Israel ontmaskerd: 7 leugens om het bloedbad te rechtvaardigen

Israel ontmaskerd: 7 leugens om het bloedbad te rechtvaardigen

woensdag 30 juli 2014 13:48
Spread the love

DeWereldMorgen.be

In
het artikel “Het Israel-Palestina
conflict hangt van mythes aan elkaar
” komen de zeven belangrijkste mythes van Simha
Flapan over het ontstaan van de staat Israel aan de orde. De Nederlandse auteur
Egbert Talens omschrijft die in zijn boek Een bijzondere relatie:
Israel-Palestina nader bekeken 1897-1993
als hardnekkig gehanteerde halve
waarheden. Intussen zijn de halve waarheden van weleer hele onwaarheden
geworden, leugens van de ergste soort. Vandaag hebben gladde Israëlische
woordvoerders als Mark Regev het liegen tot een perverse kunst verheven dankzij
een PR-handboek bestemd voor
“visionaire leiders aan de frontlijn in de mediaoorlog voor Israel, mensen die
de hearts and minds van het publiek
moeten winnen en daarmee zowel Israel als onze Joodse wereldfamilie helpen.”

Werden
in het verleden de mythes nog gehanteerd om het bestaansrecht van Israel te verdedigen,
vandaag moeten de leugens van Israëlische bewindslieden en woordvoerders de
onbeschrijfelijke gruwelen tegen de bevolking van Gaza rechtvaardigen. De
trieste balans: meer dan 1.200 dode
en 6.500 gewonde Palestijnen, tegen aan Israëlische zijde enkele tientallen
meestal militaire doden. Gaza is het toonbeeld van totaal vernietigde woonhuizen
en civiele infrastructuur waaronder de vissershaven, landbouwgronden, elektriciteitscentrales,
waterzuiveringsinstallaties, ziekenhuizen, en TV-stations. Israel verwerpt het Amerikaanse
bestandsvoorstel en verhevigt zijn aanvallen op Gaza. En een niet onbelangrijk
detail: Israëlisch-Arabisch Knesset-lid Haneen Zoabi wordt 6 maanden verbannen van plenaire
zittingen om haar kritiek op de leugens rond de kidnapping van de drie
Israëlische teenagers vorige maand.

Intussen
blijft Nobelprijslaureaat Barack Obama het recht op zelfverdediging van Israël
verdedigen en staat VN-chef Ban Ki Moon zonder blikken of blozen schouder aan
schouder met de Israëlische premier Netanyahu de wereldpers te woord. De
Nederlandse premier Mark Rutte beschuldigt de Palestijnen ervan
de eigen bevolking als schild te gebruiken en voor Belgisch buitenlandminister
Didier Reynders wijst de weigering van
Hamas om een staakt-het-vuren te aanvaarden erop dat “de terroristische
organisatie niet de intentie had om een einde te maken aan het geweld tegen
Israël.” Deze bewindslieden weten nochtans perfect hoe de vork in de steel zit,
maar missen de moed om het electoraat de waarheid te vertellen. Hoog tijd dus om
zeven van de belangrijkste Israëlische leugens[1]
te ontzenuwen.

1. Hamas
heeft deze oorlog uitgelokt

Netanyahu’s leugens over de moord op drie
teenagers op de Westelijke Jordaanoever zijn ontmaskerd door Israëls politiewoordvoerder
Micky Rosenfeld. De Israëlische autoriteiten wisten van meet af aan dat de
jongens vrijwel onmiddellijk werden vermoord en Hamas hier niet bij betrokken
was. Terwijl de ouders in het ongewisse werden gelaten werd het incident
gebruikt om publieke anti-Hamas-hysterie op te kloppen om een harde zoekactie te
rechtvaardigen. Hamas werd op de Westelijke Jordaanoever aangevallen,
Palestijnse militanten vuurden raketten af, de perfecte dekmantel voor het gigantische
bloedbad. Israel heeft
de oorlog met Hamas dus moedwillig uitgelokt.

