Waarom een verwaterde biertempel?  Een antwoord aan Sven Gatz

Cultuurfilosoof Lieven De Cauter blijft ervan overtuigd dat de Beurs na de aanslagen beter verdient dan een biertempel te worden, ook in een afgewaterde versie van de 'Belgian Beer World' vindt het programma in zijn ogen geen genade. Na de hele discussie in Bruzz, een kort antwoord aan Sven Gatz die daar nog eens een lans brak voor het project.

vrijdag 20 oktober 2017 14:05
Spread the love

Geachte Minister van Cultuur, beste Sven Gatz. Ik zou al bijna overtuigd zijn door uw enthousiaste betoog. Maar er zit een knoert van een contradictie in: uw basisargument is dat dit project de Beurs ‘teruggeeft aan de mensen’, aan de Brusselaars, maar Brusselaars hebben toch geen nood aan een inleiding op het Belgische bier, dat kennen ze en kunnen ze proeven in zowat elk café. Dit is voor toeristen. De rest is retoriek.   

Dit is misschien een ambitieus architectuurproject maar geen ambitieus programma, eerder een afgewaterde biertempel. Trouwens, ik ben tegen het feit dat die naam is afgevoerd. ‘De Belgian Beer World’, die maar een verdieping inneemt, is een slinkse truc om tegenstanders de wind uit de zeilen te nemen. Dat men dat notuleert: Ik ben voor een biertempel! Maar dan in een oude brouwerij. Elementary, Watson.

De Beurs moet, zeker na de aanslagen, een huis van de Brusselse culturen worden, zoals ik elders op deze bladzijden al schreef. Een plek waar Brussel in al zijn verscheidenheid elke dag een podium krijgt. En ja, de toeristen mogen ook komen kijken. Aan de toegangen worden mooie foto’s van de herdenkingsplek en van de beste slogans op de muren van de beurs getoond. Dat is een programma, geachte minister van Cultuur.

Intussen op Facebook … ontbrandt een hele discussie, op basis van het artikel van Gideon Boie, en mijn tekst ‘biertempel? Over our dead bodies’, een hoogwaardige en nogal amusante conversatie, die ik hier onmogelijk kan samenvatten. Schrijft na veel heen en weer, de heer prof dr. Leo Van Broeck, De Vlaamse Bouwmeester:      

“Lieven, Je voorstel is inderdaad beter [mijn bold nadruk] en verdient een dikke toast. Maar …” en dan komen allerlei bezwaren, die ik hier om kort en krachtig te blijven, onmogelijk kan trachten weergeven. De rest van de conversatie – met ook een scherpe interventie van Koen Van Singhel, moet de lezer maar op mijn Facebook wall lezen. En sorry ook voor al die mensen die zich blauw ergerden aan mijn haram-argument (omdat ze het meteen veralgemeenden), dat was maar om de discussie te stimuleren, hoewel ik natuurlijk vind dat het voor de Beurs en alleen voor de Beurs een juist argument is: de Beurs (en alleen de Beurs!) moet na de aanslagen de Brusselse eenheid in verscheidenheid belichamen. En bier is officieel haram voor een niet onbelangrijk deel van die bevolking. Ik blijf dat een slecht signaal vinden (en een duidelijk en erg goed argument om de discussie op te poken).

Besluit: een Brussels huis van culturen is een beter voorstel! De Vlaamse Bouwmeester heeft het gezegd. Geachte Minister van Cultuur, beste Sven Gatz, wat denkt u daarvan? Als Minister van Cultuur. Niet als voormalig directeur van de Belgische Brouwers.

Voor de meerwaardezoeker, hier de lange versie van mijn antwoord. Waarin de Vlaamse bouwmeester uitgebreid wordt geciteerd. Om de publieke discussie, die nu eindelijk is losgebarsten, gaande te houden. En natuurlijk ook om elke lezer te overtuigen om nu eindelijk die petitie te ondertekenen. Ook als je het een goed project vindt van Robbrecht en Daem of een fan bent van goede hedendaagse architectuur, geen nood: dat project blijft heus wel overeind met een ander en beter programma. 

Waarom een verwaterde biertempel? Een antwoord aan Sven Gatz

 Geachte Minister van Cultuur, beste Sven Gatz. Ik zou al bijna overtuigd zijn door uw enthousiaste betoog. Maar er zit een joekel van een contradictie in: je basisargument is dat dit project de Beurs ‘teruggeeft aan de mensen’, aan de Brusselaars, maar Brusselaars hebben toch geen nood aan een inleiding op het Belgische bier, dat kennen ze en kunnen ze proeven in zowat elk café. Dit is voor toeristen en draagt dus bij tot de verpretparking van Brussel. De rest is retoriek.   

Dit is misschien een ambitieus architectuurproject maar geen ambitieus programma, eerder een afgewaterde biertempel. Trouwens, ik ben tegen het feit dat die naam is afgevoerd. ‘De Belgian Beer World’, die maar een verdieping inneemt, is een slinkse truc om tegenstanders de wind uit de zeilen te nemen. Dat men dat notuleert: Ik ben voor een biertempel!  Maar dan in een oude brouwerij. Elementary, Watson.

