor anderen wel eens het portret van mij kunnen worden dat blijft hangen”. (Humo 17/12/2013)

Pseudoscoop

Wetend dat ik een manuscript had liggen, overtuigde journalist en vriend Mark Schaevers me om mijn eigen verhaal te publiceren naar aanleiding van een pseudoscoop die De Morgen op 29 juni jl. presteerde compleet met bloedige foto: “Belgische biecht na 30 jaar rol in bloedige ANC-aanslag op”. [4] Dat was alles wat over bleef van een lang interview met de jonge journalist Jeroen De Preter over Mandela, de bevrijdingsstrijd en Zuid-Afrika. Ik neem aan dat De Preter te goeder trouw was. De titels en illustraties waren ook niet van hem (hij zei er niet van hebben kunnen slapen). Maar de oudere redacteurs en hoofdredactie van DM wisten wel degelijk dat het allerminst een ‘scoop’ was en ook dat die foto’s indertijd gebruikt werden door Protea en het Vlaams Blok, de Vlaamse voorstanders van de apartheid. Toch heb ik niets van hen gehoord.

De bevestiging van mijn rol bij de zogenaamde ‘Kerkstraatbom’ was bekend bij de media sinds mijn amnestie-aanvraag in 1997. Voordien was het apartheidspropaganda. In 1986 had hun Veiligheidspolitie wel verdenkingen maar onvoldoende bewijzen om me ervoor aan te klagen. Daarom moest ik amnestie aanvragen net als veel van mijn kameraden, want de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie moest ook de aanvallen van het ANC onderzoeken op de mensenrechten en het oorlogsrecht.

Mijn rol werd zeker hier in de media al vermeld naar aanleiding van de publieke hoorzitting van de Waarheidscommissie in mei 1998 waar alles in detail uit de doeken werd gedaan in het bijzijn van slachtoffers. In 2001, net voor de amnestie afkwam, sprak en schreef ik er voor het eerst zelf over in een interview en emotionele uitwisseling met journalist André Pretorius die in alle grote Afrikaner dagbladen verschenen in Zuid-Afrika. In juni 2003 schreef ik het ook zelf in de Humo in een stuk over mijn indrukken tijdens mijn eerste terugreis naar Zuid-Afrika. Sindsdien werd het in Belgische media soms vermeld als een bekend feit.[i]

Het was oorlog

Dus wat doet Reyers Laat op de dag van de grote herdenkingsdienst van Nelson Mandela in Johannesburg, die ik die middag met veel emotie had gevolgd? Hoe brengen ze de hulde aan Mandela waarvoor ik uitgenodigd was? Ze tonen enkele beelden van de toespraken in Johannesburg met in de studio de ANC-vlag als achtergrond. Ik maak van de gelegenheid gebruik om ook hulde te brengen aan andere leiders van Mandela’s kaliber en generatie: Oliver Tambo, Joe Slovo… En dan komt het: televisiebeelden van de Kerkstraat op 20 mei 1983. Ik staar voor me uit, wil die beelden van mijn nachtmerries niet wéér zien en denk: brengt de VRT zó hulde aan Mandela? De stem van Lieven Van Gils: “je kunt de stukken van de auto zien”. Ik kijk en denk: neen, die zijn niet van die auto, die had een andere kleur. Ik denk aan andere verschrikkelijke beelden wél van stukken van die wagen. Ik denk: wat denkt een Vlaams publiek anno 2014 bij zulke beelden?

Dan komen de vragen en ik ben niet snel en alert genoeg. Ik had moeten zeggen: “Ik antwoord hier niet op, ik kwam om hulde aan Mandela te brengen”. Of beter nog: “Ik speel dit spel niet mee”. Ik vergeet zelfs om te zeggen: “je kunt mijn verhaal lezen in de Humo van vandaag”. Ik blijf uiterlijk kalm met lach en glimlach zoals altijd in zulke situaties, zelfs onder ondervraging. Zo ben ik en het is meestal een goede manier om je emoties te verbergen en tijd te winnen. Maar deze keer ben ik er niet op voorbereid. Binnen in mij woelt vanalles, kriskras door elkaar. De woorden komen verward. “Daar zijn burgerslachtoffers bij gevallen” of zoiets zegt Van Gils. “Ja, uiteraard”, zeg ik. Ja, uiteraard weet ik dat.

Ik denk aan hoeveel moeite het ANC ‘normaal’ deed om burgerslachtoffers te vermijden, bijvoorbeeld door eerst een niet-dodelijk bommetje te plaatsen zodat de mensen zich verwijderden en dan pas de grote te laten ontploffen. Deze keer kon dat niet, want het was een aanval op ‘vijandelijke’ militairen. Het komt er zo uit: “… meer (burgerslachtoffers) dan normaal”.

