Na het cultuurdebat in AB, de trein en het uitzichtloze

Na het cultuurdebat in AB, de trein en het uitzichtloze

Nog één minuut en de trein vertrekt naar Asse. Mijn tempo versnelt op de trappen in Brussel Centraal. De conductrice wenkte me naar die ene nog openstaande deur. Iets later plof ik in zo een van die nieuwe treinen waar alles van voor naar achter zichtbaar is.

donderdag 24 april 2014 16:35
Spread the love

Een zetel in de ruimte… en de chauffeur heeft zijn kotje opengelaten. Ook hier begint de sfeer zich al losjes uit te kleden om te gaan slapen. Ik mijmer nog wat over het cultuurdebat dat ik in de AB gevolgd had.

Vijf mensen die de verantwoordelijkheid willen opnemen om het beleid van Vlaanderens cultuur te bepalen. Die als generaals het retorisch oorlogsspel spelen om het het best uitgelegd te krijgen.

Vijf die over cultuur willen beslissen. De sector kijkt, tast, proeft,… wie ze als vertegenwoordiger wel zouden willen. Maar ze kiezen niet alleen. Er zijn er nog zoveel anderen thuis die geen notie van de ‘bedrijfscultuur’ willen hebben, die mee moeten kiezen. Er zijn ook nog de onverschilligen die liever geen mening hebben. Die er geen belang bij hebben en zich ook niet informeren om iets overstijgends te zoeken.

De show was goed,… de inhoud was er eentje van het jargon, de vaktaal van politici over injecties, verdraagzaamheid en dat het onderwijs moet… Het was een boemeltrein. Per halte zocht ik de rust… Iedereen zoekt zijn waarheid. Ik geraak zelden nog opgesmeten door politiek.

Vele beslissingen zijn zo weinig duurzaam, tijdloos,… Ik zoek mijn antwoorden niet meer in de woorden van politici. Dat terrein is net als sport, muziek zelfs, media, wetenschap,… zo door de hebzucht aangebrand dat de idealisten eruit gekegeld worden. Zo jammer… ik heb vaak angst dat de zoekende levenskunstenaar in me er zelf onverschillig van zal worden.

Ondertussen staat er een jongeman met boksershoofd in een hoekje. Een groot litteken op zijn kaal hoofd. Angst in zijn ogen. Maar ook leegte… We naderen Asse. De conductrice controleert samenzweerderig mijn ticket. En als laatste gaat ze naar die man.

Weinig woorden…. Ze kent dat type al en praat tegen de chauffeur: “Lap, weer een, onze dag is weer goed…”. Apart zittend prutst ze een document uit haar machine, overhandigt het hem en dat is het. Punt. Blijkbaar kennen ze beiden hoe het verdergaat.

De trein stopt. Hier ben ik opgegroeid: Asse. Als ik jong was, had ik het gevoel dat iedereen iedereen hier kende, of toch de families en hun reputaties,… Vele verhalen kleefden aan elk huis. Dat is gaandeweg minder. Ik stap uit, de jongeman noodgedwongen ook…De sfeer smaakt op zo’n uur een beetje naar grootstad.

De voorzichtige stilte om niemand te laten opschrikken. De televisie die de aandacht opzuigt. De schaduw van de straatverlichting is mijn metgezel. De jongeman ook… Ik loop richting centrum. De jongeman ook…We lopen samen. Hij zwijgend en ik word nieuwsgierig. Zo dichtbij is vreemd. Gewoonlijk is er toch afstand? Tien meter voor of achter, maakt niet uit,… de geplogenheden van de persoonlijke ruimte.

Niet praten, ieder voor zich, eenzaam zijnde,… Hij loopt naast me, soms een stap achter, nooit voor me, zodat ik hem niet kan zien. Zonder rugdekking. Mijn tempo blijft hetzelfde. Dat van de jongeman ook… Er is sfeer voor een geladen roman. Ik wil me echter niet door laten bevangen. Ik wil weten en vraag hem of hij nederlands begrijpt. Niet dus. Engels? Schouderophalend. Frans? Een beetje. Duits? Ook niet. Van waar hij komt. Romania.

Het uitzichtloze Roemenië. Zijn ogen blijven leeg. Er komt niet meer inhoud uit. Hij lijkt op zoek naar een meester. Iemand die inhoud in hem duwt, of beter nog zijn inhoud in hem opnieuw terug laat zijn. Die hem zin (werk, liefde, verhaal,…. noem maar op) geeft. De man was leeg, leeg, … zonder hoop tastend naar leven, bloed, emoties, plezier… Waar is dat graag zien, dat beter leven,…? Zelf herkent hij het nergens meer.

Dolend, zoekend,… Gekraakt, op zoek naar geloof,… iemand die in hem geloofd. Wachten… Net als een parasiet zoekend, …. om te overleven. We stappen naast elkaar. We hebben geen taal gemeenschappelijk. Geen mop, geen emoties,… ik mag oprecht glimlachen, hij gelooft niet meer. Ik kijk in een vlakke spiegel. En ik kan hem niets meer geven. Het is laat… en ik heb hier geen huis meer in Asse. Ik steek het zebrapad over. Hij stapt door en heeft niet omgekeken.

Waar slaap je vannacht, jongeman? In een stal, een achtergelaten garage,…? Of misschien heb je hier ergens toch een strohalm? Ik ben een beetje bang van bloedzuigers. Roemenië was toch het land van vampiers?

take down
the paywall
steun ons nu!