De Beurs moet, zeker na de aanslagen, een huis van de Brusselse culturen worden, zoals ik elders op deze bladzijden al schreef. Een plek waar Brussel in al zijn verscheidenheid elke dag een podium krijgt. En ja, de toeristen mogen ook komen kijken. Aan de toegangen worden mooie foto’s van de herdenkingsplek en van de beste slogans op de muren van de beurs getoond. Dat is een programma, geachte minister van Cultuur.

Tot zover mijn antwoord aan Gatz. Om het debat, dat nu eindelijk in alle hevigheid is losgebarsten, te stimuleren, neem ik de vrijheid om hier even in te gaan op een Facebook-discussie met eminent gezelschap, een hoogwaardige en nogal amusante conversatie. Nadat ik het artikel van Gideon Boie, waarop Gatz antwoordde, op mijn Facebook wall ‘poste’ met nogmaals oproep om de petitie te tekenen (tussenstand 6000, encore un effort, Bruxellois, zou Sade gezegd hebben), schrijft Leo Van Broeck, De Vlaamse Bouwmeester:

“Bordeaux heeft een wijnmuseum, ambitieus qua architectuur. En ook hier in Brussel is het voor zover ik heb begrepen de bedoeling om een hoog ambitieniveau waar te maken. Net zoals wijn in Bordeau is bier bij ons één van de parels aan de culinaire kroon, het is een belangrijk onderdeel van onze materiële cultuur, voor mij veel belangrijker dan dat beursgebouw zelf. [nvdr: wat hebben die architecten toch tegen eclectische architectuur, gaat het door de kunsthistoricus in mij heen.] Onze bieren behoren verdorie ècht bij de lekkerste ter wereld en worden overal als een referentie gezien. We hebben meer dan één reden om daar trots op te zijn. En dan is het midden van onze hoofdstad geen foute plek. Zeker als we daarvoor een gebouw kunnen recycleren dat tot voordien enkel stond voor beleggen en winst maken op basis van kapitaalbezit zonder ervoor te werken. Ik krijg de mazelen van die giftige cocktail van cultureel-politieke correctheid en van de manier waarop een zelfverklaarde hoge cultuur neerkijkt op zo gezegde lage cultuur. Ik ben voor een biermuseum op die plek. We kunnen net zo goed allemaal opkomen voor het zo hoog mogelijk optrekken van het ambitieniveau van de verbouwing van dat gebouw, de kwaliteit van zijn toekomstige curatoren en van het tentoonstellingenbeleid en de publiekswerking die er zal gevoerd worden.”

Fraai. Helemaal in de lijn van Gatz. Nadat ik echter mijn al geciteerde ‘biertempel? Over our dead bodies’ in voorpublicatie als antwoord gaf, was de toon plots helemaal anders: “Lieven, wij zijn het over veel eens. Ik ben net zozeer als jij tegen de overmaatse verpretparking van Brussel, tegen de de duizenden beeldjes van Manneke Pis met een kurkentrekker op zijn pietje, tegen de goedkope ‘I Love Brussels’-T-shirts die vermoedelijk in Taiwan gemaakt zijn, tegen de reductie van ons land tot chocolade, bier en frieten, tegen de foeilelijke kerstmarkt, en zeker ook tegen de dominante aanwezigheid van Inbev in het verhaal. Als niet ALLE bieren in ons land aan bod komen (ik weet niet of dat het geval is), dan is het hele verhaal een farce. Het is simpel: het biermuseum (liefst geen tempel) heeft enkel recht van bestaan als het een ambitieus project wordt, zeker niet alleen qua architectuur, maar vooral qua werking, culturele rijkdom, museale kwaliteit, volksopvoedende waarde, laagdrempelige toegankelijkheid zonder platte vulgarisatie, enz. Het moet meer gaan over degusteren dan over zuipen. OK, een oude brouwerij zoals Belle-Vue langs het kanaal zou zeker ook een prachtige site geweest zijn, maar die is ondertussen anders bestemd. Wat betreft de publieke ruimte als scène voor politieke en maatschappelijke bewustwording en debat: helemaal mee eens. De zone voor de beurs, niet alleen de trappen, maar bij uitbreiding heel de voetgangerszone, moeten die maatschappelijke rol blijven vervullen als een vrijplaats voor democratisch debat. Een laagdrempelig en tegelijk hoogwaardig museumbeleid rond een belangrijk stuk van de Belgische cultuur misstaat volgens mij niet langs zo’n as. Maar ik ben het met je eens dat het een fragiel verhaal is: als je niet hoog genoeg mikt wordt het een platte kermis. Het is echt wel een alles of niks verhaal. En ik deel alvast met jou de vreugde over het feit dat het maatschappelijk debat nu eindelijk geopend is. Santé!”

