Tien jaar verschil in Palestijnse en Israëlische levensverwachting volgens nieuw rapport

Tien jaar verschil in Palestijnse en Israëlische levensverwachting volgens nieuw rapport

maandag 26 januari 2015 18:02
Spread the love



Palestijnse arts toont vernielingen na Israëlische aanval op ziekenhuis in Gaza.

Volgens
een nieuw
rapport

is de levensverwachting van Palestijnen ongeveer tien jaar lager dan
van inwoners van het huidige Israël. Ook zijn de cijfers voor
zuigelingen- en moedersterfte vier keer hoger in de Westelijke
Jordaanoever en de Gazastrook. De gegevens, die Physicians
for Human Rights-Israel (PHR-I)
heeft verzameld, onthullen de ongelijkheid in gezondheid en houden
volgens de organisatie direct verband met de bezetting door Israël.

Belangrijk
is ook dat 2014 niet is opgenomen in de door PHR-I gebruikte
gegevens, het jaar van Israël’s massale aanval op Gaza waarbij meer
dan 2.200 Palestijnen omkwamen. De vergelijking tussen Israël en de
bezette Westelijke Jordaanoever en Gaza is verder ook nog beperkt
doordat Oost-Jeruzalem niet is opgenomen, ook al maakt dat deel uit
van de Westelijke Jordaanoever.

PHR-I
meldt dat er geen specifieke gegevens over Oost-Jeruzalem beschikbaar
zijn, omdat het Israëlische Ministerie van Volksgezondheid dit
bezette gebied als deel van Israël beschouwd. De Israëlische
nationale gezondheidsverzekering geldt ook voor Oost-Jeruzalem;
lokale gezondheidsinstellingen verzamelen de gegevens voor het
ministerie.

Ongelijkheid
in vaccinaties

Het
PHR-I rapport “Divide
and Conquer: Inequality in Healt
h

meldt dat in de Westelijke Jordaanoever en Gaza gemiddeld negentien
babies sterven op duizend geboorten, terwijl in Israël dit gemiddeld
vier per duizend zijn. Aan Palestijnse kant zijn infectieziekten die
voorkomen kunnen worden de hoofdoorzaak van zuigelingensterfte, maar
in Israël is dit zelden de oorzaak.

Achtentwintig
op de 100.000 Palestijnse moeders die onder de bezetting leven
sterven rondom de geboorte van hun kind, tegen zeven op de 100.000
moeders in Israël.

Besmettelijke
ziekten komen vaker voor in de bezette Palestijnse gebieden dan in
Israël. Het is zorgwekkend dat sommige vaccinaties tegen
levensbedreigende ziekten niet in de Westelijke Jordaanoever en de
Gazastook worden gegeven. Dure
vaccins tegen Hepatitis A, waterpokken, longonsteking, rotavirus (de
belangrijkste oorzaak van ernstige diarree bij zuigelingen en jonge
kinderen) en het humaan papillomavirus dat baarmoederhalskanker kan
veroorzaken, zijn niet opgenomen in het nationale vaccinatieprogramma
van de Palestijnse Autoriteit vanwege onvoldoende beschikbaarheid en
de kosten.

Wurggreep
op de Palestijnse gezondheidszorg

De
Palestijnse gezondheidszorg verkeert in een chronische crisis door
een voortdurend tekort aan financiële middelen, medicijnen, medische
apparatuur en meer in het algemeen door onvoldoende medisch
specialisten en medisch personeel.

Er
is minder geld beschikbaar voor de gezondheidszorg in de Westelijke
Jordaanoever en Gaza, legt het rapport uit. De uitgaven
per hoofd van de bevolking zijn slechts een achtste van de uitgaven
voor gezondheidszorg in
Israël.

Verder
gebruikt Israël de controle over de Palestijnse belastinggelden om,
als straf, overmaking van geïnde douanerechten aan de Palestijnse
Autoriteit uit te stellen. Dat bemoeilijkt de planning van de
jaarlijkse budgetten door het Ministerie van Volksgezondheid. De
financële moeilijkheden leiden tot onregelmatige betaling van
medisch personeel. Deze beperkingen leiden soms ook tot stakingen of
vermindering van de werkweek van vijf naar drie dagen.

