De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Wat Benin ons leert over de terreur in West-Afrika

Wat Benin ons leert over de terreur in West-Afrika

De religieuze vrede en eenheid tussen moslims en christenen in Benin biedt de beste garantie om te beseffen dat het Boko Haram conflict in het Noorden van Nigeria een politiek/religieuze machtsstrijd is, die enkel om Nigeriaanse oplossingen vraagt. De door het Westen aangeboden hulp in het zoektocht naar de ontvoerde schoolmeisjes van Chibok ruikt dan ook naar een mogelijke militaire interventie. Een verplaatsing van het centrum van de globale oorlog tegen

zaterdag 10 mei 2014 01:19
Spread the love

DeWereldMorgen.be

Er kunnen grote vraagtekens worden geplaatst bij de door het
westen (en China) aangeboden hulp in de zoektocht naar de ontvoerde
schoolmeisjes in het hoge noordoosten van Nigeria. De aangeboden hulp lijkt
immers opnieuw een pretext te zijn voor een westerse militaire interventie in
functie van de globale oorlog tegen terreur. Leggen de recente gebeurtenissen
in Nigeria niet soms ook de eerste krijtlijnen van een westerse politiek van
chaos in savanne van Noord-Nigeria bloot? Aan de vooravond van het economisch
wereldforum in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja worden er twee bomaanslagen
gepleegd. Kort daarop blijkt Boko Haram in Chibok meer dan 200 schoolmeisjes te
hebben ontvoerd. Hierop volgen overal ter wereld protestacties met de
ondertussen wereldbekende hashtag “bring back our girls”. Nochtans zorgde het
militaire offensief en president Jonathans beleid van de noodtoestand in drie
noordoostelijke deelstaten Borno, Yobe en Adamawa  voor een aanzienlijke vermindering van het
geweld in andere delen van het Noorden – Het conflict werd teruggedrongen tot
het eigenlijke territorium van Boko Haram in deze noordoostelijke deelstaten.
En dan plots nieuwe aanslagen, terwijl de laatste bomaanslag in Abuja op de VN
gebouwen dateert van augustus 2011.

Wordt Nigeria hierdoor niet soms opgevorderd tot een nieuw
strijdtoneel van de globale oorlog tegen de terreur? Maar zijn de Westerse
mogendheden of scherper gesteld, de transnationale oligarchie die overal ter
wereld de neoliberale metafysica uitdraagt nog wel het beste geplaatst om nu
ook de strijd aan te gaan met Boko Haram in Nigeria? Is de globale oorlog tegen
terreur niet soms verworden tot een pijnlijke aaneenschakeling van
mislukkingen? Hier volgt een kort opsomming van de aangeboden hulp: De
Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, John Kerry heeft laten weten een
interdisciplinair militair team naar Nigeria te sturen. David Cameron, de
premier van het Verenigd Koninkrijk heeft president Jonathan op hart gedrukt
dat ze klaar staan om Nigeria te helpen waar nodig. De Chinese premier Li
Keqiang wil haar inlichtingendiensten en satelietinstallaties ter beschikking
stellen. De Franse president François Hollande ziet het zelfs nog groter en wil
in Parijs een summit organiseren rond veiligheid in de West-Afrikaanse regio.
Hij nodigt hierbij ook de buurlanden van Nigeria zoals Benin, Kameroon, Tsjaad
en Niger uit. De eerste minister van Israël, Benjamin Netanyahu staat eveneens
klaar om hulp te bieden in het zoeken van de ontvoerde meisjes en het
bestrijden van de gruwelijke terreur. 

Proxy interventie

Volgens professor Bruno J. Cordier, die verbonden is aan de
vakgroep Conflict- en Ontwikkelingsstudies van de Universiteit Gent blijft deze
aangeboden hulp vooralsnog beperkt tot wat hij een proxy interventie noemt.  In plaats van een rechtstreekse interventie
opteren de westerse mogendheden voorlopig voor het aangaan van
samenwerkingsverbanden met lokale actoren. Dat kan gaan van het opleiden en
adviseren van de lokale politie en strijdkrachten, undercoveracties, het
steunen van lokale milities, de inzet van huurlingen tot steun aan een gestuurd
middenveld. De politisering van de bring
back our girls
protesten zijn hiervan alvast een duidelijk voorbeeld.
Desondanks het spontane karakter van deze protesten worden ze in Nigeria
politiek gecoördineerd door de recent opgerichte APC coalitie van de
belangrijkste oppositiepartijen. Dit verklaart ook waarom de First Lady van
Nigeria, Patience Goodluck ternauwernood de opdracht gaf om de leiders van de
eerste protesten te laten arresteren. Sindsdien proberen de politiemachten in
sommige grootsteden zoals in Abuja of in Kaduna ook nieuwe protestmarsen te
onderdrukken.

