Een aangepaste vorm van het vrijheidsstandbeeld. Big Sister is watching you. (foto www.medialens.org)
Nieuws, Wereld, Politiek, NSA, Edward Snowden -

Snowden: waarom traditionele media hem wel moeten aanvallen

David Cromwell en David Edwards van de Britse mediawatch website Media Lens verbazen zich niet over de heftigheid waarmee de Amerikaanse en Britse media klokkenluider Edward Snowden aanvallen en demoniseren. Ze kunnen niet anders. Commerciële media zijn immers bedrijven en dus niet compatibel met werkelijke democratie.

zondag 30 juni 2013 14:27
Spread the love

Het gevaar van een besmettelijk virus

De berichtgeving van de woede van Washington over de klokkenluider Edward Snowden legt een fundamenteel aspect bloot van de macht. Noam Chomsky heeft dit omschreven als het onderliggend probleem van elke waarachtige democratie, zelfs in zogenaamd ‘vrije’ maatschappijen: “Bedenk, eender welke staat heeft als voornaamste vijand zijn eigen bevolking”.  (Noam Chomsky, Understanding Power, edited by Peter R. Mitchell and John Schoeffel, The New Press, 2002, p. 70.)

Eender wie van het rechte pad afwijkt, zeker als hij de pogingen van het gezag om hem bij de lurven te vatten weet te trotseren, riskeert zware straffen. Dat is nog meer zo omdat het belangrijk is slecht gedrag openlijk te disciplineren, om te vermijden dat het ‘slechte voorbeeld’ als een besmettelijk virus door de maatschappij zou gaan razen.

Snowden werd aangeklaagd door Dick Cheney, de oorlogsstokende gewezen Amerikaanse vice-president (van George W. Bush, 2001-2009) als een ‘verrader’ en ‘mogelijke spion’ van China. Democratisch senator Dianne Feinstein, voorzitter van de commissie inlichtingendiensten van de Amerikaanse Senaat, zei aan journalisten dat Snowden ‘een daad van verraad’ had gepleegd.

Er woedde ‘openlijke razernij’ onder talloze Amerikaanse politici dat Snowden was weggeraakt uit Hongkong en op de luchthaven van Moskou was geraakt, waar hij er mee door ging aan hun detectie te ontsnappen. Generaal Keith Alexander, directeur van het National Security Agency (NSA) klaagde er over dat Snowden “duidelijk een individu is die het vertrouwen dat we in hem stelden heeft geschonden. Dit is een individu dat, volgens mij, niet met een nobele intentie aan het handelen is.”

Gezien de bron van dit soort beschuldigingen – voornamelijk hoge vertegenwoordigers van de huidige en vorige Amerikaanse regeringen – zullen rationale waarnemers niet bepaald onder de indruk zijn. Zoals Norman Solomon (Amerikaans onafhankelijk journalist) correct aanstipte: “De staatsstructuur van spionage en permanente oorlog is één en dezelfde. De officiële ratio van de Amerikaanse regering voor deze alomvattende spionage is ‘de oorlog tegen de terreur’, de oorlogsstaat onder een andere naam.”

Solomon waarschuwt ook: “De centrale kwestie hier is ons nijpend gebrek aan democratie. Hoe kan er werkelijke instemming zijn van de burgers als de regering in het diepste geheim is ingegraven, met permanente bewaking en misprijzen voor het privéleven.”

Schiet op de boodschapper, verzwijg de boodschap

Washington en zijn bondgenoten – die door de media aan het publiek worden verkocht als ‘de internationale gemeenschap’ – zijn zich goed bewust van wat op spel staat. De bevolking moet er onder worden gehouden en zijn plaats kennen. Obama en zijn vertegenwoordigers in de regering en de Amerikaanse inlichtingendiensten moeten dus wel ten allen prijze benadrukken dat de openbaring door Snowden van massale Amerikaanse geheime spionageprogramma’s de vijand ‘helpen en steunen’ en de internationale betrekkingen van de VS beschadigen.

De onthullingen van Snowden kwamen aan het licht dankzij de Amerikaanse journalist Glenn Greenwald in de Britse krant, the Guardian. Hij voorspelde correct dat een demoniseringscampagne zou opgezet worden om te pogen de aandacht af te leiden van de kern van zijn revelaties. Die campagne zou daarentegen focussen op de persoonlijke achtergrond van Snowden en zijn beweerde karakteriële tekortkomingen.

En inderdaad, de eerste berichten beschreven Snowden onophoudelijk als een ‘schoolverlater’ of focusten op zijn ‘gebroken danser-verloofde’. Op 24 juni refereerde de eerste editie van de Britse krant The Independent naar ‘Snowden, op de vlucht’ als hoofdtitel van een artikel door Shaun Walker en David Usborne. De ‘onpartijdige’ BBC had het eveneens over de ‘vluchtende’ Snowden terwijl ‘klokkenluider’ een veel meer terechte en minder beladen term is. Zelfs de Guardian verwees meermaals naar hem als de ‘vluchteling Snowden’.

