Foto's Raisa Vandamme
Reportage, Nieuws, België - Floris Cavyn

Anders ondernemen: De Punt ondersteunt sociale en duurzame groei

Bij het woord ondernemer denken we al te gauw aan blanke mannen in maatpak die uit zijn op snelle winst. Nochtans zijn er tig voorbeelden van mensen die het anders aanpakken. Zij richten bijvoorbeeld een onderneming op om bij te dragen aan een beter milieu of aan het maatschappelijk welzijn. Wij zetten deze week vijf van dit soort ondernemingen in het zonnetje. Vandaag: groeiplatform voor ondernemen De Punt

donderdag 13 maart 2014 15:06
Spread the love

‘Voor mij is vooral het sociale belangrijk. Ik moet ook in mijn professionele activiteiten het gevoel hebben dat het een maatschappelijke meerwaarde biedt. Het is niet mijn ambitie om rijk te worden, zolang ik maar mijn boterham verdien. Maar ik wil ook dat anderen die kunnen verdienen. Dat is mijn drijfveer.’

Dany Neudt is directeur van De Punt, groeiplatform voor ondernemen. Volgens de missie wenst De Punt ‘dat elke ondernemer toegang heeft tot het sociaal en duurzaam ondernemen. De Punt biedt ondernemers hierbij een resultaatgerichte en dynamische ondersteuning door dienst- en adviesverlening, zodat ze zich op hun kerntaken kunnen focussen en sociale/duurzame groei realiseren’.

Concreet vertaalt zich dit in het verlenen van advies aan bedrijven rond sociaal en duurzaam ondernemen, het ondersteunen van bedrijfsadministratie, een passend personeelsbeleid uitwerken, en startende ondernemers of ondernemingen een duwtje in de rug geven. Niet alleen financieel, maar ook organisatorisch. En dit op verschillende manieren.

De juridische structuur van De Punt is een naamloze vennootschap, de zogenaamde nv. Een nv bezit aandeelhouders en heeft winstdoelstellingen. Onder normale omstandigheden ontvangen de aandeelhouders een dividend. Niet zo bij De Punt. ‘De aandeelhouders zitten er vooral voor de maatschappelijke meerwaarde,’ stelt Dany. ‘De winsten die we maken keren we niet uit, maar investeren we in onze eigen werking of in economische projecten met bijzondere maatschappelijke relevantie.’

Een blik op de aandeelhouders leert dat die heel divers zijn. De drie vakbonden zijn vertegenwoordigd, net als de drie werkgeversfederaties. Maar ook een aantal financiële instellingen en industriële spelers, bouwondernemingen en sociale economiebedrijven. ‘De aandeelhouders hebben 1,8 miljoen euro aan kapitaal samengebracht, wat we voornamelijk geïnvesteerd hebben in de bedrijfsgebouwen.’

DeWereldMorgen.be

De puntfabriek

In de sluis aan de ingang van het bedrijvencentrum hangen meerdere zwart-wit portretten van karakterkoppen, de voormalige arbeiders van de ‘puntfabriek’. De Punt bevindt zich namelijk op de site van het voormalige metaalverwerkend bedrijf Trefil Arbid in Gentbrugge. Het bedrijf maakte voornamelijk nagels, spijkers en vijzen. In de volksmond kreeg het al snel de bijnaam ‘de puntfabriek’. Op zijn hoogtepunt werkten er 1700 arbeiders, voornamelijk mensen uit de buurt. Het faillissement in 1993 ging gepaard met een vrij hoge werkloosheid. Allemaal eerder laaggeschoolden of iets oudere mensen.

Vanuit het overlegplatform Gent, Stad In Werking (www.gsiw.be) borrelde het idee op om nieuwe sociale economiebedrijven op te richten die na verloop van tijd op eigen benen konden staan. Binnen dat overlegplatform zitten onder andere de VDAB, de stad Gent, een aantal werkgeversfederaties, de vakbonden… ‘En een van de initiatieven die daaruit voortvloeide was De Punt.’

‘Die geschiedenis speelt een belangrijke rol in de doelstellingen van De Punt,’ zegt Dany. ‘Gedurende de jaren probeerden we altijd een brug te slaan tussen de sociale en de reguliere economie. We ondersteunen de sociale economie en vullen die waar mogelijk op een innovatieve manier in. We willen mensen helpen en zorgen dat het goed loopt. Daarin liggen onze roots, als incubatiecentrum voor sociale economie.’

