President Chávez op bezoek bij president Rafael Correa in Ecuador - rechts achter hem staat de huidige vicepresident Maduro(foto flickr creative commons/Estebandid)
Nieuws, Politiek, Venezuela, Hugo Chavez, Analyse -

Wie was Hugo Chávez (1954-2013)

Voor de enen de man die zijn volk bevrijdde van vijfhonderd jaar onderdrukking door een rijke blanke elite, voor de anderen een nieuwe dictator die alle moderne vrijheden in Venezuela vernietigde. Marc Vandepitte blikt in het eerste deel van een drieluik terug op het leven van deze in alle opzichten uitzonderlijke man, Hugo Chávez, overleden op 5 maart 2013.

dinsdag 5 maart 2013 23:10
Spread the love

Deze biografie van Chávez is het eerste deel van een drieluik. In een tweede artikel wordt de balans van 14 jaar Chávez opgemaakt. In een derde artikel wordt bekeken hoe het nu verder moet met Venezuela na Chávez?

De jonge Chávez

Hugo Chávez wordt geboren in 1954 in het stadje Sabaneta en groeit op als tweede oudste van zes kinderen. Zijn beide ouders zijn onderwijzers van inheemse afkomst. Grootmoeder langs vaders zijde bekommert zich om zijn opvoeding. Hij groeit op in karige levensomstandigheden, vaak is er geen eten. Zoals veel kinderen destijds wordt de kleine Hugo misdienaar. Van jongs af aan is hij verslaafd aan baseball en dat zal zo zijn hele leven blijven.

Als tiener is hij geboeid door geschiedenis. Vooral Ezequiel Zamora, een sociaal geïnspireerde generaal uit de 19[de] eeuw trekt hem aan. Na de middelbare school gaat hij naar de Militaire Academie. Onderwijzerszoon Hugo is heel leergierig en blijkt een briljant student te zijn.

Hij studeert een heleboel diploma’s en specialisaties bij elkaar, o.a. licentiaat in de militaire wetenschappen en kunsten, en master in de politieke wetenschappen aan de Universiteit Simón Bolívar. In het leger schopt hij het tot luitenant-kolonel.

Chávez stapt tweemaal in het huwelijksbootje. Met zijn eerste vrouw heeft hij drie kinderen. Nadien trouwt hij met een journaliste met wie hij een dochter heeft. Sinds 2003 leeft hij terug gescheiden.

Een militaire loopbaan

Chávez kiest voor een militaire loopbaan, maar zijn horizon reikt heel wat verder dan de kazerne. Hij droomt van een grondige omvorming van de Venezolaanse maatschappij en van de emancipatie van de volkeren van Latijns-Amerika. Simón Bolívar is daarbij zijn grote voorbeeld en inspirator.

Bolívar was de grote bevrijdingsstrijder van het begin van de 19[de] eeuw, die niet alleen een einde wou maken aan de koloniale bezetting van Latijns-Amerika, maar ook streefde naar de eenwording van het continent. Die tweede doelstelling zag Bolívar als voorwaarde voor de eerste in het licht van het opkomende imperialisme van de Verenigde Staten.

Tijdens zijn militaire opleiding geraakt Chávez geïnspireerd door Juan Velasco Alvarado en Omar Torrijos, twee linkse militaire presidenten, resp. van Peru en Panama. Hij overweegt mogelijkheden en kansen voor een militaire machtsgreep omdat de burgerlijke autoriteiten enkel de belangen dienen van de rijke elites. Tegelijkertijd is hij uiterst kritisch voor Augusto Pinochet, de rechtse generaal die in 1973 in Chili een staatsgreep pleegde.

“Opdat een soldaat gelukkig zou zijn, moet hij zich deel voelen van een volk. Hij moet intrinsiek deel uitmaken van een volk en de ellende en de grootheid delen van het volk waartoe hij behoort.”  
Hugo Chávez

Politieke ambities en staatsgreep

Binnen het leger zoekt hij gelijkgezinden en sticht in 1977 een clandestiene cel, het Venezolaans Volksbevrijdingsleger (ELPV). In die periode verdiept hij zich in marxistische en andere progressieve literatuur. [Bilbao; 35] Door het lezen van het dagboek van Che Guevara en werken van Marx, Lenin en Mao Zedong, verwerft hij een stevige linkse levensvisie.

In 1982, tweehonderd jaar nadat Bolívar werd geboren, sticht Chávez samen met een handvol andere militairen de Bolivariaanse Revolutionaire Beweging 200 (MBR200). Doel is de hervorming van het leger en de opbouw van een nieuwe republiek. Hij is dan 28 jaar oud.

