Bart De Wever (N-VA)
Nieuws, België, N-VA, Belgische vakbonden -

“Kloppen op de vakbonden” – Een voorpublicatie uit ‘Het Vlaanderen van De Wever’

Hoewel de gedoodverfde winnaar van de verkiezingen zich graag profileert als de kracht van verandering, wordt er zelden bijgezegd wat die verandering precies inhoudt. Hostyn schetst in 'Het Vlaanderen van De Wever' een ontluisterend beeld van de verandering die komende is. In hoofdstuk één - waaruit hieronder een stuk wordt gepubliceerd - reconstrueert hij de houding van N-VA tegenover de vakbonden.

woensdag 19 maart 2014 17:14
Spread the love

Bij het overlijden in 2013 van Margaret Thatcher – met voor het eerst in de geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk een ceremoniële uitvaart met militaire eer voor een niet-zetelend staatshoofd – werden in Liverpool, het hele Noorden en de Midlands en zeker in de voormalige mijngebieden menige stevige pints gedronken en geklonken op haar dood. Een feestvierder zei het in één korte zin: ‘Ze mag nu de hel gaan privatiseren.’ Iemand anders haakte daarop in dat zij de hele ceremonie algauw uitbesteed zou hebben aan de privé. t’ Allen kant hoorde je het liedje ‘Ding Dong, The Witch is Dead’ uit De Tovenaar van Oz. Het piekte in de Britse hitlijsten tot de BBC het uit de omroep verbande.[i]

In een interview over haar dood laat Bart De Wever zich omzichtig uit over de icoon. Toen Thatcher de oorlog verklaarde aan Argentinië vond hij dat naar eigen zeggen ‘geweldig fascinerend’. ‘De leidster van een West-Europees land die haar armada uitstuurde naar een paar godvergeten eilandjes in Zuid-Amerika! Hoe ze dat Argentijns vliegdekschip kelderde! Hoe haar troepen langs onherbergzame wegen oprukten! Ik volgde dat, als ik zelf niet aan het Risken was, op de voet.’[ii]

Maar Thatcher voerde bovenal een binnenlandse oorlog: tegen de vakbonden en de arbeiderswereld. Over de grote nationale mijnstaking schreef ze: ‘We moesten een vijand van buitenaf bestrijden in de Falklands. Maar we moeten ons altijd bewust blijven van de vijand van binnenin ( the ennemy within), die veel moeilijker te bestrijden is en veel gevaarlijker is voor onze vrijheid.’[iii]

Het was het begin van de jaren 1980. De gevolgen van de structurele crisis van 1973 lieten zich voelen, vooral door de massieve afbouw van traditionele sectoren zoals het staal, de mijnbouw, de textiel- en glasindustrie. De golden sixties waren voorbij. Sluitingsplannen van staalbedrijven en mijnen gingen gepaard met de eerste grote aanslagen op de sociale zekerheid en de lonen. In 1979 was Margaret Thatcher aan de macht gekomen en in de VS werd Ronald Reagan president in 1980. Zij waren de herauten van een agressief liberaal-conservatief beleid. Om die agressieve politiek te kunnen voeren, moesten ze de vakbonden breken.

Thatcher had in 1984-1985 een jaar nodig om de weerstand van de mijnwerkersbond tegen het privatiserings- en sluitingsprogramma te kraken. ‘Stakende mijnwerkers en werkwilligengroepen werden geïnfiltreerd door de MI5. Grote aantallen politieagenten moesten de mijnen openhouden, wat leidde tot oorlogstaferelen zoals bij de slag van Orgreave’, schreef de BBC. Thatcher overwoog een paar maal het leger in te zetten, ze wankelde, maar won.[iv]

De nederlaag van de mijnwerkers had drastische gevolgen. Want nu kon Thatcher voorgoed met de hakbijl aan de slag gaan. Ze legde de vakbonden aan de leiband en vestigde de hegemonie van haar neoliberale opvattingen en waarde-oordelen in de samenleving. Gevraagd naar haar grootste verwezenlijking, was haar antwoord even simpel als kort: ‘Tony Blair’.

In haar memoires schreef ze: ‘Je land erbovenop helpen, dat kan maar door de macht van de vakbonden uit te schakelen. We moesten wachten op de revolte van Scargill en zijn 140.000 mijnwerkers om deze aanval te kunnen lanceren.’[v] Wie naar Engeland vaart, weet welke ravage ze heeft aangericht in de arbeiderswijken.

