De Argentijnse socioloog Atilio Boron vraagt zich af of "Franciscus de antikapitalistische opstand van de armen zal aanmoedigen? Niets in zijn biografie laat vermoeden dat dit zal gebeuren. De kans is groter dat hij hun zachtmoedigheid en onderwerping zal stimuleren" (foto: ElCiudadano.cl).
Opinie - Atilo Boron,

Van Bergoglio tot paus Franciscus

Er is weinig nieuws toe te voegen aan wat al is gezegd over paus Franciscus sinds zijn verrassende verheffing tot de troon van Sint-Pieter. Of toch drie punten: de beschuldigingen over zijn handelen tijdens de genocidale militair-civiele dictatuur; zijn beleid als aartsbisschop van Buenos Aires en als voorzitter van de Argentijnse bisschoppenconferentie; en de mogelijke impact van zijn pontificaat op de sociaalpolitieke realiteit van Latijns-Amerika.

donderdag 21 maart 2013 18:30
Spread the love

Wat het eerste punt betreft, staat het buiten kijf dat zijn gedrag paste in de betreurenswaardige houding die door de Argentijnse katholieke hiërarchie werd aangenomen tijdens de dictatuur. Hij was geen monster zoals Christian von Wernich, die actief deelgenomen heeft aan het plegen van misdaden tegen de menselijkheid en daarvoor ook veroordeeld werd door Argentijnse justitie.

Hij was zeker ook geen middeleeuwse holbewoner zoals bisschop en legeraalmoezenier Antonio Basseoto, die voorstelde om een ??molensteen om de nek te hangen van de minister van Volksgezondheid Gines Gonzalez Garcia omdat die het had aangedurfd het gebruik van condooms aan te bevelen.

Maar evenmin was hij een voorbeeldige christen zoals mgr. Enrique Angelelli en mgr. Carlos Horacio Ponce de Leon, of pater Carlos Mugica, of de Franse nonnen Alice Domon en Leonie Duquet, die allemaal vermoord werden door de dictatuur; of mgr. Hesayne Miguel, Jorge Novak en Jaime de Nevares, die het militaire regime hard bekritiseerden.

Laakbaar gedrag

De toenmalige provinciaal van de Sociëteit van Jezus (jezuïeten) vertoonde een laakbaar gedrag in verband met twee van zijn directe ondergeschikten, de priesters Francisco Jalics en Virgilio Orlando Yorio, die hun pastoraal werk verrichten in de wijk Bajo Flores en die ontvoerd en gemarteld werden door de dictatuur, terwijl hun overste niets deed om hen te beschermen.

Enkele getuigen, zoals Alice Oliveira, verwerpen deze kritiek door te wijzen op zijn actieve medewerking  aan het redden van levens van geestelijken en leken die in gevaar waren tijdens de dictatuur. Maar de evidente bewijsstukken – die niet hetzelfde zijn als zomaar een opinie – die de laatste dagen voorgelegd werden door Horacio Verbitsky in Página/12 of een eminente katholieke schrijver als Emilio F. Mignone typeren hem als een pastor die “zijn schapen aan de vijand overleverde” zonder ze te verdedigen of proberen te redden.

Dit was zeker het geval in de zaak van een kleinzoon die werd afgepakt van zijn biologische familie en toegeëigend door de folteraars en waarvan de informatie voor jaren werd achtergehouden.

De kans is groot dat er iets van waarheid zit in die beide houdingen, maar een paar opmerkelijke gebaren zijn niet genoeg om de ernst van de andere te overschaduwen. In een land waar iedereen op de hoogte was van de misdaden van het staatsterrorisme kan niemand aanspraak maken op ‘onwetendheid’; zeker niet een priester die via het sacrament van de biecht in voortdurend contact stond met het gewone volk.

“Niet genoeg gedaan om mensenrechten te beschermen”

Op een bepaald moment verontschuldigde Bergoglio zich namens de kerk “omdat ze niet genoeg had gedaan om de mensenrechten te beschermen tegen de barbarij van het staatsterrorisme”. Hij had dit beter gedaan voor de expliciete steun van de kerkelijke hiërarchie aan de genocidairs en voor het weinige dat ze gedaan heeft om hen te bestrijden.

