Communautaire spoken? Terug van nooit weggeweest

Communautaire spoken? Terug van nooit weggeweest

dinsdag 28 oktober 2014 18:52
Spread the love




Het bespaarbeleid van de Regering Michel – De Wever zou vrij zijn een
communautair agenda, zo luidt het. Nochtans getuigt de recente aanval op de federale cultuurinstellingen,
zoals Bozar, De Munt en het Nationaal Orkest, precies van het omgekeerde: communautaire agressie en verrottingsstrategie. Er wordt
20 procent uit het werkingsbudget gesneden, 22 procent uit het
investeringsbudget en 12 procent uit het personeelsbudget. Dat is een pak
drastischer dan de kaalslag op Cultuur van de Vlaamse regering, met de 7 werken
van Gatz
.

Dat dit een communautaire affaire is, wordt weliswaar onbedoeld dik in de
verf gezet doorheen het onhandige ontkenningsbetoog van Jean-Pierre Rondas. Als voorzitter van het blad Doorbraak en lid van de Gravensteengroep, is hij een
officieuze woordvoerder van N-VA die voortdurend her en der in de media opduikt. 

Het revanchisme van Rondas

Toen
vorige week Peter de Caluwe (algemeen directeur van de nationale opera De Munt)
op het federale afbraakscenario reageerde met een open brief (DM, 22 okt), kreeg hij
prompt een repliek van Rondas over zich heen (DS, 24 okt). Peter de Caluwe
schreef: “Dit lijkt op een afrekening met de culturele sector”. Hij vreest voor
een culturele black-out en spreekt van een ideologische uitputtingsslag.
“Als het de wens is de federale instellingen langzaamaan te laten
uitdoven, denk ik dat het veel zinvoller is meteen euthanasie te
plegen.” 

In zijn repliek probeert Rondas niet alleen de verantwoordelijkheid van de
federale hakbijl af te schepen, hij wil ook bij hoog en laag beweren dat dit
geen geval van ideologische ‘wraak’ zou zijn. Nee, het is aldus Rondas de
Caluwe zelf die er een communautaire zaak van maakt. “Misschien had hij redenen
om zichzelf een en ander te verwijten, en komt zijn verdachtmaking eerder neer
op een schuldbekentenis”, luidt het. Over een retourtje verdachtmakingen gesproken.

Rondas eindigt zijn opinie botweg met de bedenking dat de Caluwe maar beter
zou zwijgen. Bek dicht, zo hoort het voor een directeur van een instelling: “Zoals
het hoofdpersonage in de opera waar hij zo trots op is, De stomme van Portici”. Zoals te verwachten, kwam er best wat
reactie op deze oproep tot censuur (onder het mom van ‘neutraliteit’ als
schaamlapje).

Opmerkelijk wel dat bijvoorbeeld Jean-Jacques De Gucht en Bart Somers alleen
daar op reageerden (DS, 25 okt). Deze liberalen stelden dat vrije meningsuiting
moet kunnen. Het is echter dezelfde opvatting over het vrije woord als die van hun
partijgenoot Cultuurminister Gatz: geef vooral uw mening, please do, daar is iedereen vrij in. Maar we gaan er natuurlijk
geen rekening mee houden. Idem voor Somers en De Gucht: de Caluwe mag zijn
gedacht uitschreeuwen, luid zelfs. Maar als Open VLDers iets doen aan de federale
aanslag op Cultuur? Dat mogen we van deze politici, die zich toch graag met
cultuur profileren, niet verwachten. 

Ontkenning als schuldbekentenis? 

Met die oproep tot censuur verdwijnt er iets anders uit het oog in de repliek van Rondas,
namelijk dat die vooral is geschreven om de indruk te wekken dat Cultuur hier
toch zeker niet geofferd zou worden voor de splitsingslogica van N-VA. Helaas, het anti-Belgicisme zit hier zo diep, dan net de ontkenning van de ideologische
afrekening er zelf een treffend bewijs van is. Dat blijkt uit vier zaken.