Vakbondsbashen in België

Bij ons hing de geest van Thatcher begin 2012 als een zwaar mistdeken boven het land. CD&V-voorzitter Wouter Beke noemde de nationale staking van 30 januari 2012 tegen de spaarpolitiek van de regering op voorhand al nutteloos – de regering zou toch geen jota aan haar plannen veranderen – en Bruno Tobback zei dat de vakbonden een atoombom gebruikten. Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, verweten de bonden ‘alleen maar’ dat ze ‘met vuur speelden’, maar de werkgeversorganisaties organiseerden wel aanhoudend aanvallen tegen de bonden. Soms in bewoordingen die zo aan de Iron Lady deden denken. Thatchers offensief was ongetwijfeld groter en forser geweest, maar de tijdsgeest en het opzet waren perfect vergelijkbaar.

Hugo Camps, de columnist van De Morgen, schreef dat ‘de huidige politieke klasse in de strijd tegen de economische crisis niets beters kan bedenken dan de kille Thatcher-logica. Niet eens in de nuances van sociaal misprijzen en hardvochtigheid.’[vi]

In een helse agitatie werden de vakbonden gebasht als een anachronisme, als verstarde en geprivilegieerde organisaties die enkel hun eigen belangen verdedigen en nu eens voor nodeloze bureaucratische rompslomp, dan weer voor onverantwoorde herrie zorgen, kortom als een obstakel voor de vooruitgang.

Maar de staking van 30 januari bewees dat wie zegt dat de bonden organisaties uit het verleden zijn, zijn wensen voor werkelijkheid neemt. Het is niet misplaatst er de criticasters hier even aan te herinneren wat een staking is. De mensen die alle dagen instaan voor de productie van de rijkdom, die de economie doen draaien, weigeren te werken omdat ze niet akkoord gaan met de voorwaarden waarin ze moeten werken. Staken is een elementaire vorm van democratie, want in het parlement is bijna iedereen het eens: over langer werken, over besparingen op de rug van de werkende mensen… en die parlementariërs weigeren allemaal in te grijpen tegen kapitaal- en fortuinbezitters. Staken is het fundamentele recht van de werkende bevolking. Een ‘Halt!’: geen productie, geen vervoer, geen dienstverlening, geen meerwaarde, geen winst. Vanuit die optiek bekeken was de algemene staking van 30 januari een ongemeen succes, sterker dan de gedeeltelijke stakingen van 2005 tegen het Generatiepact. De Belgische vakbonden zijn nog altijd alive and kicking.

België blijft in de neoliberale golf die heel Europa overspoelt een beetje een geval apart. De kern van de welvaartsstaat bleef ondanks de talrijke hervormingen en de afbouw van de sociale zekerheid toch min of meer overeind. Het specifieke van ons land is dat vakbonden en mutualiteiten een belangrijke rol spelen, een stem in het kapittel hebben. Zij hebben niet alleen een dienstverlenende rol – ze betalen uitkeringen van de sociale zekerheid uit – maar hebben ook nog altijd hun zeg in de vele overlegorganen van de sociale zekerheid en in instellingen zoals de Nationale Bank, de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de arbeidsrechtbanken en de Nationale Arbeidsraad. Ze hebben reëel iets te betekenen in dit land en door die in Europese context ongewone, specifieke rol van de vakbonden en hun plaats in de samenleving is hun ledenaantal ook altijd blijven stijgen. Dat systeem zorgt ervoor dat de afbouw van de sociale zekerheid, die kenmerkend is voor het neoliberale tijdperk sinds Thatcher en Reagan, hier trager verloopt en op veel meer tegenstand botst.[vii]

