De factuurregering (3): Gezinnen betalen factuur voor politiek geklungel renovatiepremie

De factuurregering (3): Gezinnen betalen factuur voor politiek geklungel renovatiepremie

donderdag 23 juli 2015 12:41
Spread the love



Foto: Flickr

Hoe de Vlaamse regering
een goede regeling definitief om zeep hielp enkel en alleen omwille van een
begrotingstruc met beperkte opbrengst.

De Vlaamse regering Bourgeois besliste bij haar aantreden om
een ingrijpende en asociale besparingsronde door te voeren. Eén van de
vooropgestelde maatregelen betrof de fiscalisering van de renovatiepremie.

Deze premie ondersteunde gezinnen onder een bepaalde inkomensdrempel
(57.990 euro voor gehuwden en samenwonenden, te verhogen met 3.250 euro per
persoon ten laste) bij de renovatie van hun woning. De premie dekte, al
naargelang het inkomen van de aanvrager, 20 tot 30% van zes soorten
renovatiekosten met een maximumsteunbedrag over de verschillende categorieën
van 10.000 euro. Deze zes categorieën kenden ook eigen steunplafonds (1.125
euro voor één categorie en 4.500 euro voor de vijf andere). Met deze premie wou
de Vlaamse regering bijdragen aan de duurzame renovatie van het Vlaamse
woningpatrimonium.

Tot vijf jaar wachten…

De fiscalisering betrof in feite een soort van eenmalige
begrotingstruc, waarbij de budgettaire kost voor de renovatiepremie werd
doorgeschoven.

Er werd beslist om de uitbetaling in drie schijven op te
delen. Na drie jaar zou de maatregel dan weer evenveel aan de begroting kosten
als voordien. Vanuit begrotingstechnisch oogpunt kan dit dus moeilijk als een
structurele maatregel beschouwd worden.

Door deze regeling zou het
tot vijf jaar na de aanvraag duren vooraleer gezinnen het volledige bedrag zouden ontvangen waarop
ze recht hadden.

Een fiscalisering betekent namelijk ook
dat de begunstigden tot twee jaar lang op hun eerste schijf moeten wachten.

Vlaams minister Liesbeth Homans (N-VA) verdedigde deze maatregel als
volgt: “Ofwel besparen we effectief op
het bedrag van de renovatiepremie, (…) ofwel proberen we de betaling te
spreiden in de tijd, en dat is wat we gedaan hebben met de fiscalisering. In
mijn ogen is dat geen besparing, en ik zal dat blijven zeggen. Het is
natuurlijk een optimalisatie van het budget. Het bedrag dat de mensen
ontvangen, is aan het einde van de rit net hetzelfde.”

Asociale gevolgen
voor helft gezinnen

De oude regeling werd opgeheven vanaf 1 december 2014. De
regering nam zich toen voor om de nieuwe regeling te laten ingaan vanaf de
eerste begrotingscontrole. Al gauw bleek echter dat deze maatregel uit de
fameuze tabel Algoed niet alleen begrotingstechnisch dubieus was, maar langs
zowat alle kanten rammelde.

De regering had namelijk oorspronkelijk gecommuniceerd te
zullen werken met een belastingvermindering.

Op het moment van beslissing had
echter niemand in de regering stilgestaan bij de asociale gevolgen van
een dergelijke beslissing.

Het is namelijk zo dat iets meer dan de helft van de
belastingplichtigen met fiscale woonplaats in Vlaanderen minder dan 3.333 euro
belastingen per jaar betaalt. Indien de maximumpremie van 10.000 euro zou
worden opgedeeld in drie schijven te verrekenen met de belastingen, zouden deze
mensen dus nooit aan het bedrag geraken waar ze voordien recht op hadden. Het
Mattheuseffect zou dus volop spelen: hoe minder je verdient, hoe minder steun.

Dan maar een
belastingkrediet?

Daarom werd gelukkig door de regering de piste onderzocht om
te werken met een belastingkrediet. Bij een krediet kan je namelijk niet alleen
het bedrag van een belastingvoordeel aftrekken van je totaal te betalen
belasting, maar kan je ook geld toe krijgen als je minder belastingen betaalt
dan het voordeel waarop je recht hebt.

Deze keuze zorgde echter voor een nieuw probleem. Volgens de
Europese begrotingsregels moet een belastingkrediet volledig opgenomen worden
in de begroting van het jaar waarin het wordt toegekend en dus niet het jaar
waarin het wordt uitbetaald.