In 2000 installeerde De Punt zijn bureaus initieel in de oude directeurswoning van de puntfabriek, maar toen ze samensmolten met het bedrijvencentrum Akkerhage in 2004 namen ze ook de fabriek zelf in gebruik. ‘De directeurswoning was te klein voor onze activiteiten.’ Dany tikt met zijn balpen tegen een oude pilaar die verwerkt is in het nieuwe interieur. ‘Waar we nu zitten is een deel van de oude fabriek. Die stond op dat moment leeg. De overheid kocht Akkerhage op – omdat het plaats moest ruimen voor de huidige Gelamco-arena – en dat kapitaal stroomde door naar ons, waardoor we deze nieuwe vleugel hebben kunnen oprichten. Drie vliegen in één klap! Onze schaal vergrootte, het leegstaande gebouw kreeg een nieuwe bestemming, en er was een oplossing voor het bedrijvencentrum Akkerhage.’

DeWereldMorgen.be

Zelfstandig in armoede

Maar De Punt is dus meer dan een bedrijvencentrum. Een deel van de winst die ze maken, investeren ze in spin-offs. Zo is er de activiteitencoöperatie Starterslabo (www.starterslabo.be). Dit initiatief ondersteunt werkzoekenden om een zelfstandige praktijk uit te bouwen. ‘Stel, je bent werkloos, maar je ziet het niet echt zitten om in loondienst te gaan.’ Als een volleerde docent gaat Dany voorover leunen. Mocht hij een bril dragen, hij keek erover. ‘Je wil zelfstandige worden. Wel, via het Starterslabo krijg je de kans om 18 maanden te experimenteren binnen een CVBA-VSO, een coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk.’

‘Mensen die hier in stappen, krijgen een opleiding en worden begeleid in het zelfstandig ondernemen. Maar het unieke aan het Starterslabo is dat de werkzoekende zijn statuut blijft behouden. Kijk, als werkzoekende heb je een aantal rechten, zoals het recht op een uitkering, maar ook een aantal plichten, zoals solliciteren en beschikbaar zijn voor de arbeidersmarkt. In dit geval zou je dus niet kunnen of mogen ondernemen, want je mag bijvoorbeeld geen facturen uitschrijven. Wat wij doen is boven die startende zelfstandige onderneming een CVBA-VSO plaatsen die de facturen namens de werkzoekende uitstuurt en de inkomsten ontvangt. De werkzoekende blijft zijn uitkering ontvangen, want zijn statuut blijft behouden, maar start ondertussen ook een eigen zaak op.’

‘Op het einde van de rit gaan we na of er een levensvatbare onderneming is uitgegroeid. Als dat zo is, starten ze effectief op en krijgen ze een lanceringspremie mee. Die premie is eigenlijk de winst die ze maakten gedurende de 18 maanden binnen de activiteitencoöperatie. Boekhoudkundig zijn die winsten van de coöperatie, maar we keren die gewoon uit. Zo zijn er continu 40 à 50 werkzoekenden aan het opstarten bij ons. En in elke provincie in Vlaanderen is er een Starterslabo, is er een activiteitencoöperatie.’

De belangrijkste voorwaarde om opgenomen te worden in het Starterslabo is, naast werkloos zijn, de (ondernemings)zin. ‘Het moet hun ambitie zijn om er hun hoofdberoep van te maken. De eerste zes weken werken ze onder begeleiding aan een ondernemingsplan en denken ze na over hoe ze een stabiele inkomstenstroom kunnen genereren. Daarna start de prospectiefase. Die duurt ongeveer 4,5 maanden. Hierin beginnen ze klanten zoeken, en vanaf maand zes kunnen ze beginnen factureren. Na maximum 18 maanden moeten ze een bruto-inkomen van minimum 3 à 4000€ kunnen voorleggen. Dat is een veilige omgeving om in te kunnen overleven. Je wil geen zelfstandige in armoede zijn. We proberen mensen in de eerste plaats uit de werkloosheid te krijgen en hen een stabiel inkomen te geven binnen een leuke job of onderneming.’

DeWereldMorgen.be

Pragmatisch vs. paternalistisch

Dany Neudt is altijd sociaal ondernemend geweest. Na enkele jaren in de horeca ging hij geschiedenis studeren aan de universiteit en kwam er in contact met onder andere Tarik Fraihi en Ico Maly. Kif Kif, de interculturele beweging die strijdt voor gelijkheid en tegen racisme, was geboren. ‘Voor mij doe ik hier eigenlijk hetzelfde als wat ik voor Kif Kif deed. Er zijn natuurlijk wel verschillen, maar ik zie geen echte breuk met wat ik vandaag doe. Er is een rode draad, al geef ik die een persoonlijke invulling.’