Is neutraliteit hetzelfde als het gedogen van staatsterrorisme? Hmmm, laten we denken aan wat Dante zegt in La Divina Comedia: “de verschrikkelijkste cirkel van de hel is gereserveerd voor hen die in tijden van morele crisis kiezen voor neutraliteit”.

“Is neutraliteit hetzelfde als het gedogen van staatsterrorisme? Hmmm, laten we denken aan wat Dante zegt in La Divina Comedia: ‘de verschrikkelijkste cirkel van de hel is gereserveerd voor hen die in tijden van morele crisis kiezen voor neutraliteit'”

Maar stel dat een grondig en onpartijdig onderzoek de absolute onschuld van Bergoglio bewijst in die donkere jaren. Wat kunnen we zeggen van zijn optreden tijdens de jaren van de democratische reconstructie na de dictatuur?

In overeenstemming met de contrareformatie, gelanceerd door paus Johannes Paulus II met de steun en goedkeuring van Ronald Reagan en Margaret Thatcher, wordt Bergoglio geassocieerd met de meest reactionaire tendensen in de Argentijnse kerk. En dat wil wat zeggen. Hij kreeg zijn vorming in de periode van peronistisch rechts. Hij was in zijn jeugd militant van de IJzeren Garde.

Tijdens zijn ambtstermijn als kardinaal-primaat van Argentinië ging hij eenduidig ??en consequent in tegen alle goede doelstellingen: hij verzette zich – tevergeefs – tegen het homohuwelijk; hij reageerde met het woedend fanatisme van een Thomas de Torquemada op een tentoonstelling van de plastische kunstenaar León Ferrari, die voortijdig moest worden gesloten; hij bevocht krachtig alles wat met seksuele voorlichting, anticonceptie, de legalisering van abortus en de rechten van seksuele minderheden te maken had.

Hij bood bescherming aan criminelen als Von Wernich, Edgardo Storni en Julio Cesar Grassi (de laatste twee werden veroordeeld voor pedofilie); hij ging in tegen de seculiere democratische staat en verdedigde de privileges voor de kerk inzake financiën en controle over het onderwijsproces, in strijd met de bepalingen van de grondwet van 1994.

Conclusie: we hebben een ‘sobere’ paus die de pracht en de praal van het Vaticaan afwijst, die bezorgd is om het lot van de armen, maar die uiterst conservatief is.

“Conclusie: we hebben een ‘sobere’ paus die de pracht en de praal van het Vaticaan afwijst, die bezorgd is om het lot van de armen, maar die uiterst conservatief is”

Het populaire conservatisme heeft lange geschiedenis

Is dit nieuw? Helemaal niet. Het populaire conservatisme heeft een lange geschiedenis, niet alleen in Latijns-Amerika. In tegenstelling tot de elitaire en aristocratische variant van het conservatisme, worden de traditionele waarden en belangen, die een onrechtvaardige sociale orde ondersteunen, versterkt en ze profiteren van de onwetendheid en goedgelovigheid van het volk dat de prediking van de kerk onderging.

Het gaat hier over een plebejisch conservatisme, nogal excentriek in zijn vormen, maar het biedt een waardevolle dienst aan de heersende klassen, zoals blijkt uit de obscene explosie van vreugde bij de genocidairs toen Bergoglio werd gekozen tot paus, of de uitbundige vreugde van de meest diverse en gevarieerde uitingen van de rechtse krachten in Argentinië; of de fenomenale apologetische campagne in de burgerlijke pers, vooral van de kranten ‘Clarin‘ en ‘La Nacion‘.

Hoe kunnen we ook maar denken dat Bergoglio, met zulke vrienden, de heilige Franciscus van Assisi, die afstand deed van alle rijkdom en materiële goederen, zal gaan navolgen? In het gezelschap van deze rijke confraters kan de ‘optie voor de armen’ nauwelijks meer betekenen dan een verre begeleiding van hun lijden en ontberingen. Maar ze zullen er wel voor zorgen dat ze niet te weten komen wat de oorzaak is van hun lijden en ongeluk in dit tranendal.

