Itinera

Itinera

dinsdag 13 september 2011 10:33
Spread the love

Ik had me voorgenomen om het onderwerp ‘Marc De Vos’ voortaan te vermijden, wegens al voldoende uitgemolken, maar de actualiteit heeft haar rechten. Het lijkt me goed dat – eerst Marc Reynebeau, daarna Dirk Van der Maelen, en nu in een reactie in DS De Vos himself het debat over de onafhankelijke denktank Itinera op scherp zetten. Dat heeft wat mij betreft weinig te maken met ‘de komkommertijd’ waarover De Vos het heeft (overigens weinig van te merken als ik de kranten opensla) of nog met een ‘moddercampagne’ gericht tegen Itinera. Wel met het stellen van een paar democratisch verantwoorde vragen over de denktank, want aan een instelling die a rato van gemiddeld 2 interventies per dag in onze media aan het woord komt (en niet van de minste), mag je toch wel een paar vragen stellen, me dunkt. Anders kunnen we de democratie beter opdoeken. Als ‘bonus’ werden we door Dirk Van Der Maelen gisteren getrakteerd op  de ‘kwakende eend’ metafoor, wat mij betreft nu al op de shortlist van meest treffende metaforen op de Standaard Opiniepagina’s van dit jaar.

Maar goed, laat ons effen inzoomen op de Vos’ repliek, vandaag in De Standaard. Hij doet, niet helemaal onverwacht, een “Clintonneke” (I did not have sex with that woman) – in dit geval: nee, Itinera is geen neoliberale lobbymachine, maar een huis met veel kamers of – zoals hij het verwoordt ‘Itinera bewandelt veel wegen’. De Vos heeft overigens niet helemaal ongelijk, ik zou Itinera ook niet omschrijven als een neoliberaal vehikel/speeltje van bereidwillige bedrijfsmecenassen. Al wil ik er meteen aan toevoegen: het neoliberalisme is het meest doeltreffend als het zich als neutraal en onafhankelijk kan voordoen, als ‘logische recepten waar je niet onderuit kunt’. En het valt wél op dat er Itinera blijkbaar veel aan gelegen is om zich een aura van ‘onafhankelijkheid’ te kunnen aanmeten. Toegegeven: ‘onafhankelijke  denktank’, het bekt goed.

Maar laat ons tot de kern van de zaak komen: wat is Itinera voor de meerderheid van ons, mensen die regelmatig de krant doornemen en af en toe een Terzake meepikken? Wel, je mag er donder op zeggen dat – alvast in de perceptie – Itinera niet zozeer de denktank is die met rapporten en analyses uit alle hoeken van het politiek-ideologische spectrum komt aanzeulen, nee, Itinera is vooralsnog “Ivan Van de Cloot en Marc De Vos”. Af en toe komt wel eens iemand anders aan bod uit de Itinera-stal, maar het blijven uitzonderingen. De Vos en Van De Cloot dus. De Vos is allicht geen neoliberaal – een term met een negatieve connotatie dezer dagen, en een term die allicht ook de lading niet dekt bij De Vos – maar dan toch zeker een drammerige ultra-liberaal. Duidelijk niet wars van ideologie, en dat hoeft wat ons betreft ook niet (overigens denkt Van Der Maelen er ook zo over, las ik gisteren). De uit de kluiten gewassen Van De Cloot is dan weer iets geraffineerder, en valt moeilijker in een hokje onder te brengen dan zijn kompaan. Maar hij kan toch bezwaarlijk doorgaan voor ‘links’, al heeft hij dan ooit eens op een ACW shortlist gestaan voor meest sociale man/vrouw van het jaar. (overigens heeft het ACW allicht al lang spijt van die beslissing, want De Vos gebruikt dat argument sindsdien te pas en te onpas om toch maar te kunnen verkondigen hoe onafhankelijk Itinera is). Samengevat: in de perceptie is Itinera voorlopig dus De Vos en Van De Cloot, en Itinera mag dan al ‘vele wegen bewandelen’, het ligt er vingerdik op dat sommige wegen eerder ‘links’ gelaten zullen worden dan andere.

Misschien komt daar binnenkort verandering in, nu Itinera met een blog gaat beginnen, waarvoor ze experts gaan uitnodigen. Ook in het verleden werden bv. mensen als Dave Sinardet en Carl De Vos al uitgenodigd door Itinera voor samenwerking aan projecten, maar laat ons wel wezen: zij worden niet echt met Itinera geassocieerd. Overigens liet Carl De Vos in dat bewuste artikel van Reynebeau optekenen “dat het toch allemaal een beetje te neoliberaal aanvoelde bij Itinera” voor hem, hij nam er ondertussen wat afstand van. Carl De Vos, toch niet echt het prototype van de andersglobalist. In elk geval: vooralsnog hebben de meesten onder ons niet de tijd om al die Itinera-rapporten en analyses na te vlooien, en gaan we af op wat er in de media over verschijnt. Zijnde vooral in de persoon van Van De Cloot en De Vos dus, die meestal als spreekbuizen dienen. Misschien ook een kwestie van temperament, dat willen we niet ontkennen.