‘Er is van alles aan het veranderen op sociaaleconomisch vlak. We benaderen het dan ook zeer pragmatisch. Binnen het bedrijvencentrum zijn er een 45-tal ondernemers actief. Wij proberen dat zo sociaal en duurzaam te benaderen, maar op zich is iedereen welkom. Natuurlijk is het zo dat mensen die ons opzoeken wel weten waar De Punt voor staat. Er is sprake van een zekere sympathie voor het sociale en het duurzame, al gaat die voor de een verder dan voor de ander. Iedereen die hier komt, krijgt de nodige begeleiding en tips, maar het is aan hen om te beslissen hoe ze daarmee omgaan.’

Het is dus niet zo dat De Punt met de paternalistische vinger bedrijven terecht wijst. ‘We hebben respect voor de keuzes van de mensen. Wij tonen de mogelijkheden, zij beslissen.’ Het bedrijvencentrum mag dan wel het kloppende hart van De Punt zijn, ook daarbuiten doen ze aan dienstverlening. Dat gaat dan vooral rond personeelsbeleid, in hoofdzaak tewerkstelling van kansengroepen in bedrijven of andere organisaties. ‘We maken de werkvloer klaar voor die mensen, maar gaan ook na welke overheidsmaatregelen van toepassing zijn en hoe bedrijven daarop kunnen inspelen.’

Eigen verdienmodel

Het bedrijvencentrum is de belangrijkste inkomstenbron voor De Punt. Toen Dany er startte was het voor ruim meer dan 50% van de inkomsten afhankelijk van subsidies. Intussen is dat herleid om en bij de 20%. De Punt moest haar verdienmodel volledig herzien, maar daar kwamen ook nieuwe initiatieven uit voort, zoals LEA (Life Enhancing Administrators, www.leaoffice.be). Deze spin-off ondersteunt groeiende ondernemers bij hun administratie, en zet hiervoor maximaal kansengroepen in.

‘Vaak is het zo dat ondernemingen te klein zijn om een administratieve kracht te hebben, maar te groot om er geen te hebben. LEA kan die administratie op zich nemen. Dit gebeurt aan de hand van een IT-platform. Achter de schermen voeren mensen uit de kansengroepen administratieve taken uit voor de ondernemer. Het zijn vaak mensen die langdurig werkloos zijn, herintredende huismoeders die het lastig hebben op de arbeidsmarkt, of mensen die eerder aan een burn-out leden. Over het algemeen zijn het mensen die een kwetsbaar profiel hebben, maar het wel zien zitten om met administratie bezig te zijn en daar ook in willen groeien. Als ondernemer doe je eigenlijk beroep op hun diensten. Ze versturen de facturen, beantwoorden de telefoon… Samengevat is het een sociaal-commercieel initiatief, want het is wel degelijk een betalende dienstverlening.’

Volgens Dany is er vaak behoorlijk wat argwaan binnen het middenveld om eigen inkomsten te genereren zonder de sociale opzet uit het oog te verliezen, maar hij maakt zich sterk dat De Punt er wel in slaagt zijn sociale doelstellingen te realiseren. ‘Maar het vergt veel creativiteit en een andere manier van denken en werken, want het is niet makkelijk. Mensen moeten durven nadenken over eigen verdienmodellen. Ik heb helemaal niets tegen subsidies, maar het wordt gevaarlijk als dat je enige bron van inkomsten zijn. Als de overheid plots beslist dat het gedaan is, heb je niets om op terug te vallen en ontstaan er sociale drama’s. Kijk maar naar de zonnepanelensector of andere vormen van sterk gesubsidieerde economische activiteiten. Daarom moet je dat van in het begin incalculeren – “Hoe kan ik onafhankelijk worden?”. Uit dit gedachtegoed is ook de coöperatieve beweging ontstaan. Als je zelfredzaam wil zijn, moet je een eigen model neerzetten, en niet door de overheid gefinancierd worden.’

De toekomst! Dany ziet het nu al bij veel jonge mensen. Ze kijken niet langer naar de overheid om met oplossingen te komen. ‘We moeten het zelf doen. En dat is uitdagend. Maar het genereert ook bijzonder veel energie. Er komt nog veel op ons af de komende jaren. Binnen De Punt zijn we erin gespecialiseerd om daarmee om te gaan. En ik vind het ook leuk om te doen.’

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!