Fotograaf Taslima Akhter maakte deze foto in de eerste uren na het instorten van het Rana Plaza-gebouw (foto: Counterpunch/Taslima Akhter).
Nieuws, Economie, Schone Kleren Campagne, Textielindustrie, Textielfabrieken, Slechte arbeidsomstandigheden, Rana plaza, Tazreen -

Textielindustrie Bangladesh: lessen trekken uit de tragedies

Het is inmiddels een half jaar geleden dat de textielfabriek Rana Plaza in Bangladesh instortte en elf maanden geleden dat de fabriek Tazreen Fashions afbrandde. Welke lessen zijn er getrokken uit deze tragedies, die de levens van duizenden textielarbeiders hebben gekost? De initiatiefnemers van de Schone Kleren Campagne maakten de balans op.

dinsdag 22 oktober 2013 16:55
Spread the love

Veel arbeiders wachten nog op schadeloosstelling

Maanden na de rampen wachten veel gewonde werknemers en nabestaanden van overleden werknemers nog altijd op een volledige en eerlijke schadeloosstelling. 

Veel van de gewonde arbeiders beschikken niet over een inkomen, terwijl de medische kosten zich opstapelen.

De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) werkt momenteel samen met vakbonden, NGO’s, de Bengaalse overheid en een aantal betrokken kledingmerken aan een voorstel voor een gezamenlijke compensatieregeling.

Een aantal kledingketens heeft zich inmiddels aangesloten bij dit initiatief, maar wanneer de compensatiegelden ook daadwerkelijk worden uitbetaald, hangt af van wanneer de andere bedrijven die producten afnamen bij Rana Plaza en Tazreen zich aansluiten.

Ben Vanpeperstraete, coördinator van de Schone Kleren Campagne: “Kledingmerk Primark heeft inmiddels de achterstallige lonen van 3300 arbeiders of families uitbetaald. Bedrijven die deelnemen aan de gemeenschappelijke compensatieregeling kunnen naderhand alle compensatiegelden die zij tot nu toe op eigen initiatief hebben uitbetaald, laten verrekenen. Een gemeenschappelijke regeling is echter nodig om erop toe te zien dat alle slachtoffers worden gecompenseerd en dat de toegekende bedragen billijk zijn.”

Inspectie fabrieken gepland

Intussen hebben 100 merken het zogenaamde Brand- en gebouwveiligheidsakkoord voor Bangladesh ondertekend. Vanaf november worden er meer dan 1.600 fabrieken geïnspecteerd inzake de brandveiligheid. Volgens de Schone Kleren Campagne is dit een eerste stap naar een veiligere kledingindustrie in Bangladesh.

Lonen nog altijd te laag om van te leven

Na de instorting van Rana Plaza besloot de Bengaalse regering een zogenaamde looncommissie in het leven te roepen die een voorstel voor een nieuw minimumloon zal uitwerken. Het minimumloon van stiksters in Bangladesh staat momenteel op 3.000 taka (28 euro) per maand, waarvan sommige arbeiders maar net een krot kunnen huren.

De vakbonden pleiten voor een minimumloon van 8.114 taka (76 euro), gebaseerd op de kosten van het levensonderhoud in Bangladesh. De werkgevers willen echter niet verder gaan dan een loonsverhoging van 20 procent tot 3.400 taka (34 euro). Als gevolg hiervan brak er in september een massaal protest van textielarbeiders uit.

Vanpeperstraete verwacht binnen enkele weken een uitspraak van de looncommissie.

“Het gerucht gaat dat het voorstel voor een minimumloon tussen de wensen van de arbeiders en de werkgevers in zal liggen. De Bengaalse politiek is immers verweven met de textielindustrie: 40 procent van de parlementariërs bezit zelf een textielfabriek en een meerderheid van hen heeft een textielfabriek in de familie”, stelt Vanpeperstraete.

Een maand na de demonstraties is de situatie in Bangladesh volgens Vanpeperstraete nog altijd gespannen. “Wanneer men het voorstel voor een nieuw minimumloon als te laag zal ervaren, kan dit tot nieuwe protesten leiden.”

Drempels voor vakbondsactivisme

Al voor de ramp van 24 april 2013 was de Bengaalse regering van plan de arbeidswetgeving te herzien. Volgens woordvoerders van de Schone Kleren Campagne kunnen de Bengaalse overheid en fabriekseigenaren het echter nog altijd extreem moeilijk maken voor arbeiders om zich te organiseren in vakbonden.

Volgens Vanpeperstraete golden er tot voorkort twee belangrijke wettelijke barrières voor vakbondsactivisme.

“Ten eerste moesten de namen van vakbondsleden op grond van de vorige arbeidswet worden doorgegeven aan de fabriekseigenaren. Formeel gebeurt dit nu niet meer, al denken wij dat de werkgevers toch wel op een of andere manier toegang tot de ledenlijsten zullen krijgen.”

“Ten tweede had de regering de discretionaire bevoegdheid om registraties van vakbonden wel of niet toe te laten.”

Voor de instorting van Rana Plaza liet de regering gedurende twee jaar geen nieuwe vakbonden toe. Inmiddels hebben het afgelopen jaar alleen al 35 nieuwe vakbonden zich geregistreerd.

Vanpeperstraete stelt dat er tegenwoordig nog altijd veel feitelijke barrières gelden voor de vakbonden in Bangladesh. Zo worden veel vakbondsleden ontslagen op grond van ‘slecht gedrag’.

De stakingen in september waren volgens Vanpeperstraete een mengeling van wilde stakingen en acties die georganiseerd waren door de bonden.

“Er is nog altijd sprake van een mix van dynamische en ‘gele’ vakbonden (nvdr: vakbonden die eigenlijk zijn opgericht door de regering of de werkgevers) in Bangladesh. Maar het feit dat alle bonden zich achter een voorstel voor een nieuw minimumloon wisten te scharen, is een hoopvol teken.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!