Dit drama speelt zich af tegen de achtergrond van de
blokkade van Gaza sinds 2006, toen Israel de verkiezingsuitslag verwierp die
Hamas aan de macht bracht. Een blokkade is een oorlogshandeling. Israel voert
dus al 8 jaar oorlog tegen Gaza. Israel houdt vol dat elke oorlog tegen Gaza een
antwoord was op raketaanvallen, maar bewijzen duiden op het tegendeel. Historisch
leidt diplomatie eerder dan geweld tot rust. Er is een duidelijke correlatie tussen Palestijnse raketaanvallen
en Israëlisch geweld. Na het bestand van november 2012 schoot Hamas drie maanden
lang geen enkele raket af. In deze periode vuurde Israel voortdurend op
landbouwers en vissers en bracht daarbij tientallen Palestijnen om het leven.
Het bestand ging tenslotte om zeep met de buitengerechtelijke
executie

van Hamas-leider Ahmad Jabari door Israel.

2.
Israel aanvaardde het Egyptische bestandsvoorstel, Hamas bleef raketten afvuren

De Egyptische militaire junta, bondgenoot van
Israel, had wel met Israel, maar niet met Hamas overlegd. Het dictaat voorzag
enkel in een tijdelijke stopzetting van de Israëlische slachtpartij, volgens de
gerenommeerde Israëlische journaliste Amira
Hass
geen enkele verbetering voor de bevolking van Gaza maar een afrekening
met Hamas. Op 14 juli had Hamas zelf een bestand van 10 jaar voorgesteld, in
ruil voor de opheffing van de wurgende blokkade. Maar Israel had daar geen oren
naar. De internationale media besteedden vrijwel geen aandacht aan dit
voorstel. Hamas had nochtans al in 2008 een dergelijk plan op tafel gelegd.
Maar net als nu werden de voorstellen van Hamas beantwoord met Israëlische
bombardementen.

Overigens heeft Hamas uit naam van de
Palestijnse bevolking in de Gazastrook het recht om zich te verzetten tegen de
bezetter, geweldloos of gewapend. Art. 51 van het Handvest van de Verenigde
Naties geeft de Palestijnen het recht op zelfbeschikking, waar zij
gewapenderhand voor mogen strijden.

3. Israel
trok zich in 2005 terug uit Gaza

Israel voert aan
dat aan de bezetting van de Gazastrook een einde kwam met de terugtrekking van
de kolonisten in 2005. Maar nadien riep het de Gazastrook uit tot “vijandig
gebied” en verklaarde de bevolking de oorlog. Beide argumenten zijn onhoudbaar. Het behield immers de controle over Gaza en
blijft dus de bezetter in de zin van artikel 47 van de Hague Regulations. Israel zegt dat de ervaring leert dat de terugtrekking
niet tot vrede leidt. Sommigen zeggen zelfs dat Gaza zich had kunnen ontwikkelen tot
het Singapore van het Midden-Oosten. Maar daarmee wil
men enkel de Israëlische verantwoordelijkheid voor de Gazastrook en de
Westelijke Jordaanoever verdoezelen.

De Palestijnen hebben nog op geen enkele manier zichzelf bestuurd.
Israël sloeg onmiddellijk een beleg om de Gazastrook toen Hamas januari 2006 de
parlementsverkiezingen had gewonnen. Het verstrakte dat beleg toen Hamas juni
2007, na de burgeroorlog Fatah-Hamas, de volledige controle over de Gazastrook
overnam. De blokkade leidt tot een humanitaire catastrofe in de Gazastrook.
Geen schoon drinkwater, elektriciteit, essentiële medische voorzieningen.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is de Gazastrook tegen 2020 onleefbaar, maar na de gruwelijkheden van de afgelopen weken
is dat vandaag al het geval. Israel houdt niet enkel vast aan de bezetting, het
heeft een situatie geschapen waarin de Palestijnen niet kunnen overleven.

4.
Israel is een democratische samenleving dat het spel beschaafd speelt. Het zijn
de tegenstanders die onbeschaafd zijn, ondemocratisch en geen enkele regel
respecteren. Voor hen die niet in de regio wonen is dat moeilijk te begrijpen.
Hun ideologie staat haaks op onze levenswijze, dat komt vooral naar voren als
wij, democratische naties, soms uit noodzaak oorlog voeren.

Een voorstelling van zaken die faalt. Israel
is een democratische samenleving voor Joodse burgers. Voor niet-Joden is Israel
geen democratie, maar eerder een Apartheidsregime. Zoals de geschiedenis leert
voeren democratische landen op de meest hardvochtig wijze oorlog en oefenen als
ze dat nodig vinden ijskoud staatsterrorisme uit. Hamas en andere Palestijnse
verzetsgroepen, zelfs de meest bloeddorstige, vallen in het niet bij de oorlogsmachines
van “democratische” landen warbij miljoenen Vietnamezen, Irakezen en Afghanen werden
afgeslacht. Dat lot onderging ook de volstrekt vreedzame, vrijwel ongewapende Palestijnse
samenleving van het begin van de 20e eeuw.

