Schadelijke nevenwerkingen van de preventieve gezondheidszorg

Schadelijke nevenwerkingen van de preventieve gezondheidszorg

Gezondheid lijkt vandaag wel een nieuwe religie geworden, met eigen dogma's en rituelen zoals de Veertig Dagen zonder Vlees, en nieuwe vormen van puritanisme. Bijna dagelijks worden we bestookt met alarmsignalen, gezondheidswaarschuwingen, preventiecampagnes en diëten. Veel daarvan zou overbodig worden, mochten we ons houden aan de simpele regel van dokter Hippocrates: alles mag, maar alles met mate. En: vergeet niet te genieten want genieten is gezond.

donderdag 2 maart 2017 16:43
Spread the love

Maar zo werkt het blijkbaar niet. De jongste weken werd vanuit diverse hoeken alarm geslagen over voeding en gezondheid, vooral omdat overgewicht epidemische vormen lijkt aan te nemen, ook bij kinderen. Te weinig lichaamsbeweging moet als gezondheidsrisico niet onderdoen voor roken want kan leiden tot overgewicht, diabetes type 2 en andere chronische ziekten.

Het is niet enkel een probleem van de vergrijzing want de actieve bevolking en jongeren worden eveneens getroffen, – bovendien ook door psychische aandoeningen die voor 34% verantwoordelijk zijn voor invaliditeit. Er waren nog nooit zo veel zieken op het werk als vandaag, de uitbetalingen voor ziekte overtreffen voor het eerst de werkloosheidsuitkeringen. Dat doet alarmbellen afgaan. 

Het hoeft natuurlijk geen betoog dat die hele evolutie de betaalbaarheid van onze ziekteverzekering onder druk zet, vooral omdat de behandeling van chronische zieken hoofdzakelijk symptomatisch is, niet echt ‘geneest’ maar wel de levensduur verlengt. De uitgaven stijgen sneller dan onze economische groei kan bijbenen.

Besparingsmaatregelen kunnen enkel een doekje voor het bloeden zijn.

Om “de tijdbom te ontmantelen en de zorg toekomstbestendig te maken” is volgens enkele Nederlandse bankiers dringend een apart ministerie voor Voeding en Gezondheid nodig. In Knack pleitte de fiscaal advocaat Jan Tuerlinckx voor het gebruik van doelgerichte fiscale maatregelen om mensen tot een meer gezonde levensstijl aan te sporen. De meest radicale oproep voor meer en betere preventie kwam van prof. Stefaan De Henauw (UGent) naar aanleiding van een grootschalig onderzoek bij gezinnen. En aan de UGent is zopas een leerstoel ‘geluk en gezondheid’ gelanceerd – gefinancierd door een verzekeraar – om te onderzoeken hoe het Bruto Nationaal Geluk op te krikken en zo de bevolking gezonder te maken.

Aan voorstellen en plannen dus geen gebrek. Maar kunnen ze ook echt werken? Volgens professor De Henauw volstaan fiscale maatregelen of informatiecampagnes alleszins niet meer. Hij heeft meegewerkt aan de Europese I.Family-studie bij gezinnen met een lage sociaaleconomische status. Kinderen en ouders uitleggen dat ze gezonder moeten eten, blijkt nauwelijks te helpen om overgewicht tegen te gaan. Voorlichtingscampagnes en individuele begeleiding leiden amper tot gedragsverandering. “De aanpak op individueel en familiaal niveau volstaat niet om het tij te keren. (…) Er is nood aan meer geld voor preventie en de aanpak van overgewicht . (…) We moeten onze maatschappij hertekenen, en ophouden met alle verantwoordelijkheid af te schuiven op het individu.”

“Er is een cultuuromslag nodig, een beetje zoals de strijd tegen klimaatverandering.”

