De verkrachting van het Vlaamse Islamdebat kent vele daders

De verkrachting van het Vlaamse Islamdebat kent vele daders

zaterdag 20 september 2014 21:05
Spread the love




Exact
een week geleden werden we via De Morgen getrakteerd op het zoveelste
onwaardige Islamdebat dat Vlaanderen ondertussen rijk is geworden.

Deze
keer mocht Maarten Boudry het startschot geven met een oproep die zowat
elke moslim, al dan niet agnostisch of cultureel islamitisch van
inborst, in het verkeerde keelgat is geschoten.

In een
gezonde democratie behoort het maatschappelijk debat gekenmerkt te
worden door het principe van woord en wederwoord, maar onze gevestigde
media hebben daar totaal geen zin in en streven het liefst naar
explosieve nietszeggende debatten met de Boudry’s en Abou Jahjah’s van
deze wereld.  

Een onzinnig debat uitgelokt krijgen in De Morgen,
en het dan “verhit” noemen is natuurlijk slechts één van de manieren
die door polariserende polemisten wordt gehanteerd om in het centrum van
de belangstelling te komen. (DM 17/09)

In
deze polemiek, waarin meerdere stemmen aan bod zijn gekomen, viel vooral
het welles-niettes-spel tussen Boudry en Abou Jahjah op. (DM 15/09)

En
laat ons eerlijk wezen, wanneer het om een onzinnige logica gaat – die
door beide heren gehanteerd wordt in het Islamdebat -, dan zijn het
weldegelijk lotgenoten die elkaar gaan blijven vinden. We gaan van deze
beide heren ongetwijfeld steeds hetzelfde recept geserveerd krijgen, en
net op dat gebied heb ik een genuanceerd debat geëist. Wie het
Islamdebat niet genuanceerd aangaat, blijft met verschillende
interpretaties schermen tot sint-juttemis… dit is geen debat, maar een
onzinnig dovemansgesprek.

Mijn
uitnodiging tot zorgvuldige en intellectueel eerlijke exegese blijft in
stand. Ik ben zelfs gesterkt in de overtuiging dat Maarten Boudry, en in
zekere mate ook Dyab Abou jahjah, daar intellectueel en moreel niet toe
in staat zijn. Deze heerschappij blijkt niet eens in te zien dat zij de
bagage missen om zich op een geloofwaardige manier in dit debat te
mengen.

Het
gebrek aan nuance is bij Maarten Boudry heel kenmerkend wanneer hij de
abrogatie-methode hanteert. Hij borduurt  hier in zijn laatste bijdrage
ook gewoon verder op de onjuiste inzichten van Dyab Abou Jahjah en denkt
dat daarmee de kous af is.

Abou Jahjah spreekt op zijn beurt over een ‘mainstreamideologie’ die merkwaardig genoeg alleen hij kan/mag benoemen.

Hoewel
ook bij het Christendom deze niet aanwezig is, zou de ‘mainstream’ –
als het dan toch moet – het Vaticaan moeten voorstellen, omdat zij het
‘hoogste orgaan’ binnen die christelijke gemeenschappen is. Bij de
moslimgemeenschappen kan men zo’n instituut niet aanwijzen omdat die
vertegenwoordiging van bovenaf er simpelweg niet is. Men spreekt
hoogstens van jurisprudentiële normenkaders – Maliki, Hanafi, etc.-
waarin men zelfs onderling verschilt rond belangrijke onderwerpen,
waaronder het onderdeel van de abrogatie.

De abrogatie-methode is géén algemeen instrument, het kent een genuanceerde toepassing in functie van het te behandelen onderwerp, de indivuduele (uitsluitend voor de profeet) of algemene
(voor alle moslims) impact van een geopenbaard vers en, tot slot, de
traditie van de rechtsscholen van waaruit de abrogatie wordt erkend of
ontkend.

De abrogatie-methode behoort tot de climax der Koranwetenschappen (‘Oeloem al-Koran).
Het is een bijzonder groot vak dat gaat over de kennis van die
wetenschappen die een directe invloed hebben op de recitatie
(voordracht), de geschiedenis, de interpretatie en de uitvoering van de
Koran. Het betrekt dus een groot gebied in de Islamitische wetenschappen
die van primordiaal belang zijn. Met betrekking tot de interpretatie en
uitvoering, behandelt het vak de oorzaken van de openbaring (asbab an-noezoel), de kennis van de Mekkaanse en Medinese openbaringen, de kennis van de verschillende vormen (ahruf) waarin deze werden geopenbaard, het begrip van de opgeheven uitspraken en verzen (Nasikh wal-Mansukh), de kennis van de verschillende classificaties van de verzen (muhkam en mutashabih, ‘Aam en khas, mutlaq en muqqayad, etc.), de kennis van de interpretatie (Tafsir), de grammaticale analyse van de Koran (‘Irab al-Qur’an) en de kennis van die woorden waarvan het gebruik zeldzaam is geworden doorheen de tijd (gharib al-Qur’an).

Boudry
heeft met zijn schrijven aangetoond dat hij minstens de helft van deze
elementaire onderdelen, zowel op het vlak van kennis als de
vaardigheden, onvoldoende of zelfs niet beheerst, te beginnen bij de
onontbeerlijke kennis van de Arabische taal. De willekeurige, op eigen
afwezige common sense gebaseerde kersenpluk van koranverzen – waar hij
extremistische groepen net van beticht – toont hierbij aan wie zich nu
werkelijk op het schaakbord van de ‘jihadi’s’ bevindt.

Vervolgens
wens ik te onderstrepen dat Boudry niet enkel tekortschiet in de
exegese van Koranteksten, zelfs de Nederlandstalige versie krijgt hij
niet eens onder de knie.

Het door mij aangehaalde vers (DAM 16/09 en DM 16/09)
had het in geen geval over moslims die zogenaamd aangezet zouden worden
om zich niet te bevrienden met ongelovigen. Het vers ging juist over de
noodzakelijke voorwaarde – de afwijzing van de Koran (tevens de titel
van zijn eerste oproep DM 13/09)
– die individuen zoals Boudry aan moslims opleggen… teneinde hen dan
wél te bevrienden. Neen, we gaan inderdaad geen vrienden worden, maar
dat ligt volledig aan hem.

Voor
de rest sta ik versteld van de medeplichtigheid van De Morgen aan de
scheeftrekkingen in dit debat, waarbij ze het eerste en het laatste
woord aan Maarten Boudry heeft gelaten én van alle betrokkenen eist dat
ze moeten ingaan op zijn
absurde argumenten om in de opiniepagina’s en lezersrubrieken terecht te
komen. Tevens wil ik benadrukken dat de moslims geen nood hebben aan
een absurd dictaat van Maarten Boudry, maar ook de beperkte inzichten
van Dyab Abou Jahjah hebben de moslims geen stap vooruit geholpen. Dit
was waarschijnlijk ook niet zijn bedoeling…

Tenslotte verdiep ik me al een hele
tijd in het Vlaamse Islamdebat, dat is nu eenmaal het lot van de
9/11-generatie. Wanneer het erop aankomt om onwetenden, en mensen van
slechte wil, te wijzen op hun verkeerde inzichten met betrekking tot de
Islam, blijf ik hierin een onuitputtelijke rol spelen.

Khalid El Jafoufi, Jr. Chef Politiek bij de opiniërende website ‘De Andere Mening’

take down
the paywall
steun ons nu!