De regering stond begrotingstechnisch dus opnieuw
bij af, terwijl bij de invoering van een belastingkrediet de begunstigden wel
nog altijd vijf jaar langer op hun geld zouden moeten wachten.

Ondertussen werd eveneens duidelijk dat, omwille van de
aankondiging van de stopzetting van het oude premiesysteem, de Vlaamse overheid
bedolven werd onder een stortvloed aan premie-aanvragen voor de deadline van 1
december 2014. De regering zag zich daarom genoodzaakt om bij de
begrotingscontrole een bijkomende krediet van maar liefst 54 miljoen euro in te
schrijven om aan deze vragen tegemoet te komen. De vooropgestelde besparing (69
miljoen euro) kon ze voor 2015 dus al grotendeels op haar buik schrijven.

Omvangrijke besparing

In juli 2015 kwam minister Homans dan toch eindelijk (de
oorspronkelijk vooropgestelde timing van de begrotingscontrole was februari) met
een voorstel voor een nieuwe regeling naar buiten en kwam er een einde aan de
onzekerheid die de Vlaamse regering voor gezinnen met renovatieplannen had
gecreëerd.

De nieuwe regeling voert echter een omvangrijke besparing
van 18,7 miljoen euro of 20% door op het budget van de premie, waardoor Homans
haar eigen verklaringen vergeten lijkt te zijn.

Deze besparing wordt gerealiseerd door het terugbrengen van
het aantal steunbare categorieën van zes naar vier met een maximumsteunbedrag
van 2.500 euro (20%) of 3.333 euro (30%). Het globale maximumbedrag van 10.000
euro wordt behouden.

Vooral voor gezinnen die werken laten uitvoeren aan hun
funderingen, muren, draagvloeren en binnentrap betekent dit een aanzienlijke
financiële last. Onder het oude systeem konden zij voor deze werken tot 10.000
euro premie krijgen. Nu slechts maximaal 3.333 euro. Voorts worden onder meer
de premieverhoging met 10% voor bepaalde soorten raamisolatie geschrapt en de
vereiste ouderdom van de woning van 25 naar 30 jaar gebracht.

De keuze om structureel te besparen heeft een directe
negatieve impact op de koopkracht van de gezinnen, de werkgelegenheid in de
bouwsector en de Vlaamse klimaatdoelstellingen. De Vlaamse overheid zou net
meer moeten inzetten op het ondersteunen van duurzame woningrenovatie.

Omslachtige procedure

Bovendien wordt de procedure om een premie aan te vragen
veel omslachtiger gemaakt, omdat gezinnen voortaan per aanvraag slechts voor
twee kostencategorieën renovatiekosten kunnen indienen. Een gezin dat nog
steeds recht wil hebben op de maximumsteun van 10.000 moet dus twee aanvragen
indien met minstens één jaar en maximum twee jaar tussen.

Volgens minister Homans geeft dit de gezinnen de kans “om
hun renovatiewerken te spreiden”. Iedereen die ooit een grondige
woningrenovatie heeft doorgevoerd, weet natuurlijk dat er slechts één reden is
waarom gezinnen hun renovatiewerken zouden willen spreiden, namelijk de
financiering van het project. Er is echter geen enkel gezin in Vlaanderen dat
zit te wachten op Vlaamse regelgeving die hun project nodeloos zal vertragen.

Slecht bestuur

De vraag moet dus gesteld worden waarom de Vlaamse regering
er blijft voor kiezen een goede en belangrijke regeling in het kader van de
hoge renovatienoden van de Vlaamse woningen definitief om zeep te helpen enkel
en alleen voor een begrotingstruc met beperkte opbrengst gedurende twee jaar.

Het is dan ook niet zonder reden dat ook de zakenkrant De Tijd de door Homans voorgestelde regeling kwalificeerde als
‘slecht bestuur’.

Mehdi Koocheki,
adviseur studiedienst Vlaams ABVV

* * *

De Vlaamse regering van N-VA, Open VLD en CD&V zit op
25 juli 2015 exact één jaar in het zadel. Hoog tijd voor een bilan van het
gevoerde beleid. In deze reeks artikelen analyseert de studiedienst van het
Vlaams ABVV hoe de factuurregering Bourgeois I de rekening systematisch
doorschuift naar de burgers en daarbij ook de laagste inkomensgroepen niet
ontziet.

take down
the paywall
steun ons nu!