Niets is wat het lijkt: hoe groot is het Vlaams begrotingstekort echt?

Niets is wat het lijkt: hoe groot is het Vlaams begrotingstekort echt?

vrijdag 18 juli 2014 12:33
Spread the love

DeWereldMorgen.be

De onderhandelingen over een nieuwe
Vlaamse regering worden bemoeilijkt door de negatieve budgettaire situatie van
de Vlaamse overheid na de zesde staatshervorming, luidt het. Een blik op de
naakte cijfers geeft evenwel een genuanceerder beeld.

“Ik heb in
regeringsonderhandelingen gezeten waarbij we moesten bakkeleien over waar extra
geld naartoe zou gaan. Dit zijn heel andere onderhandelingen. Waar gaan we snijden?
Waar kan het met minder? Hoe kunnen we die grote noden in welzijn en onderwijs
lenigen zonder dat er geld in kas is?”

N-VA-voorzitter
Bart De Wever sprak duidelijke taal over de uitdagingen voor de volgende Vlaamse
regering. En zoals we ondertussen gewoon zijn, werd de luisteraar meteen ook
duidelijk gemaakt wie de grote boosdoener in dit verhaal is (tip: het is niet
vorig Vlaams begrotingsminister Philippe Muyters…): “De zesde staatshervorming heeft nieuwe bevoegdheden gebracht, maar
geen geld. Dat slaat een enorm gat in de kas. Van een potentieel overschot van
enkele miljarden die we konden besteden aan nieuw beleid, zijn we nu naar een
tekort gegaan,”
dixit De Wever.

Tekort of overschot?

Twee dagen na
de verkiezingen van 25 mei 2014 maakte de Vlaamse administratie inderdaad een
nota bekend die geen al te rooskleurig beeld schetst voor de Vlaamse
begrotingsvooruitzichten. De administratie voorziet volgende begrotingssaldi
over de periode 2014-2019:

(in miljoen euro)

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Saldi

-130

-962

-1.285

-506

-432

+354

 Uit deze
tabel kunnen we twee belangrijke conclusies afleiden. Ten eerste loopt bij ongewijzigd beleid het tekort op de Vlaamse
begroting in eerste instantie op tot 1,3 miljard euro in 2016. Een tweede
belangrijke conclusie is evenwel dat de Vlaamse begroting zonder enige saneringsinspanning opnieuw een significant positief
saldo zal vertonen vanaf 2019.

De
Vlaamse begroting staat er vandaag beter voor dan in 2009.

Deze
vaststelling is belangrijk om een en ander te dedramatiseren. Ook een
vergelijking met de meerjarenraming van de administratie aan het begin van de
vorige legislatuur leert dat de Vlaamse begroting er vandaag beter voorstaat
dan in 2009:

(in miljoen euro)

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Saldi

-1.077

-2.479

-2.101

-1.399

-903

-353

De vorige
Vlaamse regering moest dus een tekort wegwerken van 2,5 miljard euro. De
Vlaamse begroting bedroeg toen 25 miljard euro aan uitgaven. In de komende
legislatuur zal dit ten gevolge van de zesde staatshervorming evenwel
aangroeien tot 40 miljard euro. De nodige saneringsinspanning is dus niet
alleen in absolute termen kleiner dan in 2009, ook in verhouding met de totale
begrotingsmassa is er een aanzienlijk verschil.

Waarom is er een tekort?

In 2009 was
de slechte budgettaire toestand van de Vlaamse overheid voornamelijk te wijten
aan twee factoren. De begroting had te lijden onder de gevolgen van de
economische crisis. Maar een andere belangrijke verklaring voor het tekort was dat
de voorgaande Vlaamse regering in het laatste jaar voor de verkiezingen nog een
reeks maatregelen besliste waarvoor onvoldoende financiering was voorzien.

Ook vandaag
vallen de slechte begrotingsvooruitzichten te verklaren door een combinatie van
factoren. Enerzijds is er opnieuw een externe factor die een last legt op de
Vlaamse begroting, namelijk de inspanning die aan de gewesten wordt gevraagd in
het kader van de spreiding van de vergrijzingsinspanning afgesproken bij de
onderhandelingen over de zesde staatshervorming (een inspanning die oploopt tot
1,5 miljard euro in 2016).

