Zo ver weg en toch zo dichtbij: de kracht van de Bosnische diaspora

Hoewel Bosnië economisch door diepe dalen gaat, is zijn diaspora springlevend en zorgt deze voor een frisse wind in barre tijden. Dat deze wind ook uit ons land komt waaien hoeft niet te verbazen. Ik mocht tijdens mijn veldwerk aan den lijve ondervinden hoe het moslimdorp Tarevci in het noordoosten van Bosnië overleeft dankzij de kracht van zijn diaspora. En hoe die diaspora put uit het onovertroffen doorzettingsvermogen van de gebleven dorpelingen.

woensdag 16 april 2014 09:30
Spread the love

Even situeren. Tarevci is een moslimdorp en ligt in het
noordoosten van Bosnië in de Servische Republiek, één van de twee entiteiten
waar het land na de akkoorden van Dayton in 1995 in werd onderverdeeld. Gelegen
vlakbij de Kroatische en Servische grens, heeft dit gebied het zwaar te
verduren gekregen tijdens de oorlog tussen 1992 en 1995. In Tarevci duurde de
oorlog voor de inwoners slechts drie maanden. In juli ’92 al trokken de laatste
bewoners het dorp uit, op de vlucht voor het Servische leger. De enkelingen die
niet konden of wilden vertrekken moesten het met hun leven bekopen. Vanaf toen betrokken Serviërs hun huizen. Het
duurde tot 1999 vooraleer de eerste oorspronkelijke dorpelingen konden
terugkeren naar hun oude woonst.

Toch zou het dorp van dan af nooit meer hetzelfde zijn. Waar
Tarevci in 1991 nog 3.000 inwoners telde, staat hier vandaag twee op drie
huizen leeg. Allemaal zijn ze opgeknapt, dat wel, maar op deze zonnige lentedag
in maart geldt in dit dorp vooral een oorverdovende stilte. De meerderheid
vluchtte naar Europa, Noord-Amerika en Australië en zij vormen vandaag het hart
van de Bosnische diaspora. Enkelingen leven nog steeds als IDP’s (internally displaced person) in eigen
land, sommigen zelfs op nog geen 15 km van hun vroegere dorp. 100 tot 150 gezinnen kwamen terecht in
België, zij zullen het onderwerp vormen van mijn masterthesis.

Elk van hen nam een stukje Bosnië mee naar ons land. Omgekeerd
brengen ze iedere vakantie ook een stukje België mee naar Tarevci. ‘In de zomer zie je hier meer Belgische dan
Bosnische nummerplaten’ vertelt Rusmir me. Hij en zijn vrouw Sanela zijn voor
een weekend vanuit Gent teruggekeerd naar hun dorp. Ik ben mee als hun gast. Ik
stel me voor hoe de verlaten en troosteloze dorpsstraat in de zomer auto’s uit
Gent, Brussel en Antwerpen ontvangt en zich vult met nostalgie naar vervlogen
tijden. 

Het is de diaspora die dit dorp in leven houdt. In gebroken
Duits vertelt een man me op café over het belang van de band tussen de
dorpelingen die terugkeerden en zij die bleven, in België, Duitsland, Zweden,
Oostenrijk, … ‘Zonder hen zouden we niet
overleven. Zonder de diaspora waren we dood.’ In één van de twee moskeeën die
het dorp rijk is, legt de imam uit dat het onderhoud en de heropbouw ervan
bijna volledig door Bosniërs uit de diaspora werden gefinancierd. Het eerste
ochtendgebed tijdens het Offer- en Suikerfeest wordt via de dorpswebsite live
uitgezonden op het internet. Belgische huiskamers vullen zich dan met Bosnische
gezinnen, die gekluisterd voor hun scherm de ceremonie mee volgen.