In een televisie-interview met Sahara reporters (een populair
nieuwsmedium van Nigeriaanse burgerjournalisten) vertelde haar oprichter en
politiek activist Omoyele Sowore ook dat de Amerikanen al aanwezig zijn. Dat
hoeft trouwens niet verwonderen, want de Amerikaanse inlichtingendiensten
volgen het Boko Haram conflict al op sinds de brutale veiligheidsoperatie van
de Nigeriaanse regering eind juli 2009. Volgens een uitgelekt document, dat kan
geraadpleegd worden op de website van Wikileaks waarschuwde de Amerikaanse
inlichtingendiensten toen al voor een nakende gewapende opstand van de
moslimbeweging rond de geestelijke figuur van Mohammed Yusuf. Tijdens deze
onlusten kwamen er toen alleen al een 3000tal vermeende moslimmilitanten om het
leven.

Van Michelle Obama tot
Abubakar Shekau

De onverwachte internationale solidariteitsacties zijn ook
een opmerkelijke evolutie in de politisering van het ontvoeringsdrama. Het is
natuurlijk een gemeenplaats dat kinderen symbool staan voor onschuld en
kwetsbaarheid. Maar de recuperatie van de bring
back our girls
hashtag door figuren als Michelle Obama (VS), David Cameron
(UK) en Angelina Jolie (VN) wijzen toch ook in de richting van het kneden van
publieke opinie: we worden klaargestoomd om een mogelijke humanitaire interventie
aangestuurd door onze westerse leiders te zien als de enige rechtvaardige
oplossing om de veilige terugkeer van de schoolmeisjes te bespoedigen en het
conflict te beëindigen.

Het ontvoeringsdrama is echter niet meer dan een nieuw
dieptepunt in het aanslepende Boko Haram conflict. We mogen namelijk niet uit
het oog verliezen dat de plaatselijke bevolking in de noordoostelijke
deelstaten de ondraaglijke last van de terreur al sinds die fatale opstand van
2009 op haar schouders draagt. Als de cijfers van het Amerikaanse Council on Foreign Relations kloppen,
dan kwamen er alleen al in de noordoostelijke deelstaat Borno tussen 29 mei 2011
en 31 maart 2014 nog eens 10262 mensen om het leven in geweld gerelateerd aan
de brutale wederopstanding van Boko Haram. Tienduizenden mensen sloegen in deze
noordoostelijke regio ook op de vlucht voor de aanhoudende terreur. Waarom
protesteert men in het Westen dus niet voor een veilige terugkeer van de
ontheemden of waarom voert men geen Recht op onderwijs-campagne voor de
miljoenen straatkinderen in het Noorden van Nigeria?

Het is zelfs nog maar de vraag of de op touw gezette
reddingsactie enige kans van slagen heeft, laat staan dat het Boko Haram
conflict door buitenlandse steun plotsklaps kan beëindigd worden. Als Abubakar
Shekau, de leider van Boko Haram in een van zijn laatste videoboodschappen
stelt dat er na zijn dood nog meer schrikwekkende leiders zijn plaats zullen
innemen, dan kan je hem beter ernstig nemen. Als er echt een militaire
interventie komt, dan tekenen de westerse mogendheden opnieuw voor een
uitzichtloze strijd tegen de terreur. Meer nog: ze krijgen dan ook te maken met
andere fundamentalistische bewegingen die naar de wapens zullen grijpen om de
soevereiniteit van de noordelijke regio’s met man en macht te verdedigen tegen
buitenlandse inmenging.

Als we naar de huidige toestand kijken waarin de war on terror zich bevindt, kan men met
moeite spreken over daadwerkelijke overwinningen. Paradoxaal genoeg heeft de
Amerikaanse oorlog tegen de terreur enkel maar de terreur versterkt. De
schaamteloze militaire interventie in Libië leidde tot een versterking van de
zogenaamde terreurnetwerken in de Sahel regio doordat ze toegang kregen tot het
vrijgekomen wapenarsenaal. Onder het leiderschap van Mohammed Yusuf bond de
beweging de strijd aan met plaatselijke overheden en politiediensten nog met
stenen, machetes, pijl en boog en oude geweren. Maar na de opstand van 2009
evolueerde die strijd wel tot het plegen van zware bomaanslagen zoals op de
zetel van de Verenigde Naties in hoofdstad Abuja. Tijdens slachtpartijen vallen
er soms honderden doden en dorpen worden soms bijna met de grond gelijkmaakt.
Alles wijst erop dat de militanten van Shekau gesteund worden door het
internationale jihadisme.