De maatschappij ‘hertekenen’ is op zich niet moeilijk, maar de praktijk is andere koek. Ongezonde leefgewoonten hangen nauw samen met ons economisch systeem, het consumentisme, de belangen van de voedings- en farma-industrie… Begin daar eens aan te sleutelen! Los van de vraag of we nog wel kunnen geloven in de politieke ‘maakbaarheid’ van gezondheid.

Bewustwording van onderuit lijkt een betere weg. Op dat gebied is er veel in beweging, denk aan de toenemende populariteit van bio-voeding. Maar ook hier speelt het Mattheüs-effect – wie veel heeft zal veel krijgen. De rijken worden rijker – en de gezonden gezonder. Het zijn immers vooral de hoger opgeleiden, de culturele ‘elite’ en de BV’s die de gezondheids- en fitness-cultus beoefenen en promoten, soms op het fanatieke af – wat ook niet zo gezond is…

Het onderzoek van prof. De Henauw heeft deze sociale breuklijn nogmaals blootgelegd. Hij heeft dus gelijk dat voor een doeltreffende preventie er een ruimere visie nodig is dan enkel lineaire maatregelen zoals suiker- of vettaksen om het gedrag bij te sturen. Want de oorzaken liggen dieper: armoede en ongelijkheid, de invloed van reclame en marketing op beïnvloedbare kinderen, gebrek aan fietspaden en open ruimte in de steden…

Immateriële factoren

Eén ongemakkelijke waarheid wordt meestal over het hoofd gezien. De rol van immateriële factoren die elkaar onderling beïnvloeden: stress op het werk én in de vrije tijd, relaties, persoonlijke zingeving – hoe we in het leven zelf staan…

Veel ‘ongezond’ gedrag, waaronder verslavingen en uiteraard zelfmoordneigingen, zijn het gevolg van depressiviteit, eenzaamheid en sociaal isolement, hopeloosheid, weinig levensvreugde…. Niet te vergeten zijn de psychosociale gevolgen van de complex geworden familierelaties – één op de drie kinderen woont in twee huizen – en het groeiend aantal eenoudergezinnen. De plaats waar je woont en de mensen met wie je samenleeft hebben een veel belangrijker invloed op het immuunsysteem dan onze genen, wist Knack onlangs nog te melden.

Chronische stress is een sluipmoordenaar, die de persoonlijke veerkracht ondermijnt en de vatbaarheid voor ziekte verhoogt.

Veel mensen zoeken troost, compensatie of een uitweg in consumptie, niet op basis van rationaliteit maar van emotie. Van rationaliteit alleen kan een mens niet leven. Dus ook niet van goedbedoelde overheidscampagnes, zoals tegen roken en alcohol, die trouwens op groeiende weerstand stuiten.

Het aantal rokers daalt nauwelijks, ondanks de angstaanjagende waarschuwingen.

Velen ‘rebelleren’ tegen de ‘betutteling’ en genieten er onder elkaar zelfs van, zoals je kan ervaren in al die café’s waar ‘s avonds de asbakken te voorschijn komen. In extreme vorm kun je dat zien in de rooklokalen van ziekenhuizen, met groepjes vereenzaamde, gekwetste en fatalistische mensen die een ‘enthousiaste zelfmoord’ – met de sigaret als enig houvast – blijken te verkiezen. 

“De meeste problemen onder de oppervlakte zijn hardnekkig. Als je ze snel wilt oplossen, val je terug in oude fouten en oude patronen” waarschuwen Nederlandse organisatiesociologen in een recent boek. Dat betekent dat het niet volstaat om maatregelen uit te vaardigen of data te verzamelen, zoals over geluk en gezondheid, zoals het de bedoeling is van de nieuwe leerstoel aan de UGent. Data en grafieken zijn er trouwens al voldoende verzameld door geluksexpert Leo Bormans en zijn World Book of Happiness en andere publicaties. Die hype is intussen voorbij, want van dat streven naar geluk blijkt een mens moe en depressief te kunnen worden. Trouwens, wat is geluk? En moeten we daar wel naar streven? ‘Geluk’ kan geen doel op zich zijn, wel een bijproduct van toewijding aan een hoger doel – relatie of gezin, werk, kunst, wetenschap, spiritualiteit…

