Op 1 februari 2013 werd een aanslag gepleegd tegen de VS-ambassade in de Turkse hoofdstad Ankara (foto: Daily News Photo / Selahattin Sönmez - Ankara)
Nieuws, Politiek, NAVO, Turkije, Koerden, VS, Syrië, Fethullah Gülen, Diplomatieke relaties, Koude Oorlog, AKP, Recep Tayyip Erdo?an, Ahmet Davuto?lu, Francis Ricciardone, Shanghai Cooperation Organization (SCO), Revolutionaire Volksbevrijdingspartij/front (DHKP/C), Alevitische minderheid, Financial Task Force on Money Laundering (FATF) -

Een hete Turkse winter

Dynamiek kenmerkt de politiek in Turkije. Wellicht kent de Turkse taal daarom geen equivalent voor het begrip komkommertijd. Ik zou dagelijks een artikel kunnen schrijven. Omdat ik het er bij eentje in de week houd, is het vaak moeilijk kiezen. Daarom dit keer verschillende onderwerpen.

zondag 10 februari 2013 20:50
Spread the love

DHKP/C

De bomaanslag van vrijdag 1 februari op de Amerikaanse ambassade in Ankara was een uitzondering op de regel. Omdat het doelwit niet Turks was. En omdat de Koerdische PKK voor de verandering eens niet de verantwoordelijk opeiste. In plaats daarvan deed de marxistische Revolutionaire Volksbevrijdingspartij/front (DHKP/C) dat.

De media reageerden verrast, gewend als zij zijn aan sektarisch of etnisch geweld in de regio. Gewapende strijd in een linkse context heet daar een reliek uit het verleden dat aan de Koude Oorlog doet denken. Toch kent de aanslag in Ankara ook een sektarisch aspect. 

Het marxisme en anti-imperialisme van de DHKP/C is evident. Anti-Amerikanisme zal er van de muren druipen. Maar dat is niet het hele verhaal. Minder bekend is dat de DHKP/C wortels heeft in het alevisme, een uit het sjiisme voortgekomen islamitisch geloof waar zo’n 25 procent van de Turkse bevolking toe behoort. Naarmate de Koude Oorlog in de geschiedenis wegzakte, begon het alevitische aspect zwaarder te wegen voor de DHKP/C.

De alevitische minderheid in Turkije leeft al eeuwen op moeizame voet met de soennitische meerderheid en daarmee met de machtselite. Ook nu weigert de regering bijvoorbeeld nog om de gebedshuizen van de alevieten te erkennen.

Ook Syrië kent een alevitische minderheid. De kliek van president al-Assad behoort ertoe. Sterker dan in Turkije voelen de Syrische alevieten de hete adem van de soennieten. Begrijpelijk, want wat hen (evenals andere religieuze minderheden) onder de jihadisten van Jabhat al-Nusra te wachten staat bij het vertrek van al-Assad belooft niet veel goeds.

Dat de DHKP/C zich bekommert om al-Assad en de alevieten in Syrië blijkt uit een recente verklaring. Daarin werden de onlangs in Turkije geplaatste Patriotraketten van de NAVO als primair motief voor de aanslag in Ankara genoemd.

Door dat afweersysteem is de alevitische al-Assad minder in staat om zich te verdedigen tegen een eventuele soennitische aanval uit Turkse richting. Dat wijst op sektarische beweegredenen van de DHKP/C die voorbij gaan aan de marxistische en anti-imperialistische oriëntatie.  

De wet tegen de financiering van terrorisme

Een paar dagen geleden accepteerde het Turkse parlement een wet tegen witwaspraktijken en financiering van terrorisme. Om zo tegemoet te komen aan een eis van de Financial Task Force on Money Laundering (FATF). Hoewel ik hier zelf al over schreef (1), deden de Turkse media dat eerder nauwelijks.

Met de nieuwe wet, die door de regerende Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP) op de valreep werd gelanceerd, veranderde dat. Vooral vanwege de kritiek.

Zoals ik vaker heb geconstateerd, hanteert Turkije een erg vage definitie van terrorisme. De minste sympathie voor de idealen van organisaties die geweld aanwenden, kan tot de beschuldiging van ‘propaganda voor terrorisme’ leiden.

Als gevolg zitten tientallen journalisten en advocaten, alsmede duizenden scholieren en studenten gevangen in verband met terrorisme. Daarmee bestaat het gevaar dat justitie de nieuwe wet zal toepassen om bijvoorbeeld banktegoeden te bevriezen van kranten waarin publicisten het Koerdische nationalisme onderschrijven. Of van kranten waarin de religieuze aard van de AKP kritisch wordt benaderd.

De door de FATF afgedwongen wet dreigt zo haar doel voorbij te schieten en onderdeel te worden van de een onderdrukkingsstrategie. Moet niet kunnen, vonden de oppositievoerende Republikeinse Volkspartij (CHP) en de Partij voor Vrede en Democratie (BDP), maar zij konden niet voorkomen dat de nieuwe wet werd aangenomen.

Ook buiten Turkije ontstond kritiek. Omdat de Turkse wet alleen van terrorisme spreekt wanneer Turkije of Turken er het doelwit van zijn. Ondanks de nieuwe wet blijft samenwerking met Turkije tegen internationaal terrorisme daardoor lastig.

Wanneer andere landen in dat kader een Turkse bankrekening willen laten blokkeren, zullen ze bovendien een dosis bureaucratie ontmoeten. Dergelijke verzoeken dienen door de volledige ministerraad ondertekend te worden, waarna de Raad voor onderzoek van financiële misdaden een onderzoek begint. De uitslag daarvan wordt vervolgens nog eens getoetst door een afzonderlijke commissie, en zo neemt de hele procedure gauw een paar maanden in beslag. De TATF zal het zich anders hebben voorgesteld.   

