Feminisme en religie: een ambivalente relatie in de vrouwenbeweging
Analyse -

Feminisme en religie: een ambivalente relatie in de vrouwenbeweging

Feministe van het eerste uur Ida Dequeecker vertelde op 3 november 2013 over de relatie tussen feminisme en multiculturaliteit vroeger en nu. Zij verwees ook naar wat volgens haar de uitdaging is waar de vrouwenbeweging zich vandaag de dag voor geplaatst ziet: de inclusie van moslimvrouwen en hun visies op en strategieën tot emancipatie.

woensdag 6 maart 2013 18:55
Spread the love

Mijn eigen relaas op de bijeenkomst van 3 november ging hierop verder, en trok de discussie open naar een bredere thematiek: de relatie tussen feminisme en religie. De tekst die hieronder volgt is een lichte bewerking van mijn vertelling.

Ik zal allereerst beginnen met een korte anekdote. Vervolgens vertel ik meer over hoe verschillende Nederlandstalige vrouwenorganisaties vandaag de dag tegenover religie staan. Ik breng ook twee individuele feministische standpunten naar voren die in religie een basis zien voor de strijd voor een meer gelijke wereld.

Met deze bespreking toon ik dat het landschap divers is en dat er uiteenlopende visies en praktijken bestaan als het gaat over religie. Daarna zeg ik kort iets over feministische theologie, en ik laat ook graag jullie zelf hierover aan het woord.

Afsluitend zal ik ingaan op mijn eigen visie op de thematiek van religie en feminisme, die gaandeweg wel aan bod komt, maar die ik op het eind meer expliciet zal verwoorden, zodat we vervolgens daarover van gedachten kunnen wisselen.

Op 8 maart 2012 sprak ik ter ere van de internationale vrouwendag aan de Vrije Universiteit in Brussel over de thematiek ‘gender, religie en secularisme’. De lezing was onderdeel van de lezingenreeks Feminisme en levensbeschouwelijke diversiteit, en werd georganiseerd door professor Gily Coene.

Dat de reeks plaatsvond op internationale vrouwendag zegt misschien wel iets over de relevantie die velen vandaag de dag zien in het bespreken van de relatie tussen feminisme, emancipatie en levensbeschouwelijke en etnisch-culturele diversiteit.

Die middag betekende een van mijn eerste concrete ervaringen met sterke antireligieuze sentimenten die momenteel in Vlaanderen heersen. Enkele spreeksters in de lezingenreeks, maar ook stemmen uit het publiek, stelden dat religie in veel aspecten en voor alle mensen onderdrukkend is, vooral voor vrouwen, en dat iedereen dat nu toch onderhand wel weet.

Ik probeerde tijdens mijn lezing een genuanceerd beeld te schetsen over de relatie tussen religie en feminisme, maar tijdens het panelgesprek had ik het gevoel dat daarvan weinig was aangeland bij de toehoorders. De negatieve reacties ten aanzien van religie dwongen mij om tijdens het panelgesprek religie eenzijdig te verdedigen als een positieve kracht en inspiratiebron voor vrouwen.

Ik ervoer dat als vervelend – alle nuance was inmiddels zoek en bleek heel moeilijk terug in te brengen. Wat mij wel opviel, was dat een aantal studenten, ofwel de jongere toehoorders, meer openstonden voor het nadenken over religie in termen van mogelijkheden voor emancipatie.

Ik ben een Nederlandse en heb een protestantse achtergrond. Voor mij was die middag een heel bevreemdende ervaring. Het riep bij mij een aantal vragen op die mij nog altijd bezighouden en die ik ook graag aan jullie voorleg voor een gedachtewisseling.

Waar komen de sterke antireligieuze sentimenten vandaan? Zijn deze oud of nieuw? Hoe kan het dat in gesprekken over feminisme, emancipatie, vrouwenrechten en diversiteit religie vaak zo ongenuanceerd wordt bekeken en negatief wordt benaderd?

Waarom hebben zoveel mensen eigenlijk een probleem met de islamitische vrouwelijke hoofdbedekking? Wat zegt dit over politieke en maatschappelijke ontwikkelingen? En zegt het iets over het beeld dat veel mensen van zichzelf en de samenleving hebben?