Bart De Wever: helemaal Thatcher achterna

De N-VA staat anders tegenover de vakbonden en het sociale overleg dan andere partijen. Voor Bart De Wever zijn de vakbonden, bijna zoals voor Thatcher, de ware vijand. Voor het ‘politieke immobilisme’ in ons land wijst hij voortdurend met een beschuldigende vinger naar die ‘oerconservatieve vakbonden’, die tal van ‘noodzakelijke hervormingen’ tegenhouden. Voor de tv-camera’s van Terzake zegt hij giftige dingen: ‘Een derde van de vakbondsleden heeft geen werk, dat zijn de interessantste leden, want die brengen het meeste op. (…) Dat leidt ertoe dat als je met een Belgische vakbond gaat onderhandelen, het belang van de passieven dikwijls vooropstaat. Als je met een Duitse vakbond onderhandelt, gaat het maar over één ding: behoud van jobs, creatie van jobs. Daar zie je dat je belangrijke sociaaleconomische hervormingen onderhandeld krijgt. Duitsland is dan ook competitief, terwijl hier het sociaal overleg gewoon één groot blokkeringsmechanisme is geworden. Je krijgt niets hervormd, en het grote deficit wordt naar de staat doorgeschoven. Zo stapelt onze staatsschuld zich op, en die wordt als een molensteen rond de volgende generatie gehangen.’[viii]

Kamerlid Zuhal Demir, de N-VA-voorzitter van het district Antwerpen, volgt in het voetspoor van haar voorzitter. Onder de titel ‘Hoe conservatief kun je zijn?’ valt ze de wettelijke bescherming van de vakbondsafgevaardigden aan: ‘Een werkgever die een afgevaardigde wil ontslaan, moet een hallucinant omslachtige procedure volgen. (…) Mijn suggestie zou zijn dat het parlement het debat naar zich toetrekt, zich buigt over de vraag van de superbescherming van de vakbondsafgevaardigden en voorstellen doet die beantwoorden aan de moderne tijden. Er zijn voor minder parlementaire commissies opgericht.’[ix]

Het zindert door allerlei teksten en verklaringen van de partij en haar kopstukken: de N-VA wil van de huidige vakbonden af. Journalist Christophe Callewaert merkte op: ‘De andere partijen hebben gemeen dat ze zich allemaal inschrijven in de Belgische context. Daarmee bedoel ik niet dat broze samenwerkingsmodel tussen Nederlands- en Franstaligen maar wel de Belgische welvaartsstaat die lijkt op andere Europese staten, maar die toch enkele specifieke kenmerken heeft. Guy Verhofstadt was in de tijd van zijn Burgermanifesten in het begin van de jaren 1990 de enige die de Belgische welvaartsstaat ooit radicaal in vraag stelde. Toen hij premier kon worden, heeft Verhofstadt dat pad al snel verlaten.’[x] Christophe Callewaert schrijft dat de N-VA ‘die revolutionaire spirit’ gemeen heeft met Thatcher en Reagan. ‘Enkele voorstellen uit het sociaaleconomische luik van de ontwerp-congresteksten van de N-VA hebben precies de ontmanteling van dat Belgische overlegmodel tot doel.’[xi]

Zo is het voor de N-VA onaanvaardbaar dat vakbonden en mutualiteiten nog werkloosheidsuitkeringen en invaliditeit uitbetalen. Dat schreef de partij al in 2002, vlak na haar oprichting en ze herhaalt dat nog eens in de ontwerp-congresteksten Verandering voor vooruitgang van 2014. Ze wil de vergoeding die de vakbonden ontvangen om de werkloosheidsdossiers te verwerken, van hen afnemen. Vakbonden en mutualiteiten wordt ook verweten ‘rechter en partij’ te zijn bij de uitbetaling van de zorgverzekering en de uitkeringen.[xii]

Zowel de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) als de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) hebben een zogenaamd ‘paritair beheer’. Het beheerscomité van beide openbare instellingen bestaat uit een gelijk aantal vertegenwoordigers uit werkgevers- en werknemersorganisaties. Dat ‘paritair beheer’ wil de N-VA ontmantelen. Door de rol van de vakbonden en mutualiteiten terug te dringen uit de beheersorganen van de sociale zekerheid, hoopt de partij de weg voor te bereiden voor een snelle en grondige hervorming van onze sociale zekerheid.