SCO

Premier Erdogan schept er genoegen in om met controversiële uitspraken de aandacht te trekken. Verleden jaar liet hij zich als een donderslag bij heldere hemel erg negatief uit over abortus, om vervolgens tot veler verbijstering de scheiding der machten ter discussie te stellen. Niet zelden plaatst het spektakel hoog oplopende politieke issues in de schaduw, waardoor de dubbele agenda er dik bovenop ligt.

Erdogans laatste manoeuvre gaat over de Shanghai Cooperation Organization (SCO), een samenwerkingsverband tussen China, Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Rusland en Tadzjikistan. Juni vorig jaar werd Turkije ‘dialogue partner’ van de ‘Shanghai-groep’, ik schreef daar eerder over (2).

De Turkse, maar ook de internationale media, gingen er toen vrijwel aan voorbij. Je moest er de China Daily voor lezen om het te weten.

Aanmerkelijk meer aandacht ontstond toen Erdogan onlangs volledig SCO-lidmaatschap voor Turkije suggereerde. Stond samenwerking met, of lidmaatschap van andere samenwerkingsverbanden – zoals de EU – absoluut niet in de weg, vond hij.

De gedachte is op zich al surrealistisch. Erdogan benadrukt het economische aspect van de SCO, maar weet heel goed dat de Shanghai-groep ook over militaire samenwerking gaat. Om die reden wordt de SCO in Washington als tegenhanger van de NAVO beschouwd. 

Voor de andere SCO-landen ligt volledige toetreding van Turkije evenmin voor de hand. Niet in de laatste plaats door het meningsverschil met China en Rusland over Syrië. Bovendien kent Iran de ‘observer status’ binnen de SCO. Niet alleen met Rusland, maar ook met Iran is Turkije in een conflict verwikkeld over NAVO-gerelateerde onderwerpen als het raketschild van het Noord-Atlantische bondgenootschap en de Patriots (waarbij opvalt dat Erdogans uitspraken over de SCO kort na het operationeel worden van de Patriots volgden).

Het is ondenkbaar dat Turkije volwaardig lid van de SCO wordt. Erdogans geflirt met de Shanghai-groep is vooral bedoeld om de EU en de VS op stang te jagen. Als dreiging, wanneer de EU geen haast maakt met Turks lidmaatschap. Maar vrijwel niemand neemt het serieus.

De woordvoerster van het Amerikaanse State Department (nvdr: ministerie van Buitenlandse Zaken), Victoria Nuland, moest er door journalisten over geïnformeerd worden. Daarna zei ze verveeld: “Het is natuurlijk interessant, in aanmerking genomen dat Turkije ook een NAVO-lid is. We zullen zien hoe het gaat.”

Ricciardone

Los van Erdogans SCO-gedoe, botert het maar matig tussen Turkije en de VS. Dat Washington niet tot een militaire operatie tegen al-Assad wil besluiten en het bij steun aan rebellengroepen in Syrië houdt, blijft een discussiepunt.

Daarnaast is er Irak, waar Ankara een oliedeal sloot met de Koerdische deelregering. De woede daarover bij de centrale regering in Bagdad, draagt bij aan de Amerikaanse vrees dat Irak uiteen zal vallen. De relatie tussen Washington en Ankara wordt daar niet beter door.

Verder waren de Amerikanen ontstemd over de kritiek van buitenlandminister Ahmet Davutoglu op Israël na de aanval van de zionistische staat op Syrië vorige maand.  

Er was nog iets. De Amerikaanse ambassadeur in Turkije Francis Ricciardone kwam bij de regering langs voor een treursessie over de aanslag in Ankara. Onverwacht leverde hij zware kritiek over mensenrechtenkwesties, over de honderden militairen in gevangenschap en over de Turkse laksheid ten aanzien van de FATF-eisen.

Ongeoorloofde bemoeienis met binnenlandse aangelegenheden, oordeelde de regering verbolgen. Niet meer dan het benadrukken van standpunten die eerder door de ministers Clinton en Kerry uiteen waren gezet, pareerde Washington.

De Amerikaanse zorg over de mensenrechtensituatie Turkije is om tranen van in de ogen te krijgen. Nogal atypisch, want over de mensenrechten in andere bevriende landen (Israël, Saoedi-Arabië) windt Washington zich niet of nauwelijks op. Waarom wel als het om Turkije gaat? Spelen de VS de mensenrechtenkaart om lastpak Erdogan zijn plaats te leren kennen?

Verder moet de VS voor de vervolgde militairen niet bij Erdogan zijn, want de premier uit zelf regelmatig twijfels uit over dit beleid van de Turkse justitie. Zeker sinds generaals schaars worden in Turkije. Nee, voor de militairen in de Silivri-gevangenis moet de VS bij hun gast in Pennsylvania zijn: de Turkse imam Fethullah Gülen.

Meer dan Erdogan gelden diens volgelingen binnen justitie als stuwende kracht bij de vervolging van militairen en andere tegenstanders van de nieuwe diepe staat in Turkije.

Peter Edel

Peter Edel is schrijver van ‘De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije’ (2012, uitgeverij EPO, Antwerpen).

Voetnoten:

(1) https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2012/11/09/turkije-zwart-geld-en-dope

(2) https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2012/08/10/keert-turkije-de-eu-en-de-navo-de-rug-toe

take down
the paywall
steun ons nu!