In de jaren tachtig slaat de schuldencrisis hard toe. Zoals de meeste andere landen van het Zuiden wordt Venezuela de facto onder curatele geplaatst van het IMF en de Wereldbank. Het neoliberale Structureel Aanpassingsprogramma (SAP) dat deze instellingen oplegt aan Venezuela richt een sociaal bloedbad aan.

Protesten lopen in 1989 uit op de zogenaamde Caracazo, waarbij ongeveer drieduizend Venezolanen omkomen door de harde repressie van het leger.

Dit gruwelijke voorval sterkt Chávez in zijn overtuiging dat het tijd is voor een nieuwe republiek. Samen met gelijkgezinde officieren pleegt hij op 4 februari 1992 een staatsgreep maar die mislukt en de coupplegers worden gevangengezet.

Omdat het regime door en door corrupt is en de levensomstandigheden miserabel zijn, kan de coup rekenen op veel sympathie bij de bevolking. De staatsgreep mislukt maar de overheid laat Chávez toe een korte televisietoespraak te houden om de opstandelingen in de andere steden op te roepen de wapens neer te leggen.

In die korte toespraak neemt Chávez de volle verantwoordelijkheid op van zijn daden. Dat is ongezien in Venezuela waar het ontvluchten van eigen verantwoordelijkheid de norm is voor politici. Zijn vranke taal bezorgt hem veel krediet bij de bevolking en plaatst hem definitief op het politieke spectrum.

“Kameraden, helaas hebben wij op dit moment onze doelstellingen niet bereikt in de hoofdstad. De tijd is gekomen om verder bloedvergieten te vermijden. Er zullen zich nieuwe mogelijkheden komen en het land moet zich definitief richten op een betere toekomst.
Luister naar commandant Chávez, die deze boodschap tot jullie richt en denk alstublieft goed na. Leg jullie wapens neer. Ik ben zeer erkentelijk voor jullie loyaliteit, moed en belangeloze inzet. Ten aanzien van het land en van jullie, neem ik de volle verantwoordelijkheid op voor deze Bolivariaanse militaire opstand. Hartelijk bedankt.”

Uitreksel uit televisieboodschap, nadat de staatsgreep mislukt was (4 februari 1992).

Chávez for president

De staatsgreep en de korte toespraak die hij voor de camera’s gaf maakt Chávez op slag razend populair bij de armere bevolkingslagen. Precies daarom komen de coupplegers al vrij na twee jaar – in een vergeefse poging van het regime om hem politiek te marginaliseren. [Ali; 65]

Om steun te zoeken voor zijn Bolivariaans project maakt hij een rondreis door Latijns-Amerika. Vooral zijn bezoek aan Cuba zal hem sterk beïnvloeden. Gedurende meerdere dagen voert hij intensieve gesprekken met Fidel Castro. Het is het begin van een hechte vriendschap. [Elizalde & Baéz 2005]

“Bolívar zei ‘Politieke gangreen kan niet worden genezen met pijnstillers’ en Venezuela is totaal en volkomen besmet met gangreen. Een groene mango zal rijpen, maar een rotte mango rijpt nooit. Het zaad van een rotte mango moet bewaard worden en geplant, zodat een nieuwe plant zou kunnen groeien.
Dat is wat vandaag in Venezuela gebeurt. Er is geen enkele manier waarop het systeem zichzelf kan genezen. Zestig procent van de Venezolanen leven in kritische armoede. Naar onze mening zal de volgende eeuw een eeuw zijn van hoop. Het is onze eeuw, het is de eeuw waarin de Bolivariaanse droom zal herboren worden.”

Hugo Chávez, Havana 1994

Chávez sluit het militair hoofdstuk van zijn strijd af en wil voortaan zijn Bolivariaans project verwezenlijken via verkiezingen. In 1997 sticht hij zijn eigen politieke partij, de Beweging van de Vijfde Republiek (MVR). Hij ontpopt zich snel als een charismatisch leider en zijn belofte voor grootschalige economische en sociale hervormingen kan rekenen op heel veel steun bij de bevolking. Zowat de hele linkerzijde schaart zich achter hem.

Vanaf 1958 was er in Venezuela een soort tweepartijensysteem van kracht, waarbij de sociaaldemocraten en christendemocraten achtereenvolgens de plak zwaaiden en de andere partijen zo goed als uitsloten. De politici waren niet veel meer dan marionetten van het leger, het grootgrondbezit en vooral van de petroleumsector. Dit politiek systeem en deze traditionele partijen waren volledig in diskrediet geraakt.

