Vandana Shiva in Rishikesh, Noord-India (2007, WikiMedia Commons)
Verslag, Nieuws, Wereld, Milieu, GGO's, Monocultuur, Biodiversiteit, Agrobusiness, Chemische zaadbedrijven, Voedselsoevereiniteit, Recht op voedsel, Agrobiodiversiteit, Zaadsoevereiniteit, Vandana Shiva, Zaadgoed, Monsanto, GMO,, Mahatma Gandhi -

Vandana Shiva in Gent: de macht van biodiversiteit

"Wat stelt de macht van vijf bedrijven nog voor indien wij onze verenigde krachten bundelen met de macht van een 300.000-tal plantensoorten?" Zo besloot Vandana Shiva haar lezing in NTGent op 17 september 2013. De Indiase wetenschapster en activiste bracht op uitnodiging van denktank Oikos een begeesterend pleidooi voor meer voedselsoevereiniteit, onder de titel 'De toekomst van ons voedsel'. Haar komst past in de vernieuwing van de EU-zaadwetgeving.

woensdag 18 september 2013 11:20
Spread the love

Meer ecologische, lokale en eerlijke voedselproductie

Volgens Vandana Shiva (1952) beoogt het commissievoorstel over de vernieuwing van de regelgeving inzake productie van en handel in zaden het neerslaan van een systemisch alternatief voor het zich verder verspreidt.

De Europese Commissie trad op 6 mei 2013 naar voren met een reeks voorstellen die de complexiteit van de bestaande twaalf richtlijnen moet vereenvoudigen en moderniseren door de regelgeving terug te brengen tot vijf nieuwe Europese voorschriften.

De komende maanden wordt het commissievoorstel in het Europees Parlement besproken. Daarop volgt een stemming in de plenaire vergadering, waarna het wetgevingsproces wordt verdergezet in de Raad van Ministers.

Vandaar dat het debat over de voedselsoevereiniteit noodzakelijk gevoerd moet worden. Zoals het commissievoorstel nu voorligt, dreigt immers de macht van de agro-industrie op de productie en handel in zaaigoed te versterken.

Shiva gaat in tegen de logica van de agro-industrie die zaden beschouwt als slechts grondstoffen. Volgens deze mechanische visie is ook de voedselproductie slechts een productie van goederen die op de markt verhandeld dienen te worden met het oog op het genereren van maximale winsten.

Daartegenover stelt Shiva dat zaaigoed niet herleid kan worden tot louter een grondstof. Zaden zijn levende organismen. Zaaigoed is de basis van het leven en is bijgevolg in een natuurlijke omgeving zeer divers. Vandaag hebben de tien grootste agro-industriële bedrijven echter 90 procent van de mondiale markt in het zaaigoed in handen.

Onder meer door de onrechtmatige toe-eigening van het zaaigoed via patentering wordt deze machtsconcentratie in de hand gewerkt. Cultuurhistorisch publiek erfgoed wordt hiermee eigendom van enkele aandeelhouders van de agro-industriële bedrijven.

Daarenboven ontwricht de genetisch-manipulerende biotechnologie de zaaddiversiteit die doorheen de eeuwen tot stand kwam door het verbouwen van allerlei gewassen door boeren, waarbij rekening gehouden moest worden met specifieke kenmerken van de meest diverse ecologische contexten.

Genen worden op die manier tot koopwaren gereduceerd. Deze benadering dient weliswaar commerciële belangen, maar schaadt tegelijkertijd de fundamentele integriteit van het leven door levende organismen terug te brengen tot louter hun bestanddelen en zich die vervolgens via patentering als privé-eigendom toe te eigenen.

Eerder dan de landbouwproductiviteit uit te drukken in voedselopbrengst per hectare – wat het voedsel als een goed centraal stelt, dient de voedingswaarde per hectare in rekening gebracht te worden. Dit stelt immers de werkelijke productiviteit voor, terwijl de nadruk op de voedselopbrengst per hectare de steeds afnemende voedingswaarde van het monocultureel verbouwde voedsel verdoezelt.