‘Meten is weten’ is bij uitstek een managerscredo, maar meten doet de onmeetbare achtergrond vergeten. ‘Onmeetbaar’ is de impact van het leefklimaat vandaag, het alomtegenwoordige wantrouwen, de verharding en polarisering in maatschappelijke relaties, het alarmisme in de media… “Mensen voelen zich angstiger dan ooit omdat ze het gevoel hebben er alleen voor te staan”, stelt psychiater en specialist angststoornissen Damiaan Denys vast.

Overdiagnoses

Er gaat bijna geen dag voorbij of we worden om de oren geslagen met wat onze gezondheid en welzijn, en die van onze kinderen, bedreigt – vervuilde lucht, hormoonverstoorders, alcohol, vlees, plastic in onze mosselen… En we staan er machteloos tegenover, want we kunnen niet zonder te ademen of te eten.

Daarbij komt nog dat veel preventieve gezondheidszorg deze angstcultuur nog aanwakkert. Van alle kanten krijgen we te maken met marketingcampagnes die ons bang moeten maken voor het minste risico.

“De angst voor ziekte heeft geleid tot een uit zijn voegen barstende preventie-industrie.”

Dat vindt dokter Iona Heath, voormalige voorzitter van het Britse Royal College of General Practitioners en medewerkster van de British Medical Journal. Hetzelfde geldt voor de geestelijke gezondheidszorg. “De marktwerking leidt tot niet bestaande syndromen en symptomen,” klaagt prof. Damiaan Denys aan. “Psychische problematiek wordt veel te snel vervat in medicalisering en psychiatrie. Een overregulering die de gezondheidszorg onbetaalbaar dreigt te maken.”

“Overdiagnosis” noemt Iona Heath dat:  spreken van een ziekte zonder dat er in feite symptomen aanwezig zijn. Behandelen om toch maar ‘iets’ te doen.

De overconsumpt!e van antibiotica de voorbije decennia, met als dramatisch gevolg dat we nu met resistente ziekenhuisbacteriën te maken hebben, is daar een voorbeeld van.

“Men behandelt mensen die niet ziek zijn, enkel en alleen om te voorkomen dat ze ooit wel ziek worden”, aldus nog dr Heath. “Dat is gevaarlijk. Zodra je een risico vaststelt, creëer je de behoefte om te handelen. En dat lijkt misschien slim, maar preventieve geneeskunde maakt mensen vaak ziek en ongelukkig. De schade die preventieve behandelingen aanrichten (ze verwijst naar hoge cholesterol, hoge bloeddruk, borstkanker…, JV) is veel groter dan de gezondheidswinst die ze opleveren. (…) We moeten opnieuw trager worden in het labelen van mensen. En hun symptomen pas behandelen wanneer er echt een reden toe is.”

Immunologie

Probleem bij veel preventieve gezondheidszorg is de gerichtheid op risicofactoren zonder te kijken naar de andere parameters en hun  onderlinge interactie, zoals de immunologie die in kaart brengt. Het trekken van lineaire conclusies (één oorzaak, één gevolg) uit enkelvoudige biomedische vaststellingen, zoals verhoogde cholesterolwaarden of hoge bloeddruk, is vaak te kort door de bocht.

Voeding en levenswijze zijn een weg naar een meer duurzame preventie – of zelfs naar genezing – maar staan niet los van psychosociale en existentiële factoren.

Die worden doorgaans over het hoofd gezien, terwijl bijvoorbeeld duidelijk is aangetoond dat een transcendente visie – waarbij je je leven in een groter geheel ziet dan louter ik-gericht – een positieve invloed heeft op veerkracht en omgaan met lijden, stress en tegenspoed.

