Foto: Eric Hulsens
Samenleving, België, Democratie, Islam, AEL, Kif Kif, Sociale ongelijkheid, Discriminatie, Radicalisme, Analyse, Burgeroorlog Syrië, Middenveldorganisaties, Jihadisme -

Vlaamse strijders in Syrië: contouren van een analyse

Het feit dat tientallen Vlaamse jongeren naar Syrië trekken om daar te strijden tegen het regime van Assad is zonder meer verontrustend. Berichten in de media, maar ook uit de straat wijzen op een groeiende groep jongeren die ten strijde trekt. Het profiel van de jongeren is vaak vrij gelijklopend: ze zijn jong, ze zitten vaak in de marge van de samenleving, en zijn in de greep van een jihadistische ideologie beland.

donderdag 11 april 2013 10:31
Spread the love

Er ontplooien zich nu drama’s in vele allochtone en autochtone gezinnen. Het idee dat op vele fora dominant naar voren komt, namelijk dat we dan van “hen” af zijn, is niet alleen racistisch en kortzichtig, het is alvast een deel van het probleem.

De situatie is schrijnend en verdient heel duidelijke politieke en maatschappelijke actie. Er wordt echter nogal geheimzinnig gedaan over de omvang van het fenomeen, haar oorzaken en mogelijke oplossingsstrategieën. Vaak komt men niet veel verder dan dat het dramatisch is en dat het, om de woorden van Bart Somers te gebruiken, “hun eigen keuze is”. Het gaat hier nochtans niet om een individueel gegeven, maar om een complex sociaal gegeven dat we best in alle openheid bespreken.

De analyse

Elke oplossing begint met een gedegen analyse. Het is daarom van cruciaal belang dat we de complexiteit van deze realiteit in rekening brengen. Immers als we niet goed begrijpen wat zich hier afspeelt, dan zullen de genomen maatregelen op basis van die matige kennis de problemen enkel doen toenemen in plaats van ze krachtdadig aan te pakken. De gedetailleerde analyse moet nog gemaakt worden, maar de globale contouren zijn al langer duidelijk. Wat we vandaag zien ontplooien is een gelaagd en vrij recent fenomeen. Het is zowel een lokaal als een geglobaliseerd gegeven. En om dit ten volle te begrijpen dienen we terug te gaan naar de jaren negentig.

Globaal zien we twee grote evoluties die we onvermijdelijk in de analyse moeten opnemen als we de huidige realiteit willen begrijpen. Ten eerste zien we sinds de jaren negentig de opkomst van nieuwe communicatietechnologieën. Nieuwe media zoals het internet, satelliet, chat, Facebook, Twitter en Youtube zorgen ervoor dat mensen hun identiteit niet meer louter lokaal opbouwen, maar zich ook op wereldwijde peergroups oriënteren.

Concreet zien we dat allochtone en autochtone jongeren in ons land zich oriënteren op een internationale hiphop of skatecultuur, we zien dat autochtone en allochtone jongeren een identiteit produceren als Hijabista, of dat ze meer vrienden hebben in de wereld dan in hun straat doordat ze actief zijn in World of Warcraft. Het betekent dus vooral dat onze wereld complexer geworden is en dat identiteitsproductie niet enkel meer in de straat gebeurt, maar geglobaliseerd is.

Die wereldwijde peergroups zijn één element in de verklaring waarom jongeren hun leven op het spel zetten en tegen de wil van hun ouders en vrienden afreizen naar Syrië. De wereld is in die zin een dorp geworden, maar dat heeft dus lang niet alleen positieve effecten. Dat betekent helaas ook dat een groep jongeren zich solidair voelt met de Koerdische verzetsbeweging, of zich kan laten beïnvloeden door radicale jihadi’s die met de verspreiding van gruwelijke beelden en een scherp wij-en-zij-discours jongeren rekruteren voor de oorlog in Syrië.