In 1998 wint Chávez de presidentsverkiezingen met 56% van de stemmen tegenover 40% voor zijn tegenstrever. De uitdagingen zijn gigantisch. De kloof tussen rijk en arm is bijzonder groot. Ondanks de rijkdom van het land leeft de helft van de Venezolanen onder de armoedegrens en is bijna één vijfde ondervoed.

De werkloosheid is hoog en vijfenvijftig procent van wie werkt moet het stellen met een informele job. De economie is een puinhoop. Tussen 1980 en 1998 was het bnp per inwoner gedaald met 15% terwijl er in Latijns-Amerika in die periode een gemiddelde groei was van 30%.

Direct na zijn aanstelling als president stuurt Chávez aan op constitutionele hervormingen. De conservatieve elite heeft van oudsher immers een stevige greep op het staatsapparaat. Met een nieuwe grondwet wil hij die machtsgreep op een duurzame wijze verzwakken en wil hij een nieuwe staat uitbouwen. De nieuwe grondwet definieert een nieuw model van participatieve democratie en tekent een nieuw economisch model uit waarin coöperatieven en zelfbeheer hun plaats hebben.

Met deze belangrijke constitutionele ingreep wijkt Chávez zowel af van de koers van Lula in Brazilië als die van Allende in Chili, destijds in de jaren zeventig. Die probeerden hun politiek programma door te voeren zonder de bestaande machtsstructuren te wijzigen. Met zijn aanpak om de staat te hervormen en om de greep van de oligarchie erop te breken, zal hij ook de toon zetten voor later processen in Bolivia en Ecuador. [Sader; 126]

Chávez wil een president van en voor het volk zijn. De presidentiële limousine wordt afgeschaft en een aantal vliegtuigen die in handen waren van de overheid worden verkocht. Zijn volledig maandloon schenkt hij weg aan een fonds voor studiebeurzen. Hij start een radio- en televisieprogramma ‘Alo Presidente’. In die veel beluisterde en bekeken programma’s overloopt hij de politieke actualiteit, maakt hij grappen, zingt hij liedjes en kunnen de mensen hem rechtstreeks via de telefoon vragen stellen.

“Een mens probeert afstand te doen van alles en zich volledig te geven aan het volk. Dus, wat is mijn balsem? Mijn balsem, dat zijn de mensen. Ik ga de straat op en ontdoe me van al het slechte, en gooi me in de armen van het volk.”
Hugo Chávez, maart 2007

Tijdens zijn eerste ambtstermijn (1999-2001) volgt Chávez een gematigde koers. De economische structuur van het land laat hij praktisch ongemoeid. Hij volgt netjes de richtlijnen van het IMF en moedigt buitenlandse investeringen aan. Op sociaal vlak lanceert hij het Plan Bolívar 2000. Dat plan omvat de reparatie van ziekenhuizen, het toedienen van gratis medische zorgen en vaccinaties, en de verkoop van voedsel tegen lage prijzen.

De tweede ambtstermijn

Tijdens zijn eerste ambtsperiode stijgt de populariteit van Chávez. Eind 2000 wordt hij herverkozen met 60% van de stemmen. Hij haalt nauwere banden aan met Cuba: in ruil voor het zenden van Cubaanse artsen en leerkrachten levert Venezuela petroleum tegen goedkope tarieven. Gelijktijdig verslechteren de relaties met de VS. [Gollinger, 2006]

Om op korte termijn tegemoet te komen aan de meest dringende noden van de bevolking lanceert de nieuwe regering zo’n dertigtal ‘misiones’ of sociale missies. Die omvatten o.a. gratis eerstelijnsgeneeskunde in de volkswijken. Er volgt ook een grootschalige alfabetiseringcampagne en het onderwijs wordt eveneens aangepakt.

Om de voedselveiligheid te garanderen en de honger en ondervoeding uit te roeien, wordt vanaf 2004 een keten van volkswinkels op poten gezet die goederen aan sterk verminderde prijzen aanbieden. Aan de allerarmsten worden gratis maaltijden aangeboden.

