De Westelijke Sahara, verdeeld in een door Marokko bezette zone (geel) en een gebied onder controle van het Polisario-bevrijdingsfront (met de 'muur' als scheidingslijn).
Opinie, Nieuws, Afrika, Politiek, Marokko, EU, Spanje, Westelijke Sahara, Polisario, MINURSO -

Westelijke Sahara, de marteling van het stilzwijgen

In de Westelijke Sahara, niet ver ten oosten van de 'muur' die het grondgebied verdeelt, werden massagraven ontdekt. Gabrielle Lefèvre bezocht het gebied en maakte deze reportage over de repressie in de laatste Afrikaanse kolonie.

woensdag 27 november 2013 11:40
Spread the love

Een vergeten tragedie, de Westelijke Sahara in 1976

Ze heten Bachir Salma Daf en Sidi Salec Salma, twee jongens van ongeveer 14 jaar oud. Ze waren samen met hun vaders en nog andere nomaden zoals zij op zoek naar eten en water voor hun kudde. Het was 12 februari 1976, in Fadret Leguiaa, in de regio Smara, nabij Amgala en Mehiris, in de Westelijke Sahara.

Met schrik vervuld zag een andere jongeman, Aba Ali Said Daf, 13 jaar, een aantal Marokkaanse soldaten aankomen bij de waterputten van Amgala waar de nomaden hun kudden lieten drinken.

Hij vertelt: “Op dat ogenblik, omstreeks 20 uur kwam er een man in een Jeep aan. Hij riep Mohamed Mulud bij zich en stelde hem als eerste vraag: ‘waar zijn die van het Polisario?’ Dit was de eerste vraag die gesteld werd. De tweede was: geef me je identiteitskaart. Mulud ontkende dat hij iets afwist van het Polisario. De man heeft hem onmiddellijk daarop een kogel in het hart geschoten. Daarna riep hij  Abdelahe Ramdan bij zich en stelde hem dezelfde vraag als aan Mulud, om hem daarna op dezelfde manier te vermoorden. De man die deze twee vermoordde, had zelf een pistool, maar hij heeft een geweer genomen om hen te executeren.”

Daarna was de jonge Aba Ali getuige van de arrestatie van Bachir Salma Daf en diens vader. Hij heeft de smeekbeden van de vader gehoord om hen niet te doden. Hij heeft niet gezien wat er is gebeurd, maar sinds 1976 zijn vader en zoon als ‘vermist’ opgegeven, zoals nog meer dan 400 andere Sahrawi’s waarover hun families tot op de dag van vandaag geen nieuws hebben. Tenzij valse berichten verspreid door Marokkaanse bronnen als zouden ze gestorven zijn ergens in een gevangenis. 

Enkele nomaden, ongewapend, enkel bezig met hun kuddes, zonder ook maar enige aanwezigheid van gewapende strijders van het Polisariofront, werden op dezelfde manier geëlimineerd in deze regio. Vele families, geterroriseerd door de gebeurtenissen, zijn op de vlucht gegaan.

Eerst naar andere regio’s in de Westelijke Sahara en ten einde raad in gevaarlijke en erbarmelijke condities naar de kampen nabij Tindouf in Algerije. Deze families en hun nakomelingen bevinden zich nog altijd in vluchtelingenkampen waar ze afhankelijk zijn van Algerijnse en internationale hulpprogramma’s.

Anderen bevinden zich in de bezette gebieden van de Westelijke Sahara, een regelrechte openluchtgevangenis voor de Sahrawi’s die er leven onder repressie. Een situatie die al meerdere malen werd aangeklaagd door de grootste internationale mensenrechtenorganisaties en VN-verantwoordelijken.

De Westelijke Sahara in 2013

Het is februari 2013. Herder Abderrahman Abaid Bay vindt nabij de waterputten van Amgala menselijke resten, verspreid in het zand. Regen verplaatste de beenderen, die nadien verbleekten onder de zon. In juni 2013 kwam een team van Spaanse experts ter plaatse om ze te identificeren. Ze vonden twee massagraven. In het ene graf lagen zes mannen onder wie twee jongeren tussen 12 en 15 jaar oud. In het andere vonden ze twee mannelijke volwassenen.

Alle gevonden stoffelijke resten werden met kogels gedood. Hun persoonlijke voorwerpen, kledij en documenten werden bijeen gebracht en aan de Sahrawi-autoriteiten overgemaakt om een internationaal onderzoek mogelijk te maken.

De plaatsen waar de massagraven zijn ontdekt, moeten onder bescherming van de MINURSO (Mission des Nations Unies pour un Référendum au Sahara occidental), het Internationale Rode Kruis en de bevoegde VN-instanties komen. 

Het Polisariofront heeft als blijk van vertrouwen in het vredesplan van de VN al in 1991 de wapens neergelegd. Ondertussen is de Sahrawi-bevolking al 40 jaar slachtoffer van gruweldaden, deportaties, arbitraire gevangenschap, folteringen in detentie … Dit is het lot van zowel mannen als vrouwen, kinderen en jongeren.