Ten eerste staat Rondas’ eigen krantenstuk bol van communautaire
gekissebis. Zo lezen we dat de budgetkrimp de keuze van minister Reynders (MR)
zou zijn, waarmee Rondas wil suggereren dat N-VA er niet verantwoordelijk voor
is. Het is de aloude verdedigingsreflex volgens de uitgesleten flamingante
traditie: wat misloopt is altijd de schuld van de Walen. Even verder
lezen we dan weer dat dit saneringsbeleid eigenlijk helemaal niet zo vreemd is,
omdat de  twaalf getroffen federale culturele en wetenschappelijke
instellingen nu eenmaal een uitzondering zouden zijn. Rondas spreekt zelfs van
een ‘anomalie’ in het Belgische culturele landschap. Want, zo gaat de scheve
logica, in het artikel 1 van de grondwet staat er toch dat dit land ‘bestaat
uit gewesten en gemeenschappen’? Blijkbaar leidt Rondas daar uit af dat er in
België geen federaal niveau meer bestaat. Wat doet N-VA dan in de Federale regering,
waar het mee een pro-Belgisch beleid voert? 

Alsof dat nog niet voldoende gestook is, wordt er ook nog eens benadrukt
dat de federale instellingen ‘een prototype van ontredderd Belgisch wanbeheer’
zijn. Verwaarloosd, alweer de schuld van de Walen, deze keer de PS. Nochtans
was De Munt aldus Rondas in datzelfde stuk wel een voorbeeld van goed bestuur. Peter de Caluwe
werd in 2013 niet zomaar Overheidsmanager van het jaar.

Kortom, als je de lezer
er in een opiniestuk van wil overtuigen dat deze kaalslag geen revanche is van
een rechtse N-VA regering, doe dan op zijn minst de moeite om in datzelfde stuk
niet voluit voor de afrekening te gaan. Dat alle federale instituten een
lineaire sanering krijgen, het zou aldus Rondas ook bewijzen dat de Caluwe
zich niet geviseerd hoeft te voelen. Maar als je zelf je opiniestuk opent
met de stelling dat De Munt een apart geval is en je het zogezegd wel betreurt dat
dit instituut het slachtoffer is van een algemeen bespaarbeleid, dan is toch
net die ‘lineaire‘ behandeling een bewijs van onrechtvaardigheid, eventueel een persoonlijke afrekening? Het onrecht
zit dan toch net in het feit dat er geen rekening werd gehouden met het
bijzondere karakter van deze instelling?

Communautaire soap

Een tweede reden vinden we in diezelfde krant, twee pagina’s ervoor.
Cieltje Van Achter en Cathy Coudyser (N-VA) krijgen daar (alweer) ruimte voor
een opiniebijdrage waarin ze het cultuurbeleid van het Brusselse gewest willen
torpederen. Het communautaire gezeur begint al vanaf de eerste zin: “Een
volgende aflevering in soap getiteld Musea
voor moderne en hedendaagse kunst in Brussel
dient zich aan.”

Waarom ‘soap’? Het gaat over de plannen om het Citroëngebouw aan te kopen
om er een nieuw museum van te maken. Dat mag van onze Vlaams-nationalisten
blijkbaar al niet meer. Het zou zelfs om een soap gaan ‘die Dallas doet
verbleken.’ De argumentatie achter deze stemmingmakerij: ‘het zou een steeds
terugkerend euvel in de politiek zijn dat men liever nieuwe projecten opstart
dan te behouden en vooral te onderhouden wat er al bestaat.’ 

Maar is dat dan niet precies wat N-VA in de Vlaamse regering doet? Op het
moment dat de rechtse Vlaamse regering de cultuursector zware inleveringen
oplegt, kondigt ze triomfantelijk aan dat er wel 40 miljoen euro wordt
vrijgemaakt voor de bouw van een nieuwe grote cultuurtempel in Ruisbroek, een
verloren dorp in de Brusselse zuidrand. Duidelijk een politiek statement vanuit
een Vlaams-nationalistisch verlangen om de zich ontplooiende superdiversiteit
in de Brusselse hoofdstad in te dijken met een ‘Vlaamse vuurtoren’ die de
identiteit van de autochtone monocultuur moet promoten. Alsof de cultuursector
al niet genoeg een product is voor en door de blanke middenklasse.

