Carrière versus appeltaart?

vrijdag 21 november 2014 12:14
Spread the love

Mommy wars. Ploetermoeders.
Thuisblijfmoeders en deeltijds werkende moeders versus carrièrevrouwen. Naar
appeltaart en koekjes geurende opgeruimde huizen versus zielige kindertjes die
als laatste worden opgehaald.

Enigszins gelaten volgde ik het debat. Een
debat tussen vrouwen heet al snel geen debat meer. We hebben daar blijkbaar
pejoratieve termen voor nodig, zoals mommy wars in dit geval. Niet veel beter
dan sjakosjengevecht of catfight. Debatterende vrouwen zijn emotioneel,
onredelijk of in het ergste geval hysterisch. Debatterende mannen zijn gewoon mannen
met een standpunt. Semantiek is geen bijzaak.

Het bij wijlen vurige debat barstte los toen
een deeltijds werkende moeder vertelde waarom ze de keuze voor deeltijds werken
maakte, en hoe dat haar levenskwaliteit en die van haar gezin had bevorderd.
Legitiem.

Maar waar de meeste feministes over vielen
was dat ze de vaders vergat te vermelden. Waar zaten die in vredesnaam? Waarom
moesten moeders altijd een stapje terugzetten of het rustiger aan doen?
Terechte kritiek.

De maatschappijkritische doordenkers
struikelden dan weer over het feit dat de schrijfster zich schikte in de normen
en mantra’s van ons huidige economische bestel. Hoezo een loopbaan moet 45 jaar
duren? Waarom? Omdat VOKA dat zegt? Waarom geen arbeidsduurverkorting op de debattafel
leggen? Terechte kritiek alweer.

Enzovoort.

Ik wachtte geduldig tot er iemand zou
rechtstaan en vriendelijk vragen waar de laaggeschoolden, de iets minder
bedeelden, de alleenstaande ouders zich precies bevonden in het debat. Mensen
voor wie thuisblijven en zelfs deeltijds werken gewoon geen optie is, omdat ze
dan geen dak boven hun hoofd en het dagelijks brood meer kunnen betalen. Mensen
voor wie kiezen niet aan de orde is.

In al het gekissebis over een gelijke
verdeling van arbeid en zorg tussen vrouwen en mannen zagen we een aantal
belangrijke dingen over het hoofd: Bijvoorbeeld dat niet iedereen een partner
heeft om huishouden en zorg mee te delen. Of dat sommige tweeverdieners een
gezinsinkomen hebben dat net volstaat om in hun basisbehoeften te voorzien, en
er voor hen dus geen sprake is van ‘keuzes’ en ‘opties’. Of dat kinderen ook
wel eens een mening zouden kunnen hebben over de keuzes van hun ouders, keuzes
die een grote impact hebben op hun eigen leven en opgroeien.

Terwijl wij latteslurpend opiniestukken
lazen en deelden op onze laptops, zagen we lompweg een aanzienlijke
bevolkingsgroep over het hoofd. Een vijfde van de Vlaamse kinderen heeft
gescheiden ouders. Bijna een kwart van de gezinnen zijn eenoudergezinnen. Met
wie moeten die ouders afspraken maken over de kinderen, de vaat en de
vuilnisbakken? En wat vinden kinderen ervan dat ze hun ouders voornamelijk zien
in het week-end om samen ‘quality time’ door te brengen, maar in de week hun
grote en kleine zorgen en verdriet elders kwijt moeten?

Hoe constructief en waardevol het actuele
debat over de verdeling van arbeid en zorg ook moge zijn, het mag niet voorbijgaan
aan de noden van een grote groep mensen in een kwetsbare positie. Zij worstelen net zo goed, zo niet nog meer, met het evenwicht tussen zorg en werk. Dat evenwicht is al een tijdje zoek. Hoe we het terugvinden is een zaak die iedereen aangaat.

Een maatschappelijk debat tussen
hoogopgeleide tweeverdienende middenklassers is waardeloos als het er niet in
slaagt buiten de eigen veilige cocon te kijken.

take down
the paywall
steun ons nu!