Nick Cohen, een laptoppropagandist voor de oorlog, die niet bepaald bekend staat voor zijn heldhaftige standpunten, besmeurde Snowden heel voorspelbaar als ‘een lafaard’: “Als je gaat lopen zie je er uit als een lafaard. Misschien heb je wel goede redenen om laf te zijn. Het zou zelfs kunnen dat eender wie in jouw positie even ver en snel als jij zou gaan lopen. Er is niks verkeerd om de laffe uitweg te kiezen, tenzij je zoals Edward Snowden beweert te handelen uit burgerlijke ongehoorzaamheid.”

Wat Snowden deed was in feite enorm moedig en een waardig journalist zou zowel zijn daden als zijn moed verwelkomen. Solomon zette Cohen en zijn soort op hun plaats: “Wat haast nooit wordt vermeld is de combinatie van geweldloosheid en idealisme die integraal deel uitmaakt van de moedige onthullingen van Edward Snowden en Bradley Manning. Op dit ogenblik is één van beide op een gevaarlijk pad rond de wereld op zoek naar politiek asiel, terwijl de andere opgesloten zit in een gevangenis en een militair proces ondergaat dat de menselijke aspecten van zijn zaak weigert in overweging te nemen.”

Een moedig editoriaal in de Guardian verdedigde Snowden ook als volgt: “Zij die officiële informatie lekken zullen meestal afgekeurd worden vervolgd en besmeurd. Hoe ernstiger het lek, hoe venijniger de achtervolging, hoe groter de straf.”

In het algemeen is dit van toepassing op eender wie die de macht effectief uitdaagt. Ironisch genoeg beschrijft de Guardian wat de krant zelf deed tegen Noam Chomsky in 2005 (in 2005 werd de Guardian verplicht een aantal artikelen over Noam Chomsky, waarin de auteur werd verdacht gemaakt, in te trekken en een rechtzetting te publiceren, nvdr). Een editoriaal zei daar dit over: “En dat is alleen mogelijk op basis van de feiten die openbaar zijn gemaakt, niet door een regering maar door een klokkenluider en door een nog steeds vrij-achtige pers.” (‘a still freeish press’)

Inderdaad, maar die verwijzing naar een ‘still freeish press’ verwijst naar iets dat ooit in lang vervlogen tijden gewoon een ‘vrije pers’ werd genoemd. Dit is een intrigerende hint dat de uitgevers van de krant toegeven dat het meeste van wat het publiek geserveerd krijgt een façade van het propagandasysteelm is.

Onvermijdelijk worden er nu ook smeercampagnes tegen Greenwald ingezet, waarbij zowel The New York Daily News als The New York Times modder proberen boven te gooien naar deze journalist. In een op de man gericht artikel over Greenwald op de BuzzFeed website, geïllustreerd met nogal sinister uitziende foto’s, wordt hij omschreven als ‘een figuur die al lang wordt beschouwd, zelfs door velen aan de linkerzijde, als een lastige excentriekeling’. Bizar genoeg stond in het artikel ook een quote van iemand die beweert dat Greenwald ‘angstaanjagend is – maar toen realiseerde ik me dat die angst waarschijnlijk te doen had met zijn korte haarsnit en zijn doordringende blik’.

In een live tv-interview kreeg Greenwald zelfs volgende vraag van NBC-nieuwsanker David Gregory: “In de mate dat jij Snowden geholpen en gesteund hebt, zelfs nu voor zijn huidige reizen, waarom zou jij, Mr. Greenwald niet beschuldigd worden van een misdaad?”

Greenwald antwoordde krachtig: “Ik vind het zonder meer flagrant dat eender wie die zich journalist zou noemen zomaar in het openbaar van gedachten zou wisselen of andere journalisten al dan voor misdrijven zouden vervolgd moeten worden. De veronderstelling in jouw vraag, David, is volledig zonder bewijs, dat idee dat ik hem op een of andere manier zou geholpen hebben … Als jij die theorie wilt omarmen, dan betekent dat dat elke onderzoeksjournalist in de VS die met zijn bronnen werkt, die geklassificeerde informatie in handen krijgt, een crimineel is. Het is nu net dit soort theorieën en net dit klimaaat die zo bedreigend zijn geworden in de VS. Dit is waarom (journalist) Jane Meyer van (het weekblad) The New Yorker zei: “Onderzoeksjournalistiek is gewoon stilgevallen”. Haar woorden, als resultaat van de theorieën die jij juist hebt verkondigd.”