Hier loont het de moeite er de Beginselverklaring van de partij bij te halen. Daar staat in paragraaf 4: ‘Als unieke ongebonden partij, los van drukkingsgroepen, zuilen of financiële machten, is de Nieuw-Vlaamse Alliantie het syndicaat van het algemeen Vlaams belang. Sociale, economische en ecologische vraagstukken worden beantwoord vanuit het gemeenschapsbelang, zónder vernauwende “linkse” of “rechtse” ideologische oogkleppen.’[xiii]

Met de verwijzing naar ‘het algemeen Vlaams Belang’ koestert de partij de mythe dat alle Vlamingen dezelfde belangen hebben, dat er geen grote maatschappelijke tegenstellingen zijn, alleen het ‘gemeenschapsbelang’. Je zou je zelfs kunnen afvragen of deze N-VA, die zich in paragraaf 4 van haar Beginselverklaring ‘het syndicaat’ noemt, en dat linkt aan ‘sociale, economische en ecologische vraagstukken’, zich daarmee niet opwerpt als een soort rivale van de werkelijke vakbonden.

De felle aversie voor de vakbonden deelt de N-VA met de agressieve patroons. Zo was er al in 2007 de brochure KICK van Voka, die ondernemingen wilde helpen bij het opzetten van een efficiënte communicatiestroom ‘zodat uw personeel niet op de barricade staat maar samen aan hetzelfde zeel trekt’. In die brochure stond al te lezen: ‘Syndicale Fremdkörper in kmo’s zijn echt niet vereist, integendeel. Bij de vorige sociale verkiezingen is ternauwernood een putsch van de vakbonden afgehouden. Hun poging om de drempel voor de ondernemingsraad naar 50 te halen is een oorlogsverklaring aan de kmo’s. Het zal leiden tot een inflatie aan beschermde werknemers, zoals de niet-verkozenen die hun kandidatuur misbruiken louter om van die ontslagbescherming te genieten. Misschien moet voor dat laatste in syndicale traditie maar eens een meldpunt worden opgericht.’[xiv]

We treffen hier uitdrukkingen aan als ‘syndicale Fremdkörper’, die Jo Libeer, de gedelegeerd bestuurder van Voka, later heeft hernomen in zijn essay De visie van Voka op het sociale overleg.

Peter Dedecker in de aanvalslinies tegen de vakbond

Het Gentse Kamerlid Peter Dedecker staat hier al jaren driftig op de eerste N-VA-rij. Toen hij 21 was, in 2005, schreef hij bij een actiedag tegen de hoge olieprijzen op zijn blog: ‘Vandaag staakt men in Wallonië nog maar eens tegen de hoge olieprijzen. Ahoi! En nut dat dit heeft jongens, niet te doen! Het bedrijf waar je voor werkt zal er maar mee gediend zijn en zal er nogal veel kunnen aan doen. Ah, de woorden “vakbonden”, “mentaliteit” en “Wallonië” in één zin zeggen al genoeg zeker?’[xv]

Treinstakingen noemt deze Dedecker ‘pure gijzelingsacties en buiten elke proportie’. Hij vindt dat ‘ACOD (ABVV) en consoorten echt wel eens hard mogen aangepakt worden.’

Een stokpaardje van de N-VA in verband met het stakingsrecht is de minimale dienstverlening. Die geldt nu al, bijvoorbeeld voor verplegend personeel en artsen.

Volgens de partij moet deze minimale dienstverlening er ook komen bij het spoor en bij De Lijn, bij de loodsen en de dokwerkers aan de havens, in de luchthavens en in het onderwijs.[xvi][xvii] Ook hier staat de jonge Dedecker weer op de barricade: ‘De spoorbonden hebben de keuze. Ofwel aanvaarden ze ethische beperkingen en voeren ze voortaan andere acties zoals betaalstakingen of beperktere stakingen. Ofwel moeten ze maar ondergaan dat ze een wettelijke stakingsbeperking opgelegd krijgen.’[xviii]

Wat later schrijft Dedecker over het sociaal conflict bij Carrefour: ‘De boel wordt (er) niet alleen platgelegd, maar ook helemaal geblokkeerd. Mensen die de mening van de vakbonden niet delen, worden tegengehouden. U moet niet denken, de vakbond denkt wel voor u! Iedereen is verplicht mee te staken, met alle financiële gevolgen van dien. De laatste jaren zijn we, dankzij enkele heethoofden, tegen de grenzen van het stakingsrecht en de verantwoordelijkheden van de vakbonden aan het oplopen. (…) Het wordt hoogdringend tijd dat vakbonden verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor hun daden. (…) Aanpakken die handel!’[xix] En in antwoord op een reactie op deze blogtekst: ‘Het waterkanon erop! Zo doen ze dat hier in Gent.’