Anderzijds
geldt ook deze keer dat de vorige Vlaamse regering in het laatste jaar voor de
verkiezingen een reeks maatregelen nam (o.a. in het kader van het zogenaamde
competitiviteitspact) waarvoor onvoldoende financiering was voorzien.

Ook het feit
dat Eurostat besliste dat een aantal uitgaven in het kader van PPS-constructies
(publiek-private samenwerking) niet langer kunstmatig uit de begroting mogen
worden gehouden, verzwaart de inspanning aanzienlijk. Het feit dat uitgaven in
2014 werden doorgeschoven naar 2015 is ook meteen de verklaring waarom de
nodige inspanning volgend jaar (800 miljoen à 1 miljard euro) veel groter zal
zijn dan in 2016 (300 à 500 miljoen euro).

Europees begrotingsbeleid onder vuur

Op basis van
bovenstaande cijfers zou een pleidooi voor een geleidelijke sanering gespreid
over de verschillende jaren, waarbij vooral de schokken van 2015 en in mindere
mate 2016 worden uitgespreid, perfect verdedigbaar zijn.

Het bestaande
Europese en federale kader bemoeilijkt dat evenwel zeer sterk. In het kader van
het Belgische stabiliteitsprogramma dat een structureel begrotingsevenwicht op
niveau van het Rijk voorziet tegen 2016, heeft Vlaanderen zich namelijk
geëngageerd tot het handhaven van een nominaal begrotingsevenwicht in de jaren
2015 en 2016.

Het Europese
begrotingsbeleid ligt terecht steeds meer onder vuur. Niet alleen van vakbonden
en economen als Paul Krugman, ook regeringsleiders als Matteo Renzi en zelfs
het IMF wijzen erop dat de overdreven focus op besparingen niet alleen leidt
tot sociale catastrofes, maar ook economisch contraproductief is.

Ideaal zou
daarom zijn dat de België (en dus ook Vlaanderen) meer tijd krijgen om hun
overheidsfinanciën op orde te brengen. In tussentijd heeft België zich wel
geëngageerd tot een bovenstaand begrotingspad en zal dus ook Vlaanderen daaraan
moeten bijdragen.

Geen excuus voor sociale hakbijl

Begrotingsmaatregelen
(zowel aan inkomsten- als aan uitgavenzijde) dringen zich dus op.
Werkgeversorganisatie Voka heeft de onheilspellende berichtgeving over de
Vlaamse begroting reeds meermaals aangegrepen om te pleiten voor een
shockbeleid, waarbij onder meer 2,4 miljard euro bespaard moet worden op
onderwijs en welzijn. Deze inspanning is echter veel groter dan wat
begrotingstechnisch nodig is. Gelukkig lijkt dit pleidooi op een koude steen te
landen bij de Vlaamse regeringsonderhandelaars.

Onderwijs,
welzijn en sociaal beleid moeten maximaal worden ontzien.

Het is net
belangrijk dat de volgende Vlaamse regering de uitgaven voor onderwijs, welzijn
en sociaal beleid maximaal ontziet in de komende saneringen, gezien de
verwachte noden op deze domeinen en de niet ingevulde beloften van de vorige
Vlaamse regering op het sociale domein (kindpremie, maximumfactuur in de zorg).

Taboe op nieuwe inkomsten doorbreken

Bovendien
moet de nieuwe Vlaamse regering niet alleen haar toevlucht zoeken tot
besparingen, maar integendeel een evenwicht zoeken tussen besparingen en nieuwe
inkomsten. Ook de vorige Vlaamse regering maakte de keuze om 2/3 van de inspanning
te zoeken bij besparingen en 1/3 bij nieuwe inkomsten. Ze deed dat door
jaarlijks 250 tot 300 euro af te nemen van elke werkende Vlaming (afschaffing
jobkorting).

We pleiten
ervoor dat de volgende Vlaamse regering deze keer de middelen niet zoekt bij
het verhogen van de lasten op arbeid maar op vermogen. De schenkingsrechten en
successierechten zijn gewestbevoegdheden. Het Brusselse regeerakkoord bewijst
dat de Gewesten vandaag alle instrumenten in handen hebben om werk te maken van
een taxshift van belastingen op arbeid naar belastingen op andere
inkomstenbronnen, zoals onroerend goed.

Mehdi
Koocheki, adviseur studiedienst Vlaams ABVV

take down
the paywall
steun ons nu!