Om de bevolking te organiseren en beter te betrekken bij het revolutionair proces worden ‘Bolivariaanse cirkels’ opgezet. Dat zijn wijkcomités die zich o.a. bezighouden met de alfabetiseringscampagne, de organisatie van de gezondheidsposten, het vormen van coöperatieven, maar ook met politieke bewustmaking van de volkswijken en de registratie van de kiesgerechtigden. [Herrera; 48-9]

In 2001 wordt een nieuwe wet gestemd waardoor de overheid meer greep krijgt op de nationale petroleummaatschappij (PVDSA). Voorheen verdwenen de petroleumwinsten praktisch helemaal in de zakken van een kleine binnen- en buitenlandse elite. Voortaan zullen die opbrengsten voor een groot deel gebruikt worden om sociale projecten te financieren.

In 1997 besteedde de overheid 77 miljoen dollar van de petroleumopbrengsten aan sociale projecten. In 2012 is dat meer dan tweehonderd maal zoveel: 18 miljard dollar.

Vanaf het moment dat de overheid controle krijgt over de olieopbrengsten begint de Venezolaanse economie opnieuw sterk te groeien. Tussen 2003 en 2008 is er bijna een verdubbeling van het bnp. Chávez ijvert ook voor stabiele en redelijke olieprijzen en zal in de volgende jaren een belangrijke rol spelen in de heropleving van de organisatie van petroleumexporterende landen OPEC, tot grote woede van de VS.

De confrontatie

De rijke elite is furieus omdat ze haar greep op de overheid kwijtspeelt en haar privilegies verliest. Een krachtmeting kan niet uitblijven. De oppositie waarmee de president geconfronteerd wordt bestaat uit een stevig georganiseerd blok van de oligarchie.

De kopstukken van nationale oliemaatschappij PDVSA zijn heel machtig en kunnen rekenen op de steun van het grootste deel van het staatsapparaat (rechters, gouverneurs en burgemeesters, parlementairen, politieofficieren, …), de media, de corporatistische vakbond CTV, de werkgeversorganisatie, enkele generaals van het leger en de top van de katholieke kerk. Dat blok kan bovendien rekenen op steun en ruime financiële en logistieke bijstand van de VS.

In april 2002 is het zover. Gebruikmakend van uit de hand gelopen straatprotest en gemanipuleerde televisiebeelden organiseert de oligarchie samen met een deel van het leger een staatsgreep, gesteund door Washington. Mede door de massale mobilisatie van de bevolking van Caracas en de steun van grote delen van het leger aan de president, mislukt die echter. [Gollinger 2005; 78v]

In die mislukking speelt Fidel Castro een belangrijke rol. Hij weet Chávez telefonisch te overtuigen om zich over te geven, om te verhinderen dat hij net zoals Allende zou vermoord worden. Om de bevolking te demobiliseren verspreiden de media daarna het valst bericht dat hij afgetreden is.

Twee telefoongesprekken tussen Chávez’ dochter en Fidel Castro worden via de radio uitgezonden, waardoor de Venezolanen de ware toedracht van de situatie leren kennen. Fidel onderhandelt ook gedurende uren met verschillende generaals (putschisten) om tot een vreedzame oplossing te komen.

De oppositie geeft na die mislukking echter niet af. Op het einde van hetzelfde jaar 2002 proberen de patroons het land plat te leggen door een algemene staking (eigenlijk een lock-out) te organiseren, vooral in de petroleumsector. Er wordt sabotage gepleegd.

Maar ook die poging om Chávez te verdrijven loopt op een sisser uit. Op het platteland worden regelmatig boerenleiders vermoord om de landhervormingen te dwarsbomen. In de media worden platvloerse scheldcampagnes gelanceerd tegen de president. [Bilbao; 83v]

Het mag allemaal niet baten. De oppositie probeert het in 2004 nog een keer met een legaal middel en hoopt Chávez tot aftreden te kunnen dwingen via een referendum. Maar ook hier haalt ze opnieuw bakzeil. Chávez wint het referendum met 60% van de stemmen.

Integratie van Latijns-Amerika en vuist naar het Noorden

In de voetsporen van Bolívar is Chávez ervan overtuigd dat een politiek en economisch eengemaakt continent de enige manier is om zich duurzaam en definitief te ontvoogden van de VS. In 2004 richt Venezuela samen met Cuba de ALBA op: het Bolivariaans Alternatief voor Latijns-Amerika en de Caraïben. De ALBA moet een tegenhanger vormen voor de geplande ALCA (FTAA in het Engels), het vrijhandelsakkoord dat de VS aan Latijns-Amerika wil opdringen.