Je kunt je echter afvragen of de mecenassen ook even diep in de buidel zouden tasten, mocht Itinera ook met de regelmaat van de klok iemand in de media opvoeren, die duidelijk linkse recepten voorstaat (Paul Magnette bv.) en eerder linkse analyses maakt. (En het hoeven niet eens écht linkse analyses te zijn). Immers, als het over zaken gaat als bonussen aan banden leggen, de vermogensbelasting,  … dan luidt het verdict van De Vos toch al snel: laat ons niet ‘populistisch’ doen, of toegeven aan de ‘afgunstmaatschappij’. De Washington consensus is dood – zeker in de milieus van ‘development denkers’ – dat gaat zelfs De Vos niet ontkennen, maar in de praktijk lijkt hij toch verdacht veel recepten van die consensus te willen reanimeren. Meer in het algemeen blijft de man zweren bij een competitiviteitsdiscours, landen die hun concurrentiepositie moeten vrijwaren tegen elke prijs, efficiëntie en privatisering, een ‘lean & mean’ government, etc. Ook al beroemt hij zich op die beruchte ACW shortlist, eigenlijk heeft de man een aversie van sociale partners. Behalve, allicht, als ze zouden meestappen in ‘constructieve’ “Hartz”hervormingen. Hij laat zich ook regelmatig betrappen op een ‘slip of the tongue’ – gisteren nog, in een stuk op de redactie.be – waar hij zijn bewondering niet onder stoelen of banken stak voor China “dat als een bedrijf wordt gerund”. Niet alleen slaat die uitspraak nergens op (wie onder de oppervlakte durft kijken in China, merkt dat dat land helemaal niet als een bedrijf wordt gerund, maar dat – behalve de doelstelling van 8 % groei, waar zowat alle beleidsmakers achter staan – de bureaucratische en politieke oorlogjes even fel woeden als bij ons); toevallig is het ook een uitspraak die nogal wat bedrijfsleiders even makkelijk plegen – Roland Duchâtelet presteerde het dit weekend nog, in net dezelfde bewoordingen. En Club Brugge – waar Itinera mecenas Bart Verhaeghe een belangrijke rol speelt – liet net vandaag ook al optekenen dat de Pro League “beter als een bedrijf” zou worden gerund.

Om een lang verhaal kort te maken – Van Der Maelen heeft niet helemaal ongelijk, als hij De Vos in een bepaalde hoek situeert. Zelf zou ik De Vos niet echt neoliberaal durven noemen, wel ultra-liberaal, ideologisch, of nog een ‘man met een missie’. Wat zijn goed recht is. En De Vos heeft het bij het rechte eind als hij stelt dat Itinera geen neoliberale lobbymachine is. De Vos is betweter genoeg om zich door niemand de les te laten spellen, en lijkt me oprecht overtuigd van zijn ideeëngoed. Maar De Vos heeft ongelijk als hij stelt dat Itinera onafhankelijk is, want vele wegen bewandelt. Bepaalde van die wegen worden duidelijk minder bewandeld dan andere, dat ziet iedereen die min of meer objectief kijkt naar de output waarmee Itinera toch vooral vereenzelvigd wordt – de media-optredens van Van De Cloot en De Vos. Dus ja, ‘onafhankelijke denktank’ dekt niet helemaal de lading, als ‘bijsluiter’ bij de opiniestukken van De Vos en Van de Cloot.

Terzijde. Waar ik het overigens vooral moeilijk mee heb bij de analyses van De Vos, is het feit dat hij – als hij zijn logica zou doortrekken naar iedereen, en elk land – duidelijk moet botsten op een muur. Bepaalde zaken moffelt hij gewoon onder de mat. Bv: hij heeft de mond vol over broodnodige ‘activering’ van mensen, maar vergeet te vermelden dat al een miljoen Belgen aan de pillen zit. Of nog: Itinera staat voor ‘via structurele hervormingen streven naar duurzame economische groei, en duurzame sociale bescherming’, maar eigenlijk pleit De Vos in de praktijk vooral voor economische groei tout court – zie bv. zijn virulente aanval op Wilkinson’s boek “The Spirit level”, en dan vooral op die passages waarin Wilkinson durft betwijfelen dat economische groei nodig is, voorbij een bepaald niveau. Marc De Vos weigert in te zien waartoe een wereld leidt, waarin iedereen in de rat race meestapt, en tegen elke prijs zijn concurrentiepositie (landen) of marktwaarde (individuen) probeert te vrijwaren. Die situatie komt neer op een prisoner’s dilemma, waarbij uiteindelijk iedereen minder af dreigt te zijn, en waarbij zelfs te vrezen valt dat het voortbestaan van de planeet erdoor bedreigd wordt. Tegenwoordig krijgen we er al een voorsmaakje van.

Last but not least, ook al neemt hij graag het adjectief ‘duurzaam’ in de mond, De Vos lijkt me ook minder ‘groen’ te denken dan pakweg Geert Noels, die ik persoonlijk lucider analyses vind maken. Noels is een analist die zich – in tegenstelling tot De Vos – ook écht zorgen lijkt te maken over de ecologische consequenties van ons economisch systeem. Maar dat is voer voor een andere blogstukje.
 

take down
the paywall
steun ons nu!