Greenwald laat weten dat er in zijn huis werd ingebroken en dat alleen een laptop werd getolen. Hij zei daar het volgende bij: “Ik zou eerder geschokt als de Amerikaanse regering NIET zou proberen de informatie op mijn computer vast te krijgen.”

De primaire functie van de staat 

Hoe belangrijk de onthullingen van Edward Snowden ook zijn, het grotere verhaal is de overweldigende inzet van de staatsmacht om zijn strategische doelstellingen na te streven, om de zaken- en financiële belangen te bevorderen waarmee ze hecht verbonden is en om zichzelf af te schermen van eender welke bedreiging van de bevolking om de regering voor het algemeen belang te doen werken.

De onafhankelijke journalist Jonathan Cook geeft hetzelfde argument op zijn Facebookpagina van 26 juni 2013, dat dit de echte betekenis is van de schokkende onthullingen over spionage: “Ik zeg al van bij het begin van Snowdens onthullingen over de NSA dat het doel van deze massale spionage niet is om het terrorisme aan banden te leggen; het dient om alle uitdagingen te voorkomen voor de zakenelites, die onze maatschappijen en de planeet plunderen om zich te verrijken, of alle inspanningen om ze ter verantwoording te roepen in de kiem te smoren.”

Cook citeert uit een artikel in de Guardian dat onthult hoe een eenheid van de Britse politie die zich de National Domestic Extremism Unit noemt (nationale binnenlands extremisme dienst) 9.000 poolitieke activisten volgt: “De laatste jaren is de eenheid er voor bekend om zijn middelen te concentreren op milieuactivisten, vooral zij die zich engageren in directe actie en burgerlijke ongehoorzaamheid om te protesteren tegen de klimaatsverandering”.

Cook besluit: “Het afluisteren van onze telefoongesprekken en internetactiviteit wordt gebruikt voor dezelfde nefaste doeleinden: om er zich van te verzekeren dat wij ofwel passief of geïntimideerd blijven terwijl onze politieke en financiële elites steeds verder openlijk afglijden in immoreel gedrag en corruptie.”

Historicus Mark Curtis heeft zeer uitgebreid de vroeger geheimgehouden gegevens van de (Britse) regering geanalyseerd in een aantal baanbrekende boeken. Hij stelt vast dat de Britse staat ‘als primaire functie en eeuwenlang raison d’être had om Britse bedrijven te helpen de grondstoffen van andere landen in handen te krijgen’. De Britse veiligheidsdiensten hebben een belangrijke rol in de ondersteuning van ‘het nationale belang’.

“Zoals Lord Mackay, toen minister van financiën, onthulde in het midden van de jaren ’90, is de rol van de MI6 (de Britse buitenlandse veiligheidsdienst, de Britse ‘CIA’) om het Britse economische welzijn te beschermen, door ‘in het bijzonder oog te hebben voor een aantal essentiële grondstoffen, zoals olie en metalen’, (en voor) de winsten van het brede spectrum aan Britse internationale economische belangen”. (Mark Curtis, Web of Deceit: Britain’s Real Role in the World, Vintage, 2003, pp. 210-211.)

Een gelijkaardig beeld kan worden geschetst van alle grote ‘democratieën’, niet in het minst de VS.

De schokkende corrumpering van de democratie door de grote economische en politieke belangengroepen blijft grotendeels onzichtbaar op de agenda van de grote commerciële massamedia. Journalisten en commentatoren die door deze media worden tewerkgesteld zijn meesters geworden in de kunst om de pijnlijke verbindingen NIET te maken; dat wil zeggen, die verbindingen die pijnlijk zijn voor machtige belangen. Geen wonder dus dat onze grote politieke partijen geen echte keuzes bieden: ze vertegenwoordigen allen in essentie dezelfde belangen, die elke poging verpletteren om tot een betekenisvolle publieke deelname te komen aan de vorming van het overheidsbeleid.

De planeet onbewoonbaar maken

In de inleiding van haar nieuw boek Managing Democracy, Managing Dissent ontrafelt Rebecca Fisher de wurggreep van de economische macht van de bedrijven, waar de sector van de massamedia er één van is, en van hun politieke medeplichtigen. Fisher is een activiste bij (de Amerikaanse organisatie) Corporate Watch. Zij schrijft:

“De wettelijke middelen om onze vermeende vertegenwoordigers aansprakelijk te houden, of om ze te overtuigen onze eisen in overweging te nemen, zijn beperkt tot drukkingsgroepen of tot tamme en grotendeels ineffectieve protesten over specifieke, van elkaar geïsoleerde zaken. Dit verzekert het kapitalistisch systeem er van catastrofale schade aan de getroffen bevolkingen en het leefmilieu te ‘oogsten’, zelfs in die mate dat de bewoonbaarheid van de planeet bedreigd wordt, terwijl ze ondertussen grotendeels afgeschermd zijn van elke publieke uitdaging van hun macht”. (Rebecca Fisher, editor, Managing Democracy, Managing Dissent: Capitalism, Democracy and the Organisation of Consent, Corporate Watch, London, 2013, p. 2)

