Opinie, Nieuws, Wereld -

Wat kan Irak ons leren over de Eerste Wereldoorlog?

België is in de ban van 100 jaar ‘Groote Oorlog’. De loopgraven hebben diepe sporen nagelaten in ons collectief geheugen. Er zijn dit jaar echter nog meer oorlogen om te gedenken. Laat de terugblik op de oorlogen uit het verleden een waarschuwing zijn tegen de ‘rechtvaardige’ oorlogen van de toekomst.

woensdag 19 maart 2014 17:41
Spread the love

Vijftig jaar geleden stortte de VS zich in een oorlog tegen Vietnam. En, een minder rond getal weliswaar: op 20 maart is het precies 11 jaar geleden dat president Bush Irak binnenviel.

Wat verbindt Ieper met Hanoi en Falluja? Om te beginnen: leugens. Het eerste slachtoffer van de oorlog is altijd de waarheid. Van het “Rode Gevaar” en het incident in de Golf van Tonkin in 1964 – het Amerikaanse voorwendsel om Vietnam aan te vallen – tot de vermeende massavernietigingswapens van Saddam Hoessein en de voorstelling van Irak als een “schurkenstaat” in 2003… Soortgelijke argumenten werden ook gebruikt in de Eerste Wereldoorlog. De Duitse keizer Wilhelm werd afgeschilderd als de krankzinnige leider van een leger moordenaars en verkrachters die Belgische kinderen op hun bajonetten rijgden. Propaganda die bedoeld was om de oorlogsdeelname te laten aanvaarden door het Britse en Amerikaanse publiek.

Niets nieuws onder de zon! Maar dat roept de vraag op: waarom laten we ons dan telkens weer vangen? Voer voor psychologen. Maar laten we even stilstaan bij een uitzondering. De inval in Irak is een geval apart. Toen lieten we ons niét meeslepen.

Massale vredesprotesten

Nog voor de invasie van Irak begon, wist de hele wereld al dat deze oorlog niet deugde. Dat is zonder meer opmerkelijk. De protesten tegen de Vietnamoorlog, die in het collectieve geheugen gegrift staan als een hoogtepunt van de vredesbeweging, kwamen pas goed en wel op gang toen die oorlog al jaren aansleepte.

Niet zo voor Irak. Op 15 februari 2003, meer dan een maand voor de inval, kwamen wereldwijd miljoenen mensen op straat. In Brussel waren ze met 80.000. Het waren de grootste vredesprotesten aller tijden. “Geen oorlog om olie”, klonk het.

Ook in België overheerste de anti-oorlogsstemming. Onze regering speelde hierin een voortrekkersrol. Toenmalig premier Guy Verhofstadt ontpopte zich tot een vurige vredesduif. Hij volgde het voorbeeld van zijn Franse en Duitse collega’s. Washington was not amused, maar we lieten ons niet intimideren. Het discours van de Franse minister van buitenlandse zaken Dominique de Villepin voor de Verenigde Naties maakte grote indruk. Paradoxaal genoeg helpt deze opmerkelijke episode ons begrijpen waarom dezelfde landen op andere momenten wel ten oorlog trekken.

Een kwestie van belangen

Waarom waren landen als Frankrijk en Duitsland (en in hun kielzog ons kleine België) tegen de Brits-Amerikaanse invasie van Irak van 2003? Ze hadden twaalf jaar eerder wel deelgenomen aan de eerste Irak-oorlog in 1991, die Saddam Houssein aan de macht liet maar onvoorstelbare schade toebracht aan elektriciteitscentrales, waterzuiveringsinstallaties,…

De VN-sancties die volgden op de oorlog in 1991, en die volgens UNICEF het leven kostten aan 500.000 Irakese kinderen, legden zware beperkingen op aan de Irakese olie-uitvoer. Echter, in de de jaren negentig sloten Franse bedrijven zoals Elf, Fina en Total met Irak alvast contracten af om, na het opheffen van de sancties, de Iraakse olie te ontginnen. Ook andere bedrijven, waaronder het Russische Lukoil, sloten contracten. Hun totale waarde op lange termijn werd geraamd op 1,1 biljoen dollar.

De VS werd uitgesloten van deze lucratieve ontwikkeling van ’s werelds tweede grootste bewezen oliereserves, na die van Saoudi-Arabië. Maar erger nog – voor de VS – was dat Saddam Hoessein de Irakese olie wilde verkopen voor euro’s in plaats van dollars, wat de positie van de dollar als internationaal betaalmiddel zou ondermijnen. Dat alles helpt het pacifisme verklaren van Frankrijk, Duitsland en België tegenover de Irak-oorlog anno 2003. Maar het verklaart meteen ook waarom deze landen niet aarzelden om zelf de oorlogstrom te roeren toen er wél iets te rapen viel.

