Sociaal akkoord: “wij willen wel eens een wezenlijke overwinning behalen”
Vakbondssecretaris

Sociaal akkoord: “wij willen wel eens een wezenlijke overwinning behalen”

woensdag 4 februari 2015 14:20
Spread the love

Ik ben een vrijgestelde van het ACV. Ik heb de voorbije maanden mijn
ziel uit het lijf gelopen om de verschillende ACV-kernen, waarvoor ik
bevoegd ben, te helpen te mobiliseren voor de betoging van 6 november
en voor de verschillende stakingen. Samen met mijn ACV-militanten
deden we dat zeer succesvol. In mijn twintigjarige loopbaan heb ik en
vele van mijn oudere militanten geen gelijkaardige deelname van onze
leden aan sociale acties gekend. Dat was cijfermatig ook vast te
stellen aan de hand van het aantal stakerskaarten.

We, mijn militanten en ikzelf, zijn fier op onze vakbond. Ook op onze
voorzitter Marc Leemans, die op een fantastische manier wist uit te
drukken waarvoor we op straat kwamen. We verheugden ons in het
gemeenschappelijk vakbondsfront, op de grote interprofessionele
solidariteit, op de grote deelname aan de acties in Vlaanderen. Er
bestond niet langer meer een onderscheid tussen Vlaanderen en
Wallonië op het vlak van de sociale actie. Aan de poorten en de
zonings was er grote eensgezindheid: tegen langer werken – “werken
tot 67 jaar dat is hier niet doenbaar”, tegen de indexsprong, tegen
de afbouw van de openbare dienstverlening en voor een rechtvaardigere
fiscaliteit, die eindelijk de grote vissen zou laten betalen. Ook
Marc Leemans kon dit alles vaststellen tijdens zijn bezoek aan de
actievoerders in ons gewest. We warmden ons ook op aan het bezoek van
de burgerbeweging Hart Boven Hard aan de piketten. Het deed deugd te
kunnen zien dat het brede middenveld open stond voor onze acties.

Ik heb kunnen vaststellen dat vanaf midden december de paniek bij de
werkgevers begon op te lopen in mijn sector. Dat kon ik opmaken uit
de regelmatige contacten die ik beroepsmatig met hen heb. Sommige
werkgevers belden me zelfs persoonlijk op om te informeren naar
eventuele nieuwe actieplannen van de vakbonden. Tegelijkertijd
verzekerden ze mij dat ze de indexsprong niet langer een goed idee
vonden. Verschillende van die werkgevers hadden in oktober hun
tevredenheid met de federale regering niet onder stoelen of banken
gestoken. Maar met de stakingen moest hun tevredenheid plaats ruimen
voor twijfel, voor schrik, … Ze hadden nooit gedacht dat de
vakbonden tot zulke stakingen zouden overgaan. Meer van die stakingen
zagen ze echt niet zitten. Op dat moment waren er vele werkgevers die
heel wat wilden toegeven om nieuwe stakingen te vermijden. Kortom op
15 december stonden we sterk, beresterk. Vandaag ben ik van mening
dat we toen fout zijn geweest om geen nieuw actieplan af te kondigen.
Maar ja ik dacht toen ook, laten we het overleg een kans geven. Ik
was toen fout. En ik denk vandaag terug aan die militanten die me
toen openlijk hierop tegenspraken. Ze hadden toen gelijk.

Want vandaag, 3 februari, is inderdaad de situatie enigszins gekeerd.
Zoals het nu er naar uit ziet gaat de indexsprong gewoon door. Over
de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar wordt zelfs niet
meer gepraat. Voor de openbare diensten, als ik moet voortgaan op
mijn collega van ACV Openbare Diensten, is er niets – maar dan ook –
niets geregeld. De besparingen en de afbouw van de tewerkstelling in
hun openbare diensten gaan gewoon door. En op het vlak van de
rechtvaardige fiscaliteit moeten we het doen met een zeer vage
belofte van de regering. Als men de laatste evolutie opvolgt rond dit
dossier is rechtvaardige fiscaliteit geëvolueerd via een taxshift
naar een taxmix. Dat laatste belooft niet veel goeds. Een taxmix is
een mix van allerlei maatregelen, waaronder BTW-verhogingen,
eco-fiscaliteit, … De oorspronkelijke bedoeling om eindelijk de
grote fortuinen hun bijdrage te laten betalen, in plaats van ze
steeds bij de werkende mens te komen halen, lijkt verder af dan ooit.

En het enigste wat er nu als resultaat voorligt is een sociaal
ontwerpakkoord die naam niet waardig. Is deze beoordeling overdreven?
Ik meen van niet. Geen opslag in 2015. In 2016 een maximale loonmarge
van 0,8%, 0,5% via verhoging van het brutoloon en 0,3% via verhoging
van allerlei (eenmalige) premies (CAO 90, of maaltijdcheques, …).
En dat is het. Maar ondertussen gaat de indexsprong door – wat een
koopkrachtverlies inhoudt van 2%. Of met andere woorden dit akkoord
‘bezegelt’ een minimaal koopkrachtverlies van 1,2% (2 – 0,8). Een
koopkrachtverlies dat je trouwens de rest van je carrière meedraagt.
En ik wil nog eens de nadruk leggen op die ‘minimaal’. Want in
mijn sectoren is het allesbehalve zeker dat we op sectorvlak en zeker
niet op bedrijfsvlak die 0,8% loonsverhoging in 2016 zullen kunnen
hard maken.