Dit zijn heel veel vragen. Laten we daarom beginnen met de precieze verhouding tussen feminisme en religie te inspecteren. Waarom worden vrouwenrechten en feminisme vaak gezien als lijnrecht tegenover religie staand?

“Het idee dat feminisme en religie elkaars tegengestelden zijn, is ontstaan in een recente historische context waarin seculiere standpunten de meerderheid en religieuze overtuigingen de minderheid vormen”

Laat ik er zelf kort iets over zeggen. Of vrouwenrechten en emancipatie al dan niet te verenigen zijn met religie, daar ga ik niet op in. Ik vind dat een zaak die religieuze vrouwen – al dan niet feministisch – zelf moeten uitmaken. Maar ik benadruk wel dat het idee dat feminisme en religie elkaars tegengestelden zijn, is ontstaan in een vrij recente historische context waarin seculiere standpunten de meerderheid en religieuze overtuigingen de minderheid vormen.

Een minderheidspositie innemen, betekent dat je jezelf vaak moet uitleggen en verdedigen. Als je een meerderheidsstandpunt inneemt, dan hoef je daarentegen niet veel uit te leggen: jouw standpunt is vanzelfsprekend en normatief. Hetzelfde geldt voor seculiere en religieuze feministen: religieus geïnspireerd feminisme wordt gezien als afwijkend van mainstream feminisme en moet daarom continu uitgelegd worden.

Gekoppeld aan deze observatie maak ik alvast een opmerking die voortkomt vanuit mijn persoonlijke visie op feminisme. Ik denk dat het idee dat feminisme en religie niet samengaan in de eerste plaats foutief is, en in de tweede plaats contraproductief werkt voor de vrouwenbeweging.

Als onderzoeker observeer ik dat deze opvatting het opbouwen van vertrouwen en coalities tussen vrouwen van verschillende levensbeschouwingen rond een feministische kwestie erg moeilijk maakt. Je kunt je daar vast wel iets bij voorstellen: immers, als de een de ander niet helemaal serieus neemt, dan wordt constructief en duurzaam samenwerken erg moeilijk.

Laten we nu even kijken naar de hedendaagse feministische visies zoals die naar voren worden gebracht door vrouwenorganisaties. Ik wil vooral de aandacht richten op de vraag naar de mogelijkheid voor ruimte voor samenwerking tussen vrouwen met verschillende levensbeschouwingen.

Vrouwenorganisaties

Als het over religie gaat, dan lopen de visies en houdingen van verschillende vrouwenorganisaties sterk uiteen. Niet alle visies zijn volgens mij even goed in staat de samenwerking over grenzen van levensbeschouwingen te bevorderen.

Een eerste voorbeeld zijn de Vrijzinnige Vrouwen, onderdeel van de Vrijzinnig Humanistische Vereniging. Zij beschouwen religie en vrouwenrechten als per definitie onverzoenbaar, en een seculiere samenleving met een sterke scheiding van kerk en staat als de waarborg voor vrouwenrechten, vrijheid, gelijkheid en emancipatie.

Zij keren zich vooral fel tegen de islam, die volgens hen staat voor een religie die de vrouwenrechten met de voeten treedt. In de context van het hoofddoekendebat uitten zij op hun website hun zorgen omtrent de seculariteit die zogezegd bedreigd wordt door de hoofddoek.

Een tweede voorbeeld is de Nederlandstalige Vrouwenraad. De houding van de Vrouwenraad is een belangrijke indicator voor het feministische landschap, omdat het een koepelorganisatie is die zo’n veertig kleinere vrouwenorganisaties vertegenwoordigt.

Begin 2012, wederom ter ere van de internationale vrouwendag van 8 maart, publiceerde de Vrouwenraad een manifest voor vrouwenrechten op haar website. Dit manifest bespreekt het opkomend religieus geïnspireerd conservatisme en fundamentalisme wereldwijd en het gevaar hiervan voor de rechten van vrouwen.

De Vrouwenraad wilde met dit manifest het publiek en de overheid sensibiliseren omtrent het gevaar van de aanwezigheid en toenemende invloed van religieuze instellingen als het Vaticaan en de Organisatie van de Islamitische Conferentie binnen internationale instellingen van de Verenigde Naties.