In datzelfde stuk lezen we nog een onnavolgbaar argument: het nieuwe museum
zou dienen om stukken uit andere collecties te halen, waaronder vooral
federale. Het zou aldus deze dames van N-VA ‘onvoorstelbaar’ zijn om die
collecties uit elkaar te willen halen. Maar ze klagen toch zelf voortdurend dat
die federale collecties te weinig ontsloten worden, onttrokken aan het publiek
dat er echt op heeft?

Dat het, kortom, allemaal treurnis is, niet deugd, een ‘crisismanager’
nodig zou zijn. Vlaams-nationalisten doen er overigens toch alles aan om zowat
alles wat met cultuur te maken heeft te splitsen en in een communautaire logica
onder te dompelen? U leest het dus goed, we hebben hier twee seperatisten aan
het woord die het ‘onvoorstelbaar’ vinden dat federale collecties ook op
gewestelijk niveau aan bod zouden komen. 

Separatistische beeldenstorm

Een derde reden: volgens Rondas is er geen sprake van ideologische wraak.
Welnu, zowat de ganse cultuursector was voor de stiefmoeder aller verkiezingen
vlijtig op zoek naar duidelijkheid over het cultuurprogramma van N-VA. Iets dat
tot weken voor de verkiezingen in dikke mist bleef verhuld, en ook daarna nog.
Er stonden wel enkele opinies over Cultuur op de website van N-VA te
raadplegen. Blijkt dat vrijwel alle bijdragen die toen beschikbaar waren,
gingen over hoe slecht het toch wel niet liep met de federale cultuurinstellingen
(zie hier, hier en hier). Het was ondanks de stilte zowat het enige
speerpunt van de N-VA cultuurpolitiek.

De laatste reden: aansluitend op zijn opinie in De Standaard, schreef
Rondas vandaag nog een vervolg op Doorbraak, getiteld, Federale restbestanden.
Dat is een uitgesproken separatistisch pamflet waarin letterlijk staat dat het
Brusselse gewest via het nieuwe museum in Citroëngebouw eigenlijk, wat de
federale kunstcollecties betreft, alleen maar “de hele zwik wil claimen, vanuit de redenering dat wat
federaal is eigenlijk hen toekomt (als troostprijs, bibbergoud, compensatie
voor het vele lijden.)” 

Kortom, als N-VAers Van Achter en Coudyser bezorgd
zouden zijn over ‘de opsplitsing van de federale collecties’, dan is dat gewoon
een mediagenieke truc om zich vanuit de communautaire logica te verzetten tegen
het feit dat het Brusselse gewest verder vorm krijgt, groeit, terwijl alles natuurlijk
bij een splitsing tussen de twee gemeenschappen moet landen. Verder lezen we in
het stuk van Rondas op Doorbraak nog enkele aanbevelingen van hoe die
boedelverdeling best kan verlopen… ‘ideologische wraak’, de Caluwe, nee hoor.

Er is in principe niets mis mee met politieke polemiek voeren, maar kom dan toch nadien
niet beweren dat je niet met een communautair offensief bezig bent,
bijvoorbeeld tegen wat er federaal aan cultuur wordt aangeboden? Dat de
ongeziene besparingen daar niets mee te maken zouden hebben, z.e.k.e.r niet? De
Vlaamse cultuursector was op zijn beurt natuurlijk al ruim voorzien van
tartende essays door Bart De Wever himself,
opnieuw in De Standaard. Gatz, die
extra minister van N-VA, werkt nu de rest wel fit af. 

Vorige week vernamen we tevens dat Jan Goossens de KVS verlaat. Toeval?
Zijn we al vergeten dat Rondas daar prompt door N-VA in de Raad van Bestuur
werd gedropt omdat dit huis de protestactie Niet in Onze Naam had gebracht? De
autonomie van cultuur: ze mag maar bestaan voor zover ze ongevaarlijk is en de
Vlaamse zaak huldigt. Anders volgt de politieke druk: plooien, knippen, krimpen,
zwijgen, in naam van ‘de neutraliteit’.

take down
the paywall
steun ons nu!