De Braziliaanse Carwash

De Braziliaanse Carwash

donderdag 19 februari 2015 11:49
Spread the love




Toen
vorig jaar een corruptieschandaal losbarstte bij Petrobras, het
olie-bedrijf dat voor 40% in staatshanden is, durfden enkel de meest
cynische commentatoren en de meest hoopvolle leden van de oppositie er
op rekenen dat president Dilma Rousseff gedestabiliseerd zou kunnen
worden. In oktober 2014 had Dilma namelijk in de tweede ronde van de
presidentsverkiezingen haar directe tegenstander, Aécio Neves, verslagen
met bijna 3 miljoen stemmen verschil, en werd ze herkozen voor haar
tweede mandaat. Ondanks sterk gemediatiseerde betogingen, strenge
besparingen die volgden op een vertraging in de economische groei, en de
continue stroom schandalen, kleine en minder kleine, leek het er op dat
Dilma’s positie op geen enkel moment in het gedrang zou komen.

Het
“Carwash”-schandaal heeft hier evenwel verandering in gebracht. De
moloch, die ongeveer 80 000 mensen tewerkstelt, en die officieel gekend
is onder de naam Petroleo Brasileiro SA, kende blijkbaar een
bedrijfscultuur waarbij de executives onder een hoedje speelden met
aannemers, en er zo in slaagden om miljarden dollars voor zichzelf en
politieke partijen af te romen. Het wordt pas echt interessant als we
weten dat Dilma Rousseff tussen 2003 en 2010 voorzitter was van de raad
van bestuur van Petrobras, en dus verantwoordelijk voor het reilen en
zeilen van het bedrijf.

In maart 2014 werden er in gecoördineerde
acties doorheen Brazilië 24 mensen aangehouden op verdenking van
witwaspraktijken en grootschalige fraude. De operatie droeg de codenaam
Carwash (Operação Lava Jato), omdat een verdachte, en een spilfiguur in
de verdere ontwikkeling, Alberto Youssef, klaarblijkelijk een carwash
gebruikte om zijn inkomsten te verdoezelen. Toen bij Alberto Youssef een
factuur teruggevonden werd die aangaf dat hij een Range Rover had
gekocht voor Paulo Roberto Costa, een voormalig lid van het
directiecomité van Petrobras, ging de bal echt aan het rollen.

Costa
werd ondervraagd, en na huiszoekingen werd hij aangehouden op
beschuldigingen van het weerhouden van bewijsmateriaal, dat er op wees
dat hij zwart geld had gekregen van toeleverbedrijven van Petrobras, in
ruil voor contracten. Toen op 11 juni werd ontdekt dat Costa meer dan
$23 miljoen op Zwitserse bankrekeningen had staan, werd hij opnieuw
aangehouden.




Na overleg met zijn advocaten, gooide Costa in
augustus het over een andere boeg en zocht hij een akkoord met de
openbare aanklagers en ging hij over tot bekentenissen. In een cultuur
van politieke benoemingen had hij zijn invloed aangewend om de
aanbestedingen te beïnvloeden, en van het geld dat er via de aannemers
terugvloeide (een vast quotum van 3%), werd een 2% terug gesluisd naar
politieke partijen. Op die manier werden ten minste $8,9 miljard
verduisterd.

De bekentenissen van Costa, gelekt via het populaire
tijdschrift Veja, beïnvloedden de presidentiële verkiezingen die
plaatsvonden, maar slaagden er niet in om het uiteindelijke resultaat in
het voordeel van de oppositie, onder leiding van de Sociaal
Democratische Partij van Brazilië (PSDB), te keren. Dilma werd op 26
oktober 2014 herkozen voor een tweede ambtstermijn met 51,6% van de
stemmen.

Op 14 november werden 25 bijkomende aanhoudingen
uitgevoerd voor diegenen die door Costa aan de galg werden gepraat.
Hierbij onder andere het voormalige hoofd van de ingenieurs afdeling van
Petrobras, de CEO van het constructie en ingenieurs conglomeraat OAS,
José Adelmario Pinheiro Filho, en João Ricardo Auler van Camargo Corrêa,
een andere grote speler in Brazilië.