“Als je geen oog hebt voor de manier waarop religieus gedachtegoed ook kan bijdragen aan de strijd voor een meer gelijke wereld, dan impliceer je een seculiere feministische strijd tegen religie”

Nu wil ik niet de invloed van conservatieve religieuze instanties en ideologieën op globaal vlak en in de alledaagse levens van mensen bagatelliseren. Maar ik wil hier wel opmerken dat zowel de Vrijzinnige Vrouwen als de Vrouwenraad vooral aandacht hebben voor de conservatieve en onderdrukkende kanten van religie, maar geen oog voor de positieve kanten die religie ook kan hebben in vrouwenlevens, en ook niet voor de liberale tendensen die in alle religieuze tradities wel degelijk bestaan en die onderschreven zouden moeten worden.

Als je geen oog hebt voor de manier waarop religieus gedachtegoed ook kan bijdragen aan de strijd voor een meer gelijke wereld, dan impliceer je een seculiere feministische strijd tegen religie. En deze vooronderstelling plaatst net religieuze vrouwen en religieus geïnspireerd feminisme buiten spel.

Nu zijn er ook kleinere, meer linkse vrouwenorganisaties die kritisch staan tegenover antireligieuze sentimenten, die helaas vaak gericht zijn tegen islam en moslimminderheden. Voorbeelden hiervan zijn het Vrouwen Overleg Komite, ella en Baas Over Eigen Hoofd!

Ella was tot voor kort een organisatie voor de emancipatie van migrantenvrouwen en –meisjes en is nu uitgegroeid tot een kenniscentrum op het vlak van gender en etniciteit. Zij spreekt vanuit de ervaring en emancipatietrajecten van allochtone meisjes en vrouwen en met oog voor hun behoeften en noden.

Ella benadrukt dat seksisme en racisme op elkaar inwerken en daarbij de kansen van meisjes en vrouwen uit migrantengroepen beperken. Ze strijdt dan ook tegen racisme en seksisme, en de combinaties daartussen. Tot voor kort besprak ella religie vooral als onderwerp van negatieve beeldvorming die discriminerend uitpakt voor minderheden en vrouwen van minderheidsgroepen.

Zij uitte kritiek op antireligieuze en islamofobe standpunten van politici en opiniemakers. Momenteel (van oktober tot december 2012) werkt zij echter mee aan een lezingenreeks (in samenwerking met MANA) over feminisme en religie, om zo tot een meer constructieve, affirmatieve en vrouwvriendelijke benadering tot religie te komen.

Het Vrouwen Overleg Komite, dat vooral bekend is van de jaarlijkse organisatie van de Vrouwendag, spreekt zich op gelijkaardige wijze uit tegen de stigmatisering van de religieuze identiteit en praktijk van met name moslimvrouwen. Enkele leden van het VOK lagen aan de basis van de oprichting van Baas Over Eigen Hoofd! (BOEH!) in 2007.

BOEH! is een platform van vrouwen van verschillende levensbeschouwingen die gezamenlijk protesteren tegen hoofddoekverboden. Het platform hekelt reguleringen van de hoofddoek omdat het leidt tot de uitsluiting van gesluierde moslimmeisjes en -vrouwen van onderwijs en werk.

BOEH! baseert zich op het idee van keuzevrijheid en gelooft in een veelvoud aan vormen van vrouwenemancipatie, waarbij de islam wordt gezien als een mogelijk kader voor feminisme. Ella heeft zich altijd achter het protest van BOEH! tegen hoofddoekverboden geschaard.

Individuele stemmen

Deze korte bespreking van de visies van verschillende vrouwenorganisaties illustreert de diversiteit van het feministische landschap als het gaat om de houding ten aanzien van religie. Ik denk dat het duidelijk is dat een sterk afwijzende houding ten aanzien van religie ervoor zorgt dat vrouwen die religie net wel belangrijk vinden, uitgesloten worden van de feministische strijd.