Met de rechtspersoonlijkheid van de vakbonden, waar Dedecker het hier over heeft, zou een rechtbank vakbonden bij een staking kunnen veroordelen tot het betalen aan de ‘gedupeerden’ van de geleden financiële schade.

Voorzitter Marc Leemans van het ACV schreef: ‘Ze kloppen op het middenveld. De baseline blijft dezelfde: geen enkel probleem met dat middenveld, zolang het zich maar koest houdt. Je tanden laten zien en vanuit maatschappelijke verontwaardiging aan actieve beleidsbeïnvloeding doen, dat hoort er kennelijk niet bij. Uiteraard niet, want dan ben je een sta-in-de-weg bij de uitrol van een asociaal project, met wat compassie als suikerlaag: iedereen verantwoordelijk voor het eigen geluk en wat bijstand voor wie tegenslag heeft en daar zelf geen schuld aan heeft.’[xx]

In de Kamer is Peter Dedecker de man die ook het ACW – vroeger de koepel en nu het netwerk van de christelijke werknemersorganisaties – het vuur aan de schenen legt. Volgens Dedecker fraudeerde het ACW met winstbewijzen van Dexia. Op een persconferentie uitte hij formele beschuldigingen tegen het ACW: fraude, schriftvervalsing, belangenvermenging en misbruik van vennootschapsgoederen. In zijn zog trokken allerlei cameraploegen naar de Bijzondere Belastingsinspectie (BBI), die een onderzoek instelde.[xxi]

We moeten niet te veel medelijden hebben met de verantwoordelijke vrouwen en mannen aan de ACW-top die ontiegelijk ver zijn meegegaan in de bankierslogica van Dexia. Het is stuitend dat zij met de centen van het middenveld, de Arcopar-spaarders en de vakbonden speculeerden op de beurs. Dat geld moest veilig belegd worden op spaarrekeningen of in overheidsobligaties.

Toch hangt het hele verhaal van de N-VA met haken en ogen aan elkaar. De partij trekt graag en hard van leer tegen het Dexia-debacle, dat zowel de Vlaamse regering als de lokale besturen veel geld heeft gekost. Het is een terechte kritiek. Alleen, het valt op dat de N-VA in alle lokale besturen waar zij mee aan de macht was in 2009 gewoon vrolijk meestemde voor een bijkomende kapitaalverhoging van Dexia, die achteraf als een bom in het gezicht van die besturen zou ontploffen. Zo stemde ook Bart De Wever eind 2009 in de Antwerpse gemeenteraad voor deze kapitaalverhoging. Evenzo de Vlaamse regering, met Philippe Muyters als minister van Begroting. Ook zij ging tot op het eind helemaal mee in het Dexia-verhaal.

Even ongerijmd is dat de N-VA zich tegen de nieuwe regelgeving verzette, die het haar nu mogelijk maakt het ACW aan te klagen voor het ontwijken van belastingen. In de parlementaire debatten noemde de N-VA het immers ‘een gevaar’ dat de belastinginspectie zou kunnen oordelen ‘over de legaliteit van bepaalde fiscale constructies’. Natuurlijk had de N-VA toen vooral fiscale constructies zoals die van de Antwerpse diamantairs in gedachten en niet die van de financiële holding achter het ACW.[xxii] En toen Karel Van Eetvelt, de topman van Unizo, letterlijk aankondigde dat Unizo haar leden ‘actief zal helpen bij het omzeilen van belastingen’, kwam er geen reactie van Dedecker.

Het ACW riposteerde dat er van fraude geen sprake was, waarna het Dedecker aanklaagde voor smaad en eerroof. Het onderzoek van de BBI-inspectie wees uit dat er van fraude of belastingontwijking geen sprake was. Het ACW had dus geen strafbare feiten gepleegd, zoals Dedecker had beweerd. Wel kwam de BBI tot het besluit dat de vzw Sociaal Engagement voortaan onder het vennootschapsstelsel moet vallen, waardoor het ACW bijkomend 9,5 miljoen belastingen moet betalen.[xxiii]