Tijdens de tweede
ondervragingsronde beschuldigde Costa bovendien João Vaccari Neto, de
secretaris van de PT (Partido dos Trabalhadores, de regeringspartij van
Dilma), bovenop zeer nauwe politieke bondgenoten van President Rousseff,
onder andere de voorzitters van de beide kamers, Henrique Eduardo Alves
en Renan Calheiros, en Rousseff’s minister van Energie, Edison Lobão.
Deze onthullingen brachten het schandaal steeds dichter bij de president.

Rodrigo Janot, de Procureur Generaal en
verantwoordelijke voor het onderzoek, heeft al aangegeven om de affaire
tot de bodem uit te spitten, en bekentenissen van Costa lijken te duiden
dat het schandaal zich over de partijgrenzen heen uitstrekte. In 2009
had Costa namelijk een voorname politicus van de PSDB-partij van Neves
omgekocht om een eerste onderzoek naar de corruptie in de kiem te
smoren. De beweringen van Costa zijn ondertussen ook bevestigd door
Alberto Youssef, in ruil voor een verminderde straf.

Ondanks het
feit dat de PT van Rousseff al te lijden heeft gehad onder vorige
schandalen, onder andere het stemmen-ronselen, dat leidde tot het
veroordelen van belangrijke figuren uit de partij in 2013, zou dit
schandaal diepere repercussies kunnen hebben. Naarmate meer en meer
informatie beschikbaar wordt over het schandaal, komt er namelijk steeds
meer kritiek op Rousseff, en wordt er met een beschuldigende vinger naar
haar gewezen. Ook al heeft ze erkend dat het kon dat de
corruptiepraktijken plaatsvonden heeft ze consequent ontkend dat ze er
iets mee te maken had, ook toen ze aan het hoofd stond van Petrobras.

De
parlementaire oppositie wet ondertussen de messen. In de komende weken
worden er nog meer ontluisterende onthullingen verwacht, die zich
voornamelijk zullen richten op de politici die geld hebben ontvangen, en
zullen er ook vragen gesteld worden in hoeverre Dilma op de hoogte was.
Omwille van procedureregels binnen de Braziliaanse wetgeving kunnen
leden van het congres enkel beschuldigd worden voor het Hoog
Gerechtshof. Eens deze namen bekend raken zou het wel eens kunnen dat de
bal verder aan het rollen gaat en de oppositie in het versplinterde
parlement, met meer dan 28 partijen, de 2/3 meerderheid vindt die nodig
is om de afzettingsprocedure tegen Dilma in gang te zetten, waar alreeds
sprake van is. Desalniettemin is het duidelijk dat wat er ook te
gebeuren valt grotendeels zal afhangen van de reacties van het
Braziliaanse publiek.

Terwijl Brazilië geconfronteerd wordt met
een tweede recessie, in niet minder dan twee jaar, en de kans op water
en elektriciteitsrantsoenering in de grote steden groeit, steekt de
onvrede steeds massaler de kop op. Waar een opiniepeiling van Datafolha
eind december aangaf dat volgens 69% van de Brazilianen, Rousseff op de
hoogte was van het schandaal, was dat begin deze maand al gestegen naar
77% en was 60% ervan overtuigd dat ze gelogen heeft. Bovendien had
Dilma tijdens haar laatste campagne beloofd om de prijzen van de
nutsvoorzieningen niet te laten stijgen, of besparingen door te voeren
in de regeringsuitgaven en heeft ze sindsdien net dat gedaan.

In
een poging de meubelen te redden werd begin februari de directie van
Petrobras herschikt, en werd Maria das Graças Foster, een benoeming van
Dilma uit 2012 vervangen door Aldemir Bendine van de Banco do Brasil.
Dit heeft evenwel nog niet geleid tot een stijging van het vertrouwen.
De aandelen van Petrobras zijn ondertussen al 6,5% gedaald op de beurs
van São Paulo. Daarbovenop kwam het nieuws eind januari dat de waarde
van de aandelen van het bedrijf mogelijk overschat werd met meer dan $32
miljard.




Zonder een auditrapport over de inkomsten en schulden
van het bedrijf, zou Petrobras, dat ongeveer $110 miljard netto
openstaande schulden heeft, geen nieuwe aandelen kunnen aanbieden. Als
dit rapport er niet komt voor juni, zou dit de aandeelhouders kunnen
toelaten om een onmiddellijke terugbetaling te eisen.