Het kader van het wereldwijd kapitalisme – de leidinggevende instellingen, beleidskeuzes en -praktijken – hebben de neiging door de commerciële massamedia als evident gezien te worden. Mediaonderzoeker en -activist Robert Mc Chesney wijst op de ‘aanhoudende weerzin’ van commentatoren om een ‘beoordeling zonder vooraf bepaalde krijtlijnen’ te maken van het kapitalisme. Hij maakt een onthullende vergelijking om deze absurditeit te illustreren:

“Een wetenschapper die de Sovjet-Unie bestudeert zal nooit het monopolie negeren dat de communistische partij en staat hadden over de economische en politieke sectoren en zich dan op de andere onderzoeksaspecten concentreren. De politieke economie zou dan immers centraal zijn voor eender welke geloofwaardige onderzoeksanalyse, of de onderzoeker zou worden afgewezen als een charlatan. Hetzelfde geldt voor eender welke academische studie van eender welke oude beschaving.” (Robert McChesney, Digital Disconnect: How Capitalism Is Turning The Internet Against Democracy, The New Press, New York, 2013, p. 17)

Je kan niet verwachten van een commercieel systeem van mediabedrijven dat het eerlijk of accuraat zal rapporteren over de de rest van de bedrijfswereld.

Zelfs op de zeldzame ogenblikken dat het systeem in vraag wordt gesteld, merkt McChesney op dat kritische observatoren zich verplichten voelen een ‘eed van trouw’ aan het kapitalisme toe te voegen: “Telkens wanneer academici hun eigen maatschappij onderzoeken, is het meestal taboe de prerogatieven en privileges in vraag te stellen van zij die aan de top staan en voordeel hebben bij het status quo, zelfs in politieke democratieën. Dat is bijna even waar in de VS als het was in de oude Sovjet-Unie. (Ibid., p. 17)

McChesney’s waarnemingen over ‘academici’ gelden ook voor mediaprofessionals, zoals hij duidelijk maakt in zijn boek.  Zoals wij al meermaals hebben gezegd, je kan niet verwachten van een commercieel systeem van mediabedrijven dat het eerlijk of accuraat zal rapporteren over de bedrijfswereld.

Fisher wijst er terecht op dat het systeem van de grote bedrijven ‘niet kan co-existeren met een oprechte democratie’. Hij  voegt er aan toe: “De opkomst en de overheersing van de grote bedrijven heeft de opkomst vergemakkelijkt van een vorm van democratie – liberale democratie – die er door middel van weloverwogen beheersprocessen voor zorgt dat de grote bedrijven de maatschappij kunnen domineren, en (er voor zorgen dat) het kapitalistisch systeem enorme menselijke en leefmilieuschade kan veroorzaken.”

Er valt nog zoveel meer te zeggen over het leven onder dit gigantisch systeem van regeringsspionage. Verwacht echter niet van de massamedia om de volledige draagwijdte uit te pluizen van wat dit werkelijk betekent.

Met andere woorden, de zogezegde ‘liberale democratie’ is een dodelijk schild geworden dat het kapitalisme afschermt van de dreiging van echte democratie gebaseerd op betekenisvolle participatie door de algemene bevolking. Zoals we in talrijke boeken en in onze ‘media-alerts’ (de mediarapporten in onze nieuwsbrieven) hebben uitgelegd, voert de bedrijfswereld al tientallen jaren enorme disinformatiecampagnes – wat ze ‘public relations’ noemen – en politieke lobbying om de illusie van ‘consensus’ te creëren, die nodig is om de eigen zelfzuchtige doelstellingen na te streven.

Gelukkig zit er een inherente zwakheid ingebouwd in het systeem, omdat het slechts kan standhouden zolang een grootschalige openbare aanvaarding van het status quo standhoudt. Noam Chomsky vatte dat goed samen: “Zelfs het meest efficiënte propagandasysteem kan de vereiste attitudes onder de bevolking niet erg lang in stand houden […] fundamentele sociale en economische problemen kunnen niet eeuwig onder het tapijt geveegd worden (Noam Chomsky, Deterring Democracy, Vintage, 1993, pp. 134-135)

Er valt nog zoveel meer te zeggen over het leven onder een gigantisch systeem van regeringsspionage. Verwacht echter niet van de massamedia om de volledige draagwijdte uit te pluizen van wat dit werkelijk betekent.

David Cromwell en David Edwards

http://www.medialens.org/

Vertaald door Lode Vanoost

(De weblinks naar de oorspronkelijke bronnen van de citaten vind je in het artikel op Media Lens)

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!