Dit is werkelijk een non-akkoord, een akkoord mét koopkrachtverlies.
De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven raamt de loonstijgingen in
onze buurlanden voor de volgende twee jaar op 4,7%. De Duitse
Metaalvakbonden eisen alleen al voor het jaar 2015 een loonsverhoging
van 5,5%! En wij moeten het doen met een akkoord dat een
koopkrachtverlies van minstens 1,2% inhoudt. Dat is pure loondumping.
Dat kun je als vakbond toch niet verdedigen, laat staan goedkeuren.

Men zal mij tegenwerpen, wat doe je dan met de bereikte verdeling van
de welvaartsenveloppe? Serieus blijven – ook zonder sociaal akkoord
zou die enveloppe door de regering integraal verdeeld zijn geworden
over de sociale uitkeringen. Misschien niet op totaal dezelfde manier
zoals het nu in het ontwerpakkoord staat. Maar volstaan die kleine
verschillen om genoegen te nemen met een akkoord dat de sociale
achteruitgang voor de overgrote meerderheid van de werkende mensen in
zich draagt?

Men zal mij tegenwerpen dat het ontwerpakkoord voorziet in de
noodzakelijke kader-CAO’s voor tijdskrediet, landingsbanen en
brugpensioen. Ook hier serieus blijven. Het mini-compromis van de G10
van december regelde dat allemaal zeer concreet. Restte alleen nog de
finalisering ervan in de NAR (Nationale Arbeidsraad). Ook dit had men
met een beetje goede wil kunnen regelen zonder dit ontwerpakkoord.

Wat blijft er dan nog over om dit akkoord toch nog positief te
evalueren? De ‘losse eindjes van het eenheidsstatuut’? Neen,
zelfs die zijn niet opgelost. Daar dienen nog bijkomende
onderhandelingen over gevoerd te worden. Het ontwerpakkoord omvat
alleen maar compensaties voor de werkgevers. 40 miljoen compensatie
voor het niet betalen van de carensdag in 2015, oplopend tot 80
miljoen per jaar vanaf 2016. En 56 miljoen per jaar compensaties voor
de meerkosten van de nieuwe opzeggingstermijnen voor arbeiders. Met
andere woorden vanaf 2016 opnieuw een jaarlijks cadeau van 136
miljoen euro voor de werkgevers. Dat kun je toch niet meenemen in een
positieve evaluatie van dit ontwerpakkoord? Er is zelfs meer. Met de
goedkeuring van het ontwerpakkoord geeft de vakbond zelfs pasmunt (de
compensaties voor de werkgevers) uit handen die mogelijks nog te
gebruiken zijn in de aangekondigde komende onderhandelingen over de
‘losse eindjes van het eenheidstatuut’.

Een afweging van ‘wat is de meerwaarde van dit ontwerpakkoord?’,
van ‘wat verliezen als dit sneuvelt?’ en van ‘wat krijgen we
dan in de plaats?’ is echt niet nodig. Dit akkoord dient verworpen
te worden. Punt. Amen en uit.

Ook de redenering dat we dit akkoord kunnen goedkeuren, en daarna de
actie tegen de indexsprong gewoon kunnen verder zetten, is naïef.
Dat is koud en warm blazen op hetzelfde moment. Mijn militanten
verwachten een éénduidig signaal van hun vakbond.

Éénduidig in de zin van terug naar het gemeenschappelijk
vakbondsfront, naar de interprofessionele solidariteit naar de
nationale eenheid in Vlaanderen en Wallonië. Samen moeten we verder
blijven opkomen tegen de indexsprong én voor echte vrije
loononderhandelingen, tegen het optrekken van de pensioenleeftijd tot
67 jaar, tegen de afbouw van de openbare dienstverlening en voor een
rechtvaardige fiscaliteit die eindelijk de grote vissen doet betalen.
Voeg daarbij nog het dossier van de beschikbaarheid voor de
bruggepensioneerde (of in regeringstaal SWT-ers genoemd – Stelsel
van Werkloosheid met bedrijfsToeslag). Met deze dwaze maatregel
kunnen bruggepensioneerden verplicht worden ander werk aan te nemen.
Dat zet veel kwaad bloed in mijn sector. Laat ons dit meenemen in de
sensibilisering en de mobilisering.

Kortom het is nog niet te laat om vandaag te doen wat we hadden
moeten doen op 16 december – een nieuwe gemeenschappelijk actieplan
afkondigen. We moeten teruggrijpen naar wat ons sterk maakte in
december. En dat waren in essentie de stakingen. Kijk maar naar de
reacties die ik hierboven beschreef van de werkgevers uit mijn
sector.

We gaan onze tijd moeten nemen om opnieuw te sensibiliseren, ja dat
is waar. Maar als ik naar mijn militanten kijk, denk ik dat dat
mogelijk is. Want vele van mijn militanten, maar ook ikzelf, willen
ook wel eens wezenlijke overwinningen behalen. En ik trek als les uit
de voorbije periode: wezenlijke overwinningen bereik je niet aan de
overlegtafel zonder ondersteuning van acties op het terrein.

Ik hoop echt van ganser harte, en in naam van al mijn militanten dat
het ontwerpakkoord wordt weggestemd op de Nationale Raad van 10
februari. Dat het gemeenschappelijk vakbondsfront zich herstelt in de
afkondiging van een nieuw actieplan. Dat we de openbare diensten niet
langer in de steken laten. Maar dat we samen met hen de
interprofessionele solidariteit herstellen.

De auteur is vakbondssecretaris. Naam bekend bij de redactie.

take down
the paywall
steun ons nu!