“Hoe kunnen we ook maar denken dat Bergoglio, met zulke vrienden, de heilige Franciscus van Assisi, die afstand deed van alle rijkdom en materiële goederen, zal gaan navolgen?”

Het is bijna een halve eeuw geleden dat Don Helder Camara, bisschop van Olinda en Recife in Brazilië, deze tegenstelling uitlegde: “Als ik voedsel geef aan de armen zeggen ze dat ik een heilige ben, maar als ik vraag waarom de armen honger hebben en er zo slecht voorstaan, dan zeggen ze dat ik een communist ben.”

Armoede niet het gevolg van goddelijke wil

Het is niet genoeg nederig te zijn of te verbroederen met de armen. Waar het op aan komt, is in te zien dat armoede niet het gevolg is van de goddelijke wil of een speling van de natuur, maar dat ze een historisch product is van de kapitalistische maatschappij en van die onverzoenlijke machine die armoede en ellende voortbrengt. En de kerk heeft dit nooit durven veroordelen ondanks de intrinsieke kwaadaardigheid ervan.

Uit de uitspraken en daden van Franciscus volgt niet dat deze houding meteen zal veranderen. Het is goed dat de slaaf in opstand komt tegen zijn meester, maar zoals Lenin zei, de verandering zal er maar komen als de slaaf in opstand komt tegen de slavernij, tegen het systeem en niet alleen tegen een van haar agenten.

Zal Franciscus de antikapitalistische opstand van de armen aanmoedigen? Niets in zijn biografie laat vermoeden dat dit zal gebeuren. De kans is groter dat hij hun zachtmoedigheid en onderwerping zal stimuleren.

De ‘optie voor de armen’ van de kerk, die voortvloeit uit de contrareformatie onder leiding van Johannes Paulus II en die de vooruitgang van het Tweede Vaticaans Concilie wegveegde, is niet dezelfde als de ‘optie voor de armen’ die de kerk van Carlos Mugica, Jaime de Nevares, Miguel Hesayne, Oscar Arnulfo Romero (aartsbisschop van San Salvador), Sergio Mendez Arceo (bisschop van Cuernavaca, Mexico), Samuel Ruiz García (bisschop van San Cristobal, Chiapas), en Don Pedro Casaldáliga Helder Camara (Brazilië) en Ernesto Cardenal (Nicaragua) voorstelde of, vandaag de dag, de bevrijdingstheologen als Frei Betto, Leonardo Boff, Gustavo Gutierres of Jon Sobrino.

Pontificaat een remake van dat van Johannes Paulus II?

Zal zijn pontificaat een remake zijn van dat van Johannes Paulus II? Het is hoogst onwaarschijnlijk. Paus Karol Wojtyla was een product van de late jaren zeventig, toen de wereld heel anders was dan vandaag. Hij was de stormram die de imperiale bourgeoisie nodig had om de Sovjet-Unie en de Oost-Europese landen er onder te krijgen.

Maar die strategie was efficiënt omdat die regimes leden onder een vergevorderd stadium van moreel, politiek, economisch en sociaal verval. Feitelijk gaf Johannes Paulus II slechts de laatste duw die dat grote gebouw, dat al aan het instorten was, vanwege zijn eigen tegenstrijdigheden, deed omvervallen.

Vandaag is de wereld veranderd: het imperialisme heeft niet meer dezelfde kracht, en dat erkennen zelfs de eigen intellectuelen. De rivalen zijn talrijker en gediversifieerder. De bondgenoten zijn ook zwakker en weifelend. En de kerk, op haar beurt, is verzwakt door een eindeloze opeenvolging van schandalen en heeft de geloofwaardigheid dat zij had gewonnen in de jaren van paus Johannes XXIII verloren.

Bolivariaanse processen genieten steun van de bevolking

Ook al zou ze al haar gewicht in de schaal gooien om het Bolivariaanse proces te destabiliseren in Venezuela, Bolivia en Ecuador, of de ervaringen van politieke transformatie in de andere landen in de regio zou negeren, dan nog zou het antwoord heel anders zijn dan dat van dertig jaar geleden in Oost-Europa. Hier zijn processen aan de gang die een enorme steun van de bevolking krijgen die ze ginder niet hadden.