Ik kon niet anders dan instemmen: “Daar toast ik op. Ik voel mij al bijna schuldig dat het met Porto is. Erg goeie Porto weliswaar. Ik hou toch meer van wereldcultuur dan biercultuur, Leo. Allez, als we dan toch aan het toasten slaan, hier mijn heildronk: “Op ons “Palais des Bruxellois. The house of cultures, inner square of an open city. Ik wil daar sebiet curator van worden, sebiet. Snap je? Dat is iets om te doen. Nu. Heel Brussel moet zich thuis voelen in die eertijdse tempel van het kapitaal, die wij, het volk van Brussel, alle volkeren van Brussel, maar Brusselaars in hart en nieren, allemaal, nu inpalmen, als plek om onze eenheid in verschil te vieren. Dat moet het zijn. En fuck die Biertempel. Dat schreef ik in de tussentijd in de marge in mijn nachtboek (dat nota bene Vuurwater heet), en het is mij een eer en een waar genoegen dat met de Vlaamse Bouwmeester te kunnen delen. How is that for a toast?”

Waarop de bouwmeester toch nog antwoordt: “Lieven, Je voorstel is inderdaad beter [mijn bold nadruk] en verdient een dikke toast. Maar het belichaamt een programma dat volledig met overheidsgeld moet betaald worden. En dat in het arme Brussel waar veel Belgen komen werken, shoppen, dineren, film of theater kijken … om daarna te gaan slapen en belastingen te betalen in Fermettegem. Brussel blijft achter met zijn kansarmen, migranten en vluchtelingen en kan amper de herstellingen van zijn versleten tunnels en viaducten betalen. Bovendien gaat Brussel kapot door een overdaad aan neen-acties. Nieuwe fietspaden rond de vijfhoek worden tegengehouden omdat er een paar parkeerplaatsen voor moeten verdwijnen. De voetgangerszone had al drie keer aangelegd kunnen zijn maar blijft een puinhoop door alle actiegroepen die het werk tegenhouden. Als men een bouwgrond leegmaakt en dezelfde dichtheid wat wil stapelen om daardoor groen voor een buurtpark te creëren wordt de ‘toren’ (ocharme een smurfje van slechts 8 lagen) weggepest samen met het buurtpark. Daarom hanteer ik als bouwmeester een heel andere houding: zoveel mogelijk ja zeggen. Ik heb geen mandaat in Brussel maar ik zou het hier ook doen. Gewoon omdat het lopende voorstel niet slecht genoeg is om tegen te houden. Het is verbeterbaar: komen door het monopolie van Inbev wel ALLE bieren aan bod? Is het geplande tentoonstellingenbeleid goed genoeg? Is de politieke-publieke ruimte voor de beurs en op de boulevards voldoende gevrijwaard? Etc. … Er bestaat altijd beter … maar daarvoor aan obstructie doen is aan mij niet besteed. In ons land wordt dat schering en inslag: projecten vertragen, tegenhouden, actiecomités, raad voor vergunningenbetwisting … er gebeurt jaren niks, de burgers èn de politici verzuren, gebouwen blijven leegstaan … Het is een oud spreekwoord: het beste is de vijand van het goede. Mijn tactiek is: ja zeggen en het daarna naar boven sleuren om het zo goed mogelijk te krijgen …”

Beste Leo, het is nooit te laat om goed te doen – nog een beter spreekwoord, vind ik, Leo – en het is vermoedelijk nog ouder: het komt uit de Bijbel. Om het concreet te maken: de Lange Wapper werd in extremis afgevoerd en Ringland kwam ervoor in de plaats. Dat is en blijft toch om een voorbeeld aan te nemen, toch, beste Bouwmeester? Ik blijf in elk geval neen zeggen. En blijf ook geloven in de kracht van het nee, en het protest, dat is burgerdemocratie, en ja lastig voor beleidsmakers, je pleidooi voor ‘positivisme’ en ja zeggen hoorden we ook al in alle talen bij de Lange Wapper. Peeters wou zelfs structurele maatregelen tegen burgeractivisme … Maar goed, dat is een discussie op zich.  

De rest van de conversatie – met ook een scherpe interventie van Koen Van Singhel, moet de lezer maar op mijn Facebook-wall lezen, deze tekst is al te lang. En sorry ook voor al die mensen die zich blauw ergerden aan mijn haram-argument (omdat ze het meteen veralgemeenden), dat was maar om de discussie te stimuleren, hoewel ik natuurlijk vind dat het voor de Beurs en alleen voor de Beurs een juist argument is: de Beurs (en alleen de beurs!) moet na de aanslagen de Brusselse eenheid in verscheidenheid belichamen. En bier is officieel haram voor een niet onbelangrijk deel van die bevolking. Ik blijf dat een slecht signaal vinden (en een duidelijk en erg goed argument om de discussie op te poken:).

Besluit: Een Brussels huis van culturen is een beter voorstel! De Vlaamse Bouwmeester heeft het gezegd. Geachte Minister van Cultuur, beste Sven Gatz, wat denkt u daarvan? Als Minister van Cultuur. Niet als voormalig directeur van de Belgische Brouwers. 

En, beste lezer, teken nu die petitie.   

take down
the paywall
steun ons nu!