Ik wil vertellen dat die bom o.a. een antwoord was op een nachtelijke raid van apartheidscommando’s in Maseru, de hoofdstad van Lesotho, in 1982 waarbij 42 ANC-ers en hun gezinnen en ook Lesotho burgers in hun slaap doodgeschoten werden. Ik denk aan de foto’s van het ANC zelf, de foto’s die te gruwelijk zijn voor publicatie, aan de getuigenverhalen toen ik even later zelf in Maseru was. Ik struikel over mijn woorden: het komt eruit alsof het ANC daar Zuid-Afrikaanse commando’s vermoord hadden. En die briefbom, de moord op Ruth First[5]

“Het was oorlog”, zeg ik. Zijn ze vergeten wat de apartheid was met hun ‘totale oorlog’ tegen het eigen volk en tot in Angola en Mozambique? Dat ze tot in Parijs, Londen en Brussel aanslagen pleegden tegen ANC-ers? Zijn ze vergeten hoe lang en hard Zuid-Afrikanen moesten vechten om zich te bevrijden?  Daar zijn die beelden van: het was oorlog en ik was soldaat. Wat méér te zeggen? Emoties en nachtmerries liggen veel te diep voor een praatje op een avondje gezellige TV. Gesproken woorden klinken vlug vals. Áls ze al komen… 

Spijt?

Enigszins opgelucht antwoord ik op een andere vraag, ik ben vergeten welke. Maar Van Gils heeft nog niet gedaan en komt erop terug. “Heb je spijt?” vraagt hij.

Spijt? Daar komt een ander beeld opwellen. In de cellen van de Veiligheidspolitie heb ik in januari ’86 plots een zware instorting, ik kan zelfs niet meer lopen. Alles wijst erop dat er de avond tevoren neurologisch gif in mijn eten gemengd was, maar dat weet ik pas later. Chemische marteling heet dat. Dan komt die Deetlefs, al meer dan zes maanden mijn voornaamste kwelgeest (zeg maar beul), in mijn ‘speciale cel’ – speciaal uitgerust voor psychologische marteling – om mijn doodzieke hoofd verder te bewerken. Het hoort allemaal bij hun kwelmethodes. Ik lig op een vilten mat op de betonnen vloer onder een grijze deken. Hij komt tegen me aan zitten en spreekt me zacht toe: “Het is God die je straft, Hélène. Je hebt toch spijt?”

Neen, geen spijt, geen schuld. Ik voel me verantwoordelijk, dat wél. Ik neem verantwoordelijkheid voor al mijn daden. Wat betekent spijt? Men hengelt er graag naar, ziet het graag. Maar ik weet het niet goed, zeker niet in een zo enorme, gevaarlijke, gewelddadige context als een bevrijdingsstrijd. En schuld? Ja, op mijn proces in 1986 gaf ik openlijk toe dat ik ‘schuldig’ was aan wat mij werd verweten: activiteiten voor het ANC met het doel om het apartheidsregime omver te werpen. Dat staat in mijn veroordeling voor hoogverraad. En hoewel die bom toen niet op de aanklacht stond, hoorde die daarbij. De ware schuldige was en blijft het apartheidsregime en het geweld tegen burgers en in de hele regio waarmee het zich in standhield. Anders was niets van dit alles gebeurd en had ik nooit met wapens te maken willen hebben.

Getuige twee sensationele tweets de volgende dag, was de VRT fier op de vertoning. Evenals een politiek commentator als Peter De Roover van de Vlaamse Volksbeweging die zich uitleefde op Doorbraak in de trant van Protea en het Vlaams Blok 25 jaar geleden en het “schitterende televisie” noemde.

Evenals andere acties waar ik direct of indirect bij betrokken was in vier jaar ondergronds werk, was de bom in de Kerkstraat op 20 mei 1983 legitiem in het kader van de verklaarde en erkende Zuid-Afrikaanse bevrijdingsoorlog. Het was een legitieme aanval op een militair doelwit, bevond de Waarheidscommissie in haar amnestierapport in 2001.[6] Zo zei ook een eerlijke soldaat van het andere kamp, Neville James Clarence[7], een luchtmachtofficier die bij de aanval blind was geworden, voor de Waarheidscommissie en opnieuw in Afrikaner dagbladen in 2001 in reactie op de stukken van André Pretorius en mezelf.

Die bom, de bloedigste en meest geruchtmakende van de gewapende strijd van het ANC, “trof de vijand van het ANC zwaar”, aldus de Waarheidscommissie. Het apartheidsregime evenals blanke intellectuelen, kerken en zakenlieden beseften toen wat het land te wachten stond tenzij ze bereid waren tot onderhandelen voor een niet-raciaal, democratisch bestel.

