Migratie, onderwijs en zorg
Nieuws, Politiek, België, Onderwijs, Migranten, Analyse, Verkiezingen 2014, De samenleving in beweging, André Mommen -

Migratie, onderwijs en zorg

De politici lopen zich vandaag warm om de 'moeder van alle verkiezingen' in 2014 voor te bereiden. Doch van veel creativiteit getuigt dat alsnog niet. De muziek wordt nog altijd door het communautaire debat bepaald en vooral door de N-VA met haar 'confederalisme'. Zolang dit laatste punt in de media mag blijven rondzingen, wordt een aantal sociaal-economische problemen grotendeels buiten het debat gehouden.

dinsdag 4 juni 2013 14:25
Spread the love

Twee ervan verdienen nochtans alle aandacht, nl. de situatie van de migrantenpopulatie als onderklasse – met de emanciperende rol van het onderwijs hierin – en de zorgsector die mede door de vergrijzing van de bevolking de alarmbel doet rinkelen. 

Migratie

Maar eerst iets over de migranten en hun noodzakelijke integratie in de samenleving. Over bevolkingsmigratie is nog nooit zoveel gedebatteerd als nu. Migratie is echter niet nieuw. Massale volksverhuizingen hebben zich altijd voorgedaan.

Miljoenen arme landverhuizers zijn ooit vanuit Europa naar de zogenaamde Nieuwe Wereld overgestoken en hebben nadien meestal daar wel hun draai gevonden. Men heeft dat nooit vreemd gevonden. Migratie en integratie gingen toen nog hand in hand. De arbeidsmarkt en het onderwijs zorgden ervoor. 

Volksverhuizingen binnen de staatsgrenzen in Europa waren toen echter al minder frequent geworden. De staten gingen immers de grenzen bewaken. Alleen in 1945 was er sprake van volksverhuizingen bij het vastleggen van de Duitse oostgrenzen. Bij de wederopbouw nadien deden de meeste West-Europese landen massaal beroep op geïmporteerde (mannelijke) arbeidskrachten.

Als ‘gastarbeiders’ zouden ze na verloop van tijd naar hun land van herkomst verkassen. Zolang de industrie en de bouw behoefte hadden aan goedkope, want ongeschoolde, arbeidskrachten, konden ze wel blijven en zelfs hun gezinnen laten overkomen. Toen de vraag naar ongeschoolde arbeidskrachten echter daalde, waren nieuwe generaties immigranten veel minder welkom. De grenzen gingen voor hen dicht. Zo ontstond het beeld van de ‘ongewenste vreemdeling’. 

De éne migrant is de andere niet

Niet alle vreemdelingen zijn echter ongewenst. Wie een zak met geld meebrengt, wordt hier nog altijd door een feestcomité ontvangen. Dat Franse miljonairs de Belgische grens oversteken om hier van gunstige belastingtarieven te genieten, kreeg wel een negatieve pers. Maar dit zegt niets over de grond van de zaak.

Een diamantair uit India die in het Antwerpse neerstrijkt, wordt door de Vlaams-nationalisten in de watten gelegd. Pecunia non olet, zou burgemeester Bart De Wever (N-VA) zeggen. Geld stinkt immers niet. De gebruikelijke chicanes rond de ‘inburgeringseisen’ zijn vooral bedacht om de arme sloebers een loer te draaien en, als het even kan, ook nog geld uit de zakken te kloppen.

Want migratie is immers een industrie geworden, waarbij de éne al dan niet legaal de fiscus het nakijken geeft en de andere alleen door zwartwerk en onregelmatige baantjes vermag te overleven. 

Onderwijs in een multiculturele samenleving

Blijft natuurlijk dat het migratievraagstuk er eentje is van vele achterstanden overbruggen. De meeste migranten komen uit arme landen. Ze zijn in de regel armlastig. Ze bezitten in de regel weinig geschikte arbeidskwalificaties. Ze spreken na verloop van tijd de lokale taal niet of nauwelijks.

Voor hun kinderen betekent dat een handicap bij de start van hun schoolloopbaan. Want vooral zij behoren tot de grote groep van uitvallers in de rat race van het onderwijs.