Een sterk afwijzende houding ten opzichte van religie plaatst religieuze vrouwen in een onmogelijke spagaat: ze moeten daarmee kiezen tussen hun religieuze identiteit en feministisch engagement en krijgen niet de ruimte om deze bij elkaar te brengen en te verzoenen.

Een meer affirmatieve houding naar religieuze liberale en feministische tendensen kan daarentegen juist wel religieuze vrouwen insluiten, aangezien ze niet gedwongen worden een keuze te maken voor het een of het ander.

Ik denk dat het interessant is om hier nog twee individuele feministische visies te bekijken die juist kracht en inspiratie putten uit het geloof. Een eerste voorbeeld is Roos Maes, voormalig inspiratieverantwoordelijke bij de Katholieke Arbeiders Vrouwen (KAV – recentelijk omgedoopt tot Femma).

In 2010 schreef zij een opiniestuk in De Morgen waarmee zij reageerde op de pedofilieaffaire binnen de katholieke kerk en protest aantekende namens vrouwen. Maes stelt dat vrouwen verlangen naar een kerk waarin wordt samengewerkt op het vlak van gelijkheid, gelijke rechten en menselijke waardigheid, en op basis van de overtuiging dat een rechtvaardige en solidaire samenleving mogelijk is.

Maes spreekt van het christelijke geloof niet als een barrière, maar juist als een inspiratiebron voor de strijd voor sociale gerechtigheid. En die sociale gerechtigheid zou volgens haar in eerste instantie net binnen de kerkgemeenschap verwezenlijkt moeten worden.

Een tweede voorbeeld van een standpunt dat religie als een belangrijke basis ziet voor de emancipatie van vrouwen, vinden we bij Samira Azabar. Zij is educatief medewerkster van Motief (een vzw die vorming organiseert rond geloof, levensbeschouwing en de samenleving).

In het laatste nummer van het Tijdschrift voor Geestelijk Leven (nr. 6 van 2012 – een themanummer gewijd aan feminisme en geloof) schrijft zij dat islam voor haar in essentie feministisch is. Azabar wijst op het belang van het werk van hedendaagse islamitische feministische theologen zoals Amina Wadud en Aziza al-Hibri, omdat de koran voor vele moslimvrouwen een bron van kracht is om meer vrijheid en gelijkheid te verkrijgen.

Moslimvrouwen doen volgens Azabar niet enkel beroep op de islam, maar in toenemende mate ook op seculiere vertogen over mensenrechten en sociale rechtvaardigheid. Wat Azabar betreft kan emancipatie veel verschillende persoonlijke invullingen hebben. Ze eist erkenning voor de manier waarop moslimvrouwen vrijheid, emancipatie en zelfbeschikking verstaan en steun voor de keuzes die zij maken. Ze stelt dat erkenning en solidariteit een wederkerige feministische plicht is.

Samira Azabar verwijst al expliciet naar de rol die feministische theologie kan spelen in de emancipatiestrijd van religieuze vrouwen. Roos Maes wijst op het bestaan van een meer algemene bevrijdende interpretatie van het christelijke geloof en zijn bronnen dat handvaten biedt voor de strijd voor sociale gerechtigheid.

Wat is feministische theologie dan precies, en op welke manier vormt het een aanvulling op meer algemene vormen van bevrijdingstheologie? Ik zal kort ingaan op feministische theologie binnen het christendom en de islam en hoor vervolgens graag van jullie of jullie praktische ervaringen hebben met de feministische theologie, en hoe dat voor jullie uitpakt.

Feministische theologie

Een van de kritieken van feministische theologen op de christelijke bevrijdingstheologie, zoals die bijvoorbeeld vorm kreeg in theorie en praktijk in Latijns-Amerika, is dat die te weinig aandacht heeft voor de specifieke positie van vrouwen in een sterk ongelijke samenleving. Wanneer het feminisme niet expliciet wordt ingebracht in de bevrijdingstheologie, dan zal deze automatisch weer uitgaan van traditionele man-vrouwverhoudingen en rolverdelingen. Bevrijding geldt dan vooral voor mannen, maar minder voor vrouwen.