Een analyse van de schendingen van de mensenrechten die deze bevolking onderging, is zeer gedetailleerd omschreven in de onlangs verschenen studieThe oasis of memory. Historical memory and human rights violations in the Western Sahara van Carlos Martin Beristain, chirurg en doctor in de sociale psychologie, en Eloisa Gonzalez Hidalgo, specialiste in international recht aan de universiteit van Madrid.

Eén van de kwellingen waarmee het Sahrawi volk geconfronteerd wordt, is de stilte, de geheimhouding, de valse informatie vanwege de bezettingsmacht. Deze stilte is op zich al een wapen waarmee gefolterd wordt, niet weten wat er is gebeurd met verdwenen familieleden maakt dat het rouwproces niet kan worden afgerond, dat de draad van het leven niet opnieuw kan worden opgenomen.

Het blokkeert ook elke vorm van rechtvaardiging en genoegdoening ten aanzien van de slachtoffers. Dit ontzegt de familie van de slachtoffers een internationaal erkend recht[1].

“Tot dit hele proces is afgerond, vragen we om de bescherming van de massagraven. We hebben geen woorden om onze dank uit te drukken voor jullie bijdrage aan het ophelderen van het lot van mijn vader. Voor ons zijn jullie als een licht, want alles was somber. In onze godsdienst kan het rouwproces niet afgerond worden als er geen graf is waar we naartoe kunnen. Nu we weten dat mijn vader zich in dit massagraf bevindt, kunnen we hem binnenkort begraven, kunnen we hem daar bezoeken en bidden voor zijn ziel. Dat zal ons goed doen”, aldus Sidi Mohamed Sidahmed Segri.

De woede van de jeugd

Ze hebben de oorlog tegen Marokko niet gekend, ze hebben geen vrijheid gekend, de jonge Sahrawi’s die in de vluchtelingenkampen leven en in de bezette gebieden van de Westelijke Sahara, zonder het minste perspectief op bezoldigd werk, beroofd van de basisrechten van ‘echte’ burgers.

Zelfs voor diegenen die de kans hebben om in het buitenland te studeren, blijft de angst voor het lot van hun familie en vrienden die onder de wrede repressie leven. Die al vaak werd aangeklaagd door de internationale solidariteitsbeweging.  

Vooral de jonge vrouwen geven uitdrukking aan hun gevoelens. Het zijn zij die het grootste slachtoffer zijn van de repressie omdat ze blijven manifesteren, blijven uitdrukking geven aan hun verontwaardiging, blijven zoeken naar hun verdwenen en gevangengenomen familieleden … (Zie de eindconclusies van een internationale ontmoeting over deze zaak). 

En wat doet Europa?

Een dringende oproep werd gelanceerd aan alle burgers van Europa: “Eis van de Europese instellingen dat ze hun engagement nakomen met betrekking tot het internationaal recht, het recht van volkeren op zelfbeschikking en de bescherming van elke bevolking die leeft onder een koloniaal regime.” 

De Westelijke Sahara, daar bestaat geen twijfel over, is immers de laatste kolonie van Afrika. Haar natuurlijke rijkdommen worden zonder de minste schaamte uitgebuit door de Marokkaanse bezetter. Dit gebeurt met de medeplichtigheid van de voormalige koloniale macht Spanje en van Frankrijk dat om strategische redenen bevriend is met Marokko.

Deze twee landen blokkeren systematisch, en dat al meer dan 22 jaar, de uitvoering van de VN-resoluties met betrekking tot het recht op zelfbeschikking van het Sahrawi-volk.

Daarenboven doet Spanje al wat mogelijk is om bij de EU te lobbyen voor een nieuw visserijakkoord met Marokko. Dat betekent dat de rijke visgronden voor de Sahrawi-kust ook door Spaanse vissers kunnen worden gebruikt. Dit akkoord zou eind november-begin december worden ondertekend. Internationaal wordt geageerd om dit akkoord, dat ingaat tegen de belangen van de oorspronkelijke bevolking, tegen te houden.

Belangrijk om de Sahelregio – waar de Westelijke Sahara een deel van is – te analyseren, zijn de juiste bewoordingen van de resolutie van het Europees Parlement van 22 oktober 2013 met betrekking tot de situatie van de mensenrechten in de Sahel.

Hier wordt duidelijk dat het conflict om de Westelijke Sahara een kernpunt is in de evolutie van de veiligheid en de economische ontwikkeling van deze ‘gevoelige’ regio. Zolang dit conflict niet is opgelost, is het een rem op iedere positieve ontwikkeling.

Is de oorlog in Mali niet voldoende geweest? Het is afwachten of de Europese Commissie de belangen van de lokale bevolking zal laten primeren op de economische belangen van enkele EU-lidstaten.

Gabrielle Lefèvre

Gabrielle Lefèvre is een gepensioneerde journaliste van Le Soir. Ze schreef deze reportage voor het Belgisch comité voor steun aan het Sahrawi volk.

Voetnoten

  • [1]Het lijden van dit volk sinds het begin van de oorlog in 1973 is uitgebreid en gedetailleerd beschreven door het Centrum voor gerechtigheid en de mensenrechten Robert F. Kennedy in het rapport: ‘Nowhere to turn: the consequences of the failure to monitor human rights violations in Western Sahara and Tindouf refugee camps’. Zie: http://rfkcenter.org/western-sahara-report-on-human-rights-violations.

take down
the paywall
steun ons nu!