“Onderschat nooit de kracht van het immuunsysteem!” verklaarde professor Michael June onlangs in Leuven naar aanleiding van het eredoctoraat voor zijn baanbrekend werk inzake immuuntherapie tegen kanker. Hij en zijn collega hadden daarvoor jarenlang tegen onbegrip en verkettering  moeten opboksen. Omdat ook emoties het immuunsysteem beïnvloeden, kunnen ze risicofactoren versterken of verminderen.

Neem nu de grote boosdoener, overgewicht. Negatieve gezondheidseffecten ervan zouden min of meer ‘gecompenseerd’ kunnen worden door een ontspannen levenswijze – volgens een een groot bevolkingsonderzoek in de VS. Daaruit bleek dat zwaarlijvigheid bij Afro-Amerikaanse vrouwen geen invloed heeft op hun levensverwachting, omdat het bij hen sociaal geaccepteerd is. Zij voelen zich goed in hun vel met hun vet, in tegenstelling tot obese blanke vrouwen, die lijden onder sociale stigmatisering. Perceptie en schaamte hebben volgens epidemioloog Peter Muenning dus méér negatieve invloed op hun gezondheid dan het lichaamsvet op zich. Beter een positieve dan een stigmatiserende preventiepolitiek tegenover obesitas, is zijn boodschap.

Psychosociale factoren en zingeving spelen ook voor de preventie van dementie een grotere rol dan altijd gedacht. Dat bleek uit de befaamde Nun Study, bij hoogbejaarde kloosterzusters in de VS. Bij autopsieën na hun overlijden werden bij sommigen amyloïd-strengen aangetroffen in de hersenen, wat op dementie wijst. Toch hadden ze bij leven nooit een teken van dementie vertoond. Conclusie van de onderzoekers was dat bepaalde factoren de biologische ‘determinatie’ kunnen doorbreken: een positieve levensvisie, geregelde levenswijze en geestelijke activiteit tot op hoge leeftijd (Neurale plasticiteit van het brein).

Dat zou ook betekenen dat de recente ‘ontdekking’ dat ADHD een ‘hersenziekte’ zou zijn, een risico inhoudt voor de toekomst van de betrokken kinderen, want veel te eenzijdig en te deterministisch.

Controledwang

Het via media en reclame systematisch voorspiegelen van het ideaalbeeld van een fitte geest in een perfect lichaam werkt contraproductief, omdat die idealen voor de meesten van ons irreëel en onbereikbaar zijn. Vandaar dat zoveel jonge vrouwen die zich ongelukkig voelen met hun lichaam, wat hun levenskwaliteit aantast en vaak aanleiding geeft tot eetstoornissen, van anorexia tot het – minder bekende maar meer voorkomende – orthorexia: een obsessie voor zuivere voeding, in een poging om het eigen leven onder controle te krijgen. Controledwang is één van de schadelijke neveneffecten van de gezondheidscultus.

“We moeten opnieuw leren omgaan met imperfectie, met onze eigen kwetsbaarheid”, raadt dr Heath aan. “Ziekte en dood zijn geen medische mislukkingen. Ze horen bij het leven.” 

Gezondheid is meer dan niet-ziek zijn.

“Gezondheid betekent ook:  je leven zinvol vinden en een goede band hebben met de mensen rondom jou, ook al heb je een ziekte of handicap. Voor het welzijn van mensen is de kwaliteit van hun relaties veel belangrijker dan de afwezigheid van ziektes. Dat verliezen we uit het oog wanneer we ons blindstaren op preventie.”

Psychiater Damiaan Denys gaat nog verder. Lijden hoort bij het menselijk leven en ik kan mij niet inbeelden dat je productief en creatief kunt zijn zonder te lijden.” (…) “Ik vind de mens volmaakt in zijn onvolmaaktheid. Die onvolmaaktheid is cruciaal. En op het moment dat je dat beseft, dat je maar een klein stukje bent van dat geheel, wordt het ook veel makkelijker jezelf te relativeren.”

Mensen presteren doorgaans beter als ze bevrijd zijn van de druk, ook de druk om gezond te zijn … 

take down
the paywall
steun ons nu!