Op dit punt heeft de Vlaamse regering lange tijd verzuimd om zwaar in te zetten. Minister Pascal Smet (SP.A) zal dan eindelijk toch op de valreep van zijn mandaat met een hervorming van het secundair onderwijs komen. Dat is geen dag te vroeg. Want al die jaren dat hij in functie was, heeft hij veel tegenwerking en kritiek voor lief moeten nemen.

Zowel van de corporatistisch reagerende vakbonden, als van conservatieve katholieken en de populist Bart De Wever. Wie met zijn potjeslatijn pronkt, mag blijkbaar altijd de eerste steen werpen. 

Er is meer aan de hand dan dat. Het gaat ten slotte ook om de totale visie op en de aanpak van het onderwijs. Die zijn allebei niet meer aangepast aan de noden van de multiculturele samenleving.

Finland, een voorbeeld

De vaak geroemde aanpak in Finland verdient in deze alle aandacht. Investeer vooral in het lager onderwijs om zo leerachterstanden ook en vooral bij migrantenkinderen te voorkomen. Zorg voor een positieve aanpak en kijk vooral naar datgene waar een kind goed in is, in plaats van almaar te mekkeren over datgene waar een kind minder goed in is.

Dàt maakt het verschil tussen slagen en mislukken. Een dergelijke aanpak kost echter geld en roept daarom nog meer weerstanden op bij al diegenen die het watervalsysteem in het middelbaar onderwijs willen blijven verdedigen. 

Klassenverhoudingen in het onderwijs

Door het onderwijs kan men een flinke portie sociaal kapitaal in de vorm van diploma’s verwerven. Velen denken dat het ‘pedagogisch project’ van het katholieke onderwijsnet, inzonderheid dat van de zeven jezuïetencolleges in Vlaanderen, de beste garanties biedt voor het verwerven van een diploma middelbaar onderwijs. Liefst met Latijn in het pakket.

De kansarme leerlingen uit de migrantengemeenschappen en de blanke arbeidersklasse hebben hier het nakijken. De klassenverhoudingen reproduceren zich immers grotendeels via het onderwijssysteem. Nog altijd. 

Kortom, de democratisering van het onderwijs heeft perverse effecten gesorteerd. In samenhang met de diensteneconomie is de sociale structuur van de bevolking wel mede door de democratisering van het onderwijs veranderd, maar niet iedereen heeft hiervan weten te profiteren.

De groeiende middenklasse in de diensteneconomie heeft immers van het onderwijs bezit genomen. Over hoe snel je stijgt op de sociale ladder, of over het behoud van je sociale status en inkomen, wordt hier al heel vroeg beslist.

Knelpuntberoepen 

Steeds meer jongeren volgen vandaag hoger onderwijs. Dat is een goede zaak. Doel is nu dat ongeveer de helft van de jongeren ooit de universiteit of hogeschool moet verlaten met een dito diploma op zak. Ook dat oogt imposant. Maar wat met de rest van de leerlingen? Daaraan wordt slechts sporadisch aandacht besteed.

Toch heeft men behoefte aan goede technici en vaklui. Aan mensen die iets met hun handen produceren. Vooral de ‘knelpuntberoepen’ komen dan steeds in beeld. Er lopen te weinig ‘vloerders’ rond. Er zijn te weinig handen aan het bed in de ziekenhuizen.

Van cruciaal belang is dus het meer inzetten op het technisch onderwijs en ervoor zorgen dat minder jongeren zonder diploma de school verlaten. Probleem is echter dat handenarbeid niet populair is, want het verschaft geen status.

De middenklasse ziet zoonlief niet graag automonteur of dochterlief niet graag verpleegster worden. Het ideaal is nog altijd de klassieke humaniora, liefst bij de jezuïeten. 

Discriminatie is nooit ver weg

En dan zijn er de schoolverlaters zonder diploma, die men hoedanook meer aantreft onder (kinderen van) migranten.

De mislukking van migrantenkinderen in het onderwijs heeft vele oorzaken. Feit is wel dat ze niet zozeer het object van een of andere vernieuwende pedagogische aanpak zijn, maar wel steeds meer van repressieve maatregelen binnen en buiten de schoolpoort.

Migrantenkinderen zouden overlast veroorzaken. Ze worden beschouwd als ‘straatkinderen’. De goegemeente heeft de pest aan hen en heeft de fameuze gasboetes als het ware speciaal voor hen uitgevonden.