5. Israel heeft het recht om zich te verdedigen

In het internationaal recht is Israel als
bezettingsmacht van Gaza en de Palestijnse gebieden verplicht bescherming te
bieden aan de bezette bevolking. Het kan niet tegelijk een land bezetten en het
dan de oorlog verklaren. Men verklaart een land de oorlog, niet een bezet
gebied. Israel is ten volle verantwoordelijk voor de onhoudbare toestand in de
Gazastrook. Voor zijn aanspraak op het recht op zelfverdediging verwijst Israel
naar art. 51 van het Grondvest van de Verenigde Naties. Maar het Internationaal
Gerechtshof (ICJ) heeft deze interpretatie in 2004 verworpen. “Het recht van een
staat op zelfverdediging geldt niet voor bezet gebied. Men kan het recht op
zelfverdediging enkel inroepen bij een gewapende aanval van een staat tegen een
andere staat,” aldus het ICJ.

Israel heeft wel het recht zich tegen de
raketaanvallen uit Gaza te verdedigen, maar moet dat doen volgens het recht dat
toepasselijk is op bezetting. Dat voorziet in vergaande bescherming van de burgerbevolking.
De Israëlische reactie op de raketaanvallen moet dus proportioneel zijn. In het
oorlogsrecht wordt militaire winst afgewogen tegen menselijk leed. De
verklaring dat “geen land raketaanvallen van een buurland kan tolereren” is dus
vals. Israel ontzegt de Palestijnen het recht om zichzelf te besturen en te
beschermen. Als het tegelijk het recht op zelfverdediging inroept is dat een
woordspelletje dat de internationale gemeenschap op het verkeerde been moet
zetten om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.

Het is ronduit misdadig dat de machtigste man
ter wereld, magna cum laude
Harvard-jurist Obama, zijn regering, Groot-Brittannië – dat een doorslaggevende
rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van de staat Israel – en andere
Europese (ex-koloniale) mogendheden tegen beter weten in Israel op dit punt
niet tot de orde roepen. En het is even misdadig dat de regering van een land
dat onder de auspiciën van de Verenigde Naties het levenslicht zag tegen beter
weten in beroep doet op een artikel uit het Handvest van diezelfde Verenigde
Naties.

6. Israel vermijdt burgerslachtoffers, Hamas brengt
Israëlische burgers om het leven

Met zijn primitieve raketten die het niet goed kan
richten schendt Hamas het principe van onderscheid tussen militaire en
burgerlijke doelen en vuurt dus grosso modo in het wilde weg. Maar zoals de
recente geschiedenis leert wordt Israel zeker niet inschikkelijker indien Hamas
enkel op militaire doelwitten vuurt. Voor Israel is Hamas, en elke vorm van
verzet, gewapend of geweldloos, uit den boze.

Israel heeft één van de machtigste legers ter
wereld. Het beschikt over uiterst precieze wapentechnologie. Met zijn drones,
F-16’s en andere gesofisticeerde wapens kan Israel elk individu uitschakelen en
daarmee burgerslachtoffers vermijden. De vele burgerslachtoffers van de
afgelopen weken duiden erop dat Israel doelbewust burgers en kinderen ombrengt.
Dat past binnen de Dahiya Doctrine: wie
schiet op Israel moet dood en verderf en de totale ontreddering van zijn
infrastructuur verwachten, waarbij woonwijken als militaire
bases
worden beschouwd. Eerder paste Israel deze doctrine toe in de Libanon oorlog van 2006
en bij de Operatie
Cast Lead
in Gaza in 2009. Voor Israel zijn
burgers en kinderen dus legitieme doelwitten.

7. Hamas gebuikt huizen, scholen en moskeeën als menselijk
schild door daar wapens te verbergen

Eén van de meest
perfide leugens die de wereld moet doen geloven dat Palestijnse burgers omkomen
door hun eigen schuld. Zijn geïllustreerde praatjes ten spijt, Israel is er nooit in geslaagd enig bewijs te leveren dat Hamas
burgerinfrastructuur gebruikt voor de opslag van wapens. In de twee gevallen waarin Hamas inderdaad wapens had opgeslagen in scholen van de UNRWA waren die leeg. UNRWA ontdekte
de wapens en veroordeelde de doorbreking van zijn onschendbaarheid publiek. Internationale
mensenrechtenorganisaties die de Israëlische claim hebben onderzocht hebben
vastgesteld dat die ongegrond zijn.