Israël
heeft acht keer meer medisch specialisten – 1,76 per 1.000 inwoners
– tegen slechts 0,22 per 1.000 inwoners in de Westelijke
Jordaanoever en Gaza. Het aantal verpleegkundigen per 1.000 inwoners
is significant lager in de bezette gebieden – 1,9 verpleegkundigen
per 1.000 inwoners tegen 4,8 per 1.000 in Israël.

Het
Palestijnse openbare zorgstelsel kan niet voorzien in specialistische
behandelingen voor de “meer complexe medische problemen op het
terrein van oncologie, cardiologie en orthopedie” zegt PHR-I. Veel
patiënten die zulke zorg nodig hebben worden – tegen hoge kosten –
verwezen naar particuliere gezondheidsvoorzieningen in Oost-Jeruzalem
en, indien nodig, naar ziekenhuizen in Israël, Egypte of Jordanië.
De kosten van zulke verwijzingen besloegen in 2010 ongeveer dertig
procent van het budget van het Palestijnse Ministerie van
Volksgezondheid.

In
2012 werden meer dan 5.000 patiënten doorverwezen naar Israël
waarmee een bedrag van een miljoen shekels (€ 225.000) was gemoeid.
De verwijzingen verhogen de afhankelijkheid van Israël en zijn een
obstakel voor de ontwikkeling van een onafhankelijk zorgstelsel in de
Westelijke Jordaanoever en Gaza. Bovendien
worden Palestijnen die voor een noodzakelijke medische behandeling
buiten de bezette gebieden moeten reizen onderworpen aan het
restrictieve en willekeurige vergunningsysteem van Israël. PHR-I
schrijft dat Israël “het vertrek voor medische behandeling van
patiënten uit de Gazastrook afhankelijk stelt van een verhoor door
de GSS (de inlichtingendienst ook bekend als Shabak)”.

Beperkte
toegang tot medicijnen

Het
Israëlische Ministerie van Volksgezondheid beheerst ook de import
van pharmaceutische produkten naar de Westelijke Jordaanoever en de
Gazastrook. Het staat alleen importen toe van in Israël
geregistreerde medicijnen en blokkeert de import van medicijnen uit
omringende markten die medicijnen tegen veel lagere prijzen kunnen
aanbieden.

Palestijnen
kunnen ook niet profiteren van een prijsstelling van de
geneesmiddelenindustrie waarbij rekening wordt gehouden met de
sociaal-economische status van het land. Door de koppeling aan het
Israëlische douanesysteem zijn Palestijnen genoodzaakt medicijnen
tegen “eerste wereld” prijzen in te kopen.

Het
importeren van grondstoffen voor de lokale produktie van medicijnen
is bijna onmogelijk door de beperkingen die het Israëlische beleid
oplegt aan het transport van deze goederen of grondstoffen naar de
Palestijnse gebieden.

Een
Palestijnse pharmaceutische producent heeft voor elke import
toestemming nodig van het Israëlische Ministerie van
Volksgezondheid. Vaak verbiedt Israël importen van grondstoffen,
omdat deze materialen ook voor militaire doeleinden gebruikt zouden
kunnen worden. In het algemeen hebben producenten in Israël niet een
dergelijke toestemming nodig, en als dit wel is vereist dan wordt
deze op jaarbasis gegeven.

“Verschillende
rechten”

Physicians
for Human Rights-Israel concludeert in het rapport dat “twee
bevolkingsgroepen in hetzelfde gebied leven, geregeerd door dezelfde
regering – met verschillende rechten”. De ene groep, de
Israëliërs, geniet een overmaat aan privileges.

Maar
ieder mens heeft recht op toegang tot de hoogst bereikbare standaard
van lichamelijke en geestelijke gezondheid. Het recht op gezondheid
omvat niet alleen tijdige en passende medische zorg, maar ook
onderliggende factoren die bepalend zijn voor gezondheid, zoals
toegang tot schoon drinkwater, voldoende sanitaire voorzieningen,
veilige omstandigheden op het werk en in de omgeving.

Israël’s
voortdurende geweld tegen Palestijnen van alle leeftijden blijft
ernstige schade berokkenen en verhoogt de vraag naar gezondheidszorg
waarin het Palestijnse stelsel nu al nauwelijks in kan voorzien.

Dit
artikel verscheen eerder op de The
Electronic Intifada 

take down
the paywall
steun ons nu!