Er is Larisa K. Mann en er is DJ Ripley (foto: Jo Vervoort).
Interview, Nieuws, Cultuur, België, Muziek, Larisa K. Mann, DJ Ripley -

DJ Ripley: overdag lesgeven op de universiteit, ‘s avonds op de dansvloer

Er is Larisa K. Mann en er is DJ Ripley. De eerste naam verschijnt onder academische artikels en de tweede op concert- en festivalaffiches. Sfinks Mixed vroeg DJ Ripley een set te spelen op het podium Anderland en DeWereldMorgen.be nodigde haar, maar vooral ook Larisa K. Mann, uit voor een interview in de onvolprezen Parlatent. Een gesprek over muziek, Occupy Wall Street en over verschillen tussen de seksen.

dinsdag 30 juli 2013 14:00
Spread the love

Tijdens je DJ-sets blijf je niet bij één muzieksoort. Je gebruikt zeer uiteenlopende genres. Waarom doe je dat?

Larisa K. Mann: “Om een dynamiek op gang te brengen. Ik ga altijd op zoek naar een gevarieerd publiek, een publiek waarin verschillende groepen en culturen aanwezig zijn. Zo kan ik, door een bepaalde plaat op te leggen, een bepaalde publieksgroep aan het bewegen krijgen.”

“Daar zal een andere groep mensen dan weer op zijn manier op reageren, enzovoort. Zo ontstaat er een dialoog in de zaal, want mensen luisteren naar muziek vanuit hun eigen cultuur en achtergrond en reageren anders. Zo krijgt platen draaien voor mij ook een politieke dimensie.”

Als het publiek zo belangrijk is, ga je dan eerst helemaal na wie er die avond aanwezig zal zijn?

“Ja, dat probeer ik wel te doen. Vorige week, toen ik in Hamburg speelde, is het niet gelukt, want mijn vliegtuig had vertraging en ik kwam amper één uur voor de start van mijn optreden aan op het festival. Dat is jammer, want zo kan ik het publiek niet even bekijken, even onderzoeken.”

Heb je het Sfinks-publiek onderzocht vooraleer je speelde?

“Natuurlijk! Ik heb hier wat rondgewandeld, de mensen bekeken, ik heb een kijkje genomen bij andere concerten om te zien hoe mensen reageren en dan heb ik een set samengesteld. Die is altijd heel tijds- en plaatsgebonden. Vanavond draai ik iets helemaal anders dan vorige week in Hamburg.”

“Het kan trouwens ook gebeuren dat ik in het midden van een set alles omgooi en een volledig nieuwe richting kies. Dat is de manier waarop ik werk. Ik heb geen vaststaand programma waarvoor het publiek zal moeten plooien. Nee, dat hoef ik niet. Ik vertrek vanuit het publiek.”

Naast optreden als DJ ben je ook een doctoraat aan het schrijven en geef je les aan een universiteit. Hoe combineer je dat?

“Mijn onderzoek gaat over kopieerrechten en daarnaast schrijf ik ook over subculturen in de muziek. Natuurlijk wordt dat beïnvloed door wat ik zie en hoor als DJ. En net zo beïnvloeden mijn theoretische stellingen mijn optredens en mijn idealen als DJ.”

“Maar toch staan de twee disciplines naast elkaar. Het is bijvoorbeeld niet zo dat mijn studenten ‘s avonds voor mijn neus uit hun dak gaan. Ik praat niet over wat ik doe als DJ wanneer ik lesgeef. Het zijn twee verschillende werelden en die komen toevallig samen in mij.”

Je blogt ook, op djripley.blogspot.be en je neemt niet zelden kritische standpunten in over maatschappelijke kwesties. Je hebt deelgenomen aan de Occupy Wall Street-beweging. Wat waren je ervaringen daar?

“Ik was geen sleutelfiguur bij Occupy Wall Street; een belangrijke figuur was ik dus helemaal niet. Ik ging zo nu en dan eens kijken en wat mij het meest beviel waren de concrete projecten van de Occupy-beweging.”

“Er werden keukens opgericht die gratis eten aanboden en bibliotheken waar mensen boeken konden achterlaten en gratis uitlenen. Er werd gelezen en gediscussieerd. Het was allemaal erg concreet, men bekommerde zich er op die plekken niet voor een boodschap of zo mee te geven. Men wilde simpelweg koken, eten, lezen, praten.”

“De keuken en de bibliotheek werden trouwens vooral bevolkt door vrouwen, wat ik een interessant gegeven vind.”

“Volgens mij is de beweging ontspoord vanaf het moment dat het al te duidelijk werd dat de betogers uit de middenklasse kwamen. Op een bepaald moment had de politie enkele mensen neergeslagen – wat veel voorkomt in de VS, vooral de zwarte gemeenschap is er vaak slachtoffer van.”

“Daarop hebben de Occupy-betogers maar al te verontwaardigd gereageerd. Plots ging het van: ‘De politie behandelt ons als drugdealers, terwijl we onschuldig zijn’. Ze hadden zich de vraag kunnen stellen waarom drugdealers niet zouden mogen deelnemen aan Occupy Wall Street.”

“Vanaf het moment dat de betogers die mentaliteit aannamen, waren ze volgens mij verloren.”

Je had het net over vrouwen. De top-100 van DJ’s samengesteld door DJ-Mag bevat geen enkele vrouw. Je hebt daar eerder al kritiek op geuit. Hoe verklaar je die afwezigheid van vrouwen?

“Ik heb DJ-Mag nooit echt gelezen, maar het is een mainstream magazine dat enkel het commerciële circuit volgt. Daar is natuurlijk niets mis mee en het is volledig begrijpelijk dat de redactie kiest voor DJ’s die goed in de markt liggen. Het probleem is dus niet dat er geen vrouwen in die ene top-100 staan, maar wel dat vrouwen niet goed in de markt liggen. Vrouwen worden wel gezien, maar niet gehoord.”

Ervaar je zelf problemen als vrouwelijke DJ?

“Eerlijk gezegd niet echt. Ik ben opgegroeid in een kleine gemeenschap waar iedereen iedereen kende en daar was het normaal wat ik deed. Het gebeurt wel eens, wanneer ik mijn vaste stek verlaat, dat iemand mij in de backstage van een concert beschouwt als de vriendin van een DJ of een muzikant. Dan schrikt die persoon wanneer ik zeg dat ikzelf de DJ ben.”

“Micro-agressie heet dat soort van situaties, maar erg is dat natuurlijk niet. Wat me wél opvalt, is dat vrouwen zo snel vergeten worden. Men neemt ze niet op in het grote verhaal. Daarin voeren mannen nog steeds de boventoon. Daar probeer ik zelf verandering in te brengen als journalist, academica en DJ.”

Dit interview nam Christophe Callewaert af in de Parlatent op Sfinks Mixed 2013. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!