Jongeren die toch hun weg via het onderwijs wisten te vinden, worden daarna op de arbeidsmarkt gediscrimineerd. De moslimmeisjes worden op school en op het werk van hun hoofddoekje beroofd. In Vlaanderen, waar men tot voor kort in de overheidsgebouwen nog kruisbeelden zag hangen, heeft men nu ontdekt dat de ambtenaren er ‘neutraal’ horen bij te lopen. 

Kramp

Politici zouden beter minder verkrampt omgaan met minderheden. Democratie betekent immers ook en vooral de erkenning van de rechten en de overtuiging van de minderheden. Vooral in Vlaanderen is men blijkbaar na de ontzuiling nog altijd niet overtuigd van dat simpele gegeven.

Te veel politici, vooral die van de populistische strekking, denken dat Vlaanderen een van vreemde smetten gezuiverd reservaat moet worden. Liefst kneuterig verschanst achter de neergelaten rolluiken. Dan kan men de ogen sluiten voor alle economische, sociale en culturele problemen die van de straatkant de kop opsteken.

Visie, zei u?

Het is in deze sfeer dat Vlaanderen zich klaarmaakt voor de ‘moeder van alle verkiezingen’ in 2014. Zonder dat er sprake is van enige toekomstvisie. De zittende politici staan erbij en kijken ernaar, in de hoop dat de sociale en economische problemen als vanzelf zullen overwaaien.

Als de economie maar aantrekt. Dan zal hard bezuinigen niet meer zo dringend nodig zijn. En dan hoeft men ook geen pijnlijke keuzes meer te maken. Zo kan de status-quo worden gehandhaafd, denkt men. Want er is geen geld voor nieuw beleid. Ook niet voor het moderniseren van het onderwijs of om het probleem van de (bejaarden)zorg aan te pakken.

De vergrijzing en de zorg

De vergrijzing lijkt een eerder ‘neutraal’ vraagstuk te zijn. Dus vatbaar voor een pragmatische aanpak. Dat is echter niet het geval. Het gaat hier immers om veel poen. Twee opties dringen zich op. De eerste optie is een versterking van de solidaire welvaartsstaat.

Een tweede optie is de zorg overdragen aan de markt. Hier moeten dus keuzes worden gemaakt. Waarbij links zich tegenover rechts in de verkiezingsstrijd zou moeten profileren. Want rechts wil immers niet weten van een verdere uitbouw van de solidaire welvaartsstaat in de zorgsector. Zoals het onderwijs is ook de zorgsector zeer complex. De ene leerling is de andere niet.

Dat geldt ook voor de zorgbehoevende. De zorgkosten hebben, mede door de vergrijzing, de neiging om explosief te stijgen. Hoe die kosten in de hand houden? Voor de liberalen moet de markt dat doen. In de christelijke visie moet het gezin of de omgeving bijspringen. Zelfredzaamheid is hier troef. En zo kunnen christelijke zorginstellingen dan weer een graantje meepikken. 

Ook in dit zorgdossier zou links met een solidaire oplossing moeten komen. Dit betekent voorrang verlenen aan universele regelingen gebaseerd op een solidaire, dus inkomensafhankelijke financiering. Het betekent ook ingaan tegen de neoliberale logica die steeds weer de nadruk legt op de eigen verantwoordelijkheid en de rol van de markt. Doch weinigen maken aanstalten om zwaar in te zetten op dit dossier.

Vandaar allicht dat vandaag het mistige thema van het ‘confederalisme’ nog altijd op de agenda prijkt. De moeder van de verkiezingen zou daarom in 2014 wel eens een muis kunnen baren. 

André Mommen

André Mommen is politicoloog aan de universiteit van Amsterdam en hoofdredacteur van het Vlaams Marxistisch Tijdschrift (VMT), een uitgave van Imavo.

Dit is een ‘voorpublicatie’ van het ‘standpunt’ dat in het zomernummer 2013 van het Vlaams Marxistisch Tijdschrift (VMT) zal verschijnen. Dit nummer is gratis raadpleegbaar op www.imavo.be. Wie wil op de hoogte gehouden worden van het verschijnen van een nieuw VMT-nummer of andere IMAVO-activiteiten, kan zich aanmelden op: imavo.vmt@skynet.be

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!