De NAVO-oorlog tegen Libië, waarvan de derde verjaardag deze week onopgemerkt voorbijging, is hiervan een voorbeeld. Zowel België als Frankrijk namen eraan deel.

Geen oorlog om olie?

Irak 2003 versus Libië 2011, de ommezwaai geeft te denken. Bezat Khadaffi de massavernietigingswapens die Saddam Hoessein niet had? En vooral: was het Libische volk minder onschuldig dan het Irakese? In elke oorlog zijn het de gewone mensen die de prijs betalen. Dat is een cliché, maar het is helaas de waarheid. De oorlog in Libië kostte 60.000 mensenlevens (op een bevolking van 6 miljoen) als gevolg van wat een ‘humanitaire interventie’ werd genoemd.

Deze oorlog was niet minder illegaal dan de Amerikaanse oorlog tegen Irak. Schermen met resolutie 1973 van de VN-Veiligheidsraad, die zogezegd ‘groen licht’ gaf voor de oorlog, verandert daar niets aan. Die fameuze resolutie 1973, waarbij China en Rusland zich onthielden, had het immers enkel over een ‘no-fly zone’, niet over een acht maanden durende bommencampagne en ‘regime change’… Ook hier draaide de propagandamolen op volle toeren, terwijl honderden tomahawk raketten werden afgevuurd die gevuld waren met verarmd uranium en het land onleefbaar maakten.

Het voormalige hoofd van het IAEA (Internationaal Atoomagentschap), Mohamed ElBaradei, zei ooit: “Zeker, er zijn dictators, maar bent u bereid om een miljoen onschuldige burgers op te offeren telkens u zich wil ontdoen van een dictator? (…) En als de inval van Irak een schending van het internationaal recht is, wie draagt dan de verantwoordelijkheid?” El-Baradei vervolgde: “De politiek van het Westen ten aanzien van dit deel van de wereld is een volledige mislukking in mijn ogen. Ze is niet gebaseerd op dialoog, begrip, ondersteuning van het maatschappelijk middenveld en de empowerment van personen, maar ze is gebaseerd op het ondersteunen van autoritaire regimes zolang de olie maar blijft stromen.”

Er zijn voor het Westen blijkbaar ‘goede’ en ‘slechte’ dictators. De leiders die het Westen in de plaats van die ‘slechte’ dictators verkiest, blijken het nog slechter te doen dan hun voorgangers. Zouden onze politici, die massaal voor deelname van ons land aan het Libië-avontuur hebben gestemd, geen spijt hebben van hun beslissing nu Libië volledig overgeleverd is aan chaos en grove mensenrechtenschendingen?

Vrede is nodig

Als we dit jaar de Eerste Wereldoorlog herdenken, is het goed om ook Irak en Libië te gedenken. Irak en Libië bewijzen dat de honger naar markten en grondstoffen, de motor achter de Eerste Wereldoorlog, nog steeds niet gestild is. En oorlogen worden voorafgegaan door oorlogspropaganda. Daar besteedt het Amerikaanse Pentagon jaarlijks 4,9 miljard dollar aan.

Al dat wapengekletter is ook een ontzettende verspilling van mensen en middelen, waarvoor u en ik meebetalen. De oorlog in Irak heeft volgens Nobelprijswinnaar Economie Joseph Stiglitz 3.000 miljard dollar gekost. Bedenk even dat voor één van deze miljarden in de VS 6.000 nieuwe woningen kunnen worden gebouwd en u hebt een idee hoeveel die oorlogsavonturen ons kosten. Tijd dus om af te stappen van de oorlogslogica en werk te maken van een vredeslogica die de mensen, niet de winsten op de eerste plaats zet.

Ontwapenen om te ontwikkelen dus. Dat is wat de vredesbeweging eist als Barack Obama op 26 maart in Brussel op bezoek komt bij de EU.

En op 16 en 17 april komen Irakezen uit Irak en uit de diaspora samen in Brussel om getuigenis af te leggen van hetgeen zij sinds 2003 hebben meegemaakt: de vernietiging van hun land, hun infrastructuur, hun onderwijs, hun gezondheidszorg, hun “leven”. Als u de ervaringen met de democratie die de VS heeft gebracht van ooggetuigen wil horen: u bent van harte welkom!

Namens intal en het BRussells Tribunal,

Marc-Antoon De Schryver en Dirk Adriaensens

take down
the paywall
steun ons nu!