Deze feministische kritiek geldt overigens niet alleen voor de bevrijdingstheologie, maar voor linkse bewegingen in het algemeen, zoals socialisme en communisme, maar ook antikoloniale bewegingen. En dit is niet iets van de jaren zeventig.

We zien dat de geschiedenis zich herhaalt en dat vandaag de dag feministische kritiek wordt geuit op de Occupy beweging, de Arabische lente en de indignados, juist omdat het feministische perspectief vaak niet wordt meegenomen of soms zelfs actief tot zwijgen wordt gebracht.

Vooral tijdens en na de tweede golf feminisme die opkwam in de westerse landen aan het eind van de jaren zestig hebben feministen zich binnen de christelijke theologie laten gelden. Ze hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van meer vrouwvriendelijke godsbeelden, rituelen en religieuze gemeenschappen.

Feministische theologen doelen op het radicaal inclusief maken van de religieuze gemeenschap op het vlak van participatie, status, theologie en kerk. Ze willen zich ontdoen van vrouwonvriendelijke tradities die in hun ogen antichristelijk zijn.

Feministische theologie bestaat echter in veelvoud. Er bestaat niet zoiets als ‘de’ feministische theologie, met één enkel uitgangspunt, methode en doeleinde. Feministische theologieen kunnen we opvatten als radicale cultuur- en religiekritieken. Ze protesteren tegen vrouwenonderdrukking in religie en samenleving en verbeelden alternatieven. Feministische theologes beogen dan ook een transformatie van ideeën met betrekking tot God en van de mens en de wereld. Ze nemen de ervaring van vrouwen als uitgangspunt en criterium voor theologie.

Een eerste belangrijke discussie onder christelijke feministische theologes betrof de mogelijkheid van feminisme binnen een patriarchale christelijke traditie. Is het nu wel of niet mogelijk om het christendom om te vormen naar een vrouwvriendelijke religie, waarbinnen mannen en vrouwen gelijk of gelijkwaardig zijn aan elkaar? Naar aanleiding van deze vraag hebben zich verschillende vormen van feministische theologie ontwikkeld, binnen en buiten de kaders van het christendom.

Een tweede belangrijke discussie voor christelijke feministische theologes lag in het nadenken over verschillen tussen vrouwen. Verschillen worden hierbij overigens opgevat in termen van macht: er bestaan immers grote machtsverschillen tussen vrouwen wereldwijd en binnen onze eigen samenleving .

Zo hebben christelijke feministische theologes rekenschap moeten afleggen voor de historische machtspositie van het christendom: tijdens de koloniale tijd werd het christelijk geloof opgelegd aan onderworpen volkeren. Het heeft de onderdrukking van gekolonialiseerde volkeren gelegitimeerd en een specifieke vorm gegeven die anders uitpakte voor vrouwen en mannen. De gevolgen hiervan worden vandaag de dag nog altijd gevoeld.

Recht doen aan machtsverschillen tussen vrouwen blijft dan ook een zoektocht voor feministen in het algemeen en voor christelijke feministische theologes specifiek.

Feministisch activisme op basis van een religieuze overtuiging kent uiteraard ook in de islamitische wereld een lange geschiedenis. In onze huidige multiculturele samenleving ontmoeten we nu al feministen die kracht putten uit bevrijdende lezingen van islam en we zullen naar mijn verwachting meer en meer bekend raken met islamitisch feminisme.

Islamitisch feminisme kent overeenkomsten maar ook verschillen met christelijk feminisme. Islamitische feministische theologes vertrekken van een radicale opvatting van gelijkheid en rechtvaardigheid als koranisch principe. Dit principe wordt ingezet om de overgeleverde verhalen over de profeet en zijn metgezellen en de jurisprudentie te bevragen. Ze doelen op de gelijkheid van vrouwen en mannen op politiek-sociaal, religieus en individueel vlak.

Een belangrijk verschil met christelijke feministen is dat de vraag naar de mogelijkheid van feminisme en emancipatie binnen religieuze kaders zich niet of nauwelijks voordoet. Dit heeft te maken met de positionering van islamitische feministische theologes: ze voelen zich betrokken bij de emancipatie van de eigen vaak achtergestelde moslimgemeenschap maar ook bij die van vrouwen binnen de groep.