De
kredietagentschappen Moody’s, Fitch en Standard&Poor’s hebben
tegelijkertijd alle aandelen van Petrobras gedeclasseerd tot de laagste
status. Mochten deze tot ‘junk’ bonds gedeclasseerd worden, dan zou dit
catastrofale effecten kunnen hebben voor de Braziliaanse economie, en
tevens repercussies veroorzaken in de internationale markten. De
problemen bedreigen nu trouwens alreeds andere Braziliaanse bedrijven.
Het belang van Petrobras kan dan ook niet overschat worden. Het
produceert meer dan 90% van alle olie in Brazilië, beschikt over meer
dan 33000 km pijpleiding en domineert de volledig distributie van gas en
diesel in het land.

De problemen van Petrobras hebben ook
repercussies op de kapitaalmarkten. Omwille van de onduidelijkheid die
heerst over de hoeveelheid waarde de geschrapt zal dienen te worden door
de corruptie, worden er op dit moment geen aandelen uitgegeven op de
internationale markten. Met Petrobras als traditionele wegbereider (en
grootste geregistreerde bedrijf in Zuid-Amerika) durven andere bedrijven
het niet aan om aandelen uit te schrijven. De grootste bank van het
land, Banco do Brasil, heeft tevens 11% van zijn investeringsportfolio
in de energie sector, en de daaraan gerelateerde sectoren verbonden.
Ondanks het feit dat deze bank te sterk staat, omwille van zijn
reserves en gediversifieerde inkomensstroom, en kan bouwen op sterke
overheidssteun, zouden kleinere banken met gelijkaardige profielen, of
nog sterkere concentraties, wel eens in de problemen kunnen geraken.

In
de constructiesector spreekt men van zware repercussies, waar volgens
experten bedrijven zullen moeten sluiten, of fusioneren. Dit zal
waarschijnlijk leiden tot een verdere concentratie van expertise, en het
systeem van bevoordeelde aanbestedingen nog verder in de hand werken.
Bovendien zou het kunnen dat de werkloosheid, die op een historisch laag
peil staat, terug omhoogschiet.

Door de structurele en
financiële problemen is Petrobras gestopt met het doorvoeren van
betalingen op verscheidene projecten, en is er een halt toegeroepen aan
het tekenen van nieuwe contracten met de aannemers (waarvan er velen
hun hoge kader geïmpliceerd in de schandalen zien). Deze bezuinigingen
zullen zonder twijfel repercussies hebben op de nationale groei. Alwaar
deze verwacht werd licht te krimpen in de eerste maanden van het jaar,
gekoppeld aan stijgende inflatie, maken enkele economisten zelfs gewag
van een negatieve groei van 0,75% die de Braziliaanse economie van een
trage groei, naar een recessie zou kunnen duwen.

Tot nader orde
lijkt het erop dat Dilma nog steeds kan rekenen op steun bij de lagere
socio-economische klassen, die de overgrote meerderheid van de bevolking
uitmaken, maar als het Braziliaanse Wirschafstwünder een halt wordt
toegeroepen en blijkt dat de president op de hoogte was, en eventueel
deelachtig aan de corruptie, zal haar ster snel verbleken. Met Brazilië als
motor van de Zuid-Amerikaanse economie, heeft dit schandaal mogelijke
gevolgen voor de groei binnen het continent, en zouden de landen die
rekenen op grote overheidsliquiditeiten om te voorzien in sociale
programma’s wel eens danig onder druk komen te staan. Het zou wel eens
het begin kunnen zijn van een luider wordende roep om over te gaan tot
liberaliseringen in de regio.

Update:

Pedro Barusco, een voormalig directielid van Petrobras heeft begin deze week, in een akkoord met de procureur, aangegeven dat de secretaries van de Partido dos Trabalhadores (de partij van Dilma) ongeveer $150 tot $ 200 miljoen heeft ontvangen in de periode 2003-2012, op 90 contracten. Bovendien heeft Barusco aangegeven dat Rolls – Royce, als enige buitenlands bedrijf tussen alle Braziliaanse, zich schuldig heeft gemaakt aan het omkopen van werknemers van Petrobras. Het zou voor Rolls Royce trouwens geen eerste keer zijn, door de Serious Fraud Office van het Verenogd Koninkrijk wordt R&R op dit moment al onderzocht voor omkoping in China en Indonesië.

Tristan Terryn, Politiek Wetenschapper – Specialist EU-Latijns Amerikaanse relaties

take down
the paywall
steun ons nu!