Een zicht op het Afghaanse dorpje Bamiyan vanuit een nog bewaarde boedhistische uitgehouwen grot (foto Giuliano Battiston/IPS)
Nieuws, Politiek, Oorlog Afghanistan -

Onopgeloste misdaden van het verleden blijven vredesproces Afghanistan verstoren

Met de Afghaanse verkiezingen van 5 april voor de deur, hebben slechts enkele presidentskandidaten aangegeven te willen werken aan verzoening en gerechtigheid in het land dat jarenlang te maken had met grove mensenrechtenschendingen.

dinsdag 18 maart 2014 15:30
Spread the love

Al in 2005 werd door president Hamid Karzai een actieplan voor vrede en verzoening aangenomen. Tot op de dag van vandaag is het echter niet geïmplementeerd. “Er is transitierechtspraak nodig om vrede te bereiken”, zegt Ismail Zaki, regiodirecteur van het Civil Society Human Rights Network (CSHRN) in Afghanistan. “Zonder gerechtigheid zal vrede niet lang standhouden. Ik zou bijna zeggen dat gerechtigheid, dus ook verantwoording afleggen voor misdaden uit het verleden, zelfs belangrijker is dan vrede.”

De term transitierechtspraak verwijst naar een aantal juridische en niet-juridische maatregelen, inclusief criminele vervolging, waarheidscommissies en institutionele hervormingen die een land neemt om mensenrechtenschendingen in het verleden een plaats te geven.

Wraakgevoelens

Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) heeft enkele maanden geleden een lijst met vragen over de belangrijkste mensenrechtenkwesties verstuurd naar alle elf presidentskandidaten. De paar kandidaten die antwoordden, leken – althans op papier – bereid om de koers op het gebied van transitierechtspraak te veranderen.

Abdullah Abdullah, een van de belangrijkste kandidaten en hoofd van de Nationale Coalitie van Afghanistan, noemde transitierechtspraak “een van de belangrijkste debatten in onze samenleving.” Hij was echter voorzichtig. Om politiek misbruik en het versterken van wraakgevoelens te voorkomen, zei hij “is het noodzakelijk een juiste culturele, morele en wettige achtergrond te creëren waartegen de discussie plaats kan vinden.”

Naast Abdullah beantwoordden slechts drie andere kandidaten de vragen van HRW: Qutbuddin Helal, Daoud Sultanzoy en Qayum Karzai. Deze laatste is de oudste broer van de huidige president Hamid Karzai. Qayum Karzai is ondertussen echter geen kandidaat meer.

Zelfs Helal, die banden heeft met de radicale islamistische partij Hezb-e-Islami, zei dat “straffen en ter verantwoording roepen van mensenrechtenschenders belangrijk is.” Hij is voorstander van vervolging “als er geloofwaardig bewijs is, zodat het een les kan zijn voor anderen.”

Sterke regering

Om effectief te zijn, moeten tijdens elk vredesproces misdaden uit het verleden erkend worden, zegt Said Hussein Shah Hussainy van de Afghaanse Onafhankelijke Mensenrechtencommissie (AIHRC). Zowel Zaki als Hussainy stellen dat het belangrijk is dat het Actieplan voor Vrede, Verzoening en Gerechtigheid van de regering-Karzai uit 2005,  gereviseerd en geïmplementeerd wordt.

Er bestaan echter ook zorgen dat transitierechtspraak, als het niet goed gebeurt, juist conflicten kan aanwakkeren. “Voordat er sprake kan zijn van transitierechtspraak, moet er een legitieme en gerespecteerde regering zetelen die het land volledig onder controle heeft”, zegt Ali Jan Fahim, lid van de CSHRN in Bamiyan. “Alleen als de krijgsheren niet langer de macht hebben, is het mogelijk  eraan te werken. Als we er eerder mee beginnen, zouden ze ons vermoorden of zou er in ieder geval meer instabiliteit komen.”

“Criminelen en hun aanhangers zitten momenteel in de regering, zij hebben de macht”, zegt Amir Sharif, socioloog aan de Universiteit van Bamiyan. “We moeten ons meer richten op nationale eenheid.” Sharif zegt dat het nu nog niet het juiste moment is om te spreken over een bijzonder gerechtshof – nationaal of internationaal. “Dat kan pas als er een sterke, goed functionerende centrale regering is die door de meeste Afghanen geaccepteerd wordt.”

take down
the paywall
steun ons nu!