Mandela

Langzaam maar zeker kwamen de toenaderingspogingen, van de regering tot Nelson Mandela in de gevangenis en van groepen vooraanstaande blanken tot het ANC in ballingschap. Hoewel Mandela nog in de vroege jaren 1990, toen de onderhandelingen afbraken wegens dubbelspel van de laatste apartheidspresident F.W.de Klerk, het regime en de apartheidsgeneraals eraan moest herinneren dat een gewapende volksstrijd hen te wachten stond die ze nooit konden winnen. Tenzij onderhandelingen vlug vrede en democratie brachten. De vrede kwam in april 1994 met Mandela als eerste president.

Men vergeet graag dat Nelson Mandela de eerste bevelhebber van de gewapende strijd was. Dat was geen jeugdzonde. Samen met zijn kameraden van de toen jonge generatie van het ANC moest hij vanaf 1960 de grote omschakeling maken en naast vreedzaam volksprotest en pogingen tot dialoog tot geweld overgaan. Net als iedereen van Umkhonto [de gewapende tak van het ANC], toen en nadien, is hij met die vreselijke paradox geconfronteerd dat geweld nodig was om een einde te maken aan het geweld van de blanke staat tegen de zwarte bevolking.”(Humo 17/12/2013) Als ze gruwel wilden tonen, had de VRT dan niet beter ter gelegenheid van de herdenking van Mandela beelden kunnen tonen van het bloedbad van zwarte burgers in Sharpeville in 1960 dat hem met die paradox confronteerde en dreef tot gewapende strijd?

Over die paradox heb ik willen schrijven en praten. Dat heeft niets te maken met ‘spijt’ of ‘opbiechten’ (DM). Het is de paradox die verzetsstrijders tijdens de Tweede Wereldoorlog hier ook hebben gekend. Ik heb bijna vier lang jaar in de clandestiniteit dezelfde soort taken vervuld als verzetsstrijders hier. Ook zij hadden dit soort nachtmerries. Zoals ook piloten en andere soldaten nachtmerries hadden van wat hun bombardementen en artillerievuur aanrichtten in steden en dorpen. Het is geen toeval dat het Eerste Protocol van de Conventie van Genève gewapend verzet tegen bezetting, koloniale en racistische regimes op één lijn stelt en gelijkstelt met internationale gewapende conflicten. Met dezelfde regels van het oorlogsrecht.

Zelfde verzetspraktijk, zelfde nachtmerries als in ’40-‘44

Leven onder Nazi bezetting was vreselijk maar voor de gemiddelde burger nog altijd niet te vergelijken met leven onder de apartheid. De praktijk van het verzet was echter niet wezenlijk verschillend. In onze opleiding bestudeerden we tactieken en details van het verzet tegen de Nazi’s. De verzetsstrijd hier was heldhaftig, meestal efficiënt maar relatief kort en weinig gecoördineerd. Het gewapend verzet tegen de apartheid was daarentegen zeer lang en goed gecoördineerd. Het werd gevoerd door twee bevrijdingsbewegingen, het ANC en het Pan Africanist Congress PAC, die beiden oorlog verklaarden en een goed opgeleid guerrillaleger en expliciete, bekende strategieën hadden.

 Het ANC ondertekende de Conventie van Genève en het Protocol. Het bleef zeer terughoudend en voorzichtig in gewapende acties die altijd een specifiek politiek doel hadden. Daarom bestond er twijfel binnen het ANC over de ‘kerkstraatbom’ en trok voorzitter Tambo de autobom terug uit het arsenaal. Daarom ook was discipline, zich houden aan de regels, van het uiterste belang, vooral als jij of je eenheid, na ettelijke bewijzen dat je het vertrouwen waardig was, alleen opereerde en zekere initiatieven mocht nemen. Tegenover het staatsterrorisme en de immoraliteit van de apartheid wilde het ANC de verantwoordelijke partij zijn en de “morele hoogvlakte bezetten”.

Politieke moord was uitgesloten en werd beschouwd als politiek inefficiënt omdat een ander toch weer de plaats zou innemen. Aanvallen op banken om ons te financieren eveneens na een dergelijke aanval die ontaardde en burgerpersoneel het leven kostte. Als er geen andere oplossing was – zoals hen naar een ander land in de regio vervoeren waar ze gevangen werden gezet – werden wél verraders, apartheidsagenten en schadelijke collaborateurs onschadelijk gemaakt. Net als tijdens het verzet tegen de Nazi bezetter hier.

