klas
Nieuws, Samenleving, België, Onderwijs, Kinderrechten, Kinderrechtencommissaris, Onderwijshervorming -

Wat vinden jongeren zelf van de onderwijshervorming?

Een stem die we niet of nauwelijks te horen krijgen in het debat is die van de leerlingen zelf. Wat vinden kinderen en jongeren eigenlijk zelf van ‘hun’ onderwijs en de omstreden hervormingsplannen?

woensdag 5 juni 2013 08:02
Spread the love

Temidden van zoveel ophef over de geplande onderwijshervorming zouden we haast vergeten waarvoor dat onderwijs moet dienen, en vooral wie het moet dienen. Democratisch onderwijs hoort te gaan over kinderen en hun ontwikkeling tot goed ontplooide volwassenen. Onderwijs is niet enkel een plicht in dit land; het blijft een moeizaam verworven recht dat alle kinderen dezelfde kansen moet bieden op een bevredigend en waardig leven.

Het kinderrechtencommissariaat bevroeg vorig jaar 132 leerlingen uit het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel. De bevraging gebeurde via focusgroepen rond de nota ‘Mensen doen schitteren’ van minister Pascal Smet (SP.A) in alle afdelingen van het secundair onderwijs (ASO, TSO, BSO, KSO). De leerlingen kregen een aangepaste vertaling van de hervormingsnota en werden uitgenodigd om hun bedenkingen te formuleren.

Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen vertelde ons, in primeur, wat de opmerkelijkste bevindingen van deze bevraging waren.

Schoolloopbaanbegeleiding

De jongeren wijzen op het belang van een goede schoolloopbaanbegeleiding, meer bepaald een degelijke en doorgedreven begeleiding bij hun keuzes en goede informatie over die keuzes en de implicaties ervan. Het is voor leerlingen niet altijd duidelijk wat de concrete gevolgen zijn van hun studiekeuzes, zowel naar verdere studies als naar een loopbaan toe.

Wat kan je doen met een diploma hout en metaal op zak en wat zeker niet? Kan ik nog naar een talenrichting als ik nu voor wetenschappen kies? Leerlingen willen dus goede en duidelijke informatie over hun kansen en mogelijkheden. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor de CLB’s en voor de (zorg)coördinatoren, maar ook voor de vakleerkrachten zelf.

Opgepast met het leerlingenvolgsysteem

Het leerlingenvolgsysteem is belangrijk, maar er moet omzichtig mee worden omgesprongen. Scholen moeten doordacht en voorzichtig omgaan met het doorgeven van informatie over leerlingen aan andere scholen. Leerlingen moeten fouten mogen maken zonder gestigmatiseerd te worden.

Op elke school steevast geconfronteerd worden met fouten of fases uit het verleden werkt vooroordelen en een negatief zelfbeeld in de hand. Verder willen leerlingen graag geïnformeerd worden over de info die er over hen wordt doorgegeven. Negatieve schoolervaringen mogen geen ‘strafblad’ worden.

Belangstellingsgebieden voor iedereen

De leerlingen vinden het idee van de brede interessevelden interessant, maar maken wel terecht de bedenking dat die belangstellingsgebieden voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Leerlingen moeten zelf kunnen beslissen waarin ze zich verdiepen, los van hun schoolresultaten.

Minder goede resultaten voor talen mogen niet betekenen dat je de kans verspeelt om je toch een paar jaar te verdiepen in de talenvakken. Niet iedereen leert aan hetzelfde ritme en sommigen hebben meer tijd nodig dan anderen om zich iets eigen te maken. Die tijd moet je ook krijgen.

Wat na de eerste graad?

De jongeren stellen zich vragen over de manier waarop beslissingen zullen worden genomen na die brede eerste graad. Op basis van welke criteria wordt er dan beslist welke richting de leerling uitgaat? Op basis van klassieke examens of op basis van kwalitatieve info en gesprekken? Dat betekent namelijk een wezenlijk verschil.

De tweede piste lijkt logisch en ligt in het verlengde van de opzet van de hervorming. De eerste piste ligt echter voor de hand en zou daarom wel eens meer kans kunnen maken.

De rol van de ouders

De leerlingen benadrukken de cruciale rol die hun ouders spelen in hun leerproces. Wanneer jongeren kiezen voor een bepaalde richting, dan gebeurt dat niet altijd zonder conflicten thuis. Ouders hebben vaak welbepaalde verwachtingen of een concreet ideaalbeeld van de schoolkeuzes en de toekomstige loopbaan van hun kinderen. Het is dan ook belangrijk om ouders mee te nemen in het hervormingsverhaal en hen goed te informeren. 

Hoe goed een leerling ook wordt begeleid en geïnformeerd, als zijn of haar ouders niet mee zijn in het verhaal kan dat een enorm obstakel betekenen.

Niet langer op school

De geplande hervormingen mogen er geenszins toe leiden dat leerlingen meer tijd op school zullen moeten doorbrengen. Kinderen en jongeren brengen al een aanzienlijk deel van hun tijd door binnen de schoolmuren en hebben al zo weinig vrije tijd. Er moet voldoende tijd overblijven voor ontspanning en sport, voor vrije interactie met familie en vrienden.

Wat met het buitengewoon onderwijs?

In alle groepen kwam de volgende opmerkelijke bezorgdheid naar voren: wat met het buitengewoon onderwijs? Waarom wordt daar niet over gepraat? De leerlingen geven blijk van een oprechte bekommerdheid en solidariteit naar de leerlingen in het BuSO.

Ze vinden het een vreemd signaal dat deze categorie niet wordt opgenomen in de toekomstvisie voor het secundair onderwijs. Waarom kunnen jongeren uit het BuSO niet samen met andere leerlingen op school zitten? Zijn dan niet alle kinderen gelijk? Een dergelijke inclusieve visie vergt misschien heel wat op het gebied van differentiatie, maar het moet mogelijk zijn.

Wat baten hervormingen als de mentaliteit niet verandert?

Wat duidelijk wordt uit deze bevraging is dat leerlingen niet denken in termen van formele en structurele hervormingen, maar focussen op de zogenaamd kleine dingen die voor hen een wezenlijk verschil maken. “Het zit hem vaak in de details”, merkte een leerling subtiel op. 

Tot slot wijze woorden van een TSO-leerling: “Het afschaffen van de richtingen ASO, TSO, BSO maakt weinig verschil zolang men niet op een andere manier naar leerlingen leert kijken en echt onze stem wilt horen.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!