De machtsconcentratie bij een selecte groep van agro-industriële bedrijven leidde de voorbij twee decennia tot het overheersen van een monocultuur in de voedselproductie. Terwijl in het verleden tienduizenden gewassen werden verbouwd, wordt 90 procent van het wereldwijde voedsel vandaag geproduceerd met slechts 120 verschillende soorten.

De monocultuur in de voedselproductie versterkt de monocultuur in het denken. Het agro-industriële systeem van voedselproductie is in wezen irrationeel op lange termijn, maar wordt ondertussen op korte termijn als enige mogelijke en na te streven productiewijze gepropageerd.

De industriële voedselproductie zorgt bijvoorbeeld voor 40 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, en kan slechts functioneren binnen een economisch systeem van onbetaalde kosten en enorme overheidssubsidiëring.

Shiva pleit voor meer democratisch inspraak over welk zaaigoed door de boeren wordt gebruikt. Dit houdt een meer ecologische, lokale en rechtvaardige voedselproductie in. Het gaat immers niet enkel over het recht om vrij te beslissen welke zaden te gebruiken.

Onlosmakelijk is daar ook het recht op voedsel aan verbonden. Volgens Shiva is de machtsconcentratie van de agro-industrie over de gebruikte zaden daarom ook een fundamentele bedreiging van de voedselsoevereiniteit.

Vrijheid van zaden, voedsel en maatschappij

Shiva’s pleidooi duidt niet enkel op het onlosmakelijk verband tussen zeggenschap over het gebruikte zaaigoed en de voedselsoevereiniteit. Aan de voedselsoevereiniteit is ook de maatschappelijke vrijheid verbonden.

In een tijdsgewricht waar de machtsconcentratie bij een selecte groep bedrijven zo uitgesproken is zoals vandaag, is een representatieve democratie ten dode opgeschreven. Lincolns bestuur van, door en voor het volk wordt volgens Shiva gekaapt door de Big Ag, de grote agro-industriële bedrijven zoals onder meer Monsanto en Syngenta.

Vooral op het Europese en internationale niveau is er sprake van een bestuur van, door en voor de industrie. Er wordt boven de hoofden van de burgers beslist, waarbij politici meer voeling hebben met de vertegenwoordigers van bedrijven dan met de bevolking die hen heeft verkozen.

Wanneer als gevolg van de voedselsoevereiniteit meer lokaal wordt geproduceerd, wordt de macht van de agro-industriële bedrijven ingeperkt en is er plaats voor een meer directe democratie.

Hierbij verwees Shiva naar de Indiase geschiedenis. De macht van het Britse imperium was in belangrijke mate gebaseerd op het imperiale systeem van de wereldwijde textielproductie – met een Britse controle op de katoenproductie in de Amerika’s en Brits-Indië.

Mahatma Gandhi zag in dat net zo lang als de Indiase bevolking zich bleef houden aan de geldende regels en binnen het bestaande systeem bleef produceren, ze ook slaven gingen blijven. Met de export van de grondstoffen werd het emancipatorische potentieel van de lokale productie van volwaardige textielproducten onderbenut. Vandaar dat Gandhi resoluut inzette op de uitbouw van een lokale Indiase textielproductie.

Ook de voedselsoevereiniteit kan de macht over de productie opnieuw dichter bij de burgers brengen en op die manier de democratie versterken. Daarnaast zorgt meer lokale productie ook voor een grotere biodiversiteit en wordt de duurzaamheid verhoogd door een beperktere afstand tussen producent en consument.

Of zoals Shiva het verwoordde: “Wat stelt de macht van vijf bedrijven nog voor indien wij onze verenigde krachten bundelen met de macht van een 300.000-tal plantensoorten?”

take down
the paywall
steun ons nu!