Die ideologische beïnvloeding van jongeren in Antwerpen, Vilvoorde en Brussel zou echter weinig impact hebben mocht ze niet kaderen binnen een tweede onmiskenbare evolutie die sinds de jaren negentig van grote invloed is op het denken in de wereld. Sinds de jaren negentig en zeker na 9/11 zien we in ons land en in de rest van de wereld een scherpe polarisering tussen ‘het Westen’ en ‘de islam’. Dit bipolaire wereldbeeld heeft niet alleen de War on Terror op gang getrokken, het heeft ook gezorgd voor een heropleving van een jihadistische islam die mobiliseert tegen een imperialistisch en islamofoob Westen. Dat is ook het rekruteringsverhaal van jihadi-bewegingen in Syrië en in ons land: ze stellen het voor als een strijd van gelovige moslims tegen een seculiere Assad, een dictator die zijn burgers vermoord.

Deze globale dimensie verklaart echter nog niet waarom er zoveel jongeren specifiek vertrekken uit België om te strijden in Syrië, of correcter waarom er zoveel jongeren vertrekken vanuit grootsteden als Antwerpen. Om dit te begrijpen is het van groot belang om de sociale, economische en politieke positie van deze jongeren in onze samenleving te begrijpen.

Vanaf de jaren negentig kwam migratie, onder aanvuren van het Vlaams Blok, bovenaan de politieke agenda te staan. Het integratiedebat werd in één decennium hertaald tot een islamdebat. Hun cultuur was het probleem, aldus het dominante discours. Intellectuelen legitimeerden het idee dat de islam minderwaardig was. Sociologen als Marion van San legitimeerden, zij het op wankel onderzoek, het idee dat criminaliteit een cultureel gegeven was. Woorden als islam, cultuur, terrorisme, criminaliteit, antidemocratisch… werden in een adem uitgesproken. Hun cultuur en de islam in het bijzonder werden steeds meer voorgesteld als problematisch. Dit beeld werd na 9/11 steeds vaker gereproduceerd als een louter en onmiskenbaar feit.

Media en politici hanteerden stoere taal ten aanzien van ‘allochtonen’ in het algemeen en moslims in het bijzonder. Die beeldvorming zorgde voor een vergaande uitsluiting en baarde kritische bewegingen van onderuit zoals Kif Kif, AEL (de Arabisch-Europese Liga), talloze federaties en middenveldorganisaties die de strijd tegen racisme op de agenda trachten te plaatsen.

De geschiedenis leert ons ondertussen wat daar gebeurd is. Deze strijd van onderuit werd afgedaan als radicaal, ongewenst en overbodig. Als er plaats was in de media voor deze organisaties, dan was dat vooral om redenen van verkoopbaarheid. Ze werden opgevoerd als het tegengestelde van de Vlaming. Er werd vooral niet geluisterd naar deze stemmen en er werd verder ingezet op het idee van ‘aanpassing’, al werd dit onder de term ‘inburgering’ aan de man gebracht.

In naam van de democratie en de mensenrechten werden echter ongelijke rechten bepleit. Jongeren die dag in, dag uit ongelijkheid als realiteit kennen, werden om de oren geslagen met een discours dat ‘ons’ als democraten bij uitstek voorstelde en dat dat als argument gebruikte om hen ongelijke rechten toe te kennen op lokaal vlak. Aan de loketten en in scholen moest subjectieve neutraliteit de norm zijn, met als gevolg dat een groep moslimmeisjes uitgesloten werd en een veel grotere groep moslims zich geviseerd voelden.

Democratie, neutraliteit, vrijheid en verlichting werden allemaal ingezet als uitsluitingsargumenten. In de globale arena diende deze beeldvorming als de verantwoording voor verschillende oorlogen tegen Irak, Afghanistan en Libië. Kortom, zowel lokaal als globaal leerde dit discours jongeren in ons land dat ze van democratie niet veel moesten verwachten om hen een beter leven te geven. Dat ze er niet echt bij hoorden.

“Democratie, neutraliteit, vrijheid en verlichting werden allemaal ingezet als uitsluitingsargumenten.”

Hoewel iedereen de mond vol had van democratie, werd er niet meer ingezet op een uitbreiding van democratie, op een krachtdadige strijd tegen discriminatie, op het streven naar gelijkheid… Het gevolg is een steeds groeiende allochtone onderklasse en een steeds stevigere radicalisering. Reeds in 2005 waarschuwde Kif Kif dat verschillende grootsteden, waaronder Brussel en Antwerpen een sociaaleconomisch kruitvat vormen. 50 procent van de werkzoekenden in Antwerpen is allochtoon. De armoede neemt steeds meer toe onder ‘allochtonen’. Meer dan 50 procent van de mensen met een Marokkaanse of Turkse familiegeschiedenis leven onder de armoedegrens.

