Protest, Internet, Activisme, Cyberactivisme, Netactivisme, Slacktivism -

Online activisme: enkel voor luieriken?

dinsdag 20 december 2011 19:19
Spread the love

Aanstaande donderdag leggen de syndicaten het land zo goed als plat, maar ondertussen ontstaan er op het internet allerlei tegenacties. De initiatiefnemers proberen via sociale netwerksites mensen te sprokkelen die een digitale middenvinger uitsteken naar de vakbonden. Een van die acties is de petitie-actie “Wij-staken-niet”, opgestart door de Unie van Zelfstandige Ondernemers (Unizo). Ondertussen hebben al meer dan 53.000 mensen de petitie ondertekend en hun aantal blijft toenemen.

Door Gunther Malin

De bovenstaande acties en initiatieven vallen onder de meer algemene noemer “online activisme” of netactivisme. Via het internet proberen mensen zich te organiseren om tot een collectief protest te komen. Vaak is dat slechts ter voorbereiding op het echte straatwerk, maar soms beperkt het zich louter tot de digitale wereld. Maar wat is online activisme precies? Heeft het een nut of is het gewoon protest voor luieriken?

Slacktivism

Een vaak gehoord bezwaar tegen protest via sociale netwerksites – of via het internet in het algemeen – is dat het een soort protest is waar enkel luieriken aan mee doen. Ze tekenen een petitie of sluiten zich aan bij een Facebookgroep vanuit hun luie zetel en gaan verder met hun leven. De impact van het protest valt daardoor te verwaarlozen en wordt daarom ook wel  slacktivism genoemd. Morozov (2009) geeft de volgende definitie in een artikel van Christensen (2011):

The concept generally refer [sic] to activities that are easily performed, but they are considered more effective in making the participants feel good about themselves than to achieve the stated political goals. Slacktivism can take other expressions, such as wearing political messages in various forms on your body or vehicle, joining Facebook groups, or taking part in short–term boycotts such as Buy Nothing Day or Earth Hour.

De term is niet bepaald positief, maar slaat bijvoorbeeld niet op politieke satires die louter dienen voor entertainment. Zelfs critici erkennen dat slacktivism een kern van politieke participatie bevat. Ze hebben dus geen probleem met de intenties van de slacktivists, maar wel op de manier waarop zij protesteren. Christensen vat het bondig samen:

The problem are not the causes per se, it is the lack of desire to get more heavily involved in these causes that is the main nuisance for the critics.

Sommige critici gaan zelfs zo ver met te stellen dat het aanbod aan digitale vormen van activisme de kwaliteit van participatie doet achteruitgaan. Mensen die zich normaal aansluiten bij de traditionele vormen van protest, zouden kunnen opteren voor online alternatieven. Coleman en Blumler (geciteerd in Christensen) betwijfelen dat netactivisme invloed kan hebben op het beleid van een land, omdat het vaak niet au sérieux genomen wordt.

Netactivisme heeft potentieel

Is netactivisme dan nutteloos? Volgens Christensen (2011) bewijzen de reeds beschikbare data nog niet dat het erg succesvol is. Er zijn acties en campagnes geweest waarvan de initiatiefnemers claimen dat ze invloed gehad hebben op een beleid. Christensen blijft echter sceptisch en wacht verder onderzoek af. De auteur vindt wel dat het nog te vroeg is om netactivisme volledig te bannen. Volgens hem hoeven online activisme en traditioneel activisme mekaar ook niet uit te sluiten:

It is premature to dismiss the impact of the Internet on political activism altogether. Online and off–line participation are not necessarily mutually exclusive forms of citizen engagement. This concerns the second aspect of the slacktivist critique, i.e., that online activities supplant traditional forms of participation, thereby leading to a lower overall level of civic engagement.

Waar wel min of meer een consensus over heerst, is dat netactivisme geen negatief effect heeft op traditioneel activisme. De vrees van de critici – die het steevast hebben over slacktivisme – dat mensen zich na verloop van tijd enkel nog laten horen via het internet, is dus onterecht. Jennings en Zeitner (2003, geciteerd in Christensen, 2011) voerden een onderzoek uit naar de impact van internet op politieke participatie. Ze vonden geen significant positief effect, maar zeker ook geen negatief effect op de klassieke vormen van protest.

De onderzoeken die wel een positief effect vonden, zijn zeldzamer, maar hun aantal neemt toe. De onderzoekers blijven steeds voorzichtig, maar de recentste onderzoeken wijzen erop dat netactivisme blijft groeien. Het belangrijkste van digitaal protest kan het effect zijn op jongeren die zich nog nooit inzetten voor traditionele acties. Online initiatieven kunnen hen overtuigen om ook op straat te komen.

De echo in de woestijn

De “Wij staken niet”-actie moet dienen als alternatief voor de gijzelacties van de vakbonden. Van echte politieke participatie is er weinig sprake, maar het geeft wel een aanzet om verder na te denken over netactivisme. Er verschijnen steeds vaker Facebookgroepen, die soms ludiek zijn – zoals de groep die Filip De Winter naar Namibië wil sturen – of die echt oproepen tot actie, bijvoorbeeld de groep die aanzet gaf tot de Shame-betoging.

Zoals uit de verschillende onderzoeken blijkt, heeft online activisme echt wel potentieel. De critici die het naar de prullenbak verwijzen met het label slacktivism zijn misschien wat te radicaal. Mensen die het uitroepen tot de nieuwe vorm van massaprotest, zijn misschien wat te enthousiast. Of netactivisme echt zal doorbreken, zal moeten blijken. Voorlopig lijkt het nog wat op staan roepen in de woestijn, maar misschien draagt de echo verder dan verwacht.

take down
the paywall
steun ons nu!