Maar in de eerste plaats blijft het Boko Haram conflict wel een
politiek/religieuze machtsstrijd in Nigeria, die enkel vraagt om een politieke
oplossing van vrede. Enkel de Nigeriaanse leiders, politieke partijen en de
middenveldorganisaties kunnen dit probleem oplossen. Dit kan zelfs verder
geïllustreerd worden door een vergelijking te maken met buurland Benin dat tot
nu toe gespaard is gebleven van de fundamentalistische moslimterreur.

Benin als voorbeeld van
religieuze vrede

In algemene zin kan de bekende opdeling van een christelijk
zuiden en islamitisch noorden ook toegepast worden op Benin. Aan de ene kant
wordt de religieuze beleving van christenen sterk bepaald door de
fundamentalistische pinksterkerken en in belangrijke mate ook door de
katholieke kerk (wat minder het geval is in Nigeria). Aan de andere kant wordt
de religieuze beleving van moslims er net zoals in het Noorden van Nigeria
sterk bepaald door het wahabitisch puritanisme. Politiek gezien speelt het
regionalisme ook een rol in de Beninse machtspolitiek. Er spelen ook
onderhuidse frustraties mee tussen het Noorden en Zuiden die teruggaan tot het
tijdperk van de slavernij en het kolonialisme. Maar anders dan Nigeria is Benin
allerminst een dramatisch schouwtoneel van gewelddadige politieke conflicten
met religieuze dan wel etnische dimensies. In tegenstelling tot Nigeria zijn er
geen bekende gevallen van electorale slachtpartijen, etnische zuiveringen of
van fundamentalistische terreurbewegingen die kerken of moskees in brand
steken, laat staan dat er sprake is van kidnappingen. Kortom in Benin leven
moslims en christenen in vrede en eenheid. Hoe kan dit dan verklaard worden?

Het antwoord is daarop heel eenvoudig: Benin kent een sterke
cultuur van dialoog en openheid en die wordt ook nooit op een helling geplaatst
door deelname van religieuze leiders aan het politieke debat. Sterker zelfs:
tijdens het recente debat over de grondwetswijziging gaven moslimleiders te
kennen zich niet te willen mengen in dat politiek debat. Natuurlijk steekt Nigeria
veel complexer in elkaar dan het kleine Benin, nochtans doet dat geen afbreuk
aan haar opvallende voorbeeldfunctie van religieuze vrede. Niet alleen Benin,
maar evengoed andere landen zoals Togo en Ghana vervullen een gelijkaardige
voorbeeldfunctie in de West-Afrikaanse regio. Nigeria kan hieruit dus lessen
trekken voor de toekomst, maar evengoed het Westen met haar kenmerkende
moeizame verhouding tot diversiteit en religie kan hieruit leren.

Indien een militaire interventie in Nigeria in de geesten van
westerse machthebbers een onafwendbaar scenario wordt, dan is kans wel reëel dat
ze de West-Afrikaanse regio in een draaikolk van haat en terreur mee zullen sleuren.
Het Noorden van Nigeria zal ten onder gaan aan splinteroorlogen. De westerse
mogendheden zullen hun machtsgreep op de petroleumeconomie en andere
groei-economiën in het Zuiden kunnen versterken. Mogelijkerwijs kunnen de
dingen hierdoor ook in het vreedzame Benin op dramatische wijze keren. De
groeiende haat voor Westen komt nu al tot uitdrukking in allerhande
samenzweringstheorieën die het Westen opvoeren als de hoofdschuldige van de
terreur in de Sahel. Bovendien dient men ook rekening te houden met de
onvoorspelbare, maar explosieve cocktail van armoede, snelle bevolkingsgroei,
werkloosheid en zeker ook het gewonde geheugen.  Het recente onderzoek van econoom Sendhil
Mullainathan en psycholoog Eldar Shafir toont op overtuigende wijze aan dat
schaarste ons denkvermogen beperkt. Het lijkt dan ook helemaal niet uitgesloten
dat dit ook verstrekkende gevolgen kan hebben bij een militaire interventie in
landen waarmee miljoenen mannen en vrouwen hoe dan ook niet zijn gebaat.  Hoe triestig ziet onze westerse wereld er
tenslotte vandaag ook niet uit als de internationale solidariteit van nietsvermoedende
vaders en moeders eigenlijk wordt opgevoerd in de snode plannen van de westerse
oligarchie om hun machtsgreep op de grootste economie van het Afrikaanse
continent te versterken met iets meer dan heldhaftige reddingsoperaties? 

take down
the paywall
steun ons nu!