Daarom zou een project van de Latijns-Amerikaanse rechterzijde, georganiseerd, geleid en gefinancierd door het hergebruik van de kerkelijke stormram die zulke  goede resultaten gaf in Oost Europa, om de progressieve en linkse regeringen in de regio ten val te brengen, uitlopen op een mislukking.

De ‘fluwelen revolutie’ in Tsjechoslovakije heeft niets te maken met de Bolivariaanse revolutie in Venezuela, Evo Morales is niet Lech Walesa, en Correa (president van Ecuador) is beslist Ceausescu niet.

Maar niet alleen de processen en de historische periode zijn verschillend: de enorme problemen waarmee de kerk vandaag te maken heeft (financiële crisis, economische misdrijven van de Vaticaanse bank, de allianties met maffiabelangen, de pedofilie en de gerechtszaken, het priestercelibaat, vrouwen in het priesterambt en het verwaarloosde aggiornamiento van Johannes XXIII) zullen Franciscus beletten te veel aandacht te besteden aan wat er gebeurt in de landen van ons Amerika.

Hij is een goede manager en zal moeten orde op zaken stellen in eigen rangen. Hij is ook een handig politicus, en hij weet dat hij binnenkort een concilie zal moeten bijeen roepen om de oude geschillen te ontgrendelen, die de kerk in toenemende mate ondermijnen en haar isoleren van de reële wereld.

Revolutie veel dringender en noodzakelijker dan ooit

Precies vijfhonderd jaar geleden diagnosticeerde Niccolò Machiavelli in ‘Il Principe‘ dat om de kerk te redden er een revolutie nodig was. Maar dat gebeurde niet. Vier jaar later, in 1517, kwam er de protestantse Reformatie van Maarten Luther, en de revolutie in de katholieke kerk was bevroren. En nu is de revolutie veel dringender en noodzakelijker dan ooit.

Indien deze inspanning niet lukt met Franciscus dan zal het lot van deze twee millennia oude instelling ernstig in het gedrang komen. We mogen ons niet laten misleiden door de cijfers die door de pers dezer dagen voorgeschoteld worden: van deze 1,2 miljard katholieken over de hele wereld is er slechts een kleine minderheid die praktiseert, en die minderheid krimpt elke dag nog verder.

Het voornemen om de emancipatorische processen die aan de gang zijn in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied te ondermijnen, zou een verspilling van tijd zijn, en de beste garantie voor een zekere nederlaag en een poging om hem van de fundamentele uitdaging van zijn pontificaat af te leiden.

“Het voornemen om de emancipatorische processen die aan de gang zijn in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied te ondermijnen, zou een verspilling van tijd zijn, en de beste garantie voor een zekere nederlaag”

Misschien is het precies daarom dat Leonardo Boff ervan overtuigd is dat Franciscus – ondanks zijn voorgeschiedenis – niet de weg zal gaan die de rechtse krachten en het imperialisme hem willen voorschrijven, maar in plaats daarvan zal kiezen voor de weg van de hervorming. Binnen een paar jaar zal de geschiedenis daarover kunnen oordelen.

Atilio Boron

Atilio Boron is een Argentijnse politicoloog en socioloog die doctoreerde aan de universiteit van Harvard (VS). Momenteel is hij hoogleraar politieke en sociale theorie aan de universiteit van Buenos Aires. Sinds 1986 is hij als onderzoeker verbonden aan CONICET en is hij directeur van het PLED (Programa Latinoamericano de Educación a Distancia en Ciencias Sociales).

In 2004 kreeg hij in Cuba de Premio de Ensayo Ezequiel Martínez Estrada de la Casa de las Américas voor zijn boek ‘Imperio & Imperialismo. Una lectura crítica de Michael Hardt y Antonio Negri’ (2002). In 2009 kende de UNESCO hem de Internationale Prijs José Martí toe voor zijn bijdrage aan de eenheid en de integratie van de landen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied.

Uit ‘Resumen Latino-Americano y del Tercer Mundo‘ van 20 maart 2013

(vertaald uit het Spaans door Toon Mondelaers)

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!