Evenals voor ons was de grote nachtmerrie voor de Belgische verzetsstrijders de burgerslachtoffers, hetzij bij hun acties, hetzij door de vijand in wraakacties of anderszins. Maar ik heb nog nooit gehoord dat men hier een verzetsstrijder op een publiek platform plots confronteerde met beelden van bloedige oorlogstaferelen waarbij hij of zij betrokken was – en die dus in zijn of haar geheugen gegrift staan. En men dan vroeg om ‘spijt’. Laat staan voor een publiek dat voor het merendeel allang geen weet meer heeft van wat zich in die tijd concreet afspeelde en zulke beelden met heel andere, eigentijdse situaties en angsten verbindt.

Ik weet niet wie in de VRT besloten heeft die beelden te vertonen of zelfs op dat onderwerp zonder overleg in te gaan. Moest ik het tevoren weten, dan was ik niet naar Brussel gekomen. Als herdenking van Mandela waren die beelden en nadruk al volkomen misplaatst. En het lijkt wel alsof oorlogsbeelden voor de programmamakers louter illustratie betekenen. Ik wil Lieven Van Gils niet beschuldigen; hij is een presentator, voorheen sportjournalist en blijkbaar niet tegen zulke onderwerpen opgewassen. Maar konden de verantwoordelijken van Reyers Laat en de VRT dit alles niet bedenken? Minstens achteraf?

Evenals de slachtoffers tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de dodelijke slachtoffers bij de ‘Kerkstraatbom’[8]– niet voor niets gevallen. Hun families, Neville Clarence en de andere zwaar- of lichtgewonden hebben niet voor niets geleden. Ook voor hen is de nachtmerrie voorbij. Ook zij kunnen nu vreedzaam samenleven in hun land, na meer dan drie eeuwen geweld en onderdrukking.

Hélène Passtoors

10 januari 2014


[1] http://www.humo.be/humo-archief/265966/helene-passtoors-blikt-terug-op-haar-dagen-als-soldaat-naast-mandela (alleen inleiding)

[2] Blijkbaar (nog?) niet beschikbaar op de website.

[3] Een volledige versie wordt in 2014 in het Engels gepubliceerd in Zuid-Afrika.

[4] http://www.demorgen.be/dm/nl/990/Buitenland/article/detail/1660458/2013/06/29/Belgische-biecht-30-jaar-later-rol-in-bloedige-ANC-aanslag-op.dhtml (Zonder de volledige tekst en foto’s van Weekendbijlage Reporter)

[5] De bom was ook een expliciet antwoord op de moord op de Zuid-Afrikaanse academica Ruth First, die in 1982 vermoord werd met een briefbom in haar kantoor dicht bij het mijne op de universiteit in Mozambique. En verder natuurlijk verbonden aan de oorlog in Angola en aanvallen op ANC-kampen daar.

[6]In januari 2001 komt de bevrijdende brief: amnestie is verleend.” “Het waarlijk bevrijdende moment komt pas wanneer ik het gemotiveerde amnestiebesluit van Rashid, de bevelvoerder, lees: De bom was een oorlogsdaad die de vijand van het ANC zwaar trof en een nieuwe fase van guerrilla-oorlogvoering inluidde. Hoewel de gevolgen gruwelijk en tragisch waren en veel onschuldige burgers werden getroffen, zijn wij, na zorgvuldige consideratie, overtuigd dat de wijze van uitvoering van de operatie niet onevenredig was met de beoogde politieke doelstelling […] dat het niet zo maar een daad van anarchie of terrorisme was.[…] Personeel van de veiligheidstroepen was altijd een doelwit van Umkhonto we Sizwe, wat betreft burgerslachtoffers werd de operatie tevoren goedgekeurd door het hoogste gezag van het ANC en het ANC verklaarde zich verantwoordelijk voor de bom kort na het feit.’ … Vrijgesproken dus. En wat ik nooit gedacht had: er komt een einde aan de nachtmerries die ik al die jaren tot dan nog gehad heb…” (Humo 17/12/2013).

[7] Zie TRC rapport http://sabctrc.saha.org.za/search.php?t=%2BChurch+%2BStreet+%2Bbombing%2C+%2BPretoria%2C+Neville%2BJames%2BClarence&tab=report&search.x=44&search.y=8&search=Search

[8] Waaronder volgens  de Waarheidscommissie “minstens” 11 luchtmachtofficieren en 2 ANC-ers (omdat de bom door een technisch probleem te vroeg afging en er daarom ook meer burgers rond het doelwit waren dan verwacht).


[i] Zie bijv. http://www.levif.be/info/actualite/international/helene-passtoors-on-n-a-pas-entendu-le-message-de-mandela/article-4000467626092.htm  

take down
the paywall
steun ons nu!