In werkelijkheid
zijn het juist Israëlische militairen die systematisch Palestijnen als menselijk schild gebruiken. Sinds de
Israëlische inval in de Westelijke Jordaanoever in 2002 binden die jonge
Palestijnen op de motorkap van hun voertuig of dwingen ze hen huizen
binnen te gaan
waar militanten worden vermoed. Maar zelfs als men aanneemt
dat de Israëlische beweringen een grond van waarheid kunnen hebben, verplicht het
humanitaire recht om burgerslachtoffers te vermijden die excessief zijn in vergelijking met de te verwachten militaire winst.

Wat nu?

Gaza
wenst absoluut niet terug naar de status quo. Dat blijkt uit een verklaring van 91 in Gaza
woonachtige topmensen uit wetenschap, publiek ambt, Rode Kruis, rechterlijke
macht en media. “Wij roepen op tot een staakt-het-vuren met Israel indien dat
voorziet in een einde aan de blokkade en het herstel van fundamentele
vrijheden,” zo luidt het. “Hamas vertolkte het standpunt van de overgrote
meerderheid van de inwoners toen de beweging het eenzijdige bestand van Egypte
en Israel verwierp. Gaza wil onbeperkte bewegingsvrijheid voor de Palestijnen
en vrij verkeer van goederen en diensten, onder toezicht van een door de VN aan
te stellen organisatie.”

Een
recent Gallup-onderzoek leert dat 42% van de Amerikanen het optreden van Israel in Gaza gerechtvaardigd
vindt, 39% zegt van niet en 20% heeft geen mening. Het percentage “ongerechtvaardigd”
is licht gestegen vergeleken met het Gallup-onderzoek tijdens de tweede intifada
twaalf jaar geleden. Het is opvallend dat het publiek verdeeld is over deze
kwestie, terwijl hun politieke leiders unaniem
het Israëlische optreden steunt. Een sterk uiteenlopende mening tussen publiek
en elite over buitenlands beleid is niet ongebruikelijk, maar het is toch
schokkend te moeten vaststellen dat bijna 40% van de Amerikaanse bevolking blijkbaar
op zo’n belangrijk onderwerp geen vertegenwoordiging vindt in het Congres. Het
leidt geen twijfel dat de Israel
Lobby
, die de loopbaan van politici kan maken of breken, daar tussen zit.

Nog afgezien van de droeve dagelijkse balans aan
slachtoffers, de vernietiging van infrastructuur en het beroep op het
internationaal recht, de vraag die zich opdringt is: wat wil Israel bereiken? Niemand
die het weet. Laat ons een gedachteoefening doen, een hypothese ontwikkelen.
Veronderstel dat de Palestijnen de gehele Gazastrook ondertunnelen. In de
Israëlische logica zijn dan alle 1,8 miljoen Palestijnen menselijke schilden.
De oplossing is dus om die allemaal om te brengen en ervan uit te gaan dat de
wereld daar lijdzaam op toeziet. Dat is precies wat de Israëlische samenleving
van zijn overheid vraagt. Het absurde daarvan is dat Israel de Palestijnen niet
met een bommenregen in het gareel krijgt, en al helemaal niet naar vrede kan
bombarderen.

Een hypothese is dat Israel graag alle Palestijnen
ziet vertrekken naar Jordanië, een “oplossing” die ook de Nederlandse rechts-extremistische
PVV-voorman Geert Wilders verkondigt.
De Palestijnen moeten in Jordanië een nieuw bestaan opbouwen, net als de Joden
dat in Israel hebben gedaan, aldus Wilders. Maar de Palestijnen laten zich niet
van hun geboortegrond wegjagen. De verklaring van de 91 intellectuelen in Gaza is daar duidelijk over: “Geen bestand
zonder gerechtigheid. Een retourtje naar de status quo is een levende dood.” De
keuze is dus tussen zich aan flarden te laten schieten of een langzame dood in
een onleefbaar Gaza onder beleg. Blijft de wereld lijdzaam toezien?

Dit artikel verscheen eerder op Geopolitiek
in perspectief


[1]
deels ontleend aan de artikelen Five Israeli Talking Points on
Gaza—Debunked
en
Deconstructing
the Zionist view of Gaza’s horror

take down
the paywall
steun ons nu!