Welkom in het rijk der kindertaal. De Wever over migratie

Welkom in het rijk der kindertaal. De Wever over migratie

In zijn opiniestuk over links en migratie tracht De Wever een wankele stelling geloofwaardig te maken. Hij doet dat met behulp van kleine woordjes zoals "iedereen".

woensdag 24 januari 2018 18:34
Spread the love

Bart De Wever stelt in een opiniestuk in De Morgen van 24 januari 2018 links voor de keuze: ofwel doet links voort met het de facto organiseren van migratie, ofwel kiest links voor het behoud van de welvaartstaat. Die laatste kan immers het gewicht van migratie niet aan.

Het stuk is een dieptepunt. Een onwaarschijnlijk banale schijntegenstelling wordt omwikkeld met wat wollige uitspraken over het belang van de natiestaat en van de ethische gemeenschap die ze omvat, over het onderscheid tussen mensenrechten en burgerrechten, en met wat uithalen naar een vermeende “migratie-industrie” van advocaten, activisten en ngo’s. Zelfs naar de normen van De Wever haalt het geen enkel niveau, zeker omdat het net de regering is die hij de facto leidt, die volop het mes zet in de sociale zekerheid, het hele systeem veel dunner en selectiever maakt, en de rijken toelaat om de welvarende “gated communities” te bouwen die hij in zijn opiniestuk als doembeeld voorstelt.

De kern van zijn betoog is de vermelde schijntegenstelling: sociale zekerheid of open grenzen. En onderliggend daaraan hanteert De Wever een stelling: dat migratie de sociale zekerheid bedreigt. Elk objectief onderzoek spreekt dit tegen. Dus is de vraag: hoe probeert hij die stelling geloofwaardig te maken?

Het antwoord is eenvoudig: door kleine woordjes zoals “iedereen”. Kijk met welke woorden hij het probleem omschrijft in zijn tekst; hij doet dat in drie passages.

(1) “Maar als wij zeggen dat er geen grenzen meer zijn en iedereen moet kunnen rekenen op onze solidariteit, komen we in een situatie waar er geen medeburgers meer zijn met wie wij solidair kunnen zijn, maar enkel medemensen die vandaag hier, maar morgen eender waar kunnen zijn.”

2) “Er zijn 37 miljoen Soedanezen, die ongetwijfeld elk een beter leven willen. Hebben wij de morele plicht die alle 37 miljoen op te vangen? En wat met de rest van Afrika?”

(3) “Moeten we iedereen opvangen en moet die opvang via inwijking gebeuren?”

Het eenvoudige antwoord op elk van die uitspraken is: nee, we moeten niet iedereen opvangen, niet alle Soedanezen, en niet heel Afrika. Er is overigens geen enkele partij die dat vraagt of eist, of zelfs maar suggereert, en ook in de ruimere samenleving (zelfs bij de zogeheten “migratie-industrie”) zal je niet veel volk vinden dat dit onderschrijft.

En eigenlijk zou dat moeten volstaan. De Wever spreekt hier immers in kindertaal, hij hanteert uitspraken van het type “jij bent altijd boos op mij”, “jij laat hier altijd alles rond slingeren of “ze pesten mij allemaal de hele tijd”. Het zijn kinderlijke overdrijvingen die categoriek en algemeen maken datgene wat niet-categoriek en concreet is.

Zo schetst hij scenario’s die enkel een idioot als realiteit kan aannemen, terwijl hij ze als gewichtige zaken opdist. In de eerste uitspraak, bijvoorbeeld, zegt hij ook: “Maar als wij zeggen dat er geen grenzen meer zijn …” Wie zegt dat? Wanneer is dat gezegd? Wanneer zou men zoiets kunnen zeggen? En is dat nu echt de kwestie: een wereld met grenzen of een wereld zonder grenzen? Dezelfde vragen kan men stellen bij de andere uitspraken. Is er iemand die écht denkt dat alle 37 miljoen Soedanezen naar België zullen komen? Of alle Afrikanen? En dat, eens ze hier zijn, “iedereen moet kunnen rekenen op onze solidariteit” – lees, op het stelsel van sociale zekerheid dat we met belastingen financieren?

Wat dat laatste betreft: De Wever hanteert het woordje “iedereen” nog een keer:

(4) “Op die manier kan onze sociale zekerheid open blijven, vrij toegankelijk en gul voor iedereen.”

Dit is enkel geloofwaardig voor zij die nog nooit beroep hebben moeten doen op “onze sociale zekerheid”. Want het echte stelsel is selectief en voorwaardelijk, en alles behalve “gul” – het leefloon in dit land zit beneden de officiële armoedegrens, en de pensioenen zitten beneden het Europese gemiddelde. Om gul te kunnen blijven zal onze sociale zekerheid dus eerst gul moeten worden. De leugen vult hier de intellectuele leegte in.

Met dat soort kindertaal bouwt De Wever zijn stelling op. Ze is tegelijkertijd lachwekkend en verbijsterend. Lachwekkend omdat ze letterlijk ongelooflijk is behalve voor zij die hun verstand op nul draaien. Verbijsterend omdat De Wever hiermee veronderstelt het debat te voeden. Het enige wat hij voedt is zijn electorale achterban, die dit soort dwaasheden van hem aanleert en verder vertelt. Maar een debat? met wie? En waarover?

De meest invloedrijke intellectueel van Vlaanderen spreekt over migratie zoals een kind spreekt over snoep. Het getuigt van een kinderlijke naïviteit dat hij denkt daarmee weg te kunnen raken.

take down
the paywall
steun ons nu!