Elk onderzoek treft structurele en manifeste discriminatie aan en dat al twee decennia lang. We horen echter niemand spreken over een ‘nultolerantie’ tegen racisme, niemand spreekt over het failliet van het beleid. Racisme is nochtans alomtegenwoordig. Niet alleen het internet bulkt van de racistische commentaren, de discriminatie vertaalt zich in onze samenleving: in de uitgangswereld, op de huurmarkt en op de arbeidsmarkt.

Allochtoon en dan vooral moslim zijn staat in deze samenleving synoniem voor een tweederangspositie. Hun toekomstperspectief ziet er veel minder rooskleurig uit dan dat van de gemiddelde autochtoon. Koppel deze lokale sociale positie aan een jihadistisch discours van ‘moslims’ die zich nuttig kunnen/moeten maken door te strijden tegen barbaren, aan gruwelijke beelden van de daden van Assad, en we kunnen enigszins beginnen te vatten hoe sommige jongeren een dergelijke drastische beslissing nemen.

We kunnen dan proberen begrijpen hoe het komt dat tieners en jonge twintigers radicaliseren. Hoe het komt dat ze zich aansluiten bij sektes a la Sharia4Belgium. Hoe het komt dat ze beslissen om te gaan strijden. Een dergelijk kruitvat is de ideale voedingsbodem voor radicalisering. Jongeren zonder toekomstperspectief zijn vatbaar voor radicale ideologieën die hen een vals toekomstperspectief, een zin in het leven geven, met alle dramatische gevolgen van dien. Een klein deel van de jongere generatie Belgische moslims zoekt nu haar heil in een strijd in Syrië. Dat is niet alleen een globaal gegeven, maar ook heel duidelijk een lokaal gegeven en vergt dan ook een doordachte aanpak.

De toekomst

Bovenstaande ruwe analyse toont de complexiteit van het probleem, het toont ook dat dit probleem zowel lokaal als globaal is en dat het actie vereist. Vraag is nu welke actie. Dat is natuurlijk een oefening voor de beleidsverantwoordelijken, we kunnen enkel maar hopen dat er in die oefening niet louter voor een repressieve aanpak gekozen wordt, maar dat ze ook werkt aan een sociale aanpak. We sommen enkele elementen op die in deze aanpak niet mogen ontbreken:

1. Politieke spelletjes en electorale agenda’s laten we best achterwege. De politieke recuperatie van deze schrijnende realiteit kan die situatie enkel maar verergeren met dramatische gevolgen van dien voor de familie en vrienden van jongeren. Politici maken best niet teveel kabaal in de media, maar zoeken best heel praktisch en kordaat naar de best te volgen weg.

2. Laten we ons alstublieft ook ver houden van culturalisering, want net die culturalisering is deel van het probleem. We zien hier geen probleem dat eigen is aan DE islam. De realiteit is veel complexer dan dat. We mogen niet vergeten dat moslims, zowel in Syrië als in ons land slachtoffers zijn. Er is geen zwart-wit-beeld. Discoursen over problemen die inherent aan de islam zouden zijn slaan de bal serieus mis. De jihadistische ideologie overtuigt slechts sommige jongeren en dat leidt tot scherpe tegenstellingen binnen de verschillende moslimgemeenschappen in ons land. Het feit dat jongeren vertrekken zorgt ervoor dat ouders met de handen in het haar zitten en vaak niet weten waar ze terecht kunnen. Vele gezinnen zijn radeloos.

Dergelijke culturalisering zorgt niet alleen voor een gebrek aan vertrouwen van deze ouders in de politiek, de politie en de media, het vormt steeds opnieuw een bevestiging voor jongeren die in de ban zijn van het jihadisme en dat er hier voor hen geen plaats is. Dat vertrouwen herstellen en hen een toekomstperspectief geven is van cruciaal belang.

3. Dat toekomstperspectief kan alleen maar geboden worden als er ook oprecht gekeken wordt naar de bestaande sociale realiteit. En die realiteit in ons land is niet rooskleurig. Het is er een van discriminatie en ongelijkheid, van precaire levensomstandigheden en gevoelens van uitsluiting en een gebrek aan hoop. Hieraan sleutelen is van cruciaal belang willen we de voedingsbodem wegnemen van die jihadistische radicalisering.

