Hokjeskunst

Hokjeskunst

vrijdag 30 november 2018 09:45
Spread the love




Paul Blockx, onthoud die naam. Van hem komt het citaat: ‘Ze noemen me een outsiderkunstenaar. Ik ben aan het wachten tot ze het moe worden me zo te noemen.’

De term outsiderkunst is inderdaad problematisch. Hij slaat een muur tussen ‘out’ en ‘in’, gaat ervan uit dat psychiatrische patiënten per definitie outsiders, marginale mensen zijn. Bovendien, werk en auteur met elkaar vereenzelvigen is in de kunst eigenlijk not done.

Kunst reduceren tot een kenmerk van de kunstenaar zorgt voor hokjeskunst. Kunst van zwaarlijvigen, van duivenliefhebbers, van schoonmoeders? Soorten kunst op basis van soorten mensen? Volgens die logica moeten we van de schilder Van Gogh, de dichter Pessoa, de theatermaker Jan Decorte en de componist Schumann outsiderkunstenaars maken. Komaan zeg.

Het hokje waarin hij geduwd werd, benauwde Blockx. Voor de kunstcanon bleef hij een buitenstaander omdat hij binnen zat. In een kooi, een format. Opgezadeld met een stigma: ‘Geen zorgen, toeschouwer! Dit moet u bekijken als de therapie van een patiënt.’ Klaar. Het stereotiep als dwangbuis: je krijgt als kijker een bril opgezet die aangeeft van uit welk oogpunt en hoe je hoort te kijken.

Het intrigerende is dat Paul Blockx zichzelf uit dat hokje bevrijdde en wel met zijn tekenpotlood, zijn penseel en zijn schrijfpen. Het is de rode draad in de memorabele overzichtstentoonstelling ‘Paul Blockx 4/4de zelf’.[*]

Deze expo toont de evolutie van een kunst die begint als een helletocht maar zich mettertijd ontwikkelt om, op het eind van Blockx’ leven, uit te lopen op een metamorfose met zijn Vrolijke Vertelselkes. Of hoe iemand zijn psychose weet te bedwingen, al leeft ze onderhuids voort. Levenslust won. Een straffe prestatie via straffe kunst. Zoals Blockx het bescheiden beaamde: ‘De levenskunst is de grootste kunst van allemaal.’ De kunstenaar overleed in 2015.

De klasseersimplificatie die de ‘outsiderkunst’ scheidt van de reguliere kunst is zelf een koppige waan die zich staande probeert te houden met een gestoord canon. Die meent het kaf van het koren te moeten scheiden, en wel op basis van willekeurige oordelen over psychologische kwetsbaarheid en vooroordelen tegenover allerlei maatschappelijke groepen en sociale lagen.

Voor het kunsthuis Yellow Art, waar Blockx zich helemaal thuis voelde en zijn talent kon ontplooien, is het sleutelwoord ‘inclusie’: niet in een canon maar juist in het respect voor het verschil ligt de meerwaarde en de drijfveer van een dynamisch en divers kunstenveld.

Wie kan dan begrijpen dat net dit kunsthuis ondanks zijn unieke karakter vanaf 2017 zijn structurele subsidies verloor? Kenniscentrum Demos besteedde er aandacht aan en schreef: “De gevolgen van deze beslissing zijn dermate vergaand dat wij ons afvragen: heeft de minister dit over het hoofd gezien?”

 

(Dit stukje verscheen donderdag in De Standaard Avond, in de reeks ‘De Mening’)

Robrecht Vanderbeeken, filosoof en vakbondsverantwoordelijke ACOD cultuur.

[*] Paul Blockx 4/4de zelf nog tot 10 december in het Jakob Smitsmuseum te Mol.

take down
the paywall
steun ons nu!