ALBA is een nauw samenwerkingsakkoord op economisch, sociaal, medisch, cultureel en militair vlak op basis van solidariteit. Naderhand worden ook Bolivia, Nicaragua, Dominica en Honduras (dat er weer uitstapt na de door de VS gesteunde staatsgreep van 2009) lid en nog een vijftal andere landen, waaronder Ecuador, worden waarnemend lid. Mede onder impuls van Chávez worden de VS-plannen voor de ALCA begraven op de Inter-Amerikaanse top van 2006.

“We hebben een fundamentele afspraak met de rest van de volkeren van Latijns-Amerika. Want we hebben geleerd en we zijn er bewust van dat deze revolutie niet enkel toebehoort aan het Venezolaanse volk, maar aan heel Latijns-Amerika. Het behoort toe aan alle volkeren van de wereld.”
Hugo Chávez, maart 2007

Het blijft niet bij de ALBA. In 2005 lanceert Chávez Petrocaribe, een petroleumalliantie waarbij Venezuela olie levert tegen voorkeurtarieven. Twaalf landen van de Caraïben sluiten daarbij aan. In juli 2006 wordt Venezuela ook lid van Mercosur, een douane-unie waar Argentinië, Brazilië, Uruguay en Paraguay deel van uitmaken. Om de verpletterende dominantie van de privémedia te counteren wordt in 2005 onder impuls van Chávez Telesur gelanceerd.

In 2007 wordt naar het voorbeeld van de Europese Unie de Unasur opgericht: de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties. Dat bevat naast een parlement ook een bank, de zogenaamde Banco del Sur, die een alternatief moet vormen voor het IMF. In 2011 wordt CELAC, de Eenheid van Latijns-Amerika en de Caribische Staten opgericht. In heel dit proces van eenmaking speelt Hugo Chávez een voortrekkersrol.

De Noord-Zuidverhoudingen zijn aan het kantelen. Als belangrijk olie-exporterend land kan Venezuela in die kanteling een vooraanstaande rol inspelen. Chávez begrijpt dit als geen ander. Hij wil af van een unipolaire wereld, waarin het Noorden o.l.v. de VS, zijn wil oplegt aan de landen van het Zuiden.

Daarom stuurt Chávez aan op frontvorming in Latijns-Amerika, op een meer assertieve OPEC en haalt hij de banden aan met landen die niet in de pas lopen van de VS en het Westen. De Bolivariaanse regering onderscheidt zich ook door het verstrekken van financiële en medische hulp aan de rest van Latijns-Amerika.

Hij verzet zich met klem tegen de militaire interventies in Libië en Syrië en veroordeelt de agressiepolitiek tegen Iran en de Palestijnen. In de Verenigde Naties en ook op de klimaatconferenties vertolkt hij met veel bravoure de stem van het Zuiden. Hij maakt er een vuist tegen de neoliberale globalisering en de klimaatopwarming. In Kopenhagen 2009 lanceert hij de leuze: ‘Als het klimaat een bank was, dan was het al lang gered’.

“We moeten niet het klimaat veranderen maar wel het systeem, laten we dus beginnen de planeet te redden.”
Hugo Chávez, Kopenhagen 2009

Radicalisering en verdieping van het Bolivariaans project

De achtereenvolgende mislukte pogingen om Chávez af te zetten hebben de oppositie verzwakt en leiden tot een radicalisering van het Bolivariaans project, dat Chávez zelf de ‘Bolivariaanse revolutie’ noemt. Belangrijke sleutelsectoren van de economie worden genationaliseerd. Vanaf 1999 zijn meer dan 400 bedrijven overgegaan in staatsbezit. Ook worden meer dan 100.000 coöperatieven opgericht.

In 2005 kondigt Chávez het socialisme van de 21[ste] eeuw aan. Het is een poging om een socialistische maatschappij uit te bouwen in Venezuela, aangepast aan de eigen historische omstandigheden en versterkt door de lessen uit het verleden (Sovjet-Unie en China). Het legt een sterke klemtoon op participatieve democratie. Om die vorm te geven worden in 2006 gemeenschapsraden (consejos comunales) geïnstalleerd. Die hebben verregaande bevoegdheden op lokaal vlak.

“Het lijdt geen twijfel, het socialisme is de weg die we moeten bewandelen. We moeten het socialisme smeden en aanpassen aan de Venezolaanse situatie. Modellen kunnen niet gekopieerd worden, we moeten ervan leren en de verschilpunten respecteren.”
Hugo Chávez

In 2006 kondigt Chávez de oprichting aan van een nieuwe partij, de Verenigde Socialistische Partij van Venezuela (PSUV). Het is de bedoeling om alle linkse krachten te verenigen in één partij. Dat lukt slechts gedeeltelijk.