Het is dus niet enkel Tarevci dat zijn diaspora nodig heeft.
Het werkt ook andersom. Voor Sanela en Rusmir is Bosnië geen vakantie maar
thuiskomen. Voor hen geen Frankrijk of Spanje in de zomervakantie. Elk vrij
moment willen ze in hun moederdorp doorbrengen, en zij niet alleen. Ik ga op
bezoek bij Sakib. Hij woonde bijna 20 jaar in Eeklo toen hij vier jaar geleden
besliste om definitief terug te keren naar Tarevci. ‘Heimwee’ verklaart hij.
Voor de oorlog was hij de ambtenaar van burgerlijke stand, maar toen hij in
België aankwam kon hij enkel in de tuinbouwsector terecht. Hoewel hij vandaag
in Tarevci een kersenkwekerij is begonnen, noemen ze hem hier nog steeds de ‘mati?ar’,
de ambtenaar. ‘Eeklo’ hangt trots boven zijn werkmanshuisje waarachter de
kersenranken zich uitstrekken.  De
tractor waarmee hij zijn land bewerkt is Belgisch, net als één van zijn vele
kersensoorten die hij verbouwt. De Belgische kersensoort aardt goed in
Bosnische grond.

De diaspora zorgt dus voor tewerkstelling in een gebied waar
de werkloosheid naar de 50% neigt. Ook het Bosnische bouwbedrijf ‘Balegem’ (de
naam is geen toeval) uit de buurt van Tarevci, draagt daartoe bij. Toch verklaart
dit economische aspect niet ten volle waarom mensen vanuit de diaspora zo vaak
en zo graag terugkeren naar hun dorp in Bosnië. Voor velen is het een daad van
politieke rechtvaardigheid. Ik praat met Mustafa, erg actief in de
dorpsgemeenschap. Hij spreekt over ‘een innerlijk gevoel van gerechtigheid’
ten opzichte van iedereen die Bosnië wil stukmaken. Het zijn de 200.000
gevluchte Bosniërs die na de oorlog zijn teruggekeerd naar het Servische deel
van Bosnië, de 1000 moslims die dat deden naar Tarevci, die maken dat Bosnië
vandaag nog blijft bestaan.

Het heeft hen letterlijk bloed, zweet en tranen gekost om
hun dorp terug te krijgen. Dit is een verdienste waar de diaspora ons eeuwig
dankbaar voor moet zijn, zo zegt Mustafa. Zonder zij die het aandurfden terug
te keren, zou er voor Sanela en Rusmir vandaag niets zijn om naar terug te
keren. Tijdens de volkstelling vorig jaar werd vanuit het dorp een oproep
gedaan aan de diaspora om zich ook te laten tellen. Zo kan het een politiek
gewicht geven aan de verminderde maar nog steeds aanwezige moslimbevolking in
een voor de rest door Servische Bosniërs gedomineerd politiek landschap.

Maar deze politieke agitatie zou geen ingang vinden bij een
groot deel van de bevolking, moest niet iedereen zich nog zo sterk verbonden
voelen met Tarevci. Elke zomer wordt in het dorp ‘de Zomer van Tarevci’
georganiseerd; volksdans, zang, religieuze bijeenkomsten, voetbal en uitstappen
voor jongeren uit de diaspora en van het dorp zelf. Om de jeugd eraan te doen herinneren
waar zij en hun ouders vandaan komen. Want ook al woont een groot deel van zij
die het dorp ontvluchtten vandaag al meer dan 20 jaar buiten Tarevci, toch
blijft hun hart voor altijd hier. Ze zijn hier opgegroeid en zullen hier ook
sterven.

Dit laatste moet niet licht worden opgevat. ‘Uiteindelijk
keren we allemaal definitief terug in onze kisten’ vertrouwt Sanela me toe. Dit
jaar alleen al zijn vier overleden Bosniërs vanuit de diaspora overgebracht
naar Tarevci om hier hun laatste rusplaats te vinden. Ook al zijn ze
ondertussen vergroeid met het Belgische, Deense of Zwitserse land, het is de
moedergrond die hen als laatste mag te ruste leggen. Maar tot die tijd is het
schipperen tussen een oude en een nieuwe thuis. Voor elk van hen is Bosnië ver
weg en tegelijkertijd toch zo dichtbij.        

take down
the paywall
steun ons nu!