Op zijn blog schrijft Dedecker: ‘Ik ben zeer tevreden dat onze acties in dit dossier geleid hebben tot 9,5 miljoen extra voor de staatskas. Ik ben blij dat ik hierin mee het verschil gemaakt heb.’ Of hoe hij elke euro minder voor het ACW op zijn palmares schrijft.[xxiv]

Ann Vermorgen, de nationaal secretaris van het ACV, zei in haar toespraak op een congres in Oostende: ‘De felle aanvallen vanuit onder andere Vlaams-nationalistische hoek hebben onze beweging de voorbije maanden in de ziel geraakt. Waar zij van dromen is een algehele verzwakking ervan, ja zelfs het wegdringen van het middenveld en de vakbonden in ons land. Wel goede vrienden, wat ons betreft, wordt hun droom een nachtmerrie. Ik zeg jullie duidelijk: niet in onze naam.’ [xxv]

Noten

[i] ‘BBC defends decision to ban ‘Ding, Dong, The Witch Is Dead’ song after Lady Thatcher’s death’, The Independent, 3 december 2013.

[ii] ‘Bart De Wever en Guy Verhofstadt over Margaret Thatcher’, De Standaard, 4 februari 2012.

[iii] Margaret Thatcher, geciteerd in: S. Milne, The ennemy within: the secret war against the miners, Verso Londen, 1994.

[iv] ‘National archives: Margaret Thatcher wanted to crush power of trade unions’, The Guardian, 1 augustus 2013.

[v] Margaret Thatcher, The Downing Street Years, HarperCollins, 1993.

[vi] Hugo Camps in De Morgen, geciteerd in: ‘Aanval tegen vakbonden. De geest van Reagan en Thatcher’, Solidair, 6 februari 2012.

[vii] Christophe Callewaert, ‘N-VA is wel degelijk een revolutionaire partij’, DeWereldMorgen, 29 oktober 2013.

[viii] Bart De Wever, geïnterviewd door Lieven Verstraete in: ‘Terzake’, TV Eén 17 april 2013.

[ix] Zuhal Demir, Column: ‘Hoe conservatief kan je zijn?’, N-VA, 24 november 2010.

[x] Christophe Callewaert, ‘N-VA is wel degelijk een revolutionaire partij’, DeWereldMorgen, 29 oktober 2013.

[xi] Ibidem.

[xii] Ontwerp-congresteksten: ‘Verandering voor Vooruitgang’, N-VA, 28 oktober 2013, p. 28.

[xiii] Beginselverklaring: ‘Manifest van de Nieuw-Vlaamse Alliantie. 21 haakse ankerpunten voor een nieuw beleid bij het begin van de 21ste eeuw’, N-VA, 13 oktober 2001.

[xiv] Brochure, ‘KICK – Kmo ondernemers Informeren en Communiceren met Kmo medewerkers’, Voka, 2007.

[xv] Peter Dedecker, ‘Alweer Waalse stakingen’, Persoonlijke Blog, 8 september 2005.

[xvi] Matthias Diependale en Lies Jans, ‘N-VA betreurt staking en ijvert voor minimale dienstverlening bij De Lijn’, N-VA, 25 februari 2011.

[xvii] Bert Maertens, ‘Actiedag morgen: N-VA wijst op wetsvoorstel voor minimale dienstverlening’, N-VA, 21 december 2011.

[xviii] Peter Dedecker, ‘Treinstakingen: knal erop’, Persoonlijke Blog, 25 oktober 2007.

[xix] Peter Dedecker, ‘Stakingsrecht=blokkagerecht ?’, Persoonlijke blog, 11 november 2008

[xx] Marc Leemans, Opinie: ‘Het aaibare middenveld’, deredactie, 5 maart 2013.

[xxi] ‘N-VA: “ACW fraudeerde met winstbewijzen Belfius”’, De Morgen, 14 februari 2013.

[xxii] Cisca Hoet, ‘Fiscale fraude: de dubbele tong van de N-VA’, DeWereldMorgen, 13 maart 2013.

[xxiii] ‘Geen fraude bij ACW’, De Standaard, 16 december 2013.

[xxiv] Peter Dedecker, ‘Belastinginspectie vordert 9,5 miljoen euro van ACW na onthullingen N-VA’, Persoonlijke Blog, 17 december 2013.

[xxv] ‘ACV haalt fors uit naar N-VA’, De Morgen, 27 april 2013.

take down
the paywall
steun ons nu!