4. Het is eveneens van groot belang dat het middenveld zicht krijgt op de informatie van universiteiten en van veiligheidsdiensten zoals de Staatsveiligheid en OCAD in plaats van dat deze enkel doorstroomt naar het justitieel en politioneel apparaat. Het middenveld is een cruciale partner in de strijd tegen radicalisering, het is het middenveld die vaak als eerste heel concrete problemen signaleert en beleidsmakers en politie bekritiseert op hun blinde vlekken. Het zijn zij ook die in alle stilte het probleem aanpakken en ervoor zorgen dat de jongeren in kwestie een andere kijk op de samenleving krijgen. We leven echter in een imagosamenleving waarbij politici maar al te vaak kritiek willen smoren in plaats van er van te leren bij het uitvoeren van hun beleid. Racisme en ongelijkheid aankaarten werd in het beste geval afgedaan als ‘politiek correcte praat’, als radicaal en schandalig in het slechtse.

5. Ten slotte betekent dit ook dat we niet louter een justitiële aanpak kunnen hebben, maar dat een sociaaleconomische aanpak van cruciaal belang is. Heel concreet moeten we enerzijds denken aan hoe we kunnen verhinderen dat jongeren vertrekken en moeten we anderzijds kijken hoe we de jongeren die terugkomen kunnen opvangen. Ook mogen we zeker niet vergeten om algemeen preventief de jongeren een toekomst te geven hier. Zij zijn Belgen en verdienen hier een volwaardig leven. De geschiedenis van de Afghaanse strijd in de jaren tachtig leert ons immers dat strijders niet enkel terugkomen met de nodige littekens, maar mogelijks ook met een rekruteringsopdracht.

Tijd voor actie

Tientallen, zo niet honderden Vlaamse jongeren vertrekken naar Syrië om daar te gaan strijden. Dat zijn menselijke drama’s. Zeer zeker. Maar het is meer, veel meer. Het is een geglobaliseerd samenlevingsprobleem. Een democratisch probleem dat ons allen aanbelangt. Het gaat iedere mens aan op het grondgebied België en zelfs in de wereld. We zouden er dan ook maar beter met zijn allen van wakker liggen. Het toont ons heel duidelijk, althans voor degenen die het willen zien, de wereld waarin we leven. En die wereld is heel complex. Complexer dan ooit te voren waarschijnlijk.

De geschiedenis herhaalt zich nooit tweemaal op dezelfde wijze. Schalen, contexten en dimensies verschillen steeds weer opnieuw. Vandaag leven we in een tijd van superdiversiteit en die is bij uitstek geglobaliseerd en vooral gelaagd. Het schept een heel nieuwe, complexe, sociale realiteit en dat zorgt ervoor dat we heel nieuwe manier van samenleven moeten organiseren. Met nationalisme en inburgering gaan we er niet komen. De weg die we in tijden van globalisering moeten bewandelen legt de nadruk op onvervreemdbare mensenrechten voor eenieder en democratie als ideologie.

Als we de nieuwsberichten van de laatste tijd over jongeren die naar Syrië trekken om daar te strijden willen begrijpen, dan kunnen we dat enkel maar doen vanuit een gelaagd en dus uitermate complex perspectief. Enkel als we die gelaagde, meerschalige bril opzetten kunnen we de drama’s die zich nu afspelen in veel gezinnen in Vlaanderen niet alleen begrijpen, we kunnen beginnen denken en handelen om ze te vermijden, om zo een betere wereld te scheppen. Dat begrip is van cruciaal belang, want het toont een nieuwe wereld in al zijn overmacht, en we kunnen maar beter maken dat we er klaar voor zijn. De bal ligt nu heel duidelijk in het kamp van de politiek en de beleidsmakers. Het is tijd voor een ommezwaai, voor een echt krachtdadige aanpak. Niet voor de media, niet voor het electorale resultaat, maar voor de hele samenleving.
 

Lees hier Kif Kif’s tienpuntenplan tegen radicalisering

Ico Maly is coôrdinator van KifKif

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!