De religieuze identiteit en gemeenschap de rug toekeren ten behoeve van emancipatie is voor hen geen optie. Deze ingewikkelde positie leidt deze feministische theologes ertoe een meergelaagde kritiek te formuleren. Ze verzetten zich tegen ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en conservatisme binnen de moslimgemeenschap in de diaspora en in islamitische landen.

Zij keren zich ook tegen ondemocratische regimes in de islamitische wereld. Tegelijkertijd uiten zij kritiek ten aanzien van westerse geopolitieke dominantie, racisme en stereotyperingen.

Feminisme als huis van verschil

Ik zal kort iets zeggen over hoe ik kijk naar levensbeschouwelijke verschillen binnen de vrouwenbeweging. Ik zie verschillen als motor van het feminisme: de interne discussie over verschillen tussen sociale posities, visies en emancipatiemodellen komt de vrouwenbeweging ten goede, het doet haar groeien en ontwikkelen in velerlei richtingen.

Verschillen kunnen de vrouwenbeweging volgens mij echter enkel vooruit helpen als zij niet gepolariseerd raken. Respectvolle uitwisseling, samenwerking en solidariteit is noodzakelijk om te kunnen groeien. Dat religie momenteel een splijtzwam is geworden en wordt gezien als een controversieel onderwerp, doet de feministische strijd meer kwaad dan goed.

Gelukkig zijn enkele kleinere linkse organisaties en groepen zoals het VOK, ella en BOEH! goed op weg: met hun openheid naar de thematiek van feminisme en religie en hun kritiek ten aanzien van discriminerende praktijken bieden zij richtingaanwijzers voor een solidair feminisme. Alleen een solidaire en respectvolle houding over de grenzen van levensbeschouwingen heen kan coalities tussen vrouwen werkbaar maken en houden.

“Dat religie momenteel een splijtzwam is geworden en wordt gezien als een controversieel onderwerp, doe de feministische strijd meer kwaad dan goed”

Van belang voor het feminisme is ook dat we in theorie en activisme rekenschap afleggen van de specifieke locaties en lichamen van waaruit we spreken en handelen. Reflectie op machtsposities en –verhoudingen is essentieel. Dit geldt dus ook voor religieuze en seculiere standpunten, positioneringen en lichamelijke ervaringen. Gesitueerd feministisch spreken, luisteren en handelen kan niet samengaan met de uitsluiting van religie als inspiratiebron voor vrouwen, of van religieuze feministen als partners in samenwerking.

Feminisme is voor mij een breed begrip en een brede beweging, dat een veelvoud aan positioneringen, visies, ervaringen en emancipatiemodellen meebrengt. Feminisme kan religieus, spiritueel, agnostisch of atheïstisch zijn, en alles wat zich daar tussenin beweegt.

Feminisme doelt op een wereld vrij van hiërarchie en dominantie, en is solidair met al diegenen die vechten voor een beter bestaan en voor een meer gelijke wereld. Feminisme gaat ook over het gezamenlijk plaatsen creëren waar iets zichtbaar wordt van de spirituele dan wel wereldse idealen van vrijheid, gelijkheid en zusterschap.

Nella Van den Brandt

Nella Van den Brandt is als onderzoekster verbonden aan het Centrum voor Interculturele Communicatie en Interactie (UGent) en is assitant editor van ‘Religion and Gender’.