Een aantal linkse partijen, zoals de communistische partij (PCV), houden vast aan de eigen organisatie, maar ze blijven Chávez wel steunen. Bij de parlementsverkiezingen van 2010 haalt de PSUV 48% van de stemmen. De partij heeft dan een kleine zes miljoen leden.

Na zijn verkiezingsoverwinning in 2006 kondigt Chávez aan dat hij de Bolivariaanse revolutie wil radicaliseren. Zo wil hij de Venezolaanse economie meer in de richting van het socialisme oriënteren. Ook wil hij de macht van de president versterken. Daartoe is een aanpassing van de grondwet nodig. In december 2007 legt hij de voorstellen voor in een referendum, maar hij verliest heel nipt (met 0,7%).

In 2009 organiseert hij opnieuw een referendum. Volgens de grondwet zijn alle openbare ambten, inclusief die van president, gouverneurs, rechters, … beperkt tot twee termijnen. Daar wil hij van af. Dit keer haalt hij wel een meerderheid. Tijdens het bestuur van Chávez werden 16 verkiezingen of referenda gehouden. Chávez won ze allemaal op het referendum van 2007 na.

Het noodlot slaat toe

De wereldwijde financiële crisis van 2008 wordt in Venezuela vrij snel opgevangen. Het is eerder het klimaat dat het land parten speelt. Een langdurige droogte, veroorzaakt door de golfstroom El Niño, bovenop gebrekkige investeringen, veroorzaakt een diepe energiecrisis in 2009-2010.

Maar het is de gezondheidstoestand van de president die het land op zijn grondvesten doet daveren. Op 30 juni 2011 kondigt Chávez aan dat hij geopereerd werd voor kanker. Ongeveer een jaar later, drie maand voor de presidentsverkiezingen, verklaart hij dat hij volledig genezen is. Op 7 oktober 2012 wint hij voor de vierde keer op rij de presidentsverkiezingen.

Begin december laat hij weten dat er opnieuw kwaadaardige cellen zijn opgedoken en dat een nieuwe operatie nodig is. Het gaat van kwaad naar erger. Er treden complicaties op en begin januari 2013 krijgt hij een ernstige longinfectie. Ondertussen hebben de ‘chavistas’ de regionale verkiezingen overtuigend gewonnen. Ze halen 20 van de 23 deelstaten binnen …

Op 5 maart overlijdt Chávez aan zijn hardnekkige kanker.

Papieren bronnen

Ali T., ‘Pirates of the Caribbean: Axis of Hope’, Londen 2006.

Bilbao L., ‘Chávez et la Révolution Bolivarienne’, Buenos Aires 2004.

Chávez H., ‘El golpe fascista contra Venezuela’, Havana 2003.

Collon M., ‘Les 7 péchés d’Hugo Chavez’, Brussel 2009.

Demuynck K. & Vandepitte M., ‘De factor Fidel’, 2008.

Elizalde R. & Báez L., ‘Chávez nuestro’, Havana 2004.

Elizalde R. & Báez L., ‘El encuentro’, Havana 2005.

Golinger E., ‘El código Chávez. Descifrando la intervención de los Estados Unidos in Venezuela’, Havana 2005.

Golinger E., ‘Bush vs. Chávez. La Guerra de Washington contra Venezuela’, Havana 2006.

Gott R.,Hugo Chávez and the Bolivarian Revolution’, London 2005.

Guevara A.,Chávez: un hombre que anda por ahí’, New York 2005.

Harnecker M., ‘Venezuela: Militares junto al pueblo’, Caracas 2005.

Herrera R., ‘Les Avancées Révolutionnaires en Amérique Latine’, Parijs 2010.

Jones B., ‘Hugo! The Hugo Chávez Story from Mud Hut to Perpetual Revolution’, Hanover 2007.

Raby D., ‘Democracy and Revolution. Latin America and Socialism Today’, Londen 2006.

Sader E., ‘The New Mole. Paths of the Latin American Left’, Londen 2011.

Sánchez G., ‘Cuba y Venezuela. Reflexiones y debates’, Havana 2006.

Wilpert G.,Changing Venezuela by Taking Power. The History and Policies of the Chávez Government’, London 2007.

Digitale bronnen

Biografie van Wikipedia Spaanstalig

Biografie van Wikipedia Engelstalig

Biografie van Roberto Ortiz de Zárate

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!