Verder lezen

  • Aune, K. ‘Much less religious, a little more spiritual: the religious and spiritual views of third-wave feminists in the U.K.’, in: Feminist Review, 2011, 97, 32-35.
  • A. Kirstin, S. Sharma & G. Vincett, Women and religion in the West: challenging secularization. Aldershot/Burlington, 2008.
  • Azabar, S. ‘Jihad voor het feminisme’, in: Tijdschrift voor Geestelijk Leven, 2012 (in publicatie), 5.
  • Badran, M. Feminism in Islam: Secular and Religious Convergences, 2009, Oneworld Publications.
  • Barlas, A. “Believing Women” in Islam: Unreading Patriarchal Interpretations of the Qur’an, 2002, University of Texas Press.
  • Bracke, S. ‘Het verschil kennen: feministische denkwegen uit de Neoliberale hallucinaties’, in: Yang, 2002, 38, 2, 211-226.
  • S. Bracke & N. Fadil, ‘Tussen dogma en realiteit: secularisme, multiculturalisme en nationalisme in Vlaanderen, in: in: K. Arnaut, S. Bracke, B. Cueppens, S. de Mul, N. Fadil & M. Kanmaz (red.), Een leeuw in een kooi: de grenzen van het multiculturele Vlaanderen. Antwerpen, 2009, pp. 93-110.
  • Braidotti, R. ‘In spite of the times: the postsecular turn in feminism’, in: Theory, Culture & Society, 2008, 25, 6, 1-24
  • Carlier, J. ‘De verzuiling voorbij: een transnationale ‘verweven’ geschiedenis van de eerste feministische golf in België’, in: Uitgelezen, 2010, 16, 4.
  • Cooke, M. ‘Multiple Critique: Islamic Feminist Rhetorical Strategies’, in: Nepantla, 2000, 1, 1.
  • A. Decoene & J. Lambelin, ‘Feminisme a-Dieu? De Transformatieve Kracht van Feministische Theologieen in België’, in: Sophia, Genderstudies: Een Genre Apart? Een Stand van Zaken: Colloquium, Brussel, 2009.
  • Decoene, A. ‘Diversiteit als Kracht: Over de Fundamentele Uitdaging van Feministische Theologieen’, in: Areopaag, 2008, 8, 3.
  • Ezquerra, S. ‘Feminist Practice in the 15-M Movement: Progress and Outstanding Issues’, in: Open Democracy, 12 juli 2012.
  • Isherwood, L. & McEwan, D. Introducting Feminist Theology, 2001, Sheffield: Sheffield Academic Press.
  • Jansz, U. ‘De Ergste Vijand: Levensbeschouwing en Feminisme in Nederland in the Tweede Helft van de Negentiende Eeuw’, in: Tijdschrift voor Genderstudies, 2008, 11, 3, 19-32.
  • Jakobsen, J. & Pellegrini, A. Secularisms, 2009, Durham.
  • Maes, R. ‘Het priesterschap interesseert vrouwen al lang niet meer’, in: De Morgen, 2010, 19 juli.
  • Michielsen, M. ‘Gender en Humanisme: Voor een combattief vrijzinnig feminisme’, in: Antenne, 2009, 27, 2, 5-10
  • Midden, E. ‘Geloof in feminisme: Ayaan Hirsi Ali en de relatie tussen religie, secularisme en feminisme’, in: Historica, 2007, 30, 2.
  • Rich, A. ‘Notes towards a politics of location’, 1984, in: A. Rich, Blood, bread and poetry: selected prose 1979-1985, London, 1987.
  • Roggeman, K. ‘Feminisme en religie’, in: Vlaams Marxistisch Tijdschrift, 2012, 46, 2, 95-101.
  • Roggeman, K. & Dequeecker, I. ‘Feminisme in Vlaanderen: Op Zoek Naar de Identiteit van het Vlaams Feminisme van de Tweede Golf’, in: Rosa Uitgelezen, 2005, 11, 4, 1-7.
  • Scott, J. W. ‘Sexularism’. RSCAS Distinguished Lectures, Robert Schumann Centre for Advanced Studies, 2009, Florence.
  • S’Jegers, S. ‘Een Feminisme voor Alle Vrouwen? De Witte Vrouwenbeweging in Vlaanderen in Relatie tot Multiculturaliteit, ‘Allochtone’ Vrouwen(organisaties) en het Hoofddoekendebat’, Master thesis, VAO Vrouwenstudies Antwerp, 2005, Antwerp.
  • Van den Brandt, N. ‘Religie splijt Vlaamse vrouwenbeweging’, in: Tijdschrift voor Geestelijk Leven, 2012, 5.
  • Van den Brandt, N. ‘Vrouwen in gesprek: het kritisch oefenen en realiseren van interculturele vaardigheden in een gemengde samenleving, in: I. Pisters, A. van Dienderen & C. Longman (red.), Guess who is coming for dinner